U bevindt zich op: Home OnderwerpenAlgemeenAntennes > Over antennes
Over antennes
Een antenne zet wisselstroom om naar een elektromagnetisch veld bestaande uit radiogolven, en andersom. Bij het zenden verlaat de wisselstroom de antenne als elektromagnetisch veld. Dit veld wordt het radiosignaal of mobiele signaal genoemd.
Het mobiele signaal bevat informatie die opgevangen wordt door een ontvanger. Het ontvangen van signalen werkt precies omgekeerd: de elektromagnetische velden die de antenne opvangt, worden omgevormd naar een wisselstroom en verstuurd naar de receiver. Deze decodeert het signaal vervolgens naar beeld, geluid of data.
Het elektromagnetische veld dat de antenne verlaat, kan vergeleken worden met de lichtbundel van een zaklamp. De lichtbundel van een zaklamp schijnt vooral naar voren. Vlak vóór de zaklamp is het licht sterk en verder weg wordt het licht steeds zwakker. Buiten de bundel van de zaklamp (onder, achter of boven de zaklamp) is de lichtsterkte erg laag. Hoe verder de lichtbundel moet reiken, hoe krachtiger de lichtbron moet zijn.
Hetzelfde geldt voor een antenne: het elektromagnetische veld wordt gebundeld en horizontaal uitgezonden, dicht bij de antenne is het elektromagnetische veld het sterkst, verder weg wordt het signaal steeds zwakker, onder de antenne is het elektromagnetische veld erg zwak en hoe verder het signaal moet reiken, hoe hoger het vermogen moet zijn.
Lengte, vorm en grootte van een antenne
Qua uiterlijke kenmerken is er geen verschil tussen een zend- en ontvangstantenne. De lengte van de antenne wordt bepaald door de golflengte van de frequentie waar de antenne op uitzendt. In de ideale situatie is een antenne ongeveer een kwart van de golflengte.
De vorm en grootte van een antenne zijn afhankelijk van het signaal dat ermee verstuurd of ontvangen wordt. Daarom zijn er antennes in allerlei vormen en maten, variërend van een lange ijzeren staaf tot een schotel en enorme omroepzenders voor radio en televisie.
Antenne of antenne-installatie
Er wordt onderscheid gemaakt tussen een antenne en een antenne-installatie. Een antenne-installatie is het geheel van antennes, antennedrager, bedrading en techniekkasten. Een antenne-installatie kan uit meerdere antennes bestaan.
Voor gsm en UMTS, beiden technologieën die werken met radiogolven, bestaat een antenne-installatie over het algemeen uit drie antennes en de bijbehorende apparatuur. Elke antenne bestrijkt een gebied van 120 graden rondom de installatie. Met deze drie antennes (3 x 120 graden = 360 graden) kan de omgeving van de installatie van dekking worden voorzien.
Zendvermogen antenne
Een antenne zendt elektromagnetische golven uit met een bepaalde kracht: het zendvermogen. Dit vermogen wordt uitgedrukt in Watt (W). Om te zenden neemt de installatie vermogen op van het elektriciteitsnet, en biedt dit vermogen aan de antenne aan. De antenne kan dit vermogen versterken en/of bundelen (de ‘gain’). Het vermogen dat vervolgens daadwerkelijk uit de antenne komt, wordt aangeduid met de toevoeging ERP (Effective Radiated Power); het effectieve uitgestraalde vermogen.
Het vermogen dat vanuit het elektriciteitsnet aan een gsm- of UMTS-antenne wordt aangeboden, ligt rond de 20 Watt. Het uitgezonden vermogen van een gsm- of UMTS-antenne ligt door de versterking van de antenne gemiddeld rond de 200 Watt ERP. Antennes voor radio hebben vermogens die liggen in de grootte van enkele duizenden Watts (kiloWatt). TV-antennes hebben nog hogere vermogens.
Bereik en capaciteit antenne
Hoe ver het signaal van een antenne reikt, is van veel factoren afhankelijk en verschilt per type antenne en per locatie. Een omroepantenne is bijvoorbeeld hoog geplaatst en zendt met hoog vermogen uit. Hierdoor is het bereik erg groot. In principe geldt: hoe verder de antenne moet kunnen reiken, hoe hoger het vermogen en/of de antennehoogte moet zijn.
In een stad is het bereik kleiner dan op het platteland, omdat er in een stad meer hoge objecten zijn die als obstakel kunnen werken voor het signaal van een antenne. Het bereik van een antenne voor gsm of UMTS is in de stad tussen de 50 en 1000 meter, afhankelijk van het gebruik. Op het platteland kunnen afstanden tot 10 kilometer overbrugd worden.
Antenne-installaties voor mobiele telecommunicatie hebben niet alleen beperkingen in het bereik, maar hebben ook een beperkte capaciteit. Een antenne-installatie kan namelijk maar een beperkt aantal telefoongesprekken verwerken. Hoe hoger de vraag naar draadloze communicatie, hoe meer antennes er nodig zijn. In dunbevolkte gebieden zijn weinig gebruikers, daar zijn dus weinig antennes nodig. In dichtbevolkte gebieden zijn veel gebruikers. Daar zijn dan ook meer antennes nodig.
Aantal antenne-installaties in Nederland
Antennes zijn vaak onderdeel van een mobiel communicatienetwerk. Het doel van zo’n netwerk is om voldoende dekking te verkrijgen. Het is afhankelijk van het bereik en de capaciteit van de antennes behorend tot dit netwerk hoe veel antenne-installaties er geplaatst moeten worden en hoe dicht ze bij elkaar moeten staan.
Op 31 januari 2011 stonden er 23.399 gsm- en UMTS-antenne-installaties in Nederland. Deze antenne-installaties zijn terug te vinden in het Antenneregister.
Door de toenemende behoefte aan draadloze communicatie en de behoefte aan nieuwe technieken zullen er in de toekomst meer antennes worden geplaatst. Daarnaast worden er de komende jaren antennes (bij)geplaatst om draadloos internet en televisie mogelijk te maken.
lekker faxen heel de dag echt genot