abonnement Unibet Coolblue
pi_108928783
quote:
0s.gif Op vrijdag 9 maart 2012 23:49 schreef M.rak het volgende:

[..]

Daarvoor kan je beter in het wiskunde huiswerk- en vragentopic zijn denk ik :P. Maar als antwoord op je vraag, dat lijkt me niet, het opspansel wat jij geeft is namelijk de hele R3. Je kan het wel schrijven als (1,0,0)t plus het opspansel van (0, 1, 0)t en (0, 0, 1)t. Maar er zijn misschien handigere manieren om dat op te schrijven.
Zit ik een beetje stoer te doen, met mijn ontopic... Haha, ik dacht dat dit het wiskundetopic was, sorry :P.
Verder bedoelde ik (ik had het iets duidelijker moeten verwoorden denk ik):
de deelruimte van R3 die wordt opgespannen door (0, 1, 0)t en (0, 0, 1)t,
en het punt (1, 0, 0) bevat. Maar dit mag dus niet, omdat de deelruimte die wordt opgespannen door (0, 1, 0) en (0, 0, 1) al per definitie (1, 0, 0) niet bevat?
pi_109813849
Ik moet voor mijn studie een programma schrijven dat, gegeven een ongerichte gewogen graaf, een verzameling kanten geeft die, als je deze verwijdert, de graaf in twee componenten split. Er worden twee knopen gegeven die in een verschillend component moeten zitten. Dit heet een min-cut vinden (en is gerelateerd aan een max-flow vinden), en kan met de Ford-Fulkerson-methode.

Dit heb ik geïmplementeerd, maar volgens het automatische inleverprogramma geeft mijn programma nog het foute antwoord op sommige testinvoeren. Er is verder slechts een kleine voorbeeld in- en output beschikbaar, waar mijn programma wel gewoon de goede output voor levert. Ook op elke testinvoer die ik zelf bedenk levert mijn programma de goede output. Heeft iemand een idee wat ik nu kan doen? Ik heb het programma al een paar keer opnieuw geschreven, met hetzelfde resultaat.
pi_109814232
quote:
2s.gif Op maandag 2 april 2012 18:34 schreef kutkloon7 het volgende:
Ik moet voor mijn studie een programma schrijven dat, gegeven een ongerichte gewogen graaf, een verzameling kanten geeft die, als je deze verwijdert, de graaf in twee componenten split. Er worden twee knopen gegeven die in een verschillend component moeten zitten. Dit heet een min-cut vinden (en is gerelateerd aan een max-flow vinden), en kan met de Ford-Fulkerson-methode.

Dit heb ik geïmplementeerd, maar volgens het automatische inleverprogramma geeft mijn programma nog het foute antwoord op sommige testinvoeren. Er is verder slechts een kleine voorbeeld in- en output beschikbaar, waar mijn programma wel gewoon de goede output voor levert. Ook op elke testinvoer die ik zelf bedenk levert mijn programma de goede output. Heeft iemand een idee wat ik nu kan doen? Ik heb het programma al een paar keer opnieuw geschreven, met hetzelfde resultaat.
Het programma hier posten en hopen dat iemand zin heeft om ernaar te kijken.
pi_109861763
Ik heb nog even verder gekeken, en met code die ik op internet heb gevonden heb ik even een geautomatiseerd testomgevinkje in elkaar gezet. De maxflow wordt hoogstwaarschijnlijk gewoon goed berekend, in elk geval heb ik in 10000+ random gevallen nog geen afwijking van de code op internet gevonden.
Dus dan zou het of een fout in het automatisch nakijken van het practicum moeten zijn, een fout bij het gedeelte na het berekenen van de maxflow, of een fout die alleen voorkomt in een randgeval. Ik ga het gewoon aan de practicumleider vragen, die kan hopelijk wel bij de in- en output van mijn programma, want ik geloof niet dat er zo iets anders op zit.
Ik zou natuurlijk mijn code kunnen posten, maar er wordt automatisch gecontroleerd op fraude (ook op internet, zo is me verteld), en eerlijk gezegd denk ik niet dat het veel gaat helpen, aangezien mijn programma in alle testcases die ik gebruikt heb gewoon het goede antwoord geeft. Bovendien is het een behoorlijke lap tekst die niet al te elegant en begrijpelijk is geschreven (het was de 6e keer dat ik het programma overnieuw schreef, dan heb je een beetje schijt aan variabelennamen enzo).

Update:
Het is inmiddels gelukt, er was een waarde < 231. Ik dacht dat ik deze in een int kon opslaan, wat ook zo was, maar door de manier waarop ik de waarden opsloeg werd deze groter. Ik gebruik nu een uint en dat werkt :).

[ Bericht 7% gewijzigd door kutkloon7 op 04-04-2012 11:29:25 ]
pi_110021939
Hallo allemaal,
Voor biologie moet ik een artikel schrijven over een proefje met groenten. Ik heb gekozen om het volgende te doen:
Ik heb 5 porties van 25 gram tuinbonen, die ik 5 minuten kook. Ik heb 5 oplossingen, een van 0 gram NaCl per liter, een van 5 g/L, 10 g/L, 15 g/L en 20 g/L. In elk van de oplossingen kook ik dus één portie tuinbonen. Na het koken, meet ik met een spectrometer de kleur van het gekookte water. De kleur van het water verandert omdat er chlorofyl vrijkomt. Mijn hypothese was dat elke oplossing dezelfde pieken en dalen zou hebben, omdat chlorofyl te groot is om door osmose in het water te komen, en omdat alles even lang kookt, zou er gewoon even veel chlorofyl uit de kapotte cellen moeten komen. Maar nu blijkt dat er echt verschil zit tussen de oplossingen, en ik kan geen verklaring vinden waarom het zout er effect op heeft.

Alvast heel erg bedankt voor de hulp!
Ik houd je in de gaten...
pi_110023340
Ik ben ook nog even aan het zoeken en denken, maar 1 oorzaak van je resultaten zou kunnen zijn dat er verschillende soorten chlorofyl bestaan. Elk soort chlorofyl heeft ook een andere absorptiepiek in het spectrum.

Het zout zorgt vooral voor een andere osmotische waarde.
0,9 massa% NaCl is de standaard voor een isotone oplossing. Dat zou zijn 9 gram in 1 liter water. Voor planten weet ik niet zeker of dit dezelfde waarde is.

5 g/L is dan in ieder geval hypotoon
10 g/L is dan ongeveer isotoon
15 en 20 g/L zijn dan hypertoon

Omdat er een andere turgordruk is, zou je ook kunnen verwachten dat de celwanden op een ander moment kapot gaan.

Maar bedoel je met een verschil in pieken en dalen dat de pieken op een andere plaats zitten? Of dat de hoogte van deze pieken/dalen anders is?
www.4beta.nl
www.youtube.nl/jweckhardt
---
Als je het niet simpel kunt uitleggen, begrijp je het niet goed genoeg
pi_110027686
Hee, we meet again, haha
Over het algemeen zijn chlorofyl a en chlorofyl b de meest voorkomende soorten, dat wist ik al, maar ik dacht dat als ik steeds dezelfde soort, en dezelfde portie bonen gebruik, dat dan dezelfde grafiek zou ontstaan. Over die pieken en dalen, ze zitten vooral op een andere hoogte, zie het plaatje
(0 g/L = rood; 5 g/L = blauw; 10 g/L = paars; 15 g/L = oranje; 20 g/L = groen; en er is geen rode lijn te zien omdat hij precies samenvalt met de blauwe)
http://www.filedropper.com/scheikundeallegrafieken
ik vond zelf dat de groene lijn erg lijkt op het absorptiespectrum van chlorofyl a en chlorofyl b
http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Chlorophyll_ab_spectra.png
Ik vind je theorie eigenlijk wel heel logisch klinken, maar als je verder nog iets vindt/bedenkt hoor ik het natuurlijk graag
Ik houd je in de gaten...
pi_110028971
Ok, het is dus alleen een verschil in hoogte van de pieken. Zo snel gekeken lijken er geen verschillen te zijn in de stoffen.

Heb je ook eiklijnen gemaakt? (Dus een keer door de spectroscoop met alleen het water en de verschillende schone zoutoplossingen)

Maar weet je zeker dat oranje de 15 g/L is, en rood de 0 g/L?
De rode lijn is bij mij trouwens een zwarte lijn...
www.4beta.nl
www.youtube.nl/jweckhardt
---
Als je het niet simpel kunt uitleggen, begrijp je het niet goed genoeg
pi_110031898
Die zwarte lijn is een schaduw van de rode lijn, die rode lijn is precies onder de blauwe lijn, en k heb inderdaad ijklijnen gemaakt, maar ik kom er nu achter dat ik echt een hele domme fout heb gemaakt, ik heb uit de verschillende metingen grafieken klakkeloos in één plaatje geplakt, zonder rekening te houden met de schaalverhoudingen van de verschillende metingen, dus dat ga ik nu eerst doen, en dan kijken of het wat logischer is, want de oranje lijn vond ik zelf ook al een beetje vreemd
Ik houd je in de gaten...
pi_110042474
quote:
Under control conditions, flow through a blood vessel is 100 ml/min with a pressure gradient of 50 mm Hg. What would be the approximate flow through the vessel after increasing the vessel diameter by 50%, assuming the pressure gradient is maintained at 100 mm Hg?

a. 100 ml/min
b. 150 ml/min
c. 300 ml/min
d. 500 ml/min
e. 700 ml/min
Nu wordt in mijn boek gezegd dat het d moet zijn, omdat:

quote:
Blood flow in a vessel is directly proportional to the fourth power of the vessel radius. Increasing vessel diameter by 50% (1.5 times control) would increase blood flow 1.5 to the fourth power x normal blood flow (100 ml/min). Thus blood flow would increase to 100 ml/min * 5,06, or approximately 500 ml/min.
Nou ben ik het hier mee eens, maar de druk stijgt toch ook van 50 mm Hg naar 100 mm Hg, en volgens de wet van Poiseuille stijgt de flow als je de drukgradient toe laat nemen. In het antwoord is daar geen rekening mee gehouden. Weet iemand waarom?
pi_110052092
Okee, hier is dan opnieuw de link, maar nu wel rekening gehouden hebbend met de schaalverdelingen
http://www.filedropper.com/allegrafieken
0 g/L = rood; 5 g/L = geel; 10 g/L = roze; 15 g/L = blauw; 20 g/L = lichtgroen
Het resultaat is er alleen niet veel logischer op geworden, vind ik, de pieken zitten nu wel op dezelfde plek, maar ik geloof niet dat hier conclusies uit getrokken kunnen worden...
Ik houd je in de gaten...
pi_110054493
Het is inderdaad niet heel veel logischer geworden.

Een paar mogelijke opties:

De celwanden zijn geen perfecte membramen, en laten dus ook chlorofyl door.
Bij een hypertone oplossing (0 en 5 g/L) zal er veel water, en dus ook veel chlorofyl door het membraam heen gaan.
Bij een isotone oplossing zal er vrijwel niets door het membraam heen gaan.

Maar wat die lichtgroen (20 g/L) nu zo relatief hoog doet...

Weet je zeker dat dit een scheikunde-practicum is? Ergens heb ik het gevoel dat er nog wat biologische factoren mee lijken te spelen (beschadiging van celwanden in te zoute omgeving etc.)
www.4beta.nl
www.youtube.nl/jweckhardt
---
Als je het niet simpel kunt uitleggen, begrijp je het niet goed genoeg
pi_110055212
Dit is echt een scheikunde experiment, alhoewel ik hem zelf ook eerder bij biologie vind horen, door osmose en chlorofyl en zo, maar dit hoort niet bij de lesstof uit ons boek, het is een PO dat er geheel los van staat, en we moesten het experiment bedenken op basis van een ander experiment, dus ik denk wel dat de biologische factoren mee spelen, dan zou wat jij zegt wel eens kunnen kloppen.

Eigenlijk vind ik alle lijnen wel logisch er uit zien ten opzichte van elkaar, want hoe meer chlorofyl er in het water zit, des te minder wordt er in het groen gedeelte licht geabsorbeerd, want er wordt meer groen licht weerkaatst. Dus dan zou er bij de hypertone oplossingen toch juist geen chlorofyl in het water komen? Of in ieder geval minder dan bij de sterkere oplosingen, want de hypertone oplossingen absorberen meer groen licht, dus bevat het water minder chlorofyl, toch?

Als wat ik zeg klopt, dan betekent het dat er bij de 5e oplossing om de een of andere reden er MINDER chlorofyl in het water is gekomen, dan bij de 4e lijn... En dat is het vreemdst, want door meer zout zou de celwand "meer kapot" moeten gaan, en zou er dus juist meer chlorofyl in het water moeten komen...
Ik houd je in de gaten...
  zondag 8 april 2012 @ 18:57:07 #239
361189 Nutkicker22
Deze zin is onwaar
pi_110065601
Hey iedereen,

tijdens het oefenen van rekenopgaven scheikunde kwam ik bij deze vraag niet uit:

Gegeven butaanzuur / 20,00 mmol en dichtheid p= 0,9577 * 10-3 kg/m3
Bereken hoeveel microliter je nodig hebt ?

Eerst bereken ik de deeltjesmassa van butaanzuur:

C= 4 x 12,01 u
O= 2 x 16,00 u
H= 8 x 1,008 u
-------------------- +
88,104 u => Dus 88,104 g/mol

20,00 mmol = 0,02 mol => 0,02 mol x 88,104 g/mol = 1,76208 gram

Dichtheid: 0,95577 x 10-3 kg/m3
= 0,95577 x 10-3 g/L

0,9577 x 10-3 x 1,76208 g = 0,001687544 L

= 1687,544 microliter

Maar het antwoord klopt niet, dus kan iemand mijn denkwijze/rekenfout opsporen ?
Alvast bedankt
Als je het moet vragen, zul je het nooit weten.
En als je het weet, hoef je het maar te vragen.
pi_110066921
quote:
0s.gif Op zondag 8 april 2012 18:57 schreef Nutkicker22 het volgende:
Hey iedereen,

tijdens het oefenen van rekenopgaven scheikunde kwam ik bij deze vraag niet uit:

Gegeven butaanzuur / 20,00 mmol en dichtheid p= 0,9577 * 10-3 kg/m3
Bereken hoeveel microliter je nodig hebt ?

Eerst bereken ik de deeltjesmassa van butaanzuur:

C= 4 x 12,01 u
O= 2 x 16,00 u
H= 8 x 1,008 u
-------------------- +
88,104 u => Dus 88,104 g/mol

20,00 mmol = 0,02 mol => 0,02 mol x 88,104 g/mol = 1,76208 gram

Dichtheid: 0,95577 x 10-3 kg/m3
= 0,95577 x 10-3 g/L

0,9577 x 10-3 x 1,76208 g = 0,001687544 L

= 1687,544 microliter

Maar het antwoord klopt niet, dus kan iemand mijn denkwijze/rekenfout opsporen ?
Alvast bedankt
massa * dichtheid ?
kg * kg/m^3 = kg^2/m^3

dus dat klopt hier niet

massa/dichtheid = volume
[img]http://i.minus.com/ibnbBZVlYCvsZI.gif[/img]
  zondag 8 april 2012 @ 19:52:06 #241
361189 Nutkicker22
Deze zin is onwaar
pi_110067894
Bedankt Nelis, ik zie ook dat de dichtheid van butaanzuur fout is ;)
Als je het moet vragen, zul je het nooit weten.
En als je het weet, hoef je het maar te vragen.
pi_110070280
Ik weet niet of ik hier goed ben, maar heb wat moeite met een hypothese opstellen voor een onderzoek.



Het onderzoek bestaat hoofdzakelijk uit het meten van 3 variabelen, welke aan de hand van regressieanalyse zal worden uitgevoerd (spss). 1 van de variabelen (Var. X (sorry dubbel gedaan)) heeft een modererend effect

Ik had eerst dit: βx*βy=0 (of ongelijk aan 0). Maar dit is natuurlijk het interactie effect.

Wat is dan wel de juiste? (beta's zijn hier noodzakelijk btw) :{
Of niet?
pi_110208194

quote:
Figure 16-9 Relation between interstitial fluid pressure and lymph flow in the leg of a dog. Note that lymph flow reaches a maximum when the interstitial pressure, PT, rises slightly above atmospheric pressure (0 mm Hg). (Courtesy Drs. Harry Gibson and Aubrey Taylor.)
Hieruit blijkt dat naarmate de interstitial fluid pressure positiever wordt, je meer lymph flow hebt. Dat vind ik echter onlogisch. Eerder staat in Guyton & Hall namelijk:
quote:
The interstitial fluid pressure (Pif), which tends to force fluid inward through the capillary membrane when Pif is positive but outward when Pif is negative.
Dus bij een positieve waarde wordt de vloeistof juist in het bloedvat "geforceerd". Wie weet hoe dit zit?
  zaterdag 14 april 2012 @ 11:10:16 #244
309742 toetsenbordridder
Schopt kont op jouw typtafel.
pi_110309175
Hee, volgende week een scheikunde toets met 1 van de onderwerpen pH berekenen.
Nu moet ik ook andersom kunnen rekenen, dus vanuit de pH het aantal gram van een stof weten. En daar heb ik nogal moeite mee.

De opdracht is dit:

3 Liter Ca(OH)2 met een pH van 12,0, bereken het aantal gram.

Hoe bereken ik dit?
pi_110309476
quote:
2s.gif Op zaterdag 14 april 2012 11:10 schreef toetsenbordridder het volgende:
Hee, volgende week een scheikunde toets met 1 van de onderwerpen pH berekenen.
Nu moet ik ook andersom kunnen rekenen, dus vanuit de pH het aantal gram van een stof weten. En daar heb ik nogal moeite mee.

De opdracht is dit:

3 Liter Ca(OH)2 met een pH van 12,0, bereken het aantal gram.

Hoe bereken ik dit?
Met de pH waarde kun je de concentratie OH- bepalen, vervolgens kan je dan berekenen hoeveel mol Ca(OH)2 je hebt. Vermenigvuldigen met de molaire massa geeft het aantal gram Ca(OH)2
[img]http://i.minus.com/ibnbBZVlYCvsZI.gif[/img]
  zaterdag 14 april 2012 @ 12:23:18 #246
309742 toetsenbordridder
Schopt kont op jouw typtafel.
pi_110310568
quote:
0s.gif Op zaterdag 14 april 2012 11:28 schreef Nelis89 het volgende:

[..]

Met de pH waarde kun je de concentratie OH- bepalen, vervolgens kan je dan berekenen hoeveel mol Ca(OH)2 je hebt. Vermenigvuldigen met de molaire massa geeft het aantal gram Ca(OH)2
Dus 10^-2,0 (14-12=2). Dan je mol Ca(OH)2 bepalen? Kun je dat 1x voor doen? De molmassa van Ca(OH)2 = 74 g/mol

[ Bericht 1% gewijzigd door toetsenbordridder op 14-04-2012 12:43:57 ]
pi_110312834
quote:
2s.gif Op zaterdag 14 april 2012 12:23 schreef toetsenbordridder het volgende:

[..]

Dus 10^-2,0 (14-12=2). Dan je mol Ca(OH)2 bepalen? Kun je dat 1x voor doen? De molmassa van Ca(OH)2 = 74 g/mol
pOH = 14 - pH = 14 - 12 = 2

COH- = 10-pOH = 10-2 mol/liter

CCa(OH)2 = 10-2 / 2 = 5 * 10-3 mol/liter

mCa(OH)2 = CCa(OH)2 * V * uCa(OH)2
mCa(OH)2 = 5 * 10-3 * 3 * 74 = 1.11 g
[img]http://i.minus.com/ibnbBZVlYCvsZI.gif[/img]
  zaterdag 14 april 2012 @ 14:40:07 #248
309742 toetsenbordridder
Schopt kont op jouw typtafel.
pi_110314167
Bedankt! :D Nu kan ik tenminste goed oefenen.
pi_110317096
Misschien iets te laat gereageerd, maar misschien heb je hier ook nog wat aan:
http://www.4beta.nl/wiki/index.php?title=Zuur-base_reacties

En dan vooral de eerste twee filmpjes.
www.4beta.nl
www.youtube.nl/jweckhardt
---
Als je het niet simpel kunt uitleggen, begrijp je het niet goed genoeg
  zondag 15 april 2012 @ 13:12:44 #250
309742 toetsenbordridder
Schopt kont op jouw typtafel.
pi_110346839
quote:
0s.gif Op zaterdag 14 april 2012 16:19 schreef 4Beta het volgende:
Misschien iets te laat gereageerd, maar misschien heb je hier ook nog wat aan:
http://www.4beta.nl/wiki/index.php?title=Zuur-base_reacties

En dan vooral de eerste twee filmpjes.
Kijk dit is ook weer hartstikke goed :D Thanks! Duidelijke uitleg, goeie voorbeelden.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')