Nu Wilders alweer een "bommetje" in onze samenleving heeft 'gedropt', en gezien de discussie hiervan op frontpage kwam ik er achter dat relatief weinig mensen kennis hebben over de oorsprong van deze "400 jarige handelsbetrekkingen". Daarom een informatieve onderwerp;
Tulpen en tolerantie: de Nederlandse Republiek en het Ottomaanse Rijk, 1566 - 1612Mijn schild ende betrouwen zijt Gij,
O God mijn Heer.
Op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik doch vroom mag blijven,
Uw dienaar t’aller stond.
De tirannie verdrijven
Die mij mijn hart doorwondt.– Wilhelmus, 6e couplet
De Turk tolereert alle religies. — Willem van Oranje [10]
godsdienstvrijheid Alvorens zich van Spanje onafhankelijk te verklaren, gingen de Zeven Provinciën een bondgenootschap aan met het machtige Ottomaanse Rijk, dat de reputatie had bescherming te bieden aan protestantse christenen (zie ook de leuze "Liever Turks dan Paaps" en de bescherming van protestanten in Hongarije). De grootvader van de vrouw van Willem van Oranje, de landgraaf van Hessen, had al eerder een verdrag gesloten met de Ottomaanse sultan, Suleyman I "the Magnificent". Bovendien was een joodse vriend van Willem van Oranje uit Antwerpen, Joseph Nasi, voor de Spaanse Inquisitie uitgeweken naar Istanboel en daar nu adviseur van de sultan. In oktober 1566 (vlak na de Beeldenstorm) stuurde Suleyman I een brief aan de vergadering te Antwerpen, waarin hij de Nederlanden financiële en militaire hulp aanbiedt. De Nederlandse opstandelingen scanderen dat jaar ‘Liever Turks dan Paaps’ in Antwerpen, een uiting van de hoop op godsdienstvrijheid die de sultan verleende aan protestantse christenen [1]. Kort daarna stierf echter Suleyman I, waarop de samenwerking stil kwam te liggen. Wel bleven Nederlandse schepen varen onder Turkse vlag. [5]
zelfvertrouwen In 1568, het jaar van Oranje’s eerste gevecht met Spanje, stuurde Willem van Oranje een delegatie naar de nieuwe sultan, Selim II, om de samenwerking voort te zetten. De Turken hadden op dat moment echter al hun krachten nodig tegen Ivan de Verschrikkelijke. In de hieropvolgende jaren maakte Willem van Oranje een plan voor buitenlandse hulp, waar zowel Europese landen, de sultan als de piraten van Algiers bij werden betrokken. De sultan en Algiers waren de enigen die zouden helpen. [2]
In 1574 stuurde Oranje weer een delegatie naar Selim II. De sultan antwoordde dit keer met een geheim agent, die de Republiek in contact bracht met de piraten van Algiers en de ‘Morisco’s’, de Spaanse moslims die na de verovering van Spanje een eeuw daarvoor, gedwongen waren het Christendom te belijden. Daarnaast stuurde de sultan een enorme vloot de Middellandse Zee in, die Tunis veroverde en de Spanjaarden bezig hield. Hierdoor verminderde de druk van de Spanjaarden op de Republiek, die nu enige ademruimte kreeg (dit is onder andere het jaar van het Leids Ontzet). Vervolgens werd echter het Ottomaanse Rijk aangevallen door de Perzen. De sultan moest een wapenstilstand tekenen met Spanje. Volgens Geoffrey Parker stopte hiermee ook de militaire steun aan de Republiek.[3]
de Armada Echter, dr. Jerry Brotton van het Royal Holloway College in Londen meldde in 2004, dat uit recent gevonden correspondentie blijkt dat Elizabeth, koningin van Engeland, via haar ‘chief intelligence’, Sir Francis Walsingham, de nieuwe sultan Murat III steun had gevraagd tegen de Armada, de grote Spaanse vloot die in 1588 de Nederlanden en Engeland moest heroveren. Volgens Brotton zijn er aanwijzingen dat de Armada al in de Middellandse Zee was uiteen gedreven door manoeuvres van de Ottomaanse vloot:
Walsingham’s plan was ultimately successful. Ottoman fleet movements in the eastern Mediterranean fatally split Philip II’s Armada. (…) The Spanish fleet was eventually defeated on July 30 1588 as it awaited the rest of the invasion force off Calais. [4]Dit zou in lijn zijn met andere contacten die in die jaren werden onderhouden. Professor De Groot uit Leiden vermeldt dat de Franse bekeerling Mahmud Abdullah Frenk in 1581 als speciale gezant van de sultan contacten had onderhouden tussen sultan Murat III, koningin Elizabeth van Engeland en Willem van Oranje.[5] Daarnaast is bekend dat de hertog van Anjou (landsheer der Nederlanden tussen 1581 en 1584) en sultan Murat III tussen 1582 en 1584 een soort multicultureel uitwisselingsproject organiseerden, waarbij een Ottomaanse gemeenschap enige tijd in Antwerpen leefde, en een Nederlandse gemeenschap in Istanboel verbleef.[6]
In 1609 werden de Morisco’s uit Spanje gezet. In het uitdrijvingsedict schrijft Philips III (Philips II was overleden in 1598), dat hij had ontdekt dat de Morisco’s een bondgenootschap hadden gezocht met de sultan in Istanboel èn met ‘onze vijanden onder de pool’ (de Nederlanders en Engelsen). En dat daarnaast de Ottomaanse sultan een vrede had getekend met de Perzen; ‘Zouden deze partijen elkaar vinden, dan zouden wij in een onmogelijke positie komen te verkeren’, schrijft hij zeer bezorgd, waarop hij besluit de Morisco’s uit Spanje te zetten.[7] Dit toont aan dat Philips III dit bondgenootschap wel zeer vreesde. Zelfs na de afkondiging van het twaalfjarig bestand tussen de Nederlanden en Spanje in april 1609, vond er in 1610 nog een onderhandeling plaats tussen Prins Maurits en Al-Hadjari, gezant van Marokko, om met vereende krachten Spanje aan te vallen, samen met sultan Ahmed I.[8] Er waren dus tussen 1581 en 1612 uitgebreide en intieme contacten, wat het Ottomaanse ingrijpen in 1588 aannemelijk zou kunnen maken.
De vraag is echter op basis van welke feiten dr. Brotton aanneemt dat de sultan werkelijk gereageerd heeft op het verzoek van koningin Elisabeth, en de genoemde manoeuvres in de Middellandse Zee heeft uitgevoerd. De consensus onder historici is, dat het Ottomaanse Rijk zich tussen 1574 en 1590 bezig hield met de oorlog tegen de Perzen, en een vredesverdrag had met Spanje. De twee vragen die dus nog moeten worden beantwoord om hier meer zekerheid over te krijgen, zijn: 1) Hield Murat III zich in 1588 aan het vredesverdrag met Spanje, getekend door zijn voorganger in 1574? En 2) Liet de oorlog met de Perzen Murat III wel de ruimte om in 1588 Nederland en Engeland te hulp te schieten? We hopen het nog verder uit te zoeken, uw tips zijn van harte welkom.
tulpen Hoe dan ook, het liep voor Nederland goed af. De Armada werd verslagen, onder andere door een enorme storm die opstak en de honderden schepen als wrakhout over zee blies (verhoorde Allah het gebed van de verdrukten? Dankbaar zijn mag in elk geval!)
De samenwerking tussen de Ottomaanse sultans en de Republiek waren het begin van lange betrekkingen tussen de Nederlanden en het Ottomaanse Rijk. In 1612 kreeg de Republiek speciale handelsbevoegdheden bij de Ottomaanse Porte, waardoor wij konden profiteren van de rijke economie van het oosten.
In verband met de ontwikkeling van de Nederlandse godsdienstvrijheid valt het uitwisselingsproject op tussen Murat III en de Hertog van Anjou. Naast interesse in handelsbetrekkingen suggereert het ook een gedeeld vertrouwen in tolerantie. In latere schilderijen worden moslims afgebeeld op de Dam, als symbolen van de Nederlandse verdraagzaamheid.[9] We kunnen ons afvragen of de Hertog van Anjou en de Prins van Oranje, zoals veel christenen destijds, geïnspireerd en sterker gemotiveerd waren in hun streven naar godsdienstvrijheid door hun contacten met het Ottomaanse Rijk. De schoonheid van de tulp, het symbool bij uitstek van Turks-Nederlandse contacten tijdens de Gouden Eeuw, krijgt hierdoor speciale glans.
voetnoten 1. … deze uitspraak … [had] betrekking op het feit dat de vrijheid van godsdienst onder het Turkse imperium beter gewaarborgd bleek dan in landen die gebukt gingen onder ‘de pauselijke tirannie’. (Amersfoort & Van Asselt, Liever Turks dan Paaps, Boekencentrum Zoetermeer 1997; p. 14). Voor meer teksten hierover, zie de toelichting op Liever Turks dan Paaps en de Ottomaanse bescherming van protestanten in Hongarije.
2. De Duitse prinsen waren onverschillig en de Hugenoten zijn er nooit in geslaagd een leger te sturen. De Ottomaanse Turken waren vreemd genoeg de enigen die steun hebben verleend aan de Nederlandse zaak. (Parker 1979; 67)
3. Parker 1979; 67-70 en De Groot 1978; 84-85
4. Nieuwsarchieven: The Guardian, Mirabilis.ca
5. De Groot 1978; 85
6. Hamilton 2001; 8
7. Matar 2003; 40
8. Een unieke ontmoeting tussen twee zeer ridderlijke heren, prachtig beschreven door Al-Hadjari zelf in zijn reisverslag. (Matar 2003; 38-41)
9. Kaplan 2006
10. A.A. van Schelven, Willem van Oranje, Haarlem 1933; p. 231.
literatuurverwijzingen Geoffrey Parker, Spain and the Netherlands 1559-1659. Fontana/Collins, Glasgow 1979
A.H. de Groot, The Ottoman Empire and the Dutch Republic; a History of the Earliest Diplomatic Relations. Nederlands Historisch-Archeologisch Instituut, Leiden/Istanboel 1978
Alastair Hamilton, Arabische cultuur en Ottomaanse pracht in Antwerpens Gouden Eeuw. Museum Plantin-Moretus, Antwerpen 2001 (alleen te bestellen bij het museum)
Nabil Matar (ed. and tr.) In the Lands of the Christians: Arabic Travel Writing in the Seventeenth Century. Routledge, New York / London 2003
Benjamin Kaplan, Muslims in the Dutch Golden Age: Representations and realities of religious toleration, gratis te bestellen brochure, Universiteit van Amsterdam 2006
Lucas Catherine, Rijstpap, Tulpen en Jihad, Epo Berchem 2004 (bestellen via uitgever)
HM Koningin Beatrix, over het Nederlands-Ottomaanse bondgenootschap en relaties met de Nederlandse godsdienstvrijheid, toespraak ter gelegenheid van het staatsbezoek van de President van de Republiek Turkije, 3 april 2001.
Bron:
http://spiritualchange.bl(...)ch-ottoman-alliance/