Hieronder een toelichting op de aangifte van Dirk Scherings tegen de DNB, door hem zelf opgesteld:
Het is vandaag exact een jaar geleden dat DSB Bank failliet werd verklaard. Vandaag heb ik aangifte gedaan tegen De Nederlandsche Bank N.V. Een kopie van de aangifte (inclusief begeleidende brief) is te downloaden op
http://www.dirkscheringa.nl/aangifte.
De aangifte is ingediend omdat DNB de op haar rustende geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Daardoor heeft het kunnen gebeuren dat gelekt is en wereldkundig werd dat DNB de noodregeling voor DSB Bank had aangevraagd. Deze noodregeling was door de rechtbank
afgewezen, maar werd als gevolg van de bankrun die ontstond na het lekincident, alsnog toegewezen.
Waarom deze aangifte?
Het lekincident is niet onderzocht door de Rijksrecherche. De Rijksrecherche heeft vorig jaar de opdracht gekregen om te onderzoeken welke persoon aan de pers zou hebben verteld dat de noodregeling was aangevraagd. Een dergelijk onderzoek is praktisch onmogelijk uit te
voeren en bovendien niet relevant. Het is praktisch onmogelijk uit te voeren omdat journalisten niet gehouden zijn hun bronnen prijs te geven. Iedere journalist kan zich beroepen op zijn verschoningsrecht.
Een dergelijk onderzoek is evenmin relevant. De wet bepaalt namelijk dat slechts één persoon de noodregeling mag aanvragen en dat is DNB. Niemand anders kan dat beslissen. Het is daarom aan DNB om een eventuele aanvraag voor een noodregeling geheim te houden. DNB mag uitsluitend anderen daarover informeren indien dit strikt noodzakelijk en onvermijdelijk is. De wet stelt daaraan eisen. Deze kring van personen is zeer beperkt, zoals de rechters en DSB zelf. Bovendien dienen maatregelen genomen te worden teneinde de vertrouwelijkheid te
waarborgen.
DNB heeft de aanvraag voor noodregeling niet geheim gehouden.
DNB heeft dit alles niet gedaan. Er waren voorafgaand aan de zitting die op zondagavond 11 oktober 2009 plaatsvond, al ruim 500 personen geïnformeerd over de door DNB ingediende aanvraag. Daartoe behoorden personen die niet van deze aanvraag op de hoogte mochten zijn. Verder is gebleken dat DNB geen maatregelen heeft genomen om het indienen van
de aanvraag geheim te houden. DNB beschikte ook niet over een protocol, hoe te handelen bij het indienen van een aanvraag. Van de zijde van DSB Bank waren slechts 16 personen op de hoogte, en aan de zijde van DNB meer dan 300 personen.
Schending geheimhoudingsplicht is funest.
De wet legt aan DNB een strikte geheimhoudingsplicht op omdat het enkele feit dat DNB een aanvraag voor de noodregeling heeft ingediend, de facto het einde van iedere bank betekent. Er ontstaat een bankrun waartegen geen enkele bank is opgewassen. Geen bank heeft zoveel
middelen in kas als er opgenomen kan worden. Dat is bij DSB Bank niet anders (geweest).
Onderzoek is noodzakelijk (geen doofpot) .
Het is daarom noodzakelijk dat onderzoek wordt gedaan naar de schending door DNB van haar geheimhoudingsplicht. De Commissie Scheltema heeft dit onderzoek niet gedaan omdat aan haar die opdracht niet was gegeven. De Rijksrecherche heeft dit evenmin gedaan, nu aan haar een andere opdracht was gegeven.
Doordat als gevolg van de bankrun die ontstond na het lekincident de noodregeling alsnog werd toegewezen, zijn talloze mensen gedupeerd.
Duizenden medewerkers raakten hun baan kwijt. Veel klanten voor wie we net een regeling hadden getroffen leven nu al een jaar extra in onzekerheid, omdat die regeling na het faillissement niet meer werd uitgevoerd. Ongeveer 4000 mensen met meer dan 100.000 euro op hun
DSB-rekening en zo'n 3700 mensen met een achtergesteld deposito zijn hun geld kwijt. Mijn doel is er voor te zorgen dat zij hun geld terug krijgen. De onderste steen moet dan ook boven wat betreft het lekincident.
Met vriendelijke groet,
Dirk Scheringa