Die dubbele binding van buteen kan toch aan de zijkant (1-) of op de middelste plek zitten (2-) ?quote:Op zondag 27 februari 2011 14:06 schreef GlowMouse het volgende:
Waarom heet die eerste stof 3-chloor-1-buteen in plaats van 3-chloorbuteen?
Ok, maar wat ik niet snap is dat bij vraag a gevraagd wordt:quote:Op zondag 27 februari 2011 14:26 schreef kevintjuhh2 het volgende:
zoek het begrip van configuratie is op;) bovendien, dubbele bindingen maken een molecuul minder beweeglijk...
En bij vraag e heb je dezelfde stof..quote:Er zijn vier stereo-isomeren met de systematische naam: 4-chloor-2-penteen.
a. Leg uit waardoor er vier isomeren zijn.
Er is een dubbele binding die cis-trans isomerie veroorzaakt en er is een asymmetrisch Catoom
(C4).
b. Hoe worden in de naamgeving deze isomeren van elkaar onderscheiden ?
De vier isomeren zijn dus cis-D-, cis-L-, trans-D- en trans-L-4-chloor-2-penteen.
neerslag?quote:Op zondag 27 februari 2011 17:56 schreef marsPlanets het volgende:
Ik heb een oplossing van FeCl en een oplossing van KSCN, die voeg ik bij elkaar en er ontstaat een nieuw mengsel.
Vervolgens voeg ik AgNO3 - kristallen erbij, wat is de reactie die dan ontstaat?
Ik dacht iets met redox, maar kom er niet uit
Jouw analyse klopt gewoon, aangenomen dat zowel de L- als D-configuratie aanwezig is. De opgave vertelt echter niet welke isomeren van 2,4-dichloorpentaan aanwezig zijn en daarom is het antwoord van de opgave ook niet zo specifiek. Overigens zou ik zelf liever R- en S-nomenclatuur gebruiken, omdat daarmee de absolute configuratie wordt vastgelegd.quote:Op zondag 27 februari 2011 14:38 schreef Warren het volgende:
[..]
Ok, maar wat ik niet snap is dat bij vraag a gevraagd wordt:
[..]
En bij vraag e heb je dezelfde stof..
Ben benieuwd waar jij FeCl vandaan wil gaan halen.quote:Op zondag 27 februari 2011 17:56 schreef marsPlanets het volgende:
Ik heb een oplossing van FeCl en een oplossing van KSCN, die voeg ik bij elkaar en er ontstaat een nieuw mengsel.
Vervolgens voeg ik AgNO3 - kristallen erbij, wat is de reactie die dan ontstaat?
Ik dacht iets met redox, maar kom er niet uit
En dat is inderdaad het antwoord. En welk neerslag? Hint: fotografie.quote:
Bedankt! Maar weet jij misschien wat ze bedoelen met het vetgedruktequote:Op maandag 28 februari 2011 15:18 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Jouw analyse klopt gewoon, aangenomen dat zowel de L- als D-configuratie aanwezig is. De opgave vertelt echter niet welke isomeren van 2,4-dichloorpentaan aanwezig zijn en daarom is het antwoord van de opgave ook niet zo specifiek. Overigens zou ik zelf liever R- en S-nomenclatuur gebruiken, omdat daarmee de absolute configuratie wordt vastgelegd.
Blijkbaar was mijn eerste uitleg nog niet duidelijk genoeg, dus dan probeer ik het nog een keer. In 2,4-dichloorpentaan zijn twee stereocentra aanwezig. Na afsplitsen van een molecuul HCl wordt er een dubbele binding gevormd (cis of trans) en blijft er nog één stereocentrum over. Dat stereocentrum heeft of de R- of de S-configuratie. Die configuratie van het overgebleven stereocentrum is hetzelfde als voor afsplitsing van HCl.quote:Op dinsdag 1 maart 2011 12:33 schreef Warren het volgende:
[..]
Bedankt! Maar weet jij misschien wat ze bedoelen met het vetgedrukte
(1) Bij afsplitsing van één HCl-molecuul ontstaan 4-chloor-1-penteen,
en cis- en trans-4-chloor-2-penteen, waarbij de configuratie aan het asymmetrische C-atoom
niet verandert.
Bedoelen ze hiermee te zeggen dat die L-en D-configuraties er niet in aanwezig zijn?
Om te beginnen is het handig om eerst eens te berekenen hoeveel mol van elke stof aanwezig is:quote:Op dinsdag 8 maart 2011 11:10 schreef Dae1337 het volgende:
Ik heb dringend hulp nodig met deze buffer vraag!
Je lost 0,84 g NaHCO3 op in 1,0 L water.
Daarbij voeg je een oplossing van 1 L met 1,06g Na2CO3.
Daarbij voeg je 250mL 0,10 M HNO3-oplossing toe.
Bereken de pH.
De eerste 2 vormen dus een buffer. De H3O+ van HNO3 ( sterk zuur ) reageert met CO3 uit de 1e oplossing, er is echter een overmaat aan H3O+ waardoor al het CO3 opreageert, hoe word de bufferformule dan??
Kz = [H3O+] * 0 / [HCO3]
Dit kan niet want de onbekende, H3O+ valt dan weg omdat je met 0 vermenigvuldigt. Hoe werkt dit?
Jij bent mijn held! Duizendmaal dank! Mijn leraar geeft echter een ander antwoord, nl. pH = 5,87. Leraren zijn echter ook mensen die foutjes kunnen maken.quote:Op dinsdag 8 maart 2011 15:22 schreef lyolyrc het volgende:
[..]
Om te beginnen is het handig om eerst eens te berekenen hoeveel mol van elke stof aanwezig is:
NaHCO3: 0,84/84,01 = 0,010 mol = 10 mmol
Na2CO3: 1,06/105,99 = 0,010 mol = 10 mmol
HNO3: 0,10*0,250 = 0,025 mol = 25 mmol
Als je het zuur bij de buffer gooit, gaan er twee reacties optreden. In eerste instantie wordt het carbonaat een keer geprotoneerd, zodat bicarbonaat wordt gevormd:
CO32- + H3O+ -> HCO3-
Er is echter slechts 10 mmol carbonaat, wat reageert met 10 mmol zuur, waardoor er nog 15 mmol zuur overblijft. Het restant van het zuur gaat reageren met bicarbonaat, wat leidt tot de vorming van koolzuur. Deze stof splitst zich weer in koolstofdioxide dat uit de oplossing bubbelt en water:
HCO3- + H3O+ -> H2CO3 -> H2O + CO2
Omdat er in totaal 20 mmol bicarbonaat is en 15 mmol zuur, zal er nog 5 mmol bicarbonaat overblijven dat een evenwicht instelt met het water:
HCO3- + H2O <-> CO32- + H3O+
Hierbij hoort de evenwichtsconstante: Ka = [H3O+][CO32-]/[HCO3-]
Laten we stellen dat van de 5 mmol HCO3- er x mmol wordt gedeprotoneerd, wat x mmol CO32- en x mmol H3O+ geeft.
Substitueer deze getallen in de evenwichtsvoorwaarde:
Ka = (x/2,25)(x/2,25)/((5*10-3 - x)/2,25)
Dit geeft de vergelijking: x2 + 2,25*Ka*x - 2,25*5*10-3*Ka = 0
Oplossen geeft x = 7,26*10-7
pH = -log([H3O+]) = -log(7,26*10-7/2,25) = 6,49
Je kunt deze waarde eventueel nog controleren met de Henderson-Hasselbalchvergelijking.
quote:De pH in de dikke darm varieert van 7,5 tot 8,0. Daarom komen in de dikke darm
vrijwel geen carbonzuren voor maar vooral de zuurresten van carbonzuren.
Daarom staan in dit schema niet de namen van de carbonzuren, maar de namen
van de zuurresten pyruvaat, lactaat, acetaat, butanoaat en propanoaat.
Bereken hoe groot de molverhouding propanoaat : propaanzuur in de dikke darm
tenminste is. Maak gebruik van Binas-tabel 49.
Het antwoord op deze vraag is meer tekstverklaren dan bètawetenschapquote:Op vrijdag 11 maart 2011 12:49 schreef Warren het volgende:
[..]
[ afbeelding ]
Geen moeilijke vraag, alleen in het antwoord gebruiken ze de pH van 7,5. Aangezien de pH varieert tussen 7,5 en 8,0, zou ik de pH van 7,75 nemen. Is dat fout?
Alvast bedankt.
Let op het woordje 'tenminste'. Aangezien bij lagere pH meer zuur en minder zuurrest aanwezig is, zal de verhouding tussen zuurrest en zuur bij pH 7,5 het kleinst zijn. En omdat je de minimale verhouding tussen die twee moet bepalen, moet je rekenen met de laagste pH.quote:Bereken hoe groot de molverhouding propanoaat : propaanzuur in de dikke darm
tenminste is.
Klopt allemaalquote:Op woensdag 16 maart 2011 15:11 schreef GoodGawd het volgende:
Spanning over 8Ohm weerstand 72V.
Spanning over de 3 weerstanden is 35V.
vlnr. 17,5 ohm, 7 ohm, 17,5 ohm
vlnr. 2 A, 5 A, 2 A
Ik kreeg er zelf twee tegenstrijdige antwoorden uit:quote:Wordt de pH van de oplossing hoger, of lager wanneer een half kopje bakpoeder
in plaats van een kwart kopje wordt gebruikt, of krijg je een oplossing met
dezelfde pH (298 K)? Geef een verklaring voor je antwoord.
Waarom is het ene antwoord "correcter" dan het andere? (Hoe is de tegenstrijdigheid te verklaren?)quote:Voorbeelden van een juist antwoord zijn:
− Volgens de gegeven formule is de [H3O+] niet afhankelijk van de
hoeveelheid bakpoeder die wordt opgelost, dus krijg je een oplossing
met dezelfde pH wanneer de dubbele hoeveelheid bakpoeder wordt
gebruikt. 2 punten
of
− Kw, Kz en Kb zijn constanten (bij 298 K), dus krijg je een oplossing met
dezelfde pH wanneer de dubbele hoeveelheid bakpoeder wordt
gebruikt. 2 punten
Indien een antwoord is gegeven als: „Natriumwaterstofcarbonaat is
(overwegend) een base, dus als je meer oplost per liter wordt de pH hoger.”
1 punt
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |