“Ik ben tussen 1967 en 1971 beroepsrenner geweest en dat was de periode dat Nederland internationaal over twee wielervedetten beschikte. Jan Janssen, de winnaar van de Tour de France 1968, was de ene en Peter Post, de keizer van de zesdaagsen, de andere. Ik heb ze allebei van dichtbij meegemaakt en hoewel collega’s waren het voor mij en andere renners zoals ik, ook iconen die in de hiërarchie van het peloton ver boven ons stonden. Hoewel zij als grootverdieners te boek stonden was het ook niet zo dat ze hun neus ophaalden voor het kleine werk, wat voor ons onze belangrijkste bron van inkomsten was. Daarmee bedoel ik de criteriums ook wel bekend als de rondjes rond de kerk. In die koersjes werd altijd heel wat afgerommeld om ongeacht de uitslag na afloop zoveel mogelijk geld mee naar huis te kunnen nemen. Zo hadden Janssen en Post altijd hun maatjes, maar met mijn ploeggenoten Arie den Hartog, Cor Schuuring en Gerard Vianen hadden we ook een stevige vinger in de pap en hadden we na afloop altijd wel een stapeltje bankbiljetten te verdelen vanwege gewonnen prijzen en premies. Destijds werd het prijzengeld direct na afloop in het café uitbetaald en wij hadden de gewoonte om de poet dan in de auto te verdelen. Alles werd geteld en eerlijk verdeeld, een mooi ...
... sociaal systeem dat er voor zorgde dat iedereen met geld naar huis ging om moeder de vrouw tevreden te stellen. In 1968 werden er tijdens de Ronde van Made opnamen gemaakt voor een later uit te zenden TV-Special over Peter Post. Het zou leuk zijn, vonden de TV-makers van de KRO, als Peter dan ook die ronde zou winnen. De Lange beloofde er alles aan te doen, maar zekerheid kon hij natuurlijk niet verschaffen omdat er nog zo’n vijftig renners aan de start stonden die allemaal ook wel wilden winnen. Dat zei hij vlak voor de start in de microfoon en wij die om hem heen stonden konden dat allemaal horen. Er was dus wat te verdienen. Daarom reed ik vanaf ronde één op zijn wiel en belandde zo automatisch in een kopgroep die er in slaagde een ronde uit te lopen. Normaal gesproken was Peter van ons vieren de grootste kanshebber als het op een sprint aan kwam en in het gedubbelde peloton had hij zeker voldoende steun om verdere acties van ons te verijdelen. Maar wij hadden hem goed geholpen om een ronde uit te lopen en volgens de wetten van het peloton diende er dan afgerekend te worden. Het ging zoals verwacht. Peet won, Gerard Vianen werd tweede en ik kwam als vierde over de streep. Iedereen blij natuurlijk en zeker de mannen van de TV die prachtige shots hadden gemaakt toen de keizer triomfantelijk over de streep kwam. Toen de ergste drukte rond zijn persoon in het café voorbij was, wenkte ik hem om in het toilet onze beloning in ontvangst te nemen. Het zat keurig in een gesloten envelop en daarmee gewapend spoedde ik mij naar de auto waar mijn maten al vol verwachting zaten te wachten. Er was geen bedrag afgesproken, maar van een man als de grote Peter Post kon je wel wat verwachten, natuurlijk. Nieuwsgierig scheurde ik de envelop open en toen ik de inhoud in mijn hand had was er eerst ongeloof, vervolgens werd er gevloekt en tenslotte schaterend gelachen. Eén tientje slechts kon ik aan onze buit toevoegen. Een ervaring rijker reden we huiswaarts. Terugdenkend aan alles wat ik in de loop der tijd over Peter Post aan de weet ben gekomen, was dit zijn manier om te zeggen: ‘jongens, bedankt maar ik heb zeker zo hard gefietst als jullie en ik was gewoon de snelste. Ik heb niks cadeau gekregen en mede dankzij mij hebben jullie ook geld verdiend.’ Hij gaf geen cadeautjes, maar als er onrechtvaardigheid in het spel was dan sprong hij in de bres voor jongens die niet zo goed voor zich zelf konden opkomen. Zoals Piet Steenvoorden die eens door de jury over het hoofd werd gezien toen hij in een criterium een ereplaats behaalde. Protesten hielpen niet en Piet stond met lege handen. Het was Peter die uit eigen zak Piet het bedrag uitbetaalde dat hem toekwam. Huub Zilverberg was ook zo’n slachtoffer. Huubke reed zich altijd te pletter voor iedereen die een beroep op hem deed, maar als het op uitbetalen aankwam waren ze meestal vertrokken. Tot Peter Post zich met zijn gezag ging bezighouden met het incasseren van alles wat de brave Huub was onthouden. Dat was ook een kant van Peter die zijn vele kritikasters wel eens vergeten of geen weet van hebben.
janneman