6 flessen wijn, 3 katten en vier pakjes sigaretten
Dit jaar geen boom, geen versiering, geen lampjes rond de ramen, geen kerstster aan de voordeur. Ach, niet alleen dit jaar, al 6 jaar niet, nu ze er over nadenkt. Kerst is al jaren het zelfde niet meer. Was kerstmis vroeger nog een tijd van liefde, van delen en van gezelligheid, tegenwoordig is kerst niets meer dan twee dagen waarop ze huilend in bed ligt met in haar ene hand een glas wijn, terwijl ze met de andere een van haar drie katten aait.
Zes jaar geleden alweer, zes jaar kerst zonder hem, zes jaar lang voelt ze zich vergeten, verraden, bedrogen. En daarom kruipt ze al zes jaar op kerst avond in bed, 6 flessen wijn, 3 katten, 4 pakjes sigaretten, en pas na de kerstdagen, als het normale leven weer door zou moeten gaan komt ze daar weer uit.
Zes jaar lang al vraagt ze zich iedere kerst weer af hoe het heeft kunnen gebeuren, hoe ze nu zomaar alleen kan zijn. Ze had toch vrienden? Ze was getrouwd, had een dochter, vrienden, kennissen, familie, allemaal mensen met wie ze kerst vierde. En kijk haar nu eens, een zielig hoopje ellende in een wit t-shirt.
Het was januari 2004, hij hoestte al een tijdje, maar goed, het was koud, hij rookte te veel, gewoon een beetje verkouden, maar toen hij in april nog steeds dat nare hoestje had en inmiddels ook af en toe bloed ophoestte was het tijd om naar de dokter te gaan. Vond zij. Hij niet, hij vond het nog steeds gewoon een koudje, een lang koudje, maar wat wil je van een man die zijn hele leven lang al werkte in een koelcel? Zei hij.
Het was Mei 2004 “Ik ben bang dat ik niet zulk goed nieuws voor u heb meneer, mevrouw.” Zei dokter van Biestenveldt van het VU ziekenhuis. “Meneer, u heeft kanker. Uw beste optie zou zijn om de helft van uw rechter long weg te halen.”
Ze hoefden er niet over na te denken, dit was niet hoe het zou eindigen... Of toch wel?
Het was 15 juli 2004 06.35. “Mevrouw, wij raden u aan direct naar het ziekenhuis te komen, we hebben slecht nieuws.
Daar ging ze dan, haar hart in haar keel, ze wist het eigenlijk al, hij was er niet meer... Ze belde haar dochter, die zou direct komen. 5 dagen later was de begrafenis, 20 juli, de dag dat haar dochter jarig was werd haar man begraven.
Toen kwam de boosheid, zo had het niet moeten gaan, zij zou als eerste gaan, en áls hij eerder zou gaan, dan in haar armen, zo hadden ze het afgesproken. Ze was boos, op hem, op de artsen. En na verloop van tijd ook op haar dochter, al wist ze niet meer waarom. En dus zat ze daar, al zes kerstmissen lang, verlaten, eenzaam... Even dacht de de sleutel in het slot te horen, maar dat kon niet, wie zou haar nu nog bezoeken? “Mam! Waar ben je? Het is kerstmis!” Haar dochter, zou het dan toch...? De deur van haar slaapkamer opende, het was haar echt, haar dochter, na vijf jaar, eindelijk... “Ik heb je gemist mam...”