'Baarmoeder Sietske H.': het proces Ondanks het mooie weer zijn er op dinsdag 19 april behoorlijk wat mensen naar Leeuwarden getogen om de zaak tegen Sietske H. bij te wonen. Zo veel zelfs dat een aantal mensen vanuit een aparte zaal op een beamer moet meekijken. Het beeld is vrij goed, het geluid laat nogal wat te wensen over.
Het eerste deel van de zitting bestaat uit vragen die de rechtbank aan Sietske stelt - op sommige (belangrijke) vragen is Sietskes antwoord niet te horen. Dit tot frustratie van iedereen in de bezoekerszaal.
De rechter wil weten hoe ze haar zwangerschappen steeds verborgen wist te houden voor haar omgeving, hebben die haar er nooit op aangesproken? Het had toch moeten opvallen.
‘Nou, niet echt,’ antwoordt Sietske. ‘Je wordt gewoon wat dikker, wat omslachtiger.’ Ze vertelt dat ze in paniek raakte op het moment dat ze dikker begon te worden, dan kwam er veel angst naar boven.
Uiteindelijk is het de tandarts bij wie Sietske stage loopt die naar de politie stapt: hij vertrouwt het niet. Met een dikke buik had ze zich ziek gemeld, met een dunne buik kwam ze weer terug.
Bij de politie verklaart Sietske dat ze inderdaad meer dan eens zwanger is geweest, maar dat ze de kinderen ter adoptie heeft afgestaan. Ze belooft dat ze een aantal weken later de adoptiepapieren zal laten zien. Als ze dat niet kan wordt ze in augustus 2010 aangehouden op verdenking van het te vondeling leggen van haar kinderen, het zich onttrekken aan de ouderlijke macht, of, in het ergste geval, het doden van haar kinderen.
Op het moment dat ze wordt verhoord gaat de politie nog uit van drie kinderen. In eerste instantie houdt ze vol dat de kinderen nog leven. Ze kan alleen niet zeggen waar ze zijn. Als de politie erop door blijft vragen zegt ze dat ze iets heel erg verkeerds heeft gedaan.
Uiteindelijk komt het hoge woord eruit: alle drie de kinderen leven niet meer. De politie wil weten of de baby’s na de geboorte wel in leven waren. Alleen van de laatste twee baby’s weet Sietske zeker dat ze leefden bij de geboorte, van de eerste kan ze het zich bij de politie niet herinneren. Pas bij de doorzoeking van de woning van Sietskes ouders vindt de politie een vierde babylijkje, net als de andere drie verpakt in een koffer op de zolder.
De rechter wil weten hoe ze de bevallingen heeft doorstaan – die deed ze helemaal in haar eentje, op haar slaapkamer. Voor elke bevalling had ze spullen klaargelegd: handdoeken, vuilniszakken, een schaar en maandverband. ‘Ik zat gewoon op mijn hurken,’ legt ze uit.
‘Ik heb eerlijk gezegd met verbazing gelezen dat u dat kon doorstaan. Al die pijn, de persweeën, de bevalling, zonder dat iemand het doorhad,’ merkt de rechter op. Hij vraagt zich af hoe ze dat kon, ze moet wel een erg hoge pijngrens hebben gehad.
‘Het ging gewoon,’ verklaart Sietske. De rechter merkt op hoe vreemd het is dat niemand wat heeft gemerkt: bij een van de bevallingen lag haar zus op drie meter afstand naast haar, slechts gescheiden door wat boekenkastjes, en bij een andere bevalling waren haar ouders thuis. Ze heeft er zelf ook geen verklaring voor.
De rechter stelt eerst vragen over de vierde baby. Daarover heeft ze verklaard dat ze de baby zelf heeft opgevangen tijdens de bevalling, ze liet het meisje niet met haar hoofd op de grond vallen. ‘Waarom heeft u de baby opgevangen?’ vraagt de rechter. Sietske begint te huilen. Haar antwoord is door het uitvallen van de microfoon niet te verstaan, maar ze is duidelijk van streek door de vraag. Haar advocate zet een glas water bij haar neer.
Sietske vertelt dat ze in paniek raakte toen de baby begon te huilen. Hortend en stotend vertelt ze dat ze er toen voor heeft gezorgd dat het kind geen adem meer kreeg. Ze weet nog dat het een mooie baby was.
Na de bevalling is ze moe en duizelig en gaat ze een half uurtje op bed liggen. Pas daarna knipt ze de navelstreng door. ‘Het was net alsof ik het niet was,’ zegt ze. ‘Alsof ik er naar keek.’
De rechter neemt met haar door hoe de kinderen, drie meisjes en een jongetje, gevonden zijn. Het vierde kindje werd gevonden in een plastic zak in een rugtas. De rugtas zat ook weer in een plastic tas en die zat in de koffer.
Bij twee kindjes werd in de stoffelijke resten een stuk stof aangetroffen in de mondholte, wat erop duidt dat ze waarschijnlijk op die manier, door verstikking om het leven zijn gekomen. Ook zat er bij een van de meisjes een plastic zak om het hoofdje geknoopt.
Een van de andere rechters ondervraagt Sietske over het besef dat zij had van elke zwangerschap. Sietske vertelt dat ze zo normaal mogelijk probeerde te leven, ‘Als het er niet is, dan is het er niet.’
Tijdens de zwangerschappen, en nog meer tijdens de bevallingen, overheerste het gevoel van angst: ze was bang wat de mensen zouden zeggen en zouden denken. Bang om niet ‘het perfecte plaatje’ te zijn.
De vrouwelijke rechter houdt haar voor dat ze tijdens haar zwangerschappen minder alcohol dronk dan normaal: waarom zou ze dat doen als ze het kind toch niet wilde? Volgens Sietske heeft ze niet met alcohol gematigd omdat het niet goed zou zijn voor het kind, maar gewoon, omdat ze er niet zoveel zin in had.
In 2002 raakt ze zwanger van het eerste kindje. Omdat ze pas na vier of vijf maanden erachter komt dat ze zwanger is, is het al te laat voor abortus. Rechter: ‘Als u het achteraf bekijkt, had u dan voor abortus gekozen?’ Sietske denkt lang na, en antwoordt dan met een aarzelend ‘ja’.
In juni 2003 wordt het kindje geboren, op de zolderkamer die ze deelt met haar zus. Ondanks de hevige pijn moet ze stil zijn. Ze vertelt weer over de paniek die zich van haar meester maakt als het kind geluid begint te maken. ‘Ik schrok van het geluid, alsof het niet echt was.’
Om te zorgen dat de baby stil is legt ze een kussen over haar heen. Ze geeft toe dat ze er nooit over na had gedacht wat ze na de bevalling met het kind zou doen. Als het buikje niet meer beweegt doet ze het in een vuilniszak, die ze later in een koffer stopt. Deze bevalling vindt plaats in het oude huis van Sietskes ouders: als zij verhuizen naar een andere woning neemt Sietske de koffer mee.
De rechters willen weten waarom ze dat deed. Waarom heeft ze de koffer nooit weggedaan? Was ze niet bang dat iemand hem zou pakken?
Ze begint weer te huilen. ‘Nu had ik het tenminste nog bij me.’ Rechter: ‘Dus u wilde het kind bij u houden, u vond het moeilijk om er afstand van te doen.’ ‘Dat denk ik wel,’ antwoordt Sietske zacht.
In maart 2005 bevalt ze van haar tweede kind. De rechter prijst haar bijna om haar ‘vakkundige’ manier van bevallen: net of er een verloskundige bij heeft gestaan.
Tijdens de geboorte voelt ze of de navelstreng niet om de nek van het kindje is gewikkeld. Opmerkelijk, vindt de rechter. ‘Als je een kind wil hebben of wil houden moet je inderdaad goed de navelstreng controleren. Als je het kind niet wilt, dan maakt die navelstreng natuurlijk niks uit. Waarom controleerde u dat dan toch?’
Sietske antwoordt dat ze ergens had gehoord dat het zo moest. De rechtbank wil weten waarom ze wel alle voorbereidingen voor de bevalling trof, maar niet voor het moment dat het kind er zou zijn. Ze kan er niks over zeggen.
Rechter: ‘Wat ik nog niet helemaal snap, u weet hoe het allemaal werkt, met voorbehoedsmiddelen en zo, en op een gegeven moment stopt u met het gebruik van de pil. Waarom begon u na de zwangerschappen niet weer met het gebruik ervan?’ Sietske antwoordt dat ze bang was voor vragen van de huisarts. Hij had haar al eerder lastige vragen gesteld, ze was bang dat hij achter de zwangerschappen zou komen.
‘U wilt niet meewerken met onderzoeken van het Pieter Baan Centrum, maar wat ik almaar hoor is angst, angst, angst,’ begint de rechter. ‘Iedere vrouw van uw leeftijd zou zonder problemen naar de huisarts zijn gegaan voor de pil. Het is zo weinig van deze tijd.’
Hij voegt eraan toe dat ze er ook voor had kunnen kiezen om helemaal geen seks te hebben, als ze niet weer zwanger wilde raken.
Sietske vertelt dat ze met iedereen beschermde seks had, behalve met haar ex-vriend, die de relatie tijdens de tweede zwangerschap uitmaakte. Daarna zagen ze elkaar nog regelmatig en hadden ze ook af en toe (onveilige) seks.
‘Dus u denkt dat alle vier de kinderen van uw ex-vriend zijn?’ Sietske knikt. ‘Dat lijkt me wel, ja.’
‘Ik zeg het u eerlijk,’ aldus de rechter, ‘het is een beetje raadselachtig voor de rechtbank dat u niet na de eerste keer alles er aan heeft gedaan om het een volgende keer te voorkomen.’
‘Sommige dingen snap ik ook niet,’ reageert Sietske.
Het is tijd voor een schorsing – na de schorsing worden de persoonlijke omstandigheden van Sietske behandeld. De correspondente spoedt zich intussen over de Afsluitdijk naar Den Haag, voor een andere zitting.
Later in de middag eist de officier van justitie 12 jaar gevangenisstraf in deze zaak. Ze kan geen tbs eisen, omdat Sietske niet mee wilde werken aan de onderzoeken van het Pieter Baan Centrum. Over twee weken volgt de uitspraak.
(verslag: Anna Korterink)
Bron:
http://misdaadjournalist.(...)ke-h-het-proces.html