![krim_oorlog.jpg]()
Deze video is een kleine samenvatting, gaat meer over het militaire conflict.
De Wiki :
http://nl.wikipedia.org/wiki/KrimoorlogDe Krim is een schiereiland tussen de Zwarte Zee en de Zee van Azov, en kent een rijke maar bloedige geschiedenis. Achtereenvolgens werd het eiland veroverd en bezet door de Skythen, de Grieken, de Byzantijnen, de Goten en de Ottomanen. In 1783 werd de Krim een deel van het Russische Tsarenrijk. Twee decennia geleden behoorde het strategisch gelegen stuk land nog toe aan de Sovjet-Unie. Na het uiteenvallen van de Russische communistische reus werd het een deel van de Oekraïense republiek. De Russen behielden een belangrijke machtsbasis in de havenstad Sebastopol, dat een apart statuut behield omdat de Russische marine daar gelegerd is.
In het midden van de negentiende eeuw was het Krimschiereiland het strijdtoneel van een vergeten oorlog die minstens achthonderd duizend levens eiste. Britse, Franse en Turkse troepen trokken ten oorlog tegen het Russische leger, dat onder invloed van de imperialistische tsaar Nicolaas I ingezet werd om een gebied te veroveren dat reikte van de Balkan tot de Perzische Golf. Het boek ‘De Krimoorlog of de vernedering van Rusland’ van de Britse historicus Orlando Figes geeft een relaas van die oorlog om de Krim die plaatsvond tussen 1853 en 1856. Figes gaat dieper in op de oorzaken van de oorlog, beschrijft tot in de details wat er op het slagveld gebeurde en beschrijft ook nauwkeurig de nasleep van de oorlog en de gevolgen van de nederlaag voor Rusland en de rest van Europa.
De Krimoorlog was een keerpunt in de Europese geschiedenis. De eeuwenoude alliantie van Rusland met Oostenrijk werd doorbroken. De oorlog maakte de weg vrij voor de opkomst van nieuwe natiestaten zoals Italië, Duitsland en Roemenië. De orthodoxe Russen hielden aan de oorlog een diepe afkeer over tegenover het Westen. Het voelde zich verraden door de andere christelijke naties omdat ze de kant gekozen hadden van de heidense Turken. Ze zagen hun plannen op de Balkan gedwarsboomd. De crises die volgden op de Russische vernedering zouden uiteindelijk leiden tot de Eerste Wereldoorlog.
De herinnering aan de
Krimoorlog blijft in Rusland zowel een bron van nationale trots als afkeer tegen het Westen. Nog in 2006 verklaarde eerste minister Poetin dat de vernederende Krimoorlog niet moet gezien worden als een nederlaag maar als een morele en religieuze overwinning, waar het volk zich voor opofferde. In dezelfde toespraak hamerde hij erop dat het volk een voorbeeld moest nemen aan tsaar Alexander I die ten strijde durfde te trekken tegen het Westen. In een briljant stukje populisme en geschiedvervalsing kreeg ook zijn vader Nicolaas I, die de Russen als eerste voorging in hun strijd, eerherstel door Poetin. Sindsdien hangt een levensgroot portret van Nicolaas I in zijn werkkamer.
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20070918_krimoorlog01Interessante docu over de Krim oorlog, deel 1/7
De Krimoorlog: algemene oorzaken De Krimoorlog maakte deel uit van de zogenaamde Oosterse Kwestie: de vraag wie de “erfenis van de zieke man” zou krijgen. Turkije stond aan het begin van de negentiende eeuw bekend als “de zieke man van Europa”. Na eeuwenlang een machtig Ottomaans Rijk te zijn geweest, liep het nu op zijn laatste benen en veel (Europese) landen wilden erbij zijn om Turkse gebieden in te nemen zodra het Ottomaanse Rijk de geest zou geven. Er waren al enkele oorlogen gevoerd in het verleden (1768-74 en 1787-92) tussen Rusland en Oostenrijk aan de ene kant en Turkije aan de andere.
Het Russische doel was om Constantinopel (nu: Istanbul) in te nemen en zo een doorgang te krijgen naar de Middellandse Zee. Rusland was namelijk op zoek naar “warmwaterhavens”, havens die níet dichtvroren tijdens de winter.
Engeland had zich al jarenlang ingespannen het Ottomaanse Rijk in stand te houden, als een barrière tegen de Russische expansie, want Engeland wilde de Middellandse Zee als enige beheersen. Uiteraard leidde dit tot conflicten met Rusland.
Turkije was een zwak land en de Turkse heerser, Sultan Abd al-Majid leunde zwaar op de buitenlandse hulp die hij ontving om de resten van zijn rijk bijeen te houden. Hij had er geen problemen mee dat zijn rijk uit elkaar viel, want hij had ontdekt dat hij, als buffer tegen Rusland, altijd hulp kon krijgen. En Europa plukte daar de vruchten van, in de vorm van Turkse handelsconcessies en aangepaste handelstarieven.
De Sultan speelde Europa en Rusland slim tegen elkaar uit. Rusland had hem getoond dat de Russen altijd zouden proberen Turks gebied in handen te krijgen, en het Britse beleid ging er vanuit dat de Russen stevig aangepakt dienden te worden. Bovendien gingen de Britten er vanuit dat de Russen geen oorlog zouden riskeren omwille van Turks territorium.
De revoluties in Europa van 1848 veranderden Europa. Tussen 1815 en 1848 hadden de ‘oude mannen’ die Napoleon Bonaparte verslagen hadden, zoals Metternich, het voor het zeggen in Europa. Ná 1848 kwamen er nieuwe leiders die problemen op geheel andere wijzen oplosten.
De positie van Napoleon III als Keizer der Fransen was cruciaal in het ontstaan van het conflict. Napoleon was de derde zoon van Lodewijk Napoleon (koning van Holland). Bij de na de Februarirevolutie (van 1848) gehouden presidentsverkiezing zegevierde hij en werd hij president van de Tweede Republiek. In 1851 pleegde hij een staatsgreep, waarna hij in 1852 werd uitgroepen tot Keizer der Fransen.
Napoleon III was, net als zijn volk, ambitieus. De Fransen wilden prestige en gebiedsuitbreiding voor het “Tweede Keizerrijk”, en ze verwachtten dat te krijgen van een Bonaparte. Daar kwam bij dat Napoleon III de steun van de Paus wilde hebben (wat dát met de Krimoorlog te maken heeft, wordt straks uitgelegd) en daarom de katholieke kerk steunde waar hij kon.
De Britse regering stond onder leiding van Prime Minister (de Earl of) Aberdeen, een politicus die oorlog verafschuwde. In de jaren 1840 had hij de Russische Tsaar, Nicolaas I, de sterke indruk gegeven dat Engeland geen oorlog zou riskeren omwille van Turkije. Gevolg was uiteraard dat Rusland nóg harder probeerde Turkse gebieden in handen te krijgen, op zoek naar “warmwaterhavens”.
Veel leden van Aberdeen’s (coalitie-)regering waren juist vóór een confrontatie met Rusland en steunden de oorlog, toen die eenmaal kwam, met groot enthousiasme.
Hoe meer macht het Turkse rijk verloor, hoe groter de ambities van Rusland werden. Hoewel hij al verscheidene malen zijn neus had gestoten, wilde de tsaar toch gebiedsuitbreiding ten koste van het Ottomaanse Rijk.
Daarnaast was de relatie tussen Tsaar Nicolaas I en Keizer Napoleon III problematisch:
1. Napoleon I was in 1812 Rusland binnengevallen en had daar flink huisgehouden. Zelfs de naam ‘Napoleon’ viel dus niet al te best in Rusland;
2. Napoleon III was aan de macht gekomen door een staatsgreep. Volgens Nicolaas I was Napoleon III het product van een revolutie en was Napoleon geen legitieme heerser. De tsaar zag in hem niets meer dan één van de liberale nationalisten die zulke problemen hadden veroorzaakt in 1848;
3. Nadat Napoleon III aan de macht was gekomen in Frankrijk, zond Nicolaas I hem een telegram die begon met “Monsieur, mon ami”, in plaats van met “Monsieur, mon frère”. Napoleon III zag dit als een belediging, en hij wilde wraak.
Al met al was de situatie in Europa heel anders dan deze was na de Napoleontische oorlogen. Het leek alsof samenwerking tussen Engeland, Frankrijk en Rusland niet mogelijk was en dat onderhandelingen bij voorbaat al op niets zouden uitdraaien. De vooruitzichten waren dus niet goed
De Krimoorlog: onmiddellijke oorzaken De onmiddellijke oorzaken waren religieus van aard en gingen over de bescherming van de Heilige Plaatsen in Jeruzalem, Nazareth en Bethlehem. Het Heilige Land maakte deel uit van het Ottomaanse Rijk der moslims, maar was ook de bakermat van Joden- en Christendom. De christelijke kerk was verdeeld in heel veel kleine stromingen. De Oosterse Orthodoxe Kerk en de Rooms Katholieke Kerk waren de twee grootste stromingen binnen het christensom. Zij konden niet samenwerken en beide wilden zij de Heilige Plaatsen beheersen.
Een Frans-Turks verdrag in 1740 zorgde ervoor dat Rooms Katholieke monniken de Heilige Plaatsen mochten beschermen. Tussen 1740 en 1820 echter nam de invloed van Rooms Katholieken (zeker in dit gebied) af: christenen in de regio behoorden veelal tot de Orthodoxe Kerk. De bescherming van Heilige Plaatsen ging dus langzaam over in Orthodoxe handen.
Rusland was beschermer van de Orthodoxe Kerk; Nicolaas I zag zichzelf als de door God benoemde leider van de Orthodoxe Kerk. Rond 1840 nam het aantal Orthodoxe pelgrims naar het Heilige Land explosief toe. Vanaf 1850 zette Napoleon III zich in voor de Rooms Katholieke Kerk. Teneinde het Franse volk achter zich te krijgen, moest hij worden gezien als een ‘goed christen’. Daarnaast wilde hij wraak nemen op Nicolaas I naar aanleiding van het “mon ami”-incident. In Jeruzalem vonden er ongepaste rellen en confrontaties plaats tussen Katholieke- en Orthodoxe monniken en priesters. De Orthodoxe kant ‘won’.
De Turken hadden een hekel aan deze geschillen tussen Frankrijk en Rusland op hún grondgebied. De Sultan riep een commissie in het leven die onderzocht of het mogelijk was beide christelijke stromingen te laten samenwerken, zodat ze allebei de Heilige Plaatsen beheerden. Dit leidde tot grote protesten uit Rusland. In februari 1850 stuurden de Turken een diplomaat naar Frankrijk die hen twee sleutels gaven van de Heilige Kerk in Jeruzalem. Tegelijkertijd stuurden de Turken een diplomaat naar de Russen die de geheime garantie afgaf dat de Franse sleutels niet op de kerkdeuren zouden passen.
Ondanks dit, hadden de Fransen de Heilige Plaatsen stevig in handen tegen het einde van 1852. De Russen zagen dit als een vernedering. Nicolaas I maakte publiekelijk bekend dat hij Turkije als “onder buitenlands gezag” beschouwde. Hij wilde juist dat Rusland het Nabije Oosten (ten koste van het Ottomaanse Rijk) zou beheersen in samenspraak met de westerse grootmachten, en dan vooral met Engeland, zodat de Russische expansie vreedzaam zou verlopen.
In 1853 werd de Ottomaanse sultan bezocht door Menschikov, een Russische soldaat en diplomaat, die er op uit was Turkse concessies los te krijgen van de sultan. De Menschikov Missie was duidelijk tegenover de sultan: de Russen eisten de zeggenschap over alle Orthodoxe onderdanen in het Ottomaanse Rijk. Het ging om ongeveer twaalf miljoen mensen. Uiteraard zag de sultan dit als een bedreiging van de Turkse onafhankelijkheid en, zoals altijd, deed hij een beroep op de Europese grootmachten voor bescherming tegen de Russen.
De Britse ambassadeur in Constantinopel, Stratford Canning, had het Britse Ministerie van Buitenlandse Zaken al laten weten dat de spanning in Turkije steeg. In Engeland nam niemand de ambassadeur serieus. Canning had toegang tot de sultan en adviseerde hem de Russische eisen naast zich neer te leggen. Hij beloofde zo’n beetje, vrijwel zonder overleg met of steun van Londen, dat Engeland de Turken te hulp zou komen.
Menschikov verliet Constantinopel en bracht verslag uit aan Nicolaas I. Nicolaas schaamde zich voor de publieke afgang. Hij nam zich voor te achterhalen hoe sterk het Turkse leger was en ook, hoe sterk de Britse wil was om Russische bemoeienis in Turkije aan te pakken.
In 1853 viel Rusland Turks Moldavië en Walachije binnen, autonome gebieden binnen het Ottomaanse Rijk. Het doel van Nicolaas I was niet om gebied te veroveren of om een oorlog uit te lokken, maar om Turkije te testen, om erachter te komen wat de Turkse reactie zou zijn én om garanties van de sultan te krijgen dat Orthodoxe christenen zouden worden beschermd. Nicolaas I verwachtte zeker geen vijandige reactie van Engeland, laat staan een Brits-Franse samenwerking; Britten en Fransen werden immers beschouwd als elkaars ‘natuurlijke’ vijanden. Het resultaat van de acties van Nicolaas I was in ieder geval niet wat hij verwachtte. Hij zette namelijk de Europese vrede onder druk:
1. Frankrijk, in de persoon van Napoleon III, werd agressief en ‘luidruchtig’;
2. In Engeland werd alarm geslagen bij deze Russische expansiepoging. De Britse Middellandse Zeevloot werd bijzonder actief;
3. Oostenrijk-Hongarije vreesde een invasie. Rusland was de Donau overgestoken. Oostenrijk-Hongarije mobiliseerde het leger;
4. Pruisen, dat de Duitse Confederatie bedreigd zag, volgde met een gedeeltelijke mobilisatie.
Om conflicten en misverstanden uit de wereld te helpen werd in 1853 de Conferentie van Wenen belegd. Deelnemers waren Rusland, Oostenrijk-Hongarije, Pruisen, Turkije, Engeland en Frankrijk. Een compromis werd bereikt: Nicolaas I moest Moldavië en Walachije teruggeven, in ruil voor het recht op ‘bescherming’ voor alle Orthodoxe christenen en de Heilige Plaatsen in het Ottomaanse Rijk. Toegegeven: Rusland noch Frankrijk hield er iets aan over, maar de lont was uit het kruitvat gehaald en oorlog was voorkomen.
Rusland trok zich inderdaad terug uit Moldavië en Walachije, maar de Turkse sultan besloot zich de kaas niet van het brood te laten eten: in oktober 1853 verwierp hij het besluit, bedacht en genomen tijdens de Conferentie van Wenen. Sterker nog: hij verklaarde de oorlog aan Rusland. De Britse ambassadeur immers had hem toegezegd dat de Britten Turkije te hulp zouden komen én de Russen waren Turks grondgebied binnengevallen. De sultan wilde wraak en hij dacht zeker te zijn van Britse steun.
Omdat geen der Europese grootmachten een leger op de been had om besluiten, genomen tijdens het Conferentie van Wenen, kracht bij te zetten, was niemand in staat de sultan op zijn plaats te zetten. Daarnaast ontbrak het de deelnemers van de conferentie van Wenen aan de mogelijkheid samen te werken. Redenen hiervoor waren:
1. Oostenrijk-Hongarije wilde niet verstrikt raken in problemen met één van de Europese grootmachten en verkoos neutraal te blijven. Oostenrijk-Hongarije was meer bezig met de Pruisische expansie en de Italiaanse opstanden;
2. Oostenrijk-Hongarije en Pruisen bekeken elkaar met achterdocht, en Pruisen was op zoek naar gebiedsuitbreiding;
3. Rusland werd tegengewerkt door Engeland en Frankrijk;
4. Engeland (onder leiding van Aberdeen) was besluiteloos;
5. Rusland was teleurgesteld in de neutraliteit van Oostenrijk-Hongarije, nadat de Russen hadden geholpen met de Hongaarse opstand van 1848.
De Ottomaanse sultan werd toegestaan zijn eigen beleid te formuleren na het diplomatieke debacle. De Britse ambassadeur Canning zegde hem tegelijkertijd Britse steun toe. Door puur toeval voer een kleine Frans-Britse vloot niet lang na de Turkse oorlogsverklaring door de Bosporus. Hierdoor voelde de sultan zich gesterkt en gesteund. Maar juist die Frans-Britse aanwezigheid gaf Rusland een reden terug te slaan.
De Russische Zwarte Zeevloot lag bij Sebastopol (nu: Sevastopol). In november 1853 ontmoetten de Russische en de Turkse vloot elkaar. Tijdens de Slag bij Sinope werd de Turkse vloot vrijwel geheel tot zinken gebracht. Het was een uitdaging van de Russen; zij hadden eigenlijk geen reden om de Turken te vrezen.
De Slag bij Sinope werd in de Britse pers afgeschilderd als de Slachting van Sinope. De Britse publieke opinie keerde zich tegen de Russen. Zelfs het oorlogsschuwe Britse kabinet veranderde van mening. Waaróm is nooit duidelijk geworden, maar men vermoedt dat een combinatie van redenen daarvoor verantwoordelijk is:
1. De lange vrede, sinds 1815, had een ‘verlangen naar oorlog’ doen ontstaan. Het Britse patriottisme nam toe, alsook de Britse zelfverzekerdheid die voortkwam uit haar economische-, territoriale- en vrijhandelskracht;
2. Sinope was een Russische overwinning op zee. De Russen hadden een Zwarte Zeevloot die verslagen diende te worden vóórdat zij de Middellandse Zee zou bereiken. Deze vlootdreiging mocht volgens de Britten niet toenemen;
3. Engeland werd meer en meer afhankelijk van handel, voornamelijk met India en het Verre Oosten. De Britse handel in het Middellandse Zeegebied en de routes naar India mochten geen gevaar lopen;
4. In Engeland zelf was de pro-oorlogspartij gegroeid sinds de zomer van 1853.
Toch bleef het Britse kabinet verdeeld in oorlogs- en vredesfacties. Het resultaat was besluiteloosheid. Aberdeen, de Prime Minister, wilde niets doen. Echter, Turkije níet helpen zou resulteren in expansie van Russische macht; Turkije wél helpen zou resulteren in oorlog. Aberdeen liet de situatie afglijden naar een oorlog als gevolg van besluiteloosheid. Tegen de tijd dat het Kerstmis 1853 was, kón de Britse overheid eigenlijk al niet anders meer, hoewel het nog tot 28 maart 1854 duurde voordat Frankrijk en Engeland gezamenlijk de oorlog verklaarden aan Rusland, op papier om Turkije te verdedigen, maar in werkelijkheid om de Russische expansie een halt toe te roepen.
Een oorlog was eigenlijk vanaf de Conferentie van Wenen onvermijdelijk. Als Engeland direct actie had ondernomen tegen Rusland, had de laatste vast en zeker ingebonden. Bovendien was Rusland in verwarring over het Britse standpunt aangaande Turkije. Tsaar Nicolaas I van Rusland had tijdens informele gesprekken de indruk gekregen dat Engeland niet tot het uiterste zou gaan in haar verdediging van Turkije. Nu dat wel gebeurde, door middel van een oorlogsverklaring, sámen met Frankrijk!, veroorzaakte dat een grote schok in Rusland.
Wie is er verantwoordelijk voor het uitbreken van de Krimoorlog? Turkije? In feite werd de sultan aangemoedigd door gebeurtenissen uit het verleden, toen de Europese grootmachten hem keer op keer te hulp kwamen. Canning, de Britse ambassadeur, had Britse hulp toegezegd, dus verklaarde de sultan de oorlog aan Rusland omdat hij wíst dat de Geallieerden (Engeland en Frankrijk) hem te hulp zouden komen.
Rusland misschien? Zij hadden hun blik al heel lang op Turkije gericht, maar trokken zich terug zodra er sterke tegenstand kwam.
Engeland? Een veranderend beleid van Aberdeen, dat wil zeggen doortastend optreden, zou Rusland wel eens van gedachten kunnen hebben doen veranderen.
Frankrijk? Napoleon III was op zoek naar prestige en eer.
Oostenrijk-Hongarije dan? De Oostenrijk-Hongaren hadden weerstand kunnen bieden aan Rusland en de kant van de Geallieerden kunnen kiezen.
“Britain in Blunderland” In 1865 publiceerde Lewis Caroll zijn boek Alice In Wonderland. Prompt werd de Krimoorlog Britain in Blunderland (‘Groot-Brittannië in Blunderland’) gedoopt.
De Engelse troepen stonden onder leiding van de 66-jarige Lord Raglan. In 1810 was Raglan door de Duke of Wellington (“Prins van Waterloo”) benoemd tot zijn Militaire Secretaris. Tijdens de Slag bij Waterloo verloor Raglan een arm, maar hij bleef in dienst van Wellington. Toen deze overleed in 1852, nam Raglan zijn taken als Britse bevelhebber over. Raglan probeerde in de voetsporen te treden van Wellington zonder diens vaardigheden te bezitten.
Raglan was wel één van de weinige officieren die deelnamen aan der Krimoorlog die actieve dienst gezien had, hoewel het al een flinke tijd geleden was. Hij bewees zijn moed tegen Napoleon’s legers in Spanje. Hij viel op door zijn totale onverschilligheid ten aanzien van gevaar; dit maakte hem ofwel erg dapper, ofwel erg dom.
De Franse troepen werden geleid door maarschalk St. Arnaud, die tijdens de oorlog stierf en werd opgevolgd door Canrobert. Probleem was dat er geen opperbevelhebber voor de beide legers samen was en dat de samenwerking tussen de Britse en Franse militaire eenheden te wensen overliet.
Het Britse leger
Engeland stuurde ongeveer 30.000 soldaten naar Turkije, minder dan de Fransen stuurden. Het Britse leger bestond uit:
1. vijf divisies infanterie (soldaten te voet)
(één divisie bestond uit twee brigades; één brigade bestond uit drie regimenten);
2. één divisie cavalerie (soldaten te paard);
3. aanvullende eenheden genie (aanleg van militaire werken die betrekking hebben op de bevestiging, de aanval en de verdediging van versterkte plaatsen) en artillerie (alles wat behoort tot het geschut).
Het vinden van soldaten die bereid waren in de Krim te vechten was moeilijk, het vinden van officieren met voldoende ervaring en capaciteiten was zo mogelijk nog moeilijker. De organisatie van het Britse leger zorgde daarnaast voor extra hoofdbrekens; zeven min of meer onafhankelijke instanties hadden iets te zeggen over de organisatie van het Britse leger, hetgeen resulteerde in complicaties, verwarring, dubbel werk, onderlinge afgunst en (letterlijk) onnavolgbare processen van aanvoer en beheer.
De oorlog in vogelvlucht
Het oorspronkelijke doel van de oorlog was, om de Russen te dwingen het Turkse gebied Moldavië te verlaten. Het geallieerde leger landde in mei 1854 in Turkije, bij Gallipoli. De volgende maand al, in juni 1854 moesten de oorlogsdoelen van de geallieerden worden bijgesteld, want de Russen verlieten inderdaad Moldavië en Walachije (nota bene op verzoek van Oostenrijk-Hongarije).
Er werd besloten het geallieerde leger naar de Krim te brengen teneinde Sebastopol en de Russische vloot te vernietigen. Er moest toch érgens met de Russen gevochten worden, anders was het geen echte oorlog… De Britse pers zette zich hier ook voor in: het échte oorlogsdoel was niet de bescherming van Turkije, maar het vernietigen van Sebastopol en het aan banden leggen van de Russische Zwarte Zeevloot.
Tsaar Nicolaas I was eerder op de hoogte van het besluit dan de geallieerde legers zelf! Hij las gewoon de Londense kranten en verklaarde “Wij hebben geen noodzaak spionnen in te zetten; wij hebben The Times.”
Het geallieerde leger werd per schip verplaatst naar de plaats Varna (Bulgarije), aan de Zwarte Zee. Daar werden de geallieerden geplaagd door cholera en diarree. Snel werd duidelijk dat het contact tussen de Fransen en de Engelsen nogal stroef verliep.
In augustus 1854 was het Britse leger door (dodelijke) ziektes geslonken tot 27.000 soldaten. De Franse legerleiding kon 30.000 soldaten in het veld brengen, de Turken slechts 7.000. De geallieerden wisten niets over de Russische troepensterkte op Krim of over de sterkte van de stad Sebastopol. De Britten vermoedden dat de Russen 45.000 soldaten op de Krim hadden, inclusief 17.000 man marinepersoneel. St. Arnaud, de Franse bevelhebber, schatte hun aantal op 70.000.
De geallieerden, meer dan 60.000 militairen, verlieten Varna en voeren naar de Krim. Besloten was de troepen aan land te zetten bij Eupatoria (nu: Jevpatorija), op ongeveer 75 kilometer afstand van Sebastopol. De soldaten zouden daarheen lopen en Sebastopol innemen. De geallieerden dachten dit klusje in een week of wat te klaren… Op 14 september 1854 gingen eerst de Fransen aan land, een dag later gevolgd door de Britten.
Iedere infanterist (soldaat te voet) droeg een geweer met bajonet, 50 patronen, een deken, een zware overjas, een extra paar laarzen, sokken en shirts en een kwartiermuts, een veldfles met water, een deel van het kookgerei van zijn eenheid en drie dagen voedsel, bestaande uit viereneenhalf pond vlees en viereneenhalf pond biscuit. De soldaat moest dit allemaal zelf dragen, want de Britse commandant, Lord Raglan, had nauwelijks de beschikking over landvervoermiddelen. De soldatententen stamden uit de Napoleontische oorlogen van 1811 en 1812, zaten vol gaten en waren niet waterdicht. Toen het begon te regenen en blééf regenen, konden de soldaten geen vuur maken om hun eten te koken.
De Britse kwartiermeester-generaal (hoofd van intendance –zorg voor voeding, kleding en huisvesting- en militair vervoer), generaal Airey, kwam met wat kunst- en vliegwerk toch aan transportmiddelen. Toch moest er nog heel wat worden achtergelaten op de schepen.
Na de landing marcheerden de geallieerde soldaten langs de kust richting Sebastopol. Er was een groot watertekort, de zon scheen onbarmhartig en soldaten begonnen zware uitrustingstukken weg te gooien. Helaas daalden de temperaturen ’s nachts snel; soldaten werden koud en nat zonder hun tenten en zonder hun overjassen.
Op 20 september 1854 kwam het tot de eerste confrontatie van de oorlog. Tijdens de Slag bij Alma voerden de Britten en Fransen een frontale aanval uit op de Russische stellingen nabij de rivier Alma, daarbij geholpen door marineschepen waarvan de kanonnen de Russische stellingen bombardeerden . De Russische generaal, Menschikov, vluchtte in paniek met zijn soldaten naar Sebastopol.
Na Menschikov’s vlucht wilde Raglan direct de resterende 25 kilometer doorstoten naar Sebastopol. Menschikov’s stellingen aan de Alma waren de laatste versperringen tussen de geallieerden en de stad. Echter, de Fransman St. Arnaud was het hier niet mee eens. De geallieerde legers trokken om Sebastopol heen naar een positie ten zuiden van de stad, waar men de beschikking had over een beschutte haven, en begonnen een officiële belegering. Dit uitstel gaf de Russen de kans om Sebastopol te versterken, om uit te rusten en om soldaten te trainen. Tegen de tijd dat de geallieerden aanvielen, werd de stad zwaar verdedigd.
Tussen oktober 1854 en het einde van de oorlog, werd het conflict gekenmerkt door:
1. de belegering van Sebastopol. Het was van vitaal belang voor de geallieerden de stad in te nemen en daarmee een ‘overwinning’ op te eisen. Het was net zo belangrijk voor de Russen om de stad te verdedigen en om zódoende de ‘overwinning’ op te eisen;
2. veldslagen om te verhinderen dat het belegerde Sebastopol bevoorraad dan wel ontzet zou worden;
3. veldslagen om de geallieerden uit de Krim te verdrijven.
De oorlog was vergeven van de blunders en rampen.
Op 25 oktober 1854 vond de Slag van Balaklava (ook: Balaclava) plaats. Bij deze gelegenheid vond de Charge of the Light Brigade plaats, met hoofdrollen voor de lichte cavalerie, Lord Lucan en Lord Cardigan. Beide legers hadden buitenposten en zogenaamde redoutes, of veldschansen (zwaarbewapende, goedverdedigde strategische posities) van waaruit de vijand in de gaten werd gehouden en waar vandaan kleine of grote uitvallen plaatsvonden op posities van die vijand. Op 25 oktober vielen de Russen verschillende, door Turken verdedigde, redoutes aan. De redoutes werden ingenomen en de Russen begonnen de veroverde kanonnen (aan land gebracht marinegeschut) weg te voeren. Lord Raglan was woedend: het verlies van kanonnen werd van oudsher beschouwd als een nederlaag. Hij beval zijn lichte cavalerie (de Light Brigade) de kanonnen van de Russen terug te nemen.
Probleem was dat hij in zijn geschreven orders niet vermeldde wélke kanonnen de lichte cavalerie moest terugnemen, zodat de lichte brigade een geheel andere kant opging, récht op Russische kanonnen af die op een heel andere plaats stonden. De cavaleriecommandanten, de Lords Lucan en Cardigan, vonden het bevel van Lord Raglan onzinnig, maar voerden de aanval toch uit.
De Light Brigade, bestaand uit ongeveer 670 man, galoppeerde recht op de Russische artillerie af. Toen de aanval voorbij was, waren er van de 670 ‘lichte cavaleristen’ nog ongeveer 195 over. Cardigan, die de aanval leidde, overleefde de aanval, maar vriend en vijand waren het erover eens dat het een blunder van de eerste orde was.
Nú nog, 150 jaar na de Charge of the Light Brigade, vragen historici zich af wie verantwoordelijk is voor deze blunder. Waarschijnlijk is het, zoals zo vaak, een combinatie van factoren: gebrek aan ervaring bij álle officieren, onduidelijke orders en orders die zonder vragen worden uitgevoerd. In feite reflecteerde de Charge of the Light Brigade, de politieke vergissingen van deze oorlog.
Op 5 november 1854 vond de Slag om Inkerman plaats, een slag om te voorkomen dat Sebastopol ontzet zou worden en dat voorraden de stad zouden bereiken. Deze slag werd ook wel de Soldatenslag genoemd, omdat officieren nauwelijks een rol speelden tijdens deze slag. Een dichte mist leidde ertoe dat de beide legers elkaar uit het oog verloren en dat de afzonderlijke legers onderling op elkaar schoten.
De grootste ramp voor het Britse en Franse leger vond plaats op 14 november 1854, toen een grote storm ervoor zorgde dat 30 geallieerde schepen zonken in de haven van Balaklava. Voorraden en uitrustingen verdwenen onder water, juist aan het begin van de Russische winter. Het duurde maanden voordat nieuwe voorraden arriveerden en ondertussen stierven de soldaten door de kou, door ziektes en door honger. De storm droeg in grote mate bij aan het lijden van de soldaten.
De geallieerde legers waren niet uitgerust voor een lange campagne, laat staan een wintercampagne. De geallieerden hadden gerekend op alleen een zomercampagne en dus hadden de soldaten slechts de beschikking over tenten en lichte kleding. Het Britse volk werd gevraagd ‘extra’s’ te sturen naar de troepen, maar de troepen ontvingen die blijken van waardering en steun maar zelden. Áls de chocolade, sigaren en sokken al aankwamen in de Krim, werden de goederen vaak ingepikt door officieren of waren er geen mogelijkheden de goederen naar het front (bij Sebastopol) te krijgen, hoewel de afstand tussen Balaklava en Sebastopol slechts een kilometer of tien bedroeg.
Daarnaast was het Britse Commissariat Department, de afdeling binnen het Ministerie van Oorlog die verantwoordelijk was voor bevoorrading van de troepen in de Krim, berucht om zijn onvermogen, inefficiëntie, grote stapels papierwerk en verregaande corruptie. Zo stuurde het Commissariat geen bouwmaterialen naar de Krim, zodat soldaten pas de beschikking kregen over hutten toen de winter al bijna was afgelopen. Het Commissariat stuurde duizenden paren soldatenlaarzen in twee schepen naar de Krim. Het ene schip bevatte alle linkerlaarzen, het andere schip alle rechterlaarzen. Eén van de schepen zonk…
De Russische winter begon. De geallieerde soldaten zaten onder canvas, zonder voedsel, zonder brandstof en zonder verwarming. Cholera en tyfus braken uit; manschappen vroren dood in de loopgraven; dysenterie eiste honderden levens. Meer mensen kwamen om door ziektes dan door oorlogshandelingen. Tsaar Nicolaas I beweerde dat hij de “Generaals Januari en Februari” aan zijn zijde had. Hij bood de geallieerden zelfs schepen aan om te vertrekken uit de Krim!
Het onvermogen der geallieerden tijdens de Krimcampagne raakte ook bekend in Engeland zelf. De krant The Times stuurde haar eigen correspondent naar de Krim; William Russell stuurde zijn berichten naar Londen per elektrische telegraaf, zodat de lezers op de hoogte raakten van alle blunders en de inefficiëntie. Daarnaast stuurden soldaten brieven naar huis die duidelijk maakten wat een bende het op de Krim was. Zo werd al snel duidelijk dat de officieren er heel wat beter voor stonden dan de soldaten. Officieren hadden wél hutten, goed voedsel en kachels. Lord Cardigan, commandant van de Light Brigade, had zelfs zijn eigen luxejacht in de haven van Balaklava liggen.
![2336980]()
Toen het Britse volk te horen kreeg hoezeer de Britse (en geallieerde) soldaten aan het front in de Krim leden, waren de protesten niet van de lucht. De Britse Prime Minister (de Earl of) Aberdeen, lag onder vuur. Petities vroegen om zijn aftreden en er werd tegen hem gedemonstreerd. Het publiek, maar ook bankiers en handelaren begonnen zich tegen de oorlog te keren. Het zag er namelijk naar uit dat Engeland de oorlog aan het verliezen was.
Het Britse parlement maakte zich rond kerstmis 1854 grote zorgen. De Oosterse Kwestie was een heel andere kwestie geworden. Engeland was de oorlog in gegaan om een conservatieve reden, namelijk het handhaven van de bestaande toestand. Engeland wilde geen land en geen invloed; het wilde slechts (de macht van) Frankrijk en Rusland indammen. Echter, nu liep Engeland kans de oorlog te verliezen, en Engeland had veel te verliezen. Als Rusland won, zou Rusland álles willen hebben, en juist dat had Engeland proberen en weten te voorkomen sinds 1815. Zelfs het verlies van India was mogelijk, en dat was natuurlijk ondenkbaar.
In januari 1855 diende een lid van het parlement, John Arthur Roebuck, een “motie van wantrouwen” in tegen Aberdeen en de zijnen. Hij eiste een onderzoek naar ontstaan en voeren van de Krimoorlog. Zijn motie kreeg grote steun, op 1 februari diende Aberdeen zijn ontslag in. Zijn rol werd overgenomen door Viscount (Burggraaf) Henry John Temple Palmerston, de enige die in staat werd geacht Groot-Brittannië uit dit moeras te halen zonder al te veel gezichtsverlies. Het parlement koos hem om een einde te maken aan de oorlog.
Palmerston begon niet onmiddellijk met beëindiging van de oorlog. Toevalligerwijs begonnen de zaken in de Krim er net op dat moment iets beter uit te zien. Voorraden begon eindelijk de Krim én de soldaten te bereiken. En op 17 februari 1855 versloegen de Turken een Russische legermacht tijdens de Slag bij Eupatoria. Daarna gebeurde nog een en ander dat Palmerston de wind in de zeilen gaf:
1. De nieuwe Britse Minister van Oorlog kreeg de leiding over bevoorrading van de troepen in de Krim. Ook werd een spoorlijn aangelegd tussen Balaklava en Sebastopol. Het Commissariat werd door deze maatregelen gepasseerd;
2. Palmerston had ‘geluk’. Tijdens een bezoek van de Russische tsaar Nicolaas I aan het front, liep deze een longontsteking op waaraan hij in maart 1855 overleed. De Britse pers juichte en joelde, maar het Russische volk was ontdaan. Nicolaas I werd vervangen door Alexander II. Dit droeg bij aan het sluiten van vrede, want Alexander II had zich niet ‘verbonden’ aan het winnen van de oorlog;
3. In februari 1855 stuurde Piemonte-Sardinië militairen naar de Krim om Engeland en Frankrijk te steunen. Zij streden voor de geallieerden én voor de Italiaanse eenwording. Piemonte-Sardinië wilde gebruik maken van de Oostenrijks-Hongaarse neutraliteit (en dus isolatie) om nieuwe vrienden te maken die de Italiaanse eenwording zouden steunen.
Hoewel de oorlog steeds meer in het voordeel van de geallieerden gekeerd werd, duurde het een jaar, tot 9 september 1855, voordat Sebastopol werd geëvacueerd door de Russen. Alle marine- en militaire installaties werden vernietigd door de Britten. Er werd besloten dat de oorlog voorbij was en dat Rusland verslagen was. Iedereen had er tegen die tijd genoeg van.
De vrede werd gesloten in maart 1856, middels het Verdrag van Parijs. De gewelddadigheden eindigden. Engeland, dat de oorlog in was gegaan om de bestaande toestand te behouden, bevond zich aan de ‘winnende’ kant in wat een onnodig conflict was geweest.
De bepalingen van het Verdrag waren voorspelbaar: de Zwarte Zee werd ‘neutraal’ gemaakt en verboden gebied voor alle oorlogsschepen. Daarnaast werd het bouwen van fortificaties langs de Zwarte Zeekust verboden. De Zwarte Zee werd een militaire ‘no go’-gebied om te voorkomen dat Rusland ooit nog Turkije zou intimideren.
Het Verdrag van Parijs loste de Oosterse Kwestie niet op. Er was geen oplossing, en het Verdrag van Parijs maakte slechts een eind aan de huidige crisis. Het was niet meer dan een wapenstilstand (en geen vrede) in de onvergelijkbaarheid van Britse en Russische belangen in het Midden-Oosten.
In 1870 begon Rusland opnieuw de Zwarte Zeekust te voorzien van forten. De geallieerden bleken niet in staat de Russen een halt toe te roepen. In 1878 volgde de zoveelste Russisch-Turkse oorlog, die de structuur en integriteit van het Ottomaanse Rijk nog verder aantastte.
De Krimoorlog: commentaar van Engelse zijde
De Krimoorlog ontstond uit een grote hoeveelheid aaneengeregen blunders. Hier volgen er enkele:
1. door falende diplomatie en falende samenwerking ontstonden misverstanden tussen de Europese grootmachten;
2. de Europese grootmachten wantrouwden elkaar allemaal;
3. na 40 jaar vrede (sinds 1815) had Europa weer echt de behoefte aan een oorlog(je);
4. Engeland’s zwakheid en besluiteloosheid;
5. de Britse ambassadeur in Turkije moedigde de sultan aan de Russen de wacht aan te zeggen;
6. religieuze redenen (gebruikt als excuus om dieperliggende conflicten en verlangens van de grootmachten te maskeren);
7. collectieve blunders, die aangaven dat de collectieve diplomatie van Europa ingrijpend was veranderd sinds 1815;
8. collectieve verantwoordelijkheid: ieder dacht dat de ander het wel zou oplossen net zoals men dat tezamen had gedaan na de Napoleontische oorlogen.
In Engeland werd de oorlog gezien als een heel goede, populaire oorlog, door de pers, het Britse volk en door het leger en de marine. Engeland was ‘hongerig’ naar de oorlog. Engeland had weliswaar weinig te winnen door deze oorlog, maar ging toch meedoen:
1. om Rusland te doen inbinden, liever dan Turkije te beschermen;
2. om het ‘uitbreken’ van Rusland’s Zwarte Zeevloot (van de Zwarte Zee naar de Middellandse Zee) te voorkomen;
3. om Frankrijk’s zoektocht naar prestige onder Napoleon III in toom te houden;
4. om haar eigen bases in de Middellandse Zee te beschermen alsmede de landroute naar India;
5. om haar eigen prestige te handhaven en om de Britse suprematie voort te zetten.
In feite had Engeland meer te verliezen door deel te nemen aan de oorlog. Als het zou verliezen zou het een door Rusland opgelegde vrede moeten accepteren. Dat zou verlies van land, bases en havens kunnen inhouden, en een bedreiging kunnen vormen voor India. Engeland móest daarom winnen om haar prestige, haar wereldrijk, haar routes naar India en haar Middellandse Zeebases te behouden
Voor Engeland was de oorlog een tijdlang een gok. Eigenlijk was ze gedwongen gaan deelnemen aan de oorlog, en toen dat gebeurde, slaagde de overheid er niet in de oorlog naar behoren te laten verlopen en te begeleiden. Het resultaat was een patstelling: het had een korte oorlog moeten zijn –iedereen in Engeland verwachtte dat het ‘over by Christmas’ zou zijn- maar het sleepte zich voort. Uiteindelijk zou de oorlog 22.000 tot 25.000 Britse levens kosten (20.000 door ziekte en 5.000 door oorlogshandelingen!) en 76 miljoen pond (ter vergelijking: Rusland had 450.000 slachtoffers van de oorlog te betreuren; Frankrijk en Turkije ieder 95.000. Echter, aantallen slachtoffers in verschillende bronnen lopen sterk uiteen).
Rusland was een ‘land power’ en de oorlog werd grotendeels te land gevoerd. Daardoor kon de Britse vloot, de sterkste ter wereld, geen rol van betekenis spelen. Bovendien keek Rusland wel uit om het tot een confrontatie op zee aan te laten komen...
Engeland en Frankrijk wisten dat hun legers in de Krim het moeilijk zouden krijgen, zeker omdat de Russen de ‘tactiek van de verschroeide aarde’ toepasten: alles wat níet kon worden meegenomen, werd in brand gestoken. Het Franse leger had hier al slechte ervaringen mee gehad toen Napoleon in 1812 Rusland binnenviel. Als gevolg van dit alles bleef de oorlog beperkt tot het kustgebied van de Krim.
Het Britse leger in de Krim vocht zich van de ene blunder naar de andere. Verschillende redenen hiervoor zijn:
1. Lord Raglan, de Britse bevelhebber, beschouwde de Fransen, tegen wie hij bij Waterloo gevochten had maar die nu zijn bondgenoten waren, nog steeds als vijanden;
2. Er was geen opperbevel dat de Britse én de Franse legers samenvoegde. Men vocht onafhankelijk van elkaar en de samenwerking verliep stroef;
3. De Britse cavalerie stond onder bevel van Lord Lucan, een man van wie zo weinig initiatief uit ging dat hij door zijn manschappen en officieren ‘Lord Look-on’ (‘Lord Toekijk’) werd genoemd. Zelf voerde hij het bevel over de Heavy Brigade (Zware (Cavalerie-) Brigade), terwijl zijn zwager, Lord Cardigan, het bevel voerde over de Light Brigade (Licht (Cavalerie-) Brigade). In rang stond Cardigan onder Lucan. Beide mannen haatten elkaar al 30 jaar hartgrondig, hetgeen de samenwerking niet ten goede kwam;
4. De meeste officieren waren geen beroepsmilitairen, maar zij hadden hun officiersrang in Engeland gekocht. Er werd neergekeken op écht ervaren officieren, zoals officieren die in India oorlogservaring hadden opgedaan. Zij stonden nu onder bevel van volslagen incompetente heren met adellijke titels en teveel geld om hun rangen te kopen;
5. De geallieerden hadden gerekend op een zomercampagne. Er was niet gerekend op een wintercampagne en dus waren de legers slecht uitgerust.
De Krimoorlog was de laatste ‘ouderwetse’ oorlog, die in feite hetzelfde gevoerd werd als de Napoleontische oorlogen; er was weinig veranderd in wapens, uniformen en militair denken sinds 1815. In volgende oorlogen zou de wetenschap het militaire apparaat te hulp komen. De oorlog speelde een grote rol in het versterken van het jonge Tweede Keizerrijk van Napoleon III. Indirect speelde de oorlog een rol in de eenwording van Italië en het creëren van het Duitse Keizerrijk.
De Krimoorlog zorgde voor de acceptatie van verpleegsters in oorlogssituaties. De Russen hadden verpleegsters aan het front, de Britten hadden te maken met Florence Nightingale, “The Lady with the Lamp”, de eerste die zich het lot van gewonde soldaten aantrok, die hen verpleegde en zorg droeg voor betere sanitaire voorzieningen in lazaretten en aan het front.
De Krimoorlog was de eerste oorlog waarbij op ‘grote’ schaal werd gefotografeerd (in plaats van geschilderd). Het was de eerste oorlog waarin gebruik werd gemaakt van ‘rifled muskets’. Het was de eerste oorlog waarin gebruik werd gemaakt van spoorwegen, met ijzer beklede stoomschepen en de telegraaf. Het was de eerste oorlog waarin sprake was van loopgraven en een loopgravenoorlog.
Om met een positieve noot te eindigen: het lijden, de moed en het uithoudingsvermogen van de Britse soldaten was niet helemaal voor niets geweest. Het was een kleine oorlog geweest, een niet erg succesvolle oorlog, een oorlog die slecht werd geleid en uitgevoerd, maar hij was wel van belang. Ná de Krimoorlog werden de legers van Engeland (maar ook in de rest van Europa) hervormd. Er werd een eind gemaakt aan het kopen van rangen en een begin gemaakt met het opzetten van militaire academies en scholen. De militaire medische diensten, de militaire aan- en afvoer, bevoorrading, kleding, zelfs het voedsel werd aan een onderzoek onderworpen en verbeterd.
De belangrijkste verandering was een verbetering van de omstandigheden van de soldaat zelf. De moed en het uithoudingsvermogen van gewone soldaten was een openbaring geweest toen dat tijdens de Krimoorlog breed werd uitgemeten in de Britse pers. Nog aan het begin van de Krimoorlog werd de gewone soldaat afgeschilderd als een gevaarlijke bruut. Aan het einde van de Krimoorlog was híj de held. Het leger ging zorgen voor het welzijn van de soldaat, voor scholing, recreatie, sport en gezondheidszorg.
En dit allemaal als gevolg van de Krimoorlog. Het lijden was afschuwelijk geweest, maar niet voor niets. Het zou, bijna, een ‘happy ending’ genoemd kunnen worden…
Animatie clip van de Krim oorlog.
Bronnen: Woodham-Smith, Cecil, The Reason Why. The story of the fatal charge of the Light Brigade (London 1953)
Hibbert, Christopher, The Destruction of Lord Raglan (London 1961)
Taylor, A.J.P., How wars begin (London 1977)
http://www.historyhome.co(...)aov.htm#illuatrative http://www.crimeanwar.org/cwrsentry.html http://www.historyhome.co.uk/forpol/principle.htm http://www.historyhome.co.uk/forpol/vienna.htm http://www.victorianweb.org/history/crimea/chargelb.html http://www.victorianweb.o(...)thcharge.html#horses http://www.crimeantexts.org.uk/topics/movie36.html http://www.crimeantexts.org.uk/backgrnd/summwar.html http://etext.virginia.edu/britpo/tennyson/TenChar.html http://www.sparknotes.com/poetry/tennyson/section9.rhtml http://www.britishbattles.com/crimean-war/balaclava.htm http://uspraq4.aristarkho(...)crimea/chargelb.html http://news.bbc.co.uk/1/hi/magazine/3944699.stm http://www.national-army-museum.ac.uk http://www.time.com/time/magazine/article/0,9171,819883,00.html http://www.cwreenactors.com/~crimean/purchsys.htm http://www.cwreenactors.com/~crimean/criwar.htm http://nl.wikipedia.org/wiki/Charge_van_de_Lichte_Brigade http://en.wikisource.org/wiki/The_Charge_of_the_Light_Brigade_(article)
http://www.victoriacross.org.uk/aahistor.htm http://www.sc.edu/library/spcoll/britlit/tenn/tenn2.html[ Bericht 0% gewijzigd door Demon_Hunter op 15-02-2011 18:04:16 ]
Minds are like parachutes. They only function when open.