„Ik heb een ontzettend leuke tijd gehad met hem. Hij is ontzettend lief voor mij geweest, neem contact met hem op, hij zal het niet makkelijk hebben…” Aldus onthulde wijlen horecamagnaat en multimiljonair Sjoerd Kooistra, die eind juni zelfmoord pleegde, in zijn afscheidsbrief aan zijn nabestaanden het bestaan van zijn geheime minnaar.
![amflms.jpg]()
Het blijkt te gaan om de 25-jarige barkeeper en webdesigner Rúben Canhoto, afkomstig uit Portugal. Kooistra vermeldde het 06-nummer van zijn minnaar erbij, zodat de nabestaanden contact met hem konden opnemen.
En zo gebeurde het. Althans, voor Kooistra’s echtgenoot Dick Loorbach was dat te veel. Hij stuurde zijn Braziliaanse vriend Leo (ook Loorbach zelf had een buitenechtelijke relatie, waar Kooistra overigens wél van op de hoogte was, MK) die een ontmoeting had met de jonge Portugees…
Homobar
Rúben werkte sinds 2006 als barkeeper van de homobar De Arc in de Amsterdamse Reguliersdwarsstraat. Sjoerd Kooistra zelf kwam er zelden, maar hij heeft, naar nu blijkt, bijna drie jaar lang een geheime liefdesrelatie gehad met de knappe jonge Portugees.
De onthulling van zijn dubbelleven kwam hard aan bij Kooistra’s echtgenoot Dick Loorbach, die nooit iets heeft gemerkt van de buitenechtelijke relatie van zijn man. Deze minnaar wordt nu door de erven Kooistra mede verantwoordelijk gehouden voor het plunderen van de bankrekeningen van Kooistra’s horecabedrijf Plassania.
Eerder berichtte mr. Seerp Gratama, de curator van Plassania, dat de horecamagnaat de laatste drie jaar voor zijn dood circa ¤ 25 miljoen uit zijn bedrijf heeft genomen voor privédoeleinden. Circa ¤ 3 miljoen gebruikte Kooistra voor de aanschaf en inrichting van zijn appartement in Amsterdam en ¤ 7 miljoen voor de aankoop van zijn vakantiehuis in La Zagatas bij het Zuid-Spaanse Marbella.
De rest van het bedrag zou zijn opgegaan aan het onderhouden van zijn buitenechtelijke relatie. Zowel de erven Kooistra als de schuldeisers van de horecamagnaat hebben het nakijken.
Desgevraagd bevestigt Kooistra’s boezemvriend en huisadvocaat mr. Oscar Hammerstein dat zijn cliënt de naam van zijn minnaar expliciet in zijn afscheidsbrief heeft vermeld. Het nieuws sloeg in als een bom, vooral ook omdat de populaire leuke Portugese barkeeper in de Amsterdamse homoscene zeer bekend was. Alleen: niemand wist tot de dood van de horecamagnaat dat Rúben het geheime liefje was van zijn grote baas. En dat hij hem zó goed heeft achtergelaten…
Ongelooflijk
„Het was echt ongelooflijk. Niemand wist van iets!” zo vertelt Hammerstein met een glimlach van oor tot oor. „In zijn afscheidsbrief heeft Kooistra het bestaan van Rúben opgebiecht. Rúben (die na de dood van Kooistra vermoedelijk naar Portugal is vertrokken, MK) is echt een hele lieve, aardige jongen. Hij zal het wel voor het geld gedaan hebben en niet voor het lichaam van Kooistra. Iedereen kende Rúben in de Reguliersdwars . Sjoerd kwam niet in De Arc, maar wat mij wel altijd opviel, was dat hij altijd wist als ik in de stad was geweest…”
Sjoerd Kooistra ontmoette zijn minnaar veel in Keulen, niet zo ver van zijn woning in Ubbergen. „Wij dachten altijd dat Sjoerd eenzaam was, maar dat viel dus wel mee. Als je op je 59e een vriendje hebt van 25 is dat wel heel erg stoer. Rúben had zelf ook nog een vriendje, een Argentijnse jongen en nog een ander vriendje, die Remy heet. Die Remy maakt nu een wereldreis…”
Littekens
Overigens is de zelfmoord van Sjoerd Kooistra – behalve met de onthulling over het bestaan van de minnaar – met nog meer raadsels omgeven. Zo blijkt dat, in tegenstelling tot de horecamagnaat zelf altijd heeft beweerd, hij op de 30e april, vier weken voor zijn zelfmoord, helemaal niet te zijn overvallen op het Spaanse vakantie-eiland Ibiza. Nederlandse vakantiegangers hadden hem in een ziekenhuisbed zien liggen en tipten een journalist. Tegen hem had Kooistra gezegd dat hij was overvallen. Dat nieuws haalde de Nederlandse kranten.
Tegen Dick Loorbach, Oscar Hammerstein en anderen zei de horecamagnaat dat hij geholpen was aan een acute blindedarmontsteking. Maar ook dat verhaal blijkt niet te kloppen. Later zijn maar liefst drie littekens op de buik van Kooistra ontdekt, één aan de linkerzijde, één aan de rechterzijde en één in het midden. Hammerstein: „Ik heb ze zelf gezien. Dat kan geen blindedarmoperatie zijn geweest, want daar heb je maar één litteken van.” De nabestaanden tasten in het duister waarom Kooistra een paar dagen in een ziekenhuis op Ibiza heeft doorgebracht. Mr. Oscar Hammerstein: „Hij heeft twee verhalen de wereld in geslingerd die allebei niet waar zijn. Waarom? Ik weet het echt niet. Sjoerd Kooistra wilde door het leven gaan als succesvol en rijk zakenman. We weten nu dat het allemaal een mislukking is geweest. De laatste maanden van zijn leven betaalde hij niemand meer. Op het moment van zijn overlijden liepen er, ik schat, 75 procedures van partijen die geld van hem tegoed hadden.” De advocaat schampert: „Ieder jaar heeft hij de Quote 500 (de rijkenlijst, MK) er weer van kunnen overtuigen dat hij goed was voor ¤ 100 miljoen...” Hammerstein veronderstelt dat zijn cliënt mogelijk ook nog afgeperst is geweest, mogelijk met zijn geheime liefdesrelatie. Maar zeker is dat niet en de advocaat sluit uit dat de Portugese barkeeper hem zou hebben afgeperst. „Niets wijst daar op.”
Echtgenoot Dick Loorbach blijft achter als een gebroken man. De schuldeisers van Plassania staan in de rij, vrijwel letterlijk, om zijn persoonlijk faillissement aan te vragen. Hammerstein: „Iedereen denkt dat Dick weet waar het geld zit. Maar hij wist écht niets van Sjoerds minnaar.”
Curator mr. Seerp Gratama laat weten dat de geliefde van Kooistra bezoek kan verwachten: „Als blijkt dat de nalatenschap van Kooistra is benadeeld door een derde persoon, dan gaan we zeker achter hem aan. Wij zijn erop gericht zoveel mogelijk geld te ontvangen van de nalatenschap. En ’wij’ zijn de schuldeisers van Plassania.”
Rúben Canhoto meldt op zijn Facebook-pagina dat hij als barkeeper voor Reguliers bv heeft gewerkt. Hij reageerde gisteren niet op verzoeken om De Telegraaf te woord te staan.