DaMart | dinsdag 14 december 2010 @ 20:09 |
De donkere klinkers tekenden zich in de avondschemering duidelijk af tussen de witte trottoirs, alsof de straat de zichtbare grens tussen twee werelden was. Het raam aan de overkant van de straat werd verlicht door de tientallen lampjes die Tamara zelf in de kerstboom had gehangen. Dat was twee weken geleden, op een dag waarop de regen maar niet wilde stoppen met vallen. Vanachter mijn woonkamerraam keek ik toe hoe zij de boom met zijn geurende takken naar binnen droeg, hoe ze het net eraf haalde en hoe de takken zich ontvouwden. Ik zag hoe zij de lampjes erin hing en vervolgens de kerstballen. En elke avond als de lampjes brandden, keek ik vanachter mijn raam weer toe. Aan de overkant was het Kerst, maar in mijn huis heerste de stilte van de melancholie. Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst Kerst heb toegelaten in mijn huis. Het was in ieder geval het jaar voordat ik al mijn kerstversieringen doneerde aan het Leger des Heils. Kerst werd steeds meer iets van anderen, van mensen met gezinnen, en ieder jaar miste ik het minder. Totdat zij vier jaar geleden aan de overkant kwam wonen. Haar donkere lokken zullen me altijd bijblijven. In stilte aanbad ik haar, al werden we gescheiden door de straat en zag ik haar alleen maar door het dubbelglas van mijn bovenwoning. En elk jaar zette zij de kerstboom ook een beetje voor mij. Want als de lichtjes aan gingen, dan wist ik dat zij in de buurt was. Het was druk aan de overkant, die laatste decemberavond dat haar kerstboom mijn leven verlichtte. Als eerste kwamen haar ouders, ik neem tenminste aan dat het haar ouders waren, gevolgd door een stuk of negen andere mensen die ik wel eens had gezien, maar waarvan ik niet wist in welke relatie ze tot haar stonden. Vanachter het raam van mijn donkere woonkamer keek ik toe hoe de mensen aan de overkant hun avond vulden. Met zijn allen zaten ze in de woonkamer. Sommigen spraken met elkaar, anderen staarden alleen maar zwijgend voor zich uit, naar de witte lampjes in de met rode kerstballen en slingers versierde boom. Mijn gedachten dwaalden af en ik voelde een traan over mijn wang rollen. Waarom kon Kerst voor mij geen samenzijn met anderen zijn? Waarom was mijn lot alleen te zijn tijdens deze donkere dagen, die normaliter worden verlicht door vrienden en familie? Was ik maar met haar. Maar vanaf het moment dat ik haar voor het eerst zag, wist ik al dat zij onbereikbaar zou zijn voor mij. Wat moest ze met iemand als ik? Ik was misschien een paar jaar ouder, maar ik kon haar nooit bieden wat zij verdiende en wat ze ongetwijfeld verlangde in een man. Dat was voor mij een zekerheid die mij belemmerde in al mijn pogingen om mezelf het tegendeel te bewijzen. En nu was het te laat. Zij was voor mij, en voor iedereen, voorgoed onbereikbaar geworden. Het had gesneeuwd en de wegen waren glad. En hoe voorzichtig ze ook reed, met de dood op de passagiersstoel van haar auto, was ze reddeloos verloren. Haar ouders verlieten als laatste het huis. Ik zag hoe haar vader de lichtjes in de kerstboom doofde, en daarmee verdween mijn laatste restje Kerst. | |
Droomoord | dinsdag 14 december 2010 @ 20:17 |
ik ben ontroerd | |
Pien85 | dinsdag 14 december 2010 @ 20:23 |
Mooi Mart ![]() | |
Panda72 | dinsdag 14 december 2010 @ 20:23 |
eens | |
DeHovenier | woensdag 15 december 2010 @ 01:21 |
Moet je die niet emailen ipv hier neer te zetten ![]() | |
DaMart | woensdag 15 december 2010 @ 06:36 |
Nee, want ik doe niet mee aan de wedstrijd, maar wilde wel wat schrijven ![]() | |
DeHovenier | woensdag 15 december 2010 @ 09:05 |
Waarom doe je niet mee dan? | |
DaMart | woensdag 15 december 2010 @ 09:47 |
Omdat ik in de organisatie zit ![]() | |
DeHovenier | woensdag 15 december 2010 @ 09:48 |
Maar er staat nergens in de OP dat de organisatoren niet mogen medoen ![]() | |
DaMart | woensdag 15 december 2010 @ 09:52 |
Nee, maar daar zijn wel afspraken over gemaakt, en ik heb er verder geen probleem mee om niet mee te doen, het schrijven zelf vind ik het belangrijkst ![]() | |
DeHovenier | woensdag 15 december 2010 @ 09:57 |
ok ![]() | |
Marijkezwolle | woensdag 15 december 2010 @ 21:51 |
Erg mooi verhaal mart ![]() | |
Symphonic | woensdag 15 december 2010 @ 22:10 |
Verdorie wat een prachtig verhaal Mart... | |
rubje | vrijdag 17 december 2010 @ 14:11 |
Rond kerstmis is het tijd om Jozef en Maria in een stal te zetten en de kerstverhalen ervan te halen. Melige praat is eens per jaar toegelaten, zeker als, zoals vandaag, de temperaturen het nulpunt niet bereiken en er eindelijk nog eens een dikke laag sneeuw zich in het land heeft genesteld, niet van plan om zomaar te gaan. Door die sneeuw ploegde ik nu door de stad toen ik een man passeerde, die met een gore-tex regenjas en een rugzak op het voetpad wandelde. In het voorbijgaan mompelde hij me toe: -‘Vous parlez français, monsieur?’ Het is vreemd maar mijn gevoel zei me meteen dat er iets niet pluis was. Was het de niet-engagerende bijna hopeloze en tegelijk onderdanige toon die mij deed terugdeinzen en onmiddellijk de gedachte –bedelaar- door mijn hoofd liet flitsen? Waarom hebben bedelaars toch die gewoonte aangeleerd om een totaal andere toon aan te slaan dan wanneer u of ik iemand op straat aanspreekt? Zijn ze misschien door de jaren heen gewend geraakt aan een generische afwijzing van bijna iedereen? De toon bracht bij mij in elk geval die automatische afwijzing op gang. - ‘Non’. Zei ik naast de waarheid, terwijl ik de flagrante inconsequentie om tegelijk inhoudelijk op zijn vraag te antwoorden negeerde. Ik liep verder en plots klikte er iets in mijn hoofd. Bedelaars zitten meestal ergens langs de kant van de straat, ze lopen niet rond en al zeker niet in de stevige tred van die man, zo ging het stereotiep in mijn hoofd. Bovendien had hij een gore-tex jas en een degelijke rugzak… Ik draaide mij dus toch om en keek hem vragend aan. Hij begreep de hint meteen: -‘Vous parlez français, monsieur?’ -‘Euh, je peux vous aider?’ bracht ik in mijn beste Frans uit. - ‘Vous avez peut-être un euro pour moi?’ Damn. Ik voelde mij bedrogen door mijn eigen gevoel. ‘Je eerste gedacht is meestal je beste gedacht’ zo vertelde mijn juffrouw in de lagere school me. Maar ook toen al was ik eigenwijs. -‘Je n’ai pas d’argent chez moi’ Dju, mijn tweede leugen in minder dan één minuut tijd. Ik liep door verder naar mijn werk, maar binnen in de warmte en over de sneeuwvlakte uitkijkend kreeg ik diepe spijt… Wat is in godsnaam een euro? Ik nam mijn portefeuille, die heel de tijd gewoon in mijn achterzak had gestoken, en liep terug naar buiten, op zoek, maar de man was verdwenen. Sinds toen blijft zijn gezicht, en meer nog de druppel van zijn neus droop door het vele lopen door de kou, mij door het hoofd spoken. Het was een gewoon gezicht zoals dat van u en ik. Was de ijzige koude of dat moment van twijfel over ’s mans levensvoorziening die mij ertoe bracht om hem, en meteen ook alle bedelaars voor het eerst sinds lang terug als echte mensen te zien, die op hun levenspad een moeilijke afslag genomen hebben, in plaats van gewoon een hinderlijke afleiding? Collega K. sprak terecht van Levinas, en het ‘gelaat van de ander’, toen ik bij hem als eerste mijn hart luchtte, terwijl ik aan de snoepautomaat met de uitgespaarde euro toch maar mooi een Snickers kocht. Het appèl van het gelaat van de ander in zijn lijden is wat moreel besef brengt en mij verantwoordelijk maakt, zo stelt Levinas, maar dan in een nog veel onbegrijpelijkere taal. Het gezicht van de zwerver in mijn geval, dat nu voor het eerst echt zag. Bedelaars zijn niet mijn persoonlijke verantwoordelijkheid, dat weet ik ook wel. En ik kan ze niet allemaal helpen. Het koninklijk paleis is daar trouwens veel geschikter voor. Maar die ene euro had ik hem toch wel kunnen gunnen. Die avond heb ik dan maar op het perron een doosje truffels van Oxfam gekocht, in de ijdele hoop wat van mijn karma terug te winnen. Het hielp niet. De trein had minstens een kwartier vertraging. | |
Marijkezwolle | vrijdag 17 december 2010 @ 17:28 |
rubje, je inzending moet je mailen ![]() ![]() | |
gewoonmezelf87 | zaterdag 18 december 2010 @ 15:28 |
heel mooi verhaal mart, jammer dat je zelf niet mee mag doen! |