quote:
DSM-IVHet DSM-IV (301.83) definieert de borderline-persoonlijkheidsstoornis als een aanhoudend patroon van instabiele interpersoonlijke relaties, een instabiel zelfbeeld, instabiele emoties en een sterke impulsiviteit. De stoornis uit zich in de vroege volwassenheid in verschillende situaties. De diagnose kan worden gesteld als sprake is van vijf of meer van de volgende situaties:
1.De persoon probeert verwoed werkelijke of ingebeelde verlating te voorkomen. (In dit verband wordt het suïcidale of automutilerende gedrag van criterium 5 niet meegerekend.)
2.De persoon vertoont een patroon van instabiele en intense persoonlijke relaties, waarbij idealisatie en minachting elkaar afwisselen.
3.De persoon heeft een identiteitsprobleem: een aanhoudend sterk instabiel zelfbeeld of een sterk negatieve eigenwaarde.
4.De persoon is impulsief op minimaal twee terreinen die mogelijk zelfbeschadigend zijn (bijvoorbeeld met geld smijten, seks, drugs- of alcoholmisbruik, gevaarlijk rijden, te veel of te weinig eten). (In dit verband wordt het suïcidale of automutilerende gedrag van criterium 5 niet meegerekend.)
5.De persoon vertoont regelmatig suïcidaal of automutilerend gedrag of dreigt hiermee.
6.De persoon is affectief instabiel door wisselende stemmingen (bijvoorbeeld intense episoden van woede, irritatie of stress, die meestal enkele uren duren en zelden langer dan een paar dagen).
7.De persoon heeft chronische gevoelens van leegheid.
8.De persoon heeft intense woedeaanvallen of problemen om de woede te beheersen (bijvoorbeeld regelmatige driftbuien, aanhoudende woede of herhaaldelijke vechtpartijen).
9.De persoon heeft door stress veroorzaakte paranoïde ideeën of ernstige dissociatieve verschijnselen.
[bewerken] ICD-10In de ICD-10 (F60.3) wordt de emotioneel instabiele persoonlijkheidsstoornis vermeld die in twee typen is ingedeeld:
Impulsief type (F60.30) - emotionele instabiliteit, slechte impulsbeheersing, emotionele uitbarstingen.
Borderlinetype (F60.31) - emotionele instabiliteit, negatief zelfbeeld, gevoelens van leegte, instabiele relaties, verlatingsangst, zelfdestructief gedrag.
quote:
Het DSM-IV definieert de narcistische persoonlijkheidsstoornis als een pervasief patroon van grootsheid (in fantasie of gedrag), behoefte aan bewondering en gebrek aan inlevingsgevoel, meestal beginnend in de vroege volwassenheid en aanwezig in verschillende situaties. De stoornis kan worden gediagnosticeerd als sprake is van vijf of meer van de volgende criteria:
De persoon heeft gevoelens van grootsheid en eigen belangrijkheid (hij overdrijft bijvoorbeeld zijn prestaties, talent, kennis, contacten en persoonlijke eigenschappen en eist als superieur beschouwd te worden, ook als zijn prestaties hiertoe geen aanleiding geven).
De persoon is geobsedeerd door fantasieën over succes, roem, (al)macht, genialiteit (de cerebrale narcist), schoonheid of seksuele prestaties (de somatische narcist) of een ideale, blijvende liefde.
De persoon ziet zichzelf als uniek en meent dat hij alleen begrepen kan worden door even unieke of speciale mensen (of instellingen).
De persoon heeft enorme behoefte aan bewondering, aandacht en bevestiging of wil gevreesd en berucht zijn.
De persoon gelooft dat hij meer rechten heeft dan anderen. Hij wil dat anderen zich aanpassen aan zijn "onredelijke" verwachting van een voorkeursbehandeling.
De persoon is manipulerend en gebruikt anderen om zijn doel te bereiken.
De persoon heeft een onderontwikkeld inlevingsvermogen. Hij of zij kan of wil geen rekening houden met de behoeften of opvattingen van anderen.
De persoon is vaak jaloers, wat gepaard kan gaan met woede. Dit leidt tot paranoïde wanen, omdat hij denkt dat anderen jaloers zijn op hem en zich op dezelfde manier gedragen als hij.
De persoon gedraagt zich arrogant. Hij voelt zich superieur, boven de wet verheven en alom aanwezig (magisch denken). Hij wordt kwaad als hij wordt tegengesproken door mensen die hij als minderwaardig beschouwt.
ENORM verschillend als je het mij vraagt.

Trouwens hebben narcisten vrijwel altijd een laag inlevingsvermogen, borderliners niet. Het lijkt alleen dat ze niet aan anderen denken op het moment dat ze overwhelmed worden door emoties en nogal heftig reageren. Maar ik denk dat niemand op het moment van enorme kwaadheid of sterke emoties zich goed kan inleven in de andere persoon, je bent verblind door je eigen emoties. Maar als dat weer redelijk stabiel is kan een borderliner wel spijt en schaamte voelen, narcisten hebben dit stukken minder.