abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  zondag 27 februari 2011 @ 14:06:26 #201
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_93388689
Waarom heet die eerste stof 3-chloor-1-buteen in plaats van 3-chloorbuteen?
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_93389509
zoek het begrip van configuratie is op;) bovendien, dubbele bindingen maken een molecuul minder beweeglijk...
pi_93389620
quote:
1s.gif Op zondag 27 februari 2011 14:06 schreef GlowMouse het volgende:
Waarom heet die eerste stof 3-chloor-1-buteen in plaats van 3-chloorbuteen?
Die dubbele binding van buteen kan toch aan de zijkant (1-) of op de middelste plek zitten (2-) ?
gr gr
pi_93389989
quote:
1s.gif Op zondag 27 februari 2011 14:26 schreef kevintjuhh2 het volgende:
zoek het begrip van configuratie is op;) bovendien, dubbele bindingen maken een molecuul minder beweeglijk...
Ok, maar wat ik niet snap is dat bij vraag a gevraagd wordt:

quote:
Er zijn vier stereo-isomeren met de systematische naam: 4-chloor-2-penteen.
a. Leg uit waardoor er vier isomeren zijn.

Er is een dubbele binding die cis-trans isomerie veroorzaakt en er is een asymmetrisch Catoom
(C4).

b. Hoe worden in de naamgeving deze isomeren van elkaar onderscheiden ?

De vier isomeren zijn dus cis-D-, cis-L-, trans-D- en trans-L-4-chloor-2-penteen.
En bij vraag e heb je dezelfde stof..

[ Bericht 5% gewijzigd door Warren op 27-02-2011 14:46:49 ]
pi_93400015
Ik heb een oplossing van FeCl en een oplossing van KSCN, die voeg ik bij elkaar en er ontstaat een nieuw mengsel.
Vervolgens voeg ik AgNO3 - kristallen erbij, wat is de reactie die dan ontstaat?

Ik dacht iets met redox, maar kom er niet uit :?
pi_93402569
quote:
1s.gif Op zondag 27 februari 2011 17:56 schreef marsPlanets het volgende:
Ik heb een oplossing van FeCl en een oplossing van KSCN, die voeg ik bij elkaar en er ontstaat een nieuw mengsel.
Vervolgens voeg ik AgNO3 - kristallen erbij, wat is de reactie die dan ontstaat?

Ik dacht iets met redox, maar kom er niet uit :?
neerslag?
pi_93441794
quote:
1s.gif Op zondag 27 februari 2011 14:38 schreef Warren het volgende:

[..]

Ok, maar wat ik niet snap is dat bij vraag a gevraagd wordt:

[..]

En bij vraag e heb je dezelfde stof..
Jouw analyse klopt gewoon, aangenomen dat zowel de L- als D-configuratie aanwezig is. De opgave vertelt echter niet welke isomeren van 2,4-dichloorpentaan aanwezig zijn en daarom is het antwoord van de opgave ook niet zo specifiek. Overigens zou ik zelf liever R- en S-nomenclatuur gebruiken, omdat daarmee de absolute configuratie wordt vastgelegd.

quote:
1s.gif Op zondag 27 februari 2011 17:56 schreef marsPlanets het volgende:
Ik heb een oplossing van FeCl en een oplossing van KSCN, die voeg ik bij elkaar en er ontstaat een nieuw mengsel.
Vervolgens voeg ik AgNO3 - kristallen erbij, wat is de reactie die dan ontstaat?

Ik dacht iets met redox, maar kom er niet uit :?
Ben benieuwd waar jij FeCl vandaan wil gaan halen. :P

quote:
1s.gif Op zondag 27 februari 2011 18:55 schreef kevintjuhh2 het volgende:

[..]

neerslag?
En dat is inderdaad het antwoord. En welk neerslag? Hint: fotografie.
pi_93441910
neerslag kan je met tabel 45 achterhalen mars...
pi_93485025
quote:
2s.gif Op maandag 28 februari 2011 15:18 schreef lyolyrc het volgende:

[..]

Jouw analyse klopt gewoon, aangenomen dat zowel de L- als D-configuratie aanwezig is. De opgave vertelt echter niet welke isomeren van 2,4-dichloorpentaan aanwezig zijn en daarom is het antwoord van de opgave ook niet zo specifiek. Overigens zou ik zelf liever R- en S-nomenclatuur gebruiken, omdat daarmee de absolute configuratie wordt vastgelegd.

Bedankt! Maar weet jij misschien wat ze bedoelen met het vetgedrukte

(1) Bij afsplitsing van één HCl-molecuul ontstaan 4-chloor-1-penteen,
en cis- en trans-4-chloor-2-penteen, waarbij de configuratie aan het asymmetrische C-atoom
niet verandert
.

Bedoelen ze hiermee te zeggen dat die L-en D-configuraties er niet in aanwezig zijn?
pi_93489033
quote:
1s.gif Op dinsdag 1 maart 2011 12:33 schreef Warren het volgende:

[..]

Bedankt! Maar weet jij misschien wat ze bedoelen met het vetgedrukte

(1) Bij afsplitsing van één HCl-molecuul ontstaan 4-chloor-1-penteen,
en cis- en trans-4-chloor-2-penteen, waarbij de configuratie aan het asymmetrische C-atoom
niet verandert
.

Bedoelen ze hiermee te zeggen dat die L-en D-configuraties er niet in aanwezig zijn?
Blijkbaar was mijn eerste uitleg nog niet duidelijk genoeg, dus dan probeer ik het nog een keer. In 2,4-dichloorpentaan zijn twee stereocentra aanwezig. Na afsplitsen van een molecuul HCl wordt er een dubbele binding gevormd (cis of trans) en blijft er nog één stereocentrum over. Dat stereocentrum heeft of de R- of de S-configuratie. Die configuratie van het overgebleven stereocentrum is hetzelfde als voor afsplitsing van HCl.

Zoals ik al zei: L en D zou ik hier niet gebruiken, omdat dat meer gebruikelijk is bij biologische moleculen, terwijl R en S de absolute configuratie vastlegt.

Even een voorbeeld met een plaatje: stel je hebt 2S,4R-dichloorpentaan en HCl splitst zich af bij het 2e koolstofatoom. Het 4e koolstofatoom heeft voor afsplitsing de R-configuratie en zal dat na HCl-afsplitsing ook hebben. Links staat het isomeer van 1-penteen en rechts de isomeren van 2-penteen. De configuratie van het vierde koolstofatoom is bij dichloorpentaan al R, bij alle producten blijft dat R. Was die configuratie S geweest, dan was dat ook S gebleven na afsplitsing van HCl bij het tweede koolstofatoom. Dat is wat er bedoeld wordt met de dikgedrukte zin.

pi_93489424
Lyolyrc, bedankt ^O^ . Ik snap nu wat met de configuratie van het asymmetrische C-atoom wordt bedoeld. Hiermee is de zaak opgehelderd.
  dinsdag 1 maart 2011 @ 18:59:42 #212
157428 GoodGawd
This is your captain speaking!
pi_93501916
NVM :D
Blues ain't nothing but a good man feeling bad...
pi_93807786
Ik heb dringend hulp nodig met deze buffer vraag!
Je lost 0,84 g NaHCO3 op in 1,0 L water.
Daarbij voeg je een oplossing van 1 L met 1,06g Na2CO3.
Daarbij voeg je 250mL 0,10 M HNO3-oplossing toe.

Bereken de pH.

De eerste 2 vormen dus een buffer. De H3O+ van HNO3 ( sterk zuur ) reageert met CO3 uit de 1e oplossing, er is echter een overmaat aan H3O+ waardoor al het CO3 opreageert, hoe word de bufferformule dan??

Kz = [H3O+] * 0 / [HCO3]

Dit kan niet want de onbekende, H3O+ valt dan weg omdat je met 0 vermenigvuldigt. Hoe werkt dit?
pi_93816311
quote:
1s.gif Op dinsdag 8 maart 2011 11:10 schreef Dae1337 het volgende:
Ik heb dringend hulp nodig met deze buffer vraag!
Je lost 0,84 g NaHCO3 op in 1,0 L water.
Daarbij voeg je een oplossing van 1 L met 1,06g Na2CO3.
Daarbij voeg je 250mL 0,10 M HNO3-oplossing toe.

Bereken de pH.

De eerste 2 vormen dus een buffer. De H3O+ van HNO3 ( sterk zuur ) reageert met CO3 uit de 1e oplossing, er is echter een overmaat aan H3O+ waardoor al het CO3 opreageert, hoe word de bufferformule dan??

Kz = [H3O+] * 0 / [HCO3]

Dit kan niet want de onbekende, H3O+ valt dan weg omdat je met 0 vermenigvuldigt. Hoe werkt dit?
Om te beginnen is het handig om eerst eens te berekenen hoeveel mol van elke stof aanwezig is:

NaHCO3: 0,84/84,01 = 0,010 mol = 10 mmol
Na2CO3: 1,06/105,99 = 0,010 mol = 10 mmol
HNO3: 0,10*0,250 = 0,025 mol = 25 mmol

Als je het zuur bij de buffer gooit, gaan er twee reacties optreden. In eerste instantie wordt het carbonaat een keer geprotoneerd, zodat bicarbonaat wordt gevormd:

CO32- + H3O+ -> HCO3-

Er is echter slechts 10 mmol carbonaat, wat reageert met 10 mmol zuur, waardoor er nog 15 mmol zuur overblijft. Het restant van het zuur gaat reageren met bicarbonaat, wat leidt tot de vorming van koolzuur. Deze stof splitst zich weer in koolstofdioxide dat uit de oplossing bubbelt en water:

HCO3- + H3O+ -> H2CO3 -> H2O + CO2

Omdat er in totaal 20 mmol bicarbonaat is en 15 mmol zuur, zal er nog 5 mmol bicarbonaat overblijven dat een evenwicht instelt met het water:

HCO3- + H2O <-> CO32- + H3O+

Hierbij hoort de evenwichtsconstante: Ka = [H3O+][CO32-]/[HCO3-]

Laten we stellen dat van de 5 mmol HCO3- er x mmol wordt gedeprotoneerd, wat x mmol CO32- en x mmol H3O+ geeft.

Substitueer deze getallen in de evenwichtsvoorwaarde:

Ka = (x/2,25)(x/2,25)/((5*10-3 - x)/2,25)

Dit geeft de vergelijking: x2 + 2,25*Ka*x - 2,25*5*10-3*Ka = 0

Oplossen geeft x = 7,26*10-7

pH = -log([H3O+]) = -log(7,26*10-7/2,25) = 6,49

Je kunt deze waarde eventueel nog controleren met de Henderson-Hasselbalchvergelijking.
pi_93828235
quote:
2s.gif Op dinsdag 8 maart 2011 15:22 schreef lyolyrc het volgende:

[..]

Om te beginnen is het handig om eerst eens te berekenen hoeveel mol van elke stof aanwezig is:

NaHCO3: 0,84/84,01 = 0,010 mol = 10 mmol
Na2CO3: 1,06/105,99 = 0,010 mol = 10 mmol
HNO3: 0,10*0,250 = 0,025 mol = 25 mmol

Als je het zuur bij de buffer gooit, gaan er twee reacties optreden. In eerste instantie wordt het carbonaat een keer geprotoneerd, zodat bicarbonaat wordt gevormd:

CO32- + H3O+ -> HCO3-

Er is echter slechts 10 mmol carbonaat, wat reageert met 10 mmol zuur, waardoor er nog 15 mmol zuur overblijft. Het restant van het zuur gaat reageren met bicarbonaat, wat leidt tot de vorming van koolzuur. Deze stof splitst zich weer in koolstofdioxide dat uit de oplossing bubbelt en water:

HCO3- + H3O+ -> H2CO3 -> H2O + CO2

Omdat er in totaal 20 mmol bicarbonaat is en 15 mmol zuur, zal er nog 5 mmol bicarbonaat overblijven dat een evenwicht instelt met het water:

HCO3- + H2O <-> CO32- + H3O+

Hierbij hoort de evenwichtsconstante: Ka = [H3O+][CO32-]/[HCO3-]

Laten we stellen dat van de 5 mmol HCO3- er x mmol wordt gedeprotoneerd, wat x mmol CO32- en x mmol H3O+ geeft.

Substitueer deze getallen in de evenwichtsvoorwaarde:

Ka = (x/2,25)(x/2,25)/((5*10-3 - x)/2,25)

Dit geeft de vergelijking: x2 + 2,25*Ka*x - 2,25*5*10-3*Ka = 0

Oplossen geeft x = 7,26*10-7

pH = -log([H3O+]) = -log(7,26*10-7/2,25) = 6,49

Je kunt deze waarde eventueel nog controleren met de Henderson-Hasselbalchvergelijking.
Jij bent mijn held! Duizendmaal dank! Mijn leraar geeft echter een ander antwoord, nl. pH = 5,87. Leraren zijn echter ook mensen die foutjes kunnen maken.
Bedankt nogmaals :D
pi_93952166
quote:
De pH in de dikke darm varieert van 7,5 tot 8,0. Daarom komen in de dikke darm
vrijwel geen carbonzuren voor maar vooral de zuurresten van carbonzuren.
Daarom staan in dit schema niet de namen van de carbonzuren, maar de namen
van de zuurresten pyruvaat, lactaat, acetaat, butanoaat en propanoaat.
Bereken hoe groot de molverhouding propanoaat : propaanzuur in de dikke darm
tenminste is. Maak gebruik van Binas-tabel 49.


Geen moeilijke vraag, alleen in het antwoord gebruiken ze de pH van 7,5. Aangezien de pH varieert tussen 7,5 en 8,0, zou ik de pH van 7,75 nemen. Is dat fout?

Alvast bedankt.
pi_94088598
quote:
1s.gif Op vrijdag 11 maart 2011 12:49 schreef Warren het volgende:

[..]

[ afbeelding ]

Geen moeilijke vraag, alleen in het antwoord gebruiken ze de pH van 7,5. Aangezien de pH varieert tussen 7,5 en 8,0, zou ik de pH van 7,75 nemen. Is dat fout?

Alvast bedankt.
Het antwoord op deze vraag is meer tekstverklaren dan bètawetenschap :P . In de opdracht staat deze zin:
quote:
Bereken hoe groot de molverhouding propanoaat : propaanzuur in de dikke darm
tenminste is.
Let op het woordje 'tenminste'. Aangezien bij lagere pH meer zuur en minder zuurrest aanwezig is, zal de verhouding tussen zuurrest en zuur bij pH 7,5 het kleinst zijn. En omdat je de minimale verhouding tussen die twee moet bepalen, moet je rekenen met de laagste pH.
pi_94091464
Bedankt! Ik heb er totaal overheen gelezen over dat "ten minste".
  woensdag 16 maart 2011 @ 14:57:34 #219
157428 GoodGawd
This is your captain speaking!
pi_94192457
Beetje simpel basisvraag, ben weer even aan het opfrissen elektrotechniek:



De eerste 2 weerstanden zijn 5 en 10 met 6 e 3 ampere denk ik. Maar hoe pak ik die 3 andere weerstanden aan?
Blues ain't nothing but a good man feeling bad...
  woensdag 16 maart 2011 @ 15:06:32 #220
157428 GoodGawd
This is your captain speaking!
pi_94192830
Oh wacht ik denk dat ik het weet. Je berekent nog even de spanning over de 8 ohm weerstand. Vervolgens trekt je alle spanningen van de Bron spanning af. Dan hou je getal voor de spanning over de 3 weerstanden over. En dan is het eitje.

Correct?
Blues ain't nothing but a good man feeling bad...
pi_94192867
Dat is volgens mij correct. Wat krijg je voor waarden?
Good intentions and tender feelings may do credit to those who possess them, but they often lead to ineffective — or positively destructive — policies ... Kevin D. Williamson
  woensdag 16 maart 2011 @ 15:11:14 #222
157428 GoodGawd
This is your captain speaking!
pi_94193022
Spanning over 8Ohm weerstand 72V.
Spanning over de 3 weerstanden is 35V.

vlnr. 17,5 ohm, 7 ohm, 17,5 ohm
vlnr. 2 A, 5 A, 2 A
Blues ain't nothing but a good man feeling bad...
pi_94193273
quote:
2s.gif Op woensdag 16 maart 2011 15:11 schreef GoodGawd het volgende:
Spanning over 8Ohm weerstand 72V.
Spanning over de 3 weerstanden is 35V.

vlnr. 17,5 ohm, 7 ohm, 17,5 ohm
vlnr. 2 A, 5 A, 2 A
Klopt allemaal ^O^
The biggest argument against democracy is a five minute discussion with the average voter.
pi_94327223


quote:
Wordt de pH van de oplossing hoger, of lager wanneer een half kopje bakpoeder
in plaats van een kwart kopje wordt gebruikt, of krijg je een oplossing met
dezelfde pH (298 K)? Geef een verklaring voor je antwoord.
Ik kreeg er zelf twee tegenstrijdige antwoorden uit:

- Aan de ene kant dacht ik dat de pH hetzelfde zou zijn aangezien de Kb, Kz, en Kw niet veranderen als je meer bakpoeder toevoegt. Ook zie je nergens in de formule dat de [H3O+] afhankelijk is van de hoeveelheid bakpoeder.

- Aan de andere kant dacht ik dat de pH hoger zou worden omdat HCO3- met water als base reageert omdat het een amfolyt is en Kb>Kz. Als je meer HCO3- toevoegt, heb je meer OH- ionen en dus een hogere pH, want het evenwicht ligt meer rechts bij HCO3- + H2O <> H2CO3 + OH-

Het antwoordenmodel zegt:

quote:
Voorbeelden van een juist antwoord zijn:
− Volgens de gegeven formule is de [H3O+] niet afhankelijk van de
hoeveelheid bakpoeder die wordt opgelost, dus krijg je een oplossing
met dezelfde pH wanneer de dubbele hoeveelheid bakpoeder wordt
gebruikt. 2 punten

of

− Kw, Kz en Kb zijn constanten (bij 298 K), dus krijg je een oplossing met
dezelfde pH wanneer de dubbele hoeveelheid bakpoeder wordt
gebruikt. 2 punten

Indien een antwoord is gegeven als: „Natriumwaterstofcarbonaat is
(overwegend) een base, dus als je meer oplost per liter wordt de pH hoger.”
1 punt
Waarom is het ene antwoord "correcter" dan het andere? (Hoe is de tegenstrijdigheid te verklaren?)

Alvast bedankt.
  zondag 20 maart 2011 @ 15:26:49 #225
322828 hussyfan11
ZE ZIJN OUD GENOEG!
pi_94377344
oke, ik moet een paar vragen doen waar ik niks van snap, hopelijk kunnen jullie helpen.

Ik moest een experiment doen, waarbij ik 3 stoffen moest mensen: Natriumthiosulfaatoplossing (Na2S2O3), gedestilleerd water en waterstofchlorideoplossing (zoutzuur, HCl).
Ik heb 5 metingen gedaan, de hoeveelheden van elke vloeistof in mL:
Meting 1 2 3 4 5

Na2S2O3 10 15 20 25 30
gedes. water 35 30 25 20 15
zoutzuur 5 5 5 5 5

Nu moet ik bij elke meting de [S2O3²-] bepalen. Maar ik heb geen idee hoe?

Ook moet ik nog een paar vragen beantwoorden over medicijnen, met massa% en oplossen van jood etc. kan iemand me hierbij helpen?

alvast bedankt!
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')