Morgen is het mijn laatste dag bij mijn huidige werkgever. Nu dat hoofdstuk dus eigenlijk afgesloten wordt, is het misschien leuk om eens te tonen wat mijn day-job eigenlijk was in de afgelopen 2 jaar.
Trouwe volgers weten dat ik ingenieur in de scheepvaart ben. Direct na het afstuderen ben ik begonnen bij een overheidsgecontroleerde rederij met een 45tal schepen en 570 werknemers, gaande van reddingsboten, politieboten, veerboten, snelle redeboten, etc. Van die 45 schepen zijn er een stuk of 7 grote schepen (binnen onze vloot dan). Een aantal daarvan waren 'mijn' schepen, wat wou zeggen dat ik de technische eindverantwoordelijkheid had over die schepen, hun technische bemanning en hun hulpequipment (bijvoorbeeld kleine bootjes aan boord van de grote).
Mijn schepen waren loodsboten, dat zijn schepen die rondvaren in de noordzee met loodsen aan boord. Loodsen zijn ervaren kapiteins die aan boord van schepen gaan die de Westerschelde willen bevaren. Vanop onze loodsboten worden die dus overgezet op de binnenkomende schepen.
loodsboot 6
Zoals je hier kan zien op een foto vanuit de heli:
bovenaan is er een binnenkomende bulkcarrier, onderaan een loodsboot en als je goed kijkt zie je een klein geel bootje waarmee de loods dan wordt overgezet. Die kleine gele bootjes zijn eigenlijk zeewaardige speedboats met jetaandrijving, geweldige dingen
Hier een paar van mijn schepen die binnenlagen tijdens slecht weer
De beloodsingsdienst is een continu dienst (stopt alleen als het te slecht weer is en het te gevaarlijk wordt om loodsen over te zetten bij te hoge golven. Op die momenten worden helikopters ingezet om dat werk te doen). Dat betekende voor mij ook 24/7 telefonisch beschikbaar zijn, ook buiten de normale werkuren. Ik geloof dat ik in 2 jaar tijd maar 1 keer een telefoontje heb gemist. Of je nu sliep, op reis was of een gyprocplafond aan het steken, je kon altijd gebeld worden als er bv een aanvaring was (gezien zij dichtbij andere schepen komen).
Een groot deel van het werk was dan ook maken dat deze schepen altijd technisch in orde waren, waarvoor ik jaarlijks een budget van 1 milj. ¤ had. Daarvan moest ik ook de droogdokken betalen (om de 2.5j gaat zo'n schip uit het water en krijgt dan grote onderhoudswerkzaamheden). Tijdens zo'n dokking worden misschien 50 werken tegelijk uitgevoerd en in tussentijd blijven de andere schepen ook in dienst. Dat waren periodes van grote stress,maar ook grote voldoening. Ik heb er zo'n 5 tal gehad in totaal, kleine en grote. Allen binnen budget en binnen tijd. In mijn periode is de hele beloodsingsdienst geen minuut onoperationeel geweest, wat wel goed was, gezien dat schepen zijn met een aanzienlijke leeftijd.
Verder had ik ook nog een schip voor zeewetenschappelijk onderzoek: De Zeeleeuw
Die is ook eens te zien geweest in een satireprogramma op de belgische tv
In de laatste jaren waren we vooral bezig met de nieuwbouwschepen die de oudere loodsboten gaan vervangen en ook de SImon Stevin, die de Zeeleeuw zal vervangen.
Een aantal van de nieuwe schepen is al toegekomen of zit in de laatste bouwfase. Zijn enorm gavanceerde schepen van het Swath type
Dat was dus bijzonder boeiend en uitdagend werk met fantastische collega's op de koop toe, maar ik voelde me beperkt in het uitbouwen van mijn carrière. Ik stond in de organigram van het bedrijf al op de 3de plaats en ben daar direct in die positie mogen starten aan mijn 23jaar. Omdat ik ingenieur ben, en geen kapitein zijn mogelijkse interne carrieremoves niet vanzelfsprekend. Had ik het joboffer van mijn nieuwe werkgever niet gehad, dan was ik zeker niet weggegaan. Mijn baas is daar trouwens nog altijd het hart van in, ze hebben ook nog geen vervanger. Vorige week stond ik bij hem in het bureau en hij was aan het bladeren door de tientallen sollicitaties die ze gehad hebben om mijn vacature te vullen. Hij zei: "we hebben zoveel sollicitanten, maar er zit geen 2de MMach tussen", ongetwijfeld een van de mooiste professionele complementen die ik heb gehad. Ze hebben me ook gezegd dat ik altijd mag terugkeren en ze me dan met open armen zullen ontvangen. Hoewel ik dat niet van plan ben, dat is immers niet echt een mooi signaal naar de nieuwe werkgever. Ingenieurs in mijn specialisatie zijn enorm dungezaaid. In heel België zitten we maar ongeveer rond de 15 ingenieurs van die strekking (ik kan het weten want ik geef er af en toe les en zit in de adviesraad van die opleiding). Die kleine vijver wordt ook bevist door de grote wereldspelers als Jan De Nul en DEME die veel willen doen om die ingenieurs van de schoolbanken te plukken.
Maar zoals gezegd: op naar de volgende uitdaging