abonnement Unibet Coolblue
pi_84656874
07-08-2007

Extreem weer laat wereldwijd records sneuvelen

Grote delen van de wereld hebben vanaf het begin van het jaar te maken gehad met extreme weersomstandigheden waaronder overstromingen, hittegolven, stormen en periodes van ongewone kou. Bovendien was de wereldwijde landtemperatuur tussen januari en april nog nooit zo hoog, maakte de Wereld Meteorologische Organisatie dinsdag in een verklaring bekend.

Europa
Boven land was het in januari 1,89 graden en in april 1,37 graden warmer dan normaal, aldus de VN-organisatie. In Europa lagen de temperaturen in april gemiddeld zelfs vier graden Celsius boven het gemiddelde.

Ook in ons land sneuvelden dit voorjaar de records. Januari was de zachtste januarimaand ooit en april was warmer, zonniger en droger dan ooit tevoren.

Overstromingen
Op het lijstje van de WMO staan onder meer de ongewoon zware moessonregens in Zuid-Azië en de recente hevige regenval en overstromingen in Engeland. Zuid-Europa ging deze zomer gebukt onder ongewone hittegolven, terwijl in Zuid-Afrika en Argentinië extreem veel sneeuw viel.

Arabische Zee
In juni werd voor het eerst een tropische cycloon waargenomen in de Arabische Zee. Het natuurgeweld eiste in Oman en Iran vijftig levens. Op de stranden van de Malediven en Indonesië richtten ongewoon hoge golven veel schade aan.

De weersextremen komen overeen met de voorspellingen die de klimaatcommissie IPCC van de Verenigde Naties dit voorjaar deed. Of dit najaar ook veel uitschieters zal laten zien is volgens WMO-wetenschapper Omar Baddour nog niet duidelijk. „Het is erg moeilijk om voorspellingen te doen over de rest van het jaar.” (anp/hln)

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84656891
10-08-2007

Temperatuur vanaf 2010 vaker hoger
Nieuw klimaatmodel

De helft van de jaren direct na 2009 wordt gemiddeld warmer dan 1989, het wereldwijd warmste jaar dat ooit is geregistreerd. Dat schrijven onderzoekers vandaag in het wetenschappelijke tijdschrift Science.

De Britse klimaatonderzoekers maakten als eersten een redelijk goed klimaatmodel dat het klimaat de komende tien jaar voorspelt. Dit tienjaarsmodel is bijzonder omdat het uitgebreid rekening houdt met natuurlijke variatie in het klimaat. Andere klimaatmodellen doen dat niet.

Dalende en stijgende temperaturen door natuurlijke variatie zijn – over een paar jaar gemeten – altijd groter dan de temperatuurverandering door het broeikaseffect. De opwarming door broeikaseffect is hoogstwaarschijnlijk het gevolg van de door mensen veroorzaakte CO2-verhoging in de atmosfeer.

In 2014, voorspelt het tienjaarsmodel, is de gemiddelde temperatuur op de wereld 0,3 graad hoger dan in 2004. En het is 95 procent waarschijnlijk dat de verhoging tussen de 0,1 tot 0,5 graad uitvalt. Tot 2009 dempen de verkoelende effecten van oceaanstromingen het toenemende broeikaseffect, zegt DePreSys. De naam is een afkorting van Decadal Climate Prediction System.

De tot nu toe gangbare klimaatmodellen voorspellen het klimaat tot tientallen jaren in de toekomst, maar zijn onzeker voor de korte termijn. Het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) bijvoorbeeld publiceerde dit voorjaar dat aan het eind van deze eeuw de gemiddelde wereldtemperatuur 1,8 tot 4,0 graad hoger zal zijn. Die klimaatmodellen houden geen rekening met de natuurlijke variatie die binnen een decennium zo belangrijk is.

Een decennium is echter, schrijven de onderzoekers in hun artikel in Science, ‘een belangrijke planningshorizon voor aanpassingen aan de infrastructuur, voor verzekeraars, energiepolitiek en zakelijke ontwikkelingen.’

Onder natuurlijke variatie verstaan de klimatologen bijvoorbeeld de wekelijkse tot maandelijkse, met elkaar verband houdende wisselende luchtdrukverschillen bij IJsland en de Azoren. Die is bekend als de Noord-Atlantische Oscillatie (NAO). De grootte van het verschil bepaalt de richting van de straalstroom die van grote invloed is op het weer in Europa, vooral ’s winters. Die NAO heeft echter niet alleen een wekelijkse maar ook een meerjarige variatie, werd de afgelopen jaren duidelijk.

Tot de natuurlijke variatie hoort ook de langjarige cyclus van El Niño, een verandering in de circulatie in vooral het tropische gedeelte van de Grote Oceaan die wereldwijd – maar minder in Europa – invloed heeft op temperatuur en regenval. Andere variaties in oceaanstromingen, zoals de Atlantische Multidecade Oscillatie (AMO) en de Interdecade Pacifische Oscillatie, zijn de afgelopen jaren beter voorspelbaar geworden.

De onderzoekers van het Hadley Centre for Climate Prediction and Research in het Britse Exeter die de decenniumvoorspeller ontwikkelen, gebruikten in principe de klimaatmodellen van het IPCC en bouwden daar gegevens over de natuurlijke variatie in. Zij testten hun model door voorspellingen te doen voor reeds voorbije decennia (hindcasts) en die te vergelijken met de werkelijke uitkomsten.

(nrc)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84656905
17-08-2007

Wereldrecord ijssmelten gebroken!

Op 15 augustus is er een wereldrecord gebroken en was de oppervlakte van het zee ijs op de noordpool kleiner dan ooit. Dat wil zeggen, kleiner dan ooit door mensen gemeten. Maar hoe zit het nou eigenlijk met het ijs op de noordpool? Smelt het inderdaad steeds sneller af? En wat voor gevolgen heeft het afsmelten van het zee ijs eigenlijk nog meer?

De Russen zijn een race om de grondstoffen in de zeebodem van de pool begonnen. Tegelijkertijd bereiden de Canadezen zich voor op een robbertje bekvechten met de Amerikanen over wie de zeggenschap krijgt over de zeeroute van Europa naar Azië langs de noordkust van Canada en Alaska. De aanleiding hiervoor is dat het zee ijs op de noordpool aan het afsmelten is.

Op zich is het niets bijzonder dat er zee ijs op de polen smelt. Er smelt elke zomer zee ijs af terwijl het ijs in de winter aangroeit. Op de noordpool smelt er ’s zomers echter steeds iets meer ijs af dan er in de winter bijkomt. Het Amerikaanse National Snow and Ice Data Center heeft grafiekjes gemaakt van de toename of afname van de hoeveelheid zee ijs op de Noord- en de zuidpool ten opzichte van de gemiddelde ijsbedekking in de periode 1979 – 2000.



De toename of afname van de hoeveelheid zee ijs op de Noordpool ten opzichte van de gemiddelde ijsbedekking in de periode 1979 – 2000.



De toename of afname van de hoeveelheid zee ijs op de zuidpool ten opzichte van de gemiddelde ijsbedekking in de periode 1979 – 2000.


Je ziet een duidelijke golfbeweging van wat meer ijs dan gemiddeld in het ene jaar en wat minder dan gemiddeld in het andere jaar. Op de zuidpool is die beweging in evenwicht, maar op de noordpool worden de afwijkingen naar beneden steeds groter, terwijl de afwijkingen naar boven steeds kleiner worden. Het verdwijnen van het ijs is dus kennelijk niet meer in balans met het aangroeien ervan.

Ook Japanse onderzoekers van het Japan Aerospace Exploration Agency houden zich met het zee ijs op de noordpool bezig. Zij zijn degene die onlangs meldden dat op 15 augustus 2007 het record van het minste zee ijs op de noordpool is gebroken. Het vorige record werd in 2005 gehaald, op het hoogtepunt van de zomersmelt half september. Het op 15 augustus van dit jaar gevestigde record zal dus niet lang stand houden, want het smelten gaat ondertussen gewoon nog een paar weken door.



De Japanse onderzoekers baseren zich o.a. op metingen in de afgelopen vijf jaar met een sensor aan boord van de Amerikaanse Aqua satelliet. De sensor is een Advanced Microwave Scanning Radiometer (AMSR-E) die de bedekking van het zee ijs, de temperatuur van de oceaan, de hoeveelheid waterdamp en de neerslag meet op basis van zwakke radiogolven van de Aarde. Het voordeel is dat je met deze methode geen last hebt van bijvoorbeeld bewolking.

Met de AMSR-E gegevens hebben de onderzoekers een grote database gemaakt waarin je van elke willekeurige dag in de afgelopen vijf jaar de verspreiding van het zee ijs op de noordpool kunt zien. De afbeeldingen hieronder komen uit die database en laten telkens het zee ijs op de noordpool op 16 augustus zien in de periode 2002 tot nu.



Je ziet duidelijk dat het ijs elk jaar een stukje kleiner is geworden. Maar wat nog belangrijker is, is dat de onderzoekers concluderen dat het ijs sneller smelt dan de modellen van bijvoorbeeld het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) voorspellen.

Hiervoor zijn volgens de Japanners verschillende oorzaken. Zo kan ijs dat aan de kust ligt, zich minder vrij bewegen dan ijs op open zee. Doordat het ijs zich steeds verder van de kust van Siberië en Canada terugtrekt, kunnen grote stukken gemakkelijker afdrijven naar lagere breedtegraden waar de zee warmer is en het ijs sneller smelt. Daarnaast betekenen grotere stukken ijs-vrije poolzee dat het water meer zonnewarmte kan opnemen en warmer wordt. Dit versnelt vervolgens weer het afsmelten van het resterende ijs.

Effecten van afsmelting
Dit is natuurlijk allemaal leuk en aardig, maar wat voor gevolgen heeft het afsmelten van het zee ijs op de noordpool eigenlijk nog meer? Het eerste waar je aan denkt bij het smelten van grote ijsmassa’s is een stijging van de zeespiegel. Gelukkig hoeven we daarvoor in dit geval niet direct bang te zijn. Alleen afsmeltend landijs zorgt voor een zeespiegelstijging. Als landijs afsmelt, wordt namelijk water dat eerst op het land lag aan de zee toegevoegd. Zee ijs is al een onderdeel van de zee. Het water ondergaat alleen een fase overgang, er komt geen water in de zee bij.



Het afsmelten van het zee ijs heeft echter wel een ander effect. Zonlicht wordt namelijk veel beter weerkaatst door lichtgekleurd ijs en sneeuw dan door donkergekleurd water. Het afsmelten van het ijs zorgt er daardoor voor dat er meer zonlicht op de aarde wordt geadsorbeerd en minder terug de ruimte in gekaatst. Hierdoor houdt de aarde meer warmte vast en kan het klimaat warmer worden, waardoor er vervolgens weer meer ijs afsmelt, enz.

Zo’n zelfversterkend effect maar dan omgekeerd kennen we uit de ijstijden. Tijdens een ijstijd is er heel veel ijs en sneeuw op aarde, waardoor er meer zonlicht wordt teruggekaatst en het nog kouder wordt. Afsmelten van het noordpoolijs zou dus de opwarming van het klimaat kunnen versterken. Maar je moet natuurlijk wel naar de weerkaatsing van de hele aarde kijken, dus dit gaat alleen op als ook op de gehele aarde de netto weerkaatsing van zonlicht afneemt.



Aan de andere kant kan de versterkte opwarming van het klimaat ook weer een afremmend effect op het verdwijnen van het zee ijs veroorzaken. Een recent artikel in het tijdschrift Nature (zie Kennislinkartikel “Klimaatverandering en regenval”) laat zien dat computermodellen voorspellen dat de huidige opwarming van het klimaat tot meer neerslag op hoge breedtegraden leidt, terwijl de neerslag op lage breedtegraden afneemt.

Omdat het noordpoolijs zich op een hoge breedtegraad bevindt, zou dit voor een snellere aangroei van het ijs kunnen zorgen in de vorm van meer sneeuw die op het ijs valt. Dit zie je in extreme vorm bij sommige gletsjers die hierdoor ondanks het opwarmende klimaat zelfs aangroeien. De Hubbard Glacier in Alaska is hier een voorbeeld van (zie de links hieronder).

Het is dus duidelijk het afsmelten van het ijs, net als klimaatverandering in zijn algemeenheid, afhankelijk is van een complex samenspel van verschillende factoren. Dat maakt het ook zo moeilijk om de effecten van klimaatverandering precies te voorspellen. Ondertussen gaat de race om de noordpool gewoon door. Want hoewel het lastig is te voorspellen hoe snel het ijs op de noordpool verder zal afsmelten, dat het verder zal afsmelten is toch wel erg waarschijnlijk.

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84656923
17-08-2007

Amateurweerkundige haalt klimaatdata onderuit

Een Canadese amateurmeteoroloog heeft aangetoond dat belangrijke klimaatgegevens waarmee is 'bewezen' dat de aarde opwarmt niet deugen.


Klimaatmodellen van het KNMI

Een amateurweerkundige in Canada heeft de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie Nasa ernstig in verlegenheid gebracht door aan te tonen dat hun klimaatgegevens niet deugen.

Daarmee haalde de bloggende broeikasscepticus Stephen McIntyre eigenhandig een belangrijk fundament onder de opwarmingstheorie onderuit.

Pieken
Met een eigen analyse van weergegevens liet McIntyre zien dat niet 1998, maar 1934 het warmste jaar was in Amerika sinds de metingen begonnen. Bovendien vallen vijf van de tien warmste jaren voor 1939, en telt de huidige eeuw er slechts een.

McIntyre constateerde dat temperatuurmetingen van Amerikaanse weerstations sinds 2000 plotselinge en onverklaarbare pieken lieten zien. Hij bracht Nasa per e-mail op de hoogte. De organisatie weigerde hem inzicht te geven in de manier van gegevens verwerken, maar wijzigde in stilte de eigen resultaten.

Al Gore
Nasa's weerinstituut, het Goddard Institute of Space Science in New York, heeft de fout toegegeven. Volgens de klimatologen is die te wijten aan een nieuw meetsysteem dat in 2000 in gebruik werd genomen. Maar de wijzigingen zouden verder nauwelijks gevolgen hebben voor de waargenomen trend van opwarming.

Toch zijn de oorspronkelijke gegevens, ook gebruikt in de propagandafilm An Inconvenient Truth van 'klimaatgoeroe' Al Gore, inmiddels wel ingrijpend gewijzigd. In de top drie warmste jaren komt geen enkel jaar in de huidige eeuw meer voor. Respectievelijk 1934, 1998 en 1921 gelden nu als de warmste in Amerika.

Nog altijd heilig overtuigd van klimaatopwarming? Lees de zes debattips van Simon Rozendaal.

Door Bas Benneker

(Elsevier)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84656964
31-08-2007

IJstijd door opwarming van de aarde

DEN HAAG - De opwarming van de aarde kan voor Nederland volledig omgekeerd uitpakken. Door veranderingen in de oceanen dreigt een nieuwe ijstijd. Het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) vaart binnenkort naar Groenland om dit verder te onderzoeken.

Ondanks de noordelijke ligging kent West-Europa een relatief gematigd klimaat. Dat is te danken aan de warme golfstroom, die vanuit de Caraïben warm oceaanwater tot aan het zuiden van Ierland aanvoert.

Op grote diepten stroomt via dezelfde route het koude, noordelijke water weer terug richting het zuiden.

Als deze gigantische lopende band tot stilstand komt, blijft het warme water weg van West-Europa. Gevolg is dat de temperatuur in Nederland binnen tientallen jaren enorm daalt.

Broeikasgas

Door de uitstoot van het broeikasgas CO2 (koolstofdioxide), met de opwarming van de wereld als gevolg, dreigt de warme golfstroom te stoppen. De hogere temperaturen op aarde zorgen ervoor dat de ijsvoorraden op de Noordpool en Groenland smelten. Wetenschappers vermoeden dat het smeltwater de lopende band op zijn noordelijkste punt kan vertragen of zelfs stoppen.

Het onderzoeksschip van de NIOZ, de Pelagia, zal in de Irminger Zee ten zuiden van Groenland onderzoek verrichten naar de klimaatschommelingen.

Meetstation

Verder laat het schip midden in de Atlantische Oceaan een meetstation zakken dat een jaar lang de stroming op grote diepte zal bijhouden, zegt expeditieleider Geert-Jan Brummer.

Op die manier hopen de wetenschappers te weten te komen of de lopende band daadwerkelijk tot stilstand dreigt te komen. Het onderzoek van de NIOZ is hard nodig, omdat geleerden nog weinig weten over de verschillende invloeden op warme golfstroom.

Termijn

Overigens onderzoekt de Pelagia niet alleen de veranderingen in het klimaat op de lange termijn. Het schip is tevens een varend meteostation dat regelmatig het lokale weer op de oceaan doorgeeft.

Op deze manier kunnen meteorologen op het vasteland beter het weer voorspellen.

De Pelagia zet met 25 bemanningsleden aan boord dit weekeinde koers richting Groenland.

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84656972
31-08-2007

Ierland warmt dubbel zo snel op als rest van wereld

Een rapport van het Ierse Environmental Protection Agency heeft uitgewezen dat het eiland dubbel zo snel opwarmt als de rest van de wereld. Dat schrijft The Irish Times. Het rapport stelt dat Ierland tussen 1980 en 2004 is opgewarmd met 0,42 graden per decennium. Dat is het dubbele van het wereldwijde gemiddelde.

Onderzoekers voorspellen dat de regenval in het noorden en het westen van het eiland in de toekomst nog feller zal worden. In de zomer dreigt er droogte in het zuiden en het oosten van het land. Vrijwel overal worden minder dagen met vriestemperaturen voorspeld. De Ierse oostkust zou vanaf 2020 te kampen krijgen met ernstig watertekort. Uit het rapport blijkt verder dat het landbouwseizoen langer zal duren, waardoor boeren de mogelijkheid krijgen nieuwe gewassen te telen. Daar staat tegenover dat het land ook vaker zal worden overstroomd. (belga/hln)

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657000
11-09-2007

Nieuwe studie OESO plaatst vraagtekens bij biobrandstoffen

Het stimuleren van biobrandstoffen zal de voedselprijzen doen stijgen en hele wouden en waterrijke gebieden vernietigen, terwijl de impact van deze brandstoffen in de strijd tegen de opwarming van de aarde eerder bescheiden zal zijn. Dat stelt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in een rapport dat lekte in de krant The Financial Times.

Vraagtekens
Het rapport zet vraagtekens bij het beleid van de Europese Unie, dat erop gericht is om het gebruik van biobrandstoffen zoveel mogelijk te stimuleren. "De huidige drang om het gebruik van biobrandstoffen uit te breiden, zorgt voor onhoudbare spanningen die hele markten zullen ontregelen zonder een aanzienlijk voordeel voor het milieu op te leveren", zo staat in de studie.

Te hoge prijs
Volgens de OESO kunnen biobrandstoffen de uitstoot van broeikasgassen met maximaal drie procent indijken. De prijs die daarvoor betaald moet worden, is volgens de studie onevenredig groot. Voor de productie van biobrandstoffen dreigen immers wouden en waterrijke gebieden het gelag te betalen. Bovendien zou een grootschalige doorbraak van deze brandstoffen de druk op de voedselprijzen op de wereldmarkt doen stijgen.

Ook het financiële plaatje oogt volgens de OESO niet rooskleurig. Om biobrandstoffen ingang te doen vinden, zijn massale investeringen nodig. De Amerikaanse overheid, bijvoorbeeld, geeft elk jaar 7 miljard dollar uit aan de productie van ethanol. Dat komt neer op een prijs van 500 dollar voor elke ton koolstofdioxide (CO2) die wordt bespaard. De OESO schat dat de prijs voor het besparen van één ton CO2 in Europa nog tien keer hoger kan liggen.

Alternatief
In de strijd tegen de opwarming van de aarde worden biobrandstoffen aanzien als een alternatief voor fossiele brandstoffen, zoals aardolie en kolen. De studie van de OESO, een intergouvernementele denktank waar ook de meeste EU-lidstaten deel van uitmaken, is niet de eerste die twijfelt aan de ecologische verdiensten van biobrandstoffen.

Voor milieugroep Friends of the Earth vormde de studie alvast een aanleiding om de EU nogmaals op te roepen om haar doelstelling omtrent biobrandstoffen te schrappen. Volgens de conclusies van de Europese top van maart 2007 willen de EU-lidstaten dat biobrandstoffen tegen 2020 10 procent van de markt voor vervoersbrandstoffen vertegenwoordigen. (belga/hln)

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657013
12-09-2007

Klimaatverandering bedreiging voor veiligheid

LONDEN - Klimaatveranderingen vormen een potentieel grote bedreiging van de internationale veiligheid. Samen met moslimextremisme en de verspreiding van nucleaire wapens vormen de klimaatveranderingen momenteel het grootste gevaar voor de wereldvrede.

Dat stelt het gezaghebbende International Institute for Strategic Studies (IISS) in het woensdag verschenen jaarverslag.

De 'denktank' wijst op potentiële strijd tussen landen of regio's over goede landbouwgronden en watervoorraden als de klimaatveranderingen zich verder voortzetten.

Vluchtelingen

De stabiliteit in sommige regio's kan ook in gevaar komen als stromen vluchtelingen op gang komen als gevolg van klimaatveranderingen, die gepaard kunnen gaan met overstromingen, zware stormen of juist grote droogte.

Wereldcrisis

Het IISS rept van een in potentie "catastrofale" wereldcrisis die "het niveau van een nucleaire oorlog evenaart". Volgens de rapportage is gecoördineerd internationaal beleid tegen het versterkte broeikaseffect hard nodig om grote conflicten te kunnen voorkomen.

De samenstellers van het rapport pleiten ervoor dat eindelijk een land eens "effectief leiderschap" toont om de milieucrisis aan te pakken.

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657033
17-09-2007

"Biobrandstoffen houden ecologisch probleem in"

De Duitse wetenschapper Ernst Ulrich von Weizsäcker heeft zich hevig verzet tegen het gebruik van biobrandstoffen in de strijd tegen de opwarming van het klimaat. Volgens hem wordt de verscheidenheid van de aarde enorm bedreigd door het aanplanten van grote monoculturen van planten voor biobrandstoffen.

Bio-ethanol
Volgens von Weizsäcker heeft de teelt van energierijke planten niets te maken met de bescherming van het klimaat, maar creëert wel een milieucrisis. Het aanplanten van gewassen voor de productie van bio-ethanol is volgens hem "een uitvinding van de landbouwlobby". Von Weizsäcker werkt als milieuwetenschapper aan de Universiteit van Californië en stond vroeger aan het hoofd van het Instituut voor Klimaat, Milieu en Energie in Wuppertal.

Angela Merkel
Hij prees de Duitse bondskanselier Angela Merkel voor haar voorstel om maximumgrenzen vast te leggen voor de uitstoot van CO2 per persoon. Om de opwarming van het klimaat een halt toe te roepen, moet de uitstoot van CO2 over de hele wereld gehalveerd worden. Momenteel stevenen we echter eerder af op een verdubbeling van de uitstoot. In industrielanden zou de uitstoot van CO2 zelfs met 80 procent naar beneden moeten. Ook moet de energie-efficiëntie tegen 2050 vertienvoudigd worden. (belga/gb)

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657049
25-09-2007

Meerderheid mensheid erkent klimaatopwarming en wil actie



In vele landen, waaronder ook China, Brazilië en Indonesië, is een grote meerderheid van de bevolking overtuigd van de rol die de mens speelt bij het opwarmen van de aarde, en wil die meerderheid ook dat dringend actie tegen de verandering van het klimaat wordt ondernomen. Dat blijkt uit een peiling van de BBC World Service.

Menselijke rol
Voor de peiling werden in 21 landen in totaal 22.000 mensen naar hun mening gevraagd. Van de respondenten bleek nagenoeg viervijfde (79 procent) overtuigd van de menselijke rol -waaronder "industrie en transport"- bij de klimaatwijziging. Negen van de tien vindt het nodig dat "actie" wordt ondernomen; tweederde zegt zelfs dat het probleem dringend en ingrijpend moet worden aangepakt.

Gemiddeld is nog amper zes procent van de wereldbevolking van mening dat helemaal geen actie ondernomen hoeft te worden. Een kwart van de respondenten denkt dat met een "beperkt optreden" het probleem wel van de baan komt.

Impact voelbaar
Volgens voorzitter Doug Miller van het peilingsinstituut Globescan, dat de peiling uitvoerde, heeft het groeiende bewustzijn van de realiteit van de 'global warming' bij veel mensen de gevoelig(st)e snaar, het eigenbelang, geraakt. "De impact van het onregelmatige weer op hun eigendom, henzelf, hun land is voor alle mensen over de wereld reëel en voelbaar", aldus Miller.

Steun
Driekwart van de respondenten wil een internationaal akkoord over beperking van de uitstoot van broeikasgassen dat ook de zogenaamde ontwikkelingslanden omvat. In ruil voor die medewerking moeten de Derdewereldlanden dan wel financiële en technologische steun van het rijke Noorden krijgen. (belga/gb)

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657065
02-10-2007

Zeeijs rond noordpool verdwijnt razendsnel


Een satellietfoto van het ijs op de noordpool, genomen op 21 september 2005. Eerder was het zo groot als de gele lijn aangeeft. Foto: AFP

Het zeeijs rond de noordpool verdwijnt in recordtempo. Nooit eerder sinds het begin van de satellietwaarnemingen in 1979 heeft er in september zo weinig zeeijs gelegen als afgelopen maand. De ijsbedekking lag rond 16 september maar liefst 39 procent onder het gemiddelde van de periode 1979 - 2000. Vooral aan de zijde van de Beringstraat is een enorm zeeoppervlak ijsvrij geworden.

Dat bericht het National Snow and Ice Data Center (NSIDC) van de universiteit van Colorado in Boulder. De gevolgen van het versterkte broeikaseffect worden nu ‘luid en duidelijk’ waarneembaar. De NSIDC maakt jaarlijks aan het eind van het smeltseizoen de balans op en komt dan in oktober met een persbericht. Het centrum baseert zich op satellietgegevens: voor de periode 1978-1987 van de Nimbus-7 satelliet, daarna van een defensiesatelliet. Het is het meest gezaghebbende instituut voor uitspraken over trends in zeeijsbedekking.

Worden de schaarse vliegtuig- en scheepswaarnemingen uit de jaren voor 1978 als gelijkwaardig meegeteld dan valt te concluderen dat de september-ijsbedekking sinds de jaren vijftig ruwweg is gehalveerd. Twee weken geleden meldde de Europese ruimtevaartorganisatie ESA, zonder noemenswaardige toelichting, dat ‘voor het eerst in de geschiedenis’ de noordwestelijke doorvaart geheel open lag. Maar voor 1978 zijn daaraan weinig of geen systematische waarnemingen gedaan.

Het wachten was op het ijsbericht van de NSIDC. Dat kwam gisteren, vergezeld van recente satellietopnames. Inmiddels ligt de noordwest passage weer dicht.

De waarnemingen van het NSIDC beperken zich louter tot de ijsbedekking van het zeeoppervlak. Ze houden geen rekening met ijsdikte en de verhouding tussen jong en oud (overjarig) ijs. Maar ook daarin zouden, volgens verspreide metingen, de trends ongunstig zijn. Het NSIDC stelt vast dat het smeltseizoen rond de noordpool steeds langer duurt. De geringste ijsbedekking rond de pool wordt steeds later in september bereikt.

‘De ijsbedekking rond de noordpool is in een neerwaartse spiraal geraakt en kan het “point of no return” inmiddels gepasseerd zijn’, aldus het persbericht. Daarmee wordt gezinspeeld op een dreigend zelfversterkend effect: als er weinig zeeijs is, kan de zee meer zonnestraling absorberen waardoor de watertemperatuur stijgt.

(nrc)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657085
13-12-2007

'Recordaantal rampen door opwarming aarde'

GENEVE - De opwarming van de aarde heeft geleid tot een recordaantal natuurrampen in 2007. Het aantal rampen is ten opzichte van vorig jaar gestegen met een slordige 20 procent. Dat staat in het jaarlijkse Wereldrampenrapport van de Internationale Federatie van het Rode Kruis (IFRC).

"Tot 10 oktober 2007 heeft de IFRC al 410 rampen geteld waarvan 56 procent aan het weer gerelateerd waren. Dat is in lijn met de trend van stijgende aantallen rampen door klimaatveranderingen", aldus het IFRC in het donderdag uitgegeven rapport.

In 2006 telde de IFRC nog 427 natuurrampen, een stijging van 70 procent ten aanzien van 2004. "Deze getallen bevestigen de trend van de afgelopen jaren", aldus secretaris-generaal Markku Niskala van de IFRC.

(c) ANP

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657095
12-12-2007

Wateren Noordpool al rond 2013 ijsvrij

SAN FRANCISCO - Amerikaanse wetenschappers hebben een nieuw computermodel gepresenteerd over de gevolgen van de klimaatverandering voor de wateren rond de Noordpool. Die zullen gedurende zomers niet pas rond 2030 of 2040 ijsvrij zijn, maar al vanaf ongeveer 2013.

Dat berichtte de Britse omroep BBC woensdag. Volgens de leider van de studie, Wieslaw Maslowksi, hebben andere voorspellingen onvoldoende rekening gehouden met bepaalde factoren zoals de toevoer van warm water vanuit de Atlantische en Stille Oceaan. Dat zal het proces verder versnellen.

Baanbrekend

Het team van Maslowski heeft volgens de BBC enige faam als het gaat om de ontwikkeling van baanbrekende computermodellen.

Op het Indonesische eiland Bali heeft momenteel een grote VN-top plaats over het bestrijden van klimaatveranderingen. Wetenschappers en milieugroepen hopen dat er afspraken worden gemaakt die het verwachte klimaattij nog kunnen keren.

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657115
16-11-2007

'Klimaatverandering kan onomkeerbaar zijn'

VALENCIA - De consequenties van klimaatverandering door menselijk toedoen kunnen onomkeerbaar zijn. Dat staat in een rapport waaraan het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) vrijdag de laatste hand heeft gelegd.

Het rapport geeft een overzicht van de klimaatveranderingsproblematiek en moet de komende vijf jaar een leidraad zijn voor beleidsmakers, aldus een Frans IPCC-lid vrijdag.

In het rapport is onder meer bewijs van klimaatverandering opgenomen. Ook de huidige en mogelijke effecten ervan en de mogelijkheden om de gevaren van klimaatverandering zoveel mogelijk te beperken staan erin.

Nobelprijs

IPCC en de voormalige Amerikaanse vicepresident Al Gore hebben de Nobelprijs voor de Vrede 2007 toegekend gekregen voor hun "inspanningen om kennis op te bouwen en te verspreiden over de door de mens gecreëerde klimaatverandering, en het leggen van de fundamenten voor maatregelen die nodig zijn om dergelijke verandering tegen te gaan". Ze mogen de prijs op 10 december in Oslo ophalen.

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657144
20-12-2007

CO2-ramp volgde opwarming

Meer inzicht in lang vervlogen klimaatomslag

55 miljoen jaar geleden trof, begon al duizenden jaren vóórdat de zeebodem miljarden tonnen broeikasgas uitbraakte en daarmee de opwarming versterkte. Dat concluderen Nederlandse onderzoekers uit boringen in Amerikaanse bodem.

De twee boorkernen uit de Amerikaanse bodem lagen al tien jaar in de vriezer, zonder dat er iemand naar omkeek. Appy Sluijs, geoloog aan de Universiteit Utrecht, haalde ze eruit om meer te weten te komen over het klimaat van lang vervlogen tijden. In Nature van deze week concludeert hij samen met zijn collega's dat de grote broeikasramp die 55 miljoen jaar veel diersoorten uitroeide op de zeebodem, het gevolg was van een klimaatkettingreactie.

"Het was al ontzettend warm in het Paleoceen, de periode tot 55 miljoen jaar geleden", zegt Sluijs. De twee boorkernen die hij bestudeerde, komen uit de Amerikaanse staat New Jersey, aan de noordoostkust. Daar ligt de gemiddelde jaartemperatuur net als in Nederland rond de 11 graden Celsius. Aan het eind van het Paleoceen was dat maar liefst 27 graden.

Sluijs: "De hele wereld was toen een stuk warmer dan nu. Aan de Noordpool was het gemiddeld 17 graden! Hoeveel CO2 er in de lucht zat is niet precies bekend, maar we schatten rond de 1500 ppm, vier keer zo veel als tegenwoordig. IJskappen aan de polen waren er niet en de zeespiegel lag tachtig of negentig meter hoger dan vandaag. De plaatsen waar de boorkernen vandaan komen, lagen toen onder water. Net als Nederland trouwens."

Die 'broeikaswereld' bleef lang stabiel, maar 55 miljoen jaar geleden veranderde dat plotseling. Eerder onderzoek van Sluijs en zijn collega's liet zien dat de oceanen opeens verzadigd raakten met koolzuur, opgelost CO2 dus, waardoor de oceanen verzuurden en ecosystemen totaal ontwricht raakten. Het CO2-gehalte van de lucht verdubbelde of verdriedubbelde, waardoor het nog warmer werd dan het al was.

De oorzaak van al die ellende was het plotseling vrijkomen van miljarden tonnen koolstof. "Zeer waarschijnlijk was een deel van die koolstof afkomstig van methaanhydraten in de bodem van de diepzee", vertelt Sluijs. "Bevroren pakketten aardgas eigenlijk, die op hun plaats blijven zolang het koud genoeg is." Maar ze bleven dus niet op hun plaats? "Nee, of in elk geval niet allemaal. En dat zie je in de boorkernen terug."

Koolstofatomen komen voor in drie vormen oftewel isotopen, legt hij uit, met als enige verschil het aantal neutronen in de kern. Zo bestaat er koolstof-12, koolstof-13 en koolstof-14. Die laatste vervalt met een halfwaardetijd van 5730 jaar en komt in gesteentes van 55 miljoen jaar geleden dus niet meer voor. De andere twee blijven altijd zichzelf. Planten nemen de lichtere versie, nummer 12, iets gemakkelijker op dan de zwaardere, en daardoor is het percentage koolstof-13 in plantenresten lager dan in de lucht. Dat levert geologen een kijkje in het verre verleden op.

"In de boorkernen zie je een scherpe grens lopen", zegt Sluijs. "Eronder zit er naar verhouding veel meer koolstof-13 in dan erboven. Dat kan alleen maar komen doordat er plotseling heel veel koolstof van plantaardige oorsprong vrijkwam." Methaan uit de zeebodem is de logische dader. Het wordt door bacteriën gemaakt uit organisch materiaal, daardoor zit er relatief weinig koolstof-13 in.

Naast koolstofisotopenbepalingen deed Sluijs ook andere metingen. Hij keek onder meer naar de resten van eencelligen van het type dinoflagellaten. Daarin zag hij al iets veranderen in een bodemlaag die dieper zat dan de koolstofomslag: "Ineens zitten daar veel meer overblijfselen in van Apectodinium, een soort die tot die tijd alleen rond de evenaar voorkwam. En de concentratie van die overblijfselen blijft ook tijdens de koolstofomslag hoog."

Wat gebeurde er intussen met de temperatuur? Om daar achter te komen, gebruikte Sluijs een ingenieuze methode die is ontwikkeld in het Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek (NIOZ). Die maakt gebruik van het feit dat archeae, bacterie-achtige eencelligen, de moleculaire structuur van hun vetten variëren met de temperatuur. Die vetten zijn bewaard gebleven in het gesteente, en zijn dus te gebruiken als een soort thermometer.

De vetten lieten zien dat de temperatuur begon te stijgen nadat Apectodinium in groten getale opdook, maar voordat het koolstofprofiel veranderde. Sluijs: "De gemiddelde temperatuur steeg in pakweg zesduizend jaar van 27 graden naar bijna 35 graden. De koolstofomslag zit halverwege die stijging."

Met andere woorden: het was al ongeveer drieduizend jaar aan het opwarmen toen de reusachtige koolstofvoorraden vrijkwamen. Het resulterende broeikasgas stookte de temperatuur nog verder op. "We konden dat eerder niet aantonen, omdat de boorkernen niet goed genoeg waren voor een scherp beeld", verklaart Sluijs. "Maar we vermoedden het wel, want methaanhydraten lossen alleen op als ze opgewarmd worden. Ze zaten zo diep in de bodem, dat het een paar duizend jaar duurde voor de opwarming ze had bereikt."

Ze waren dus niet verantwoordelijk voor het begin van de temperatuurstijging. Wat veroorzaakte die aanvankelijke opwarming dan wel? Dat is nog een open vraag, zegt Sluijs. "Er zijn aanwijzingen dat vulkanen actiever werden, waardoor de CO2 in de atmosfeer steeg. En mogelijk was het een gevolg van veranderingen in de oceaanstromingen."

De hamvraag is natuurlijk: wat kunnen we eruit afleiden over onze eigen situatie? "Vooral dat er kettingreacties kunnen optreden in het klimaatsysteem", zegt Sluijs.

"Opwarming kan zichzelf versterken, doordat er extra broeikasgassen vrijkomen uit verborgen reservoirs. En dat zie je nu ook gebeuren. In de Siberische permafrost en langs de kusten liggen gigantische hoeveelheden methaan klaar. Die zullen vrijkomen als de aarde verder opwarmt, dat gebeurt nu al. Daar hoeven we geen drieduizend jaar op te wachten, want ze liggen lang niet zo diep. Dus de boodschap is, dat we snel maatregelen moeten nemen om het gebruik van fossiele brandstoffen te stoppen. Zo snel mogelijk."

(Noorderlicht)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657164
20-12-2007

Steeds weer die broeikas



Vijf keer werd het leven op aarde grotendeels uitgeroeid. Dat zou telkens komen door een broeikaseffect, aldus de nieuwste trend in de aardwetenschap.

Wetenschap is modieus. Een tijdlang waren meteorieten hip. Die trend werd gezet door vader Luis en zoon Walter Alvarez toen zij in 1980 aannemelijk maakten dat de inslag van een meteoriet het uitsterven van de dinosauriërs veroorzaakte, 65 miljoen jaar geleden. Meteorieten kwamen in de mode als verklaring voor grote uitstervingen in het verre verleden. Er werden inslagkraters ontdekt die in datering aardig samenvielen met drie van de vier andere sterftegolven waarbij meer dan de helft van het leven op aarde verdween: 375, 251 en 200 miljoen jaar geleden. Het massale uitsterven aan het einde van het Ordovicium was 444 miljoen jaar geleden eigenlijk de enige uitzondering.

“Iedereen ging na de publicatie van Alvarez en Alvarez als een gek op zoek naar inslagen van meteorieten”, zegt marien geoloog Henk Brinkhuis, verbonden aan de Universiteit Utrecht. “En warempel. De dateringen leken aardig te kloppen.” Brinkhuis heeft veldonderzoek gedaan aan afzettingen die alle vijf de uitstervingen markeren. En ja, hij heeft zelf óók wel eens ten onrechte een meteoriet als hoofdschuldige voor een ramp aangezien.

De meteorietenmode is nu voorbij. Soms toonden nauwkeuriger dateringen van meteorietkraters aan dat het moment van inslag toch net niet samenviel met de grote sterfte. En er is nog een reden voor de verminderde populariteit van de meteoriethypothese. Er heeft zich een nieuwe mode aangediend. Een op hol geslagen klimaat is nu en vogue. In tal van wetenschappelijke publicaties worden grote sterftegolven uit de geschiedenis van de aarde in verband gebracht met uit de hand gelopen klimaatverandering. Vaak wordt ter vergelijking verwezen naar het versterkte broeikaseffect waarover de VN dezer dagen op Bali vergaderen.

De broeikaskanonnen die in het verre verleden de aarde in tropische temperaturen onderdompelden, zijn in deze klimaatrampscenario’s vooral grote vulkanen, en methaanijs dat loskomt uit de zeebodem. Ook een omslag in oceaancirculatie, of het stilvallen daarvan, komt vaak terug. De overeenkomsten met de somberste klimaatscenario’s van het VN-klimaatpanel springen in het oog. Daarin wordt gewaarschuwd voor het stilvallen van de Golfstroom en de ramp die dat zou betekenen voor West-Europa. Ook het plots vrijkomen van methaan uit zeebodem en permafrost is tegenwoordig een doemscenario waarmee klimaatwetenschappers serieus rekening houden.

De Amerikaanse paleontoloog Douglas Erwin noemt scenario’s over de op hol geslagen broeikas in een reactie per e-mail ‘plausibel’, maar rept ook van een rage: “Ik heb al heel lang beargumenteerd dat broeikasfactoren een waarschijnlijke oorzaak zijn van tenminste een deel van de sterftegolf aan het einde van het Perm, maar er is geen enkele reden om aan te nemen dat àlle massa-extincties veroorzaakt zouden zijn door één en dezelfde oorzaak”. Henk Brinkhuis is het daarmee eens: “Je moet elk tijdvak beschouwen als een wereld op zich. Met zijn eigen mogelijkheden en beperkingen.”

Toch blijven veel aardwetenschappers zoeken naar de grote greep, de alomvattende theorie die àlle sterftegolven op aarde onder een noemer brengt.

Een van de pleitbezorgers van de nieuwe mode – hij spreekt zelf van een paradigmaverschuiving – is Peter Ward, hoogleraar aardwetenschappen aan de universiteit van Washington. Een uit de hand gelopen klimaatverandering was verantwoordelijk voor vier van de vijf massale uitstervingsgolven op aarde, zo schrijft hij in het boek ‘Under a Green Sky’ (2007). Het uitsterven van de dinosauriërs is de enige uitzondering. En Ward gaat nog verder: tal van kleinere levensvernietigende rampen hebben volgens hem dezelfde oorzaak. Een toegenomen hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer leidde telkens tot een verandering in oceaanstromingen en uiteindelijk tot een vernietigend zuurstoftekort – ook op het land.

Wards universele broeikasscenario begint met grootschalig vulkanisme, een betrekkelijk onomstreden regelmatig fenomeen dat in de geschiedenis van het leven op aarde een belangrijke, maar nog niet helemaal begrepen rol speelt. De magma komt dan niet omhoog uit kegelvormige vulkanen maar uit spleten in de grond. Grote delen van onze planeet zijn bedekt met vloedbasalten, de sporen van deze magmagolven. Hun datering valt vaak verrassend goed samen met uitstervingsgolven. Bij de erupties komen uit het magma grote hoeveelheden methaan en kooldioxide vrij, gassen die het broeikaseffect versterken en die zorgen voor opwarming van de aarde.

Toch is niet geheel duidelijk waarom dit vulkanisme op zichzelf zou leiden tot uitsterven op mondiale schaal. Warmere oceanen absorberen minder zuurstof uit de atmosfeer. En aanwijzingen voor zuurstofgebrek in oceanen markeren grote sterftegolven in de zee. Maar de broeikasgassen zijn waarschijnlijk niet direct dodelijk voor het leven op het land. “Van veel kooldioxide in de lucht gaan de plantjes alleen maar groeien”, zegt Sinninghe Damsté. Er is meer nodig om te kunnen komen tot een gelijktijdige sterftegolf op het land én in de zee. Ward heeft daarvoor een ingenieuze verklaring: grote bellen waterstofsulfide bubbelden op uit de oceanen en doodden het leven op het land.

Hoeveel Wards bubbel-mechanisme kan verklaren is niet duidelijk. Van sommige massa-extincties is niet eens genoeg informatie voorhanden om een serieus oordeel te vellen.

Door de opwarming van de atmosfeer raakt de oceaancirculatie verstoord. “De oceaancirculatie wordt enkel en alleen aangedreven door temperatuurverschillen tussen de tropische breedtegraden en de polen”, zo legt Ward uit in een e-mail. “Als de wereld opwarmt, dan warmen de polen veel meer op dan de tropische gebieden. Het temperatuurverschil neemt af en dat betekent dat de oceaancirculatie verandert of stilvalt.”

Er zijn ook aanwijzingen voor zuurstoftekort in de oceanen aan het einde van het Perm. In zijn boek ‘Extinction’ wijst Perm-specialist Douglas Erwin van het Smithsonian Museum of Natural History in Washington, erop dat de zeeën na het einde van het Perm worden gedomineerd door een klein aantal soorten schelpdieren en armpotigen met een sterke voorkeur voor zuurstofarme omstandigheden in stilstaand water. Maar dit zijn diepzeeorganismen, het bewijst nog niet dat vrijwel de hele oceaan zuurstofloos was.

Ward combineert de bewijzen voor stilstaand, zuurstofloos oceaanwater met de afzetting van specifieke moleculaire fossielen: overblijfselen van de pigmenten van groene zwavelbacteriën die het giftige waterstofsulfide met behulp van licht omzetten in zwaveloxiden. Die zijn wereldwijd gevonden, onder andere in gesteenten die dateren van het einde van het Perm.

De groene zwavelbacteriën komen alleen voor wanneer zuurstofloos water tot vlak aan het oppervlak komt. “Als water vrij sulfide bevat, dan is het zuurstofloos”, legt Sinninghe Damsté uit, “want anders reageert dat sulfide direct met het aanwezige zuurstof. De groene zwavelbacteriën hebben ook zonlicht nodig, wat betekent dat ze dicht bij het oppervlak leven. In de Zwarte Zee leven de groene zwavelbacteriën tot 90 à 100 meter diep. Dit soort condities treedt vooral op wanneer er weinig stroming is zodat nauwelijks zuurstofverversing optreedt.”

Ward concludeert dat bacteriën die houden van licht en waterstofsulfide aan het einde van het Perm welig tierden in oppervlaktewater. Het waterstofsulfide dat de bacteriën produceren komt uiteindelijk in grote bellen vrij – een fenomeen dat ook nu nog op kleine schaal waargenomen wordt in Noorse fjorden en voor de kust van Namibië. Het giftige gas veroorzaakte vervolgens massale sterfte op het land. ‘Killer Greenhouse Effect’ noemde Scientific American dit scenario vorig jaar. Tal van massale sterftegolven zouden erdoor verklaard moeten zijn.

Zo’n dodelijke broeikas roept bij Ward associaties op met de klimaatproblemen van vandaag – ook al wordt de wereld nu niet bedreigd door grootschalig vulkanisme of opborrelend waterstofsulfide uit de oceanen. Ward legt in ‘Under a Green Sky’ expliciet het verband tussen die uitstervingsgolven van vroeger en het ‘broeikasuitsterven’ waarvoor nu gevreesd wordt. Ward waarschuwt dat een warmer klimaat de Golfstroom tussen de Golf van Mexico en het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan kan stilleggen, met een plotsklaps koud West-Europa als gevolg. Dit scenario verschilt in zijn ogen niet wezenlijk van de majeure veranderingen van oceanische circulatiesystemen tijdens de grootste sterftegolven uit de geschiedenis van de aarde.

Ook Henk Brinkhuis heeft grote twijfels. “Plotsklaps denkt iedereen alles te kunnen verklaren door een gebrek aan zuurstof dat samenhangt met veranderingen in de oceaancirculatie. Maar het gaat gewoon niet op. Waarschijnlijk zat er wereldwijd genoeg zuurstof in de atmosfeer om dat waterstofsulfide te neutraliseren.” In aanwezigheid van zuurstof wordt het waterstofsulfide snel omgezet in zwaveloxiden.

Dát het leven lang nodig had om te herstellen maakt Brinkhuis op uit veranderingen in de ratio tussen de meest voorkomende variant van het element koolstof (C-12) en C-13, een versie van dit molecuul met één extra neutron in de kern. Planten en andere vormen van leven, slaan bij voorkeur de lichte variant op van koolstof, maar een langdurige daling van de ratio laat zien dat er door planten na het einde van het Perm miljoenen jaren nauwelijks C-12 werd vastgelegd. “Je kunt eruit opmaken dat het twee miljoen jaar duurt voordat het leven zich heeft hersteld”, zegt Brinkhuis. “Aan het einde van het Krijt herstelt het leven zich veel sneller.”

De lange herstelperiode is volgens Brinkhuis de sleutel tot het antwoord op de vraag wat nu het grote sterven aan het einde van het Perm heeft veroorzaakt. “Er moet iets gebeurd zijn dat het leven op aarde langdurig uit het lood heeft geslagen”, zegt hij. “In zeeafzettingen vind je miljoenen jaren na de extinctie alleen maar kleine rotvisjes. We zien dat zaden nauwelijks tot ontkieming komen. En als er wat op het land groeit, dan zijn het kleine vettige plantjes met een vettige huid. Wij denken dat ze zich daarmee beschermden tegen een overschot aan ultraviolet licht.”

Perm-specialist Erwin interpreteert de feiten weer anders. Hij concludeert dat het uitsterven rond het einde van het Perm kwam in twee golven die tien miljoen jaar uit elkaar liggen. Een meteoriet als oorzaak voor de tweede uitstervingsgolf valt zijns inziens nog altijd niet uit te sluiten, al zijn er geen overtuigende bewijzen voor gevonden.

Wat kan het einde van het Perm ons dan leren over de klimaatproblemen van vandaag? “Helemaal niets”, zegt Brinkhuis. Het lijkt het verstandigst om op te passen met universele verklaringen. Of het nu meteorieten zijn, of op hol geslagen broeikassen.

Van een massale sterftegolf was 55 miljoen jaar geleden geen sprake al werd het leven in de diepzee wel zwaar getroffen. Zelfs op de polen heersten tropische omstandigheden. De zeespiegel lag zeventig meter hoger dan nu. De temperatuur nam wereldwijd toe met gemiddeld vijf graden Celsius in minder dan tienduizend jaar. In kalkafzettingen en plantenresten van het einde van het Paleoceen komt plotseling de lichte koolstofisotoop C-12 relatief veel voor. Volgens Brinkhuis is dat te verklaren doordat methaanhydraten die opgeslagen waren in de zeebodem plotseling vrijkwamen. “Alsof de zeebodem een gigantische methaanscheet laat”, zegt hij. Methaanhydraten of methaanijs zijn in de loop van miljoenen jaren afgezet door methaan producerende microben. Ze zijn nog rijker aan lichte koolstof dan planten.

Toch staat ook dit model ter discussie. Geofysicus Mark Pagani, verbonden aan Yale University, heeft uitgerekend dat de hoeveelheid methaanijs die uit de zeebodem kon vrijkomen waarschijnlijk onvoldoende was om de enorm hoge concentratie aan broeikasgassen te verklaren (Science, december 2006). Klimaatsceptici denken bovendien dat Brinkhuis en zijn collega’s oorzaak en gevolg door elkaar hebben gehaald. De hoge concentratie koolstofdioxide is volgens hen niet de oorzaak, maar het gevolg van een opwarmende aarde.

Een aanwijzing dat de Utrechtenaren het wel bij het rechte eind hebben is volgens Sinninghe Damsté te halen uit een boorkern die is opgediept uit de zeebodem voor de oostkust van Noord-Amerika. Met de Utrechtse collega’s zal hij er binnenkort over publiceren. Sinninghe Damsté: “Die boorkern komt uit een gebied waar sediment zich in heel hoog tempo heeft opgehoopt. De tijd is als het ware uitgerekt. Daardoor kun je oorzaak en gevolg prachtig terugzien. Eerst zie je de aanwijzingen voor een toename van de hoeveelheid kooldioxide in de atmosfeer. Pas daarna zie je het koolstof-12 oplopen. Het ontsnappen van methaan uit de zeebodem was dus een gevolg van de opwarming, en leidde weer tot verdere opwarming.”

Als een snel stijgende methaanconcentratie aan het einde van het Paleoceen het resultaat was van een uit de hand gelopen broeikas, dan kan dat best opnieuw gebeuren, betogen Ward en Brinkhuis. Sinninghe Damsté maant ook hier tot voorzichtigheid: “Op geen enkele extinctiegrens is bewijs gevonden van methaanetende microben. Die zou je verwachten als het methaangehalte in de oceanen en de atmosfeer plotseling toeneemt. De oceaanstromingen zagen er aan het begin van het Paleoceen ook heel anders uitzag. De Noordelijke IJszee was een afgesloten bassin, heel anders dan nu. Daar heb je dus niet zo veel aan als je conclusies wilt trekken over het lot van onze Warme Golfstroom.”

(nrc)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657211
09-01-2008

'Mens heeft weinig invloed op klimaat'

De Leidse hoogleraar Thijs van Kolfschoten vindt dat de invloed van de mens op klimaatveranderingen niet moet worden overschat. 'Het is te makkelijk om de mens overal de schuld van te geven.'


'Het is te makkelijk om de mens overal de schuld van te geven'

Van Kolfschoten (55) is als hoogleraar Paleozoölogie verbonden aan de Universiteit Leiden en heeft onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van zoogdieren sinds de eerste ijstijd.

De hoogleraar is ervan overtuigd dat er een volgende ijstijd aankomt. Veel volgelingen van Al Gore geloven juist dat de aarde steeds warmer wordt. Maar uit het onderzoek blijkt dat de schommelingen in temperatuur en het smelten van ijskappen zich ook al voordeden in de periode voor de laatste ijstijd.

Klimaatgoeroe
'In de jaren zeventig praatten we nog over een naderende ijstijd en nu over smeltende ijskappen. Die pieken en dalen zie je door de tijd altijd terugkomen,' aldus Van Kolfschoten.

Hij is geen fan van de klimaatgoeroe Al Gore, die onlangs nog de Nobelprijs voor de Vrede kreeg voor de inspanningen voor bewustwording van de invloed van de mens op het klmaat. In zijn klimaatfilm An Inconvenient Truth legt hij de schuld van het klimaatprobleem bij de mens neer.

De hoogleraar schrijft in zijn onderzoek dat er een belangrijk natuurlijk element meespeelt in de klimaatverandering. 'De grilligheid van de natuur en de relatie van de aarde met de zon heeft bijvoorbeeld een veel groter invloed op het klimaat.'

Veel kritiek
De film, die overigens 11 onjuistheden bevat, werd in de eerste instantie op veel scholen in Groot-Brittannië uitgezonden. Maar de rechter oordeelde in oktober dat, voorafgaand aan de film, gemeld moet worden dat er ook andere, wetenschappelijk onderbouwde, opvattingen bestaan over het zogenaamde klimaatprobleem.

Er is veel kritiek op de aanname dat de mens schuldig is aan de klimaatverandering. Zo hield Elsevier-redacteur Simon Rozendaal vorig jaar een kritische lezing over het klimaat en duurzaamheid in Leiden. Veel wetenschappers protesteerden destijds tegen zijn komst, omdat Rozendaal 'tegendraadse opvattingen' zou hebben over milieu en klimaat.

Door Frank Verhoef

(Elsevier)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657221
09-01-2007

Een nieuwe ijstijd?

Hoogleraar Van Kolfschoten van de Universiteit van Leiden onderzoekt al jaren fossiele zoogdieren. Deze blijken zich steeds aan te passen aan het dan heersende klimaat. Een ijstijd in de toekomst is volgens hem niet uitgesloten. Vrijdag 11 januari is zijn oratie ter gelegenheid van de aanvaarding van het ambt van hoogleraar in juni 2006.

De invloed van de mens op klimaatveranderingen moet niet overschat worden', zegt Thijs van Kolfschoten. Hij onderzoekt de ontwikkeling van zoogdieren van de ijstijden vanaf 2,5 miljoen jaar geleden. 11 januari houdt hij zijn oratie als eerste in het voor een deel al gerestaureerde Academiegebouw.


Thijs van Kolfschoten: ‘Het is te makkelijk om de mens overal de schuld van te geven.’ Bron: Universiteit Leiden/Jacqueline Lantain

Nieuwe ijstijd
‘Er komt ongetwijfeld een volgende ijstijd, daarvan ben ik heilig overtuigd’, stelt Thijs van Kolfschoten, hoogleraar Paleozoölogie en biostratigrafie van het Kwartair. Hij maakt zich niet zo druk over de huidige klimaatveranderingen. ‘Ik ben gewend in veranderingen en evolutie te denken. De schommelingen in de temperatuur en het smelten van de ijskappen deden zich in de periode voor de laatste ijstijd ook voor.’ Hij is ook niet zo’n fan van Al Gore: ‘Het is te makkelijk om de mens overal de schuld van te geven. Ik zeg niet dat ons gedrag geen gevolgen heeft, maar er is ook een belangrijk natuurlijk element. De grilligheid van de natuur en de relatie van de aarde met de zon heeft bijvoorbeeld een veel groter invloed op het klimaat. Toch vind ik het spannend om te zien hoe de natuur op de huidige invloeden reageert. Is ze sterker dan de mens? De ijskappen zijn wel vaker gesmolten en 125.000 jaar geleden was het warmer dan nu.’

Aanpassing
'Ik doe aan de hand van fossielen onderzoek naar de zoogdieren van de laatste 2,5 miljoen jaar. Botten en kiezen van (zoog)dieren zijn in veel gevallen zo karakteristiek dat een fragment vaak al voldoende is om te bepalen van welke diersoort het fossiel afkomstig is; of het een stuk bot of een kies is van een neushoorn en van welke soort neushoorn. Daarnaast analyseer ik met behulp van fossielen hoe oud gesteentes zijn. Door alle klimatologische veranderingen en de reactie van dieren daarop kun je namelijk een goede tijdsindicatie krijgen. Zo verdwenen tijdens de ijstijd de bossen door de kou. Sommige diersoorten stierven hierdoor uit en andere pasten zich aan. Zo kon een verandering van vegetatie en voedsel leiden tot aanpassingen in het gebit. En hieraan kunnen wij zien wanneer zo’n dier heeft geleefd’, legt Van Kolfschoten uit.


Mammoetskelet in Museum Quadrat te Bottrop, Duitsland.Bron: Universiteit Leiden/Jacqueline Lantain

Rendieren
Zo hebben Van Kolfschoten en zijn studenten onderzocht hoe rendieren de afgelopen 100 duizend jaar reageerden op de klimaatveranderingen. ‘Door de klimaatverandering hebben de rendieren zich door de jaren heen aangepast: hoe kouder, hoe dikker. Met de kennis van het verleden kan worden ingeschat wat de invloed van de huidige opwarming van de aarde op de rendierkuddes in Rusland zal zijn. Dit vind ik dan ook leuk aan mijn onderzoek: het verleden als verklaring en eventueel zelfs als oplossing voor de toekomst.’

Toekomstig onderzoek
‘In de dertig jaar dat ik nu bezig ben, hebben we de gaten in de tijd deels ingevuld. We hebben nu meer kennis en kunnen een nauwkeurigere onderverdeling maken. We weten nu dat er continu klimatologische veranderingen waren en dat er periodes zijn geweest waarin de evolutie waarschijnlijk veel sneller verloopt dan we vroeger dachten. Dit brengt de aannames over evolutie in ons vak aan het wankelen. Ik wil in de toekomst deze veronderstellingen ter discussie stellen en opnieuw onderzoeken.’ De voldoening van het vak haalt Van Kolfschoten uit het overbrengen van zijn passie en zijn kennis op studenten, en de discussie met hen en andere onderzoekers. ‘Hoewel het over dode diersoorten gaat, is het een levendig vakgebied. Doordat je het dode herkent, wordt het weer levend. Ik vind het enorm fascinerend dat je dingen terugvindt van miljoenen jaren geleden.’


Artistieke impressie van de verdwenen mammoetsteppe. Bron: Universiteit Leiden/Jacqueline Lantain


Oratie
Van Kolfschoten is al enige tijd benoemd tot hoogleraar, maar wilde wachten tot zijn oratie in het gerestaureerde academiegebouw kon plaatsvinden. Van Kolfschoten: ‘Het hoogleraarschap voelt als een erkenning voor mijn onderzoek en de rol die ik internationaal speel. Ik heb mezelf tot doel gesteld om met mijn internationale contacten de samenwerking tussen oost en west te verbeteren. Er is bijvoorbeeld veel kennis in Rusland over de mammoet en zijn leefomgeving en het is belangrijk dat we die kennis uitwisselen en erover discussiëren. Dat begint nu zijn vruchten af te werpen. Zo doen we sinds oktober samen met de Russen onderzoek naar de verdwijning van de zogenoemde mammoetsteppe, de leefomgeving waarin de mammoet leefde.’

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657244
17-01-2008

Lucht verwarmt Noordpool

Het ijs rond de Noordpool smelt in recordtempo. Niet het afnemende ijs-albedo effect maar de toevoer van warmere lucht vanuit het zuiden is de grote oorzaak van versterkte opwarming.

De Noordelijke IJszee zonder ijs. Wie kan het zich voorstellen; zelfs de naam spreekt het al tegen! Eind vorig jaar was in het nieuws dat de Noordpool in de zomer van 2013 wel eens ijsvrij kan zijn. Een nieuwe studie van Rune Graversen en collega’s gepresenteerd in het tijdschrift Nature toont aan dat luchtcirculatie extra warme lucht naar het hoge noorden brengt. Hierdoor versnelt het smelten.

Extra opwarming
De (golf)stroom van nieuws rond het opwarmende klimaat laat de Noordpool niet koud. Sterker nog, hier vind juist een versterkte opwarming plaats. De opwarming aan het aardoppervlak op de Noordpool is bijna tweemaal zo groot als het globale gemiddelde. Dit heet de ‘Arctische amplificatie’. Veranderingen in oceaanstromen en luchtcirculatie, vervuiling van ijs/sneeuw en bewolking zijn in het verleden als mogelijke oorzaken aangevoerd. De nieuwe studie wijst naar veranderingen van luchtcirculatie als oorzaak.



IJsbedekking op de Noordpool, 1979. Bron: NASA


Opwarming in de lente
De onderzoekers uit Stockholm hebben meteorologische data van de troposfeer (0-10 km hoogte op de polen) boven de Noordpool van het eind van de 20e eeuw heronderzocht. De verandering in weerkaatsing van zonnestraling door ijs/sneeuw (het ijs-albedo effect, zie kader) heeft alleen invloed op de lucht direct boven het aardoppervlak omdat het proces zich hier afspeelt. Echter, alleen de veranderingen in temperatuur voor de lente laten een dergelijk patroon zien waarbij de onderste kilometer van de atmosfeer extra opwarmt ten opzichte van daarboven. Dit betekent dat het ijs-albedo effect niet de hoofdoorzaak van de grote opwarming kan zijn.



IJsbedekking op de Noordpool, 2003. Bron: NASA


IJs-Albedo Effect
Het ijs-albedo effect gaat uit van het principe van de hoge weerkaatsing van zonnestralen door een wit oppervlak. Het witte oppervlak is het ijs/sneeuw op de Noordpool. Hoe groter dit oppervlak hoe meer zonnestralen er worden teruggekaatst waardoor het kouder blijft. Bij vermindering van het witte oppervlak weerkaatst er minder (de oceaan absorbeert meer straling) en dus wordt het een extra stukje warmer. Dit heet voor beide gevallen een ‘positief feedbackmechanisme’, de oorzaak versterkt het gevolg. Het ijs-albedo effect is in de winter niet actief boven de polen want dan schijnt de zon niet.


http://www.kennislink.nl/(...)97511main_Albedo.mpg
Bron video: NASA


IJsbedekking op de Noordpool, toekomst?! Bron: NASA


Opwarming in zomer, herfst en winter
Voor het zomermaanden juli en augustus blijkt de lucht hoger in de atmosfeer (2-4 km hoogte) meer opgewarmd te zijn dan de lucht aan het oppervlak (0-2 km). Ook de letterlijk donkere maanden voor het Noordpoolgebied laten eenzelfde patroon zien. De sterkste temperatuursstijging is dan te vinden op 1 kilometer hoogte. De temperatuursstijging in de wintermaanden is ook de sterkste van het hele jaar. Ook dit is een aanwijzing dat het ijs-albedo effect niet dominant is.


Het ijs moet hier nog gebroken worden voor de doortocht.

Aanvoer van warme lucht
De verhoogde aanvoer van warme, vochtigere lucht op grotere hoogte naar de Noordpool toe is de verklaring voor de patronen buiten de lente. Deze lucht zorgt voor de extra opwarming. De onderzoekers opperen ook dat een toename van wolken (mede gevormd door het extra vocht) in de laatste decennia de opwarming mede versterkt zou kunnen hebben. De waterdamp in de wolken is namelijk een sterk broeikasgas.
Wat het mechanisme ook is, de oliemaatschappijen zien het liever dooien dan vriezen boven de Noordpool...

http://www.kennislink.nl/(...)ain_YrlyTempAnom.mpg
Bron video: NASA

Referentie:
Graversen, R.G., Mauritsen, T., Tjernström, M., Källén, E., en Svensson, G., 2008. Vertical structure of recent Arctic warming. Nature 541: 53-57.

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657267
20-01-2008

Superbroeikas mét ijskap

In de broeikaswereld van 91 miljoen jaar geleden, toen het veel warmer was dan nu, zijn aanwijzingen voor een ijskap gevonden.

De afgelopen decennia slonken ijskappen en gletsjers door de stijgende wereldtemperatuur. Een broeikaswereld hoeft echter niet zonder ijskappen te zijn. Onderzoek toont ijskappen op de polen rond 91 miljoen jaar geleden aan. Het was toen warmer dan tegenwoordig. André Bornemann en collega-wetenschappers van onder andere het NIOZ op Texel publiceerden dit nieuws in het tijdschift Science.

Krijt
De Krijt periode (65-145 miljoen jaar geleden) staat bekend als een warme periode, warmer dan tegenwoordig. 91,2 miljoen jaar geleden was het 5-9°C warmer in de tropische oceanen dan tegenwoordig met temperaturen van 35°C voor het oppervlaktewater. Hier kon toch geen ijskap op ontstaan zo stelden vele wetenschappers. Of toch wel?



IJsbergen belanden in zee waar ze langzaam smelten.


Methode
Isotopenmetingen aan zuurstof, een maat voor de oceaantemperatuur én voor de hoeveelheid ijs op de polen, geven aan dat het 91,2 miljoen jaar kouder werd. Het materiaal voor de isotopenmetingen komt van mariene eencelligen, de foraminiferen, die verzameld zijn in het westen van de Atlantische Oceaan bij Suriname. Zowel op de bodem levende (benthische) als planktonische foraminiferen zijn gebruikt. Een andere, nieuwere methode (TEX86) bevestigt het kouder worden echter maar gedeeltelijk. Dat komt omdat deze methode alleen de oceaantemperatuur reconstrueert.


Foto van de foraminifeer Hedbergella delrioensis, die gebruikt is voor de studie. De breedte van de foto is ongeveer 0,2 mm. Bron: Forster et al., 2007. Paleoceanography 22, PA1219, doi:10.1029/2006PA001349.

IJskap
Het verschil in deze twee methoden is te verklaren met de aanwezigheid ijskappen. De koude periode duurde 200,000 jaar waarna de temperatuur weer steeg. Deze periode met ijskappen sluit aan op de zeespiegeldaling van 40 meter uit een eerder onderzoek in Rusland. Het ijs (water) wordt namelijk aan de oceanen onttrokken. De ijskap zou 60% van het de huidige ijskap op Antarctica bedragen.


Ook de planktonische foraminifeer Marginotruncana sinuosa is gebruikt. B is een zijaanzicht. Het maatstreepje = 0,05 mm. Bron: André Bornemann


Voor het afsmelten voor de ijskap op Antarctica zou nog een temperatuursstijging van circa 8°C nodig zijn volgens eerder onderzoek. Zonder ijskappen zitten we dus voorlopig nog niet, gelukkig.


Referentie:
Bornemann A, R.D. Norris, O. Friedrich, B. Beckmann, S. Schouten, J. S. Sinninghe Damsté, J. Vogel, P. Hofmann en T. Wagner, 2008. Isotopic evidence for glaciation during the Cretaceous super-greenhouse. Science 319: 189-192.

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
  vrijdag 30 juli 2010 @ 10:12:49 #71
29444 RemcoDelft
4 8 15 16 23 42
pi_84657279
Is dit nu een linkdump-topic geworden? De discussiewaarde is toch nul, en niemand gaat het doorlezen?
censuur :O
pi_84657288
06-02-2008

Snellere zeespiegelstijging?

In de laatste warme periode tussen de ijstijden steeg de zeespiegel veel sneller (1,6 m per eeuw) dan tegenwoordig. Als de temperatuur op aarde blijft stijgen, zal de zeespiegel sneller stijgen dan tot nu toe werd gedacht.

Tijdens het laatste interglaciaal (een warme periode tussen ijstijden) was de gemiddelde temperatuur op aarde zo’n 2 °C hoger dan nu. Dit ‘Eemien’ vond plaats van 124.000 tot 119.000 jaar geleden. Het zeeniveau stond 4-6 m hoger dan nu. Kenmerkend is een zeer snelle zeespiegelstijging: ongeveer 1,6 m per eeuw, veel meer dan nu. Dit zou weer kunnen gebeuren over 50-100 jaar als de temperatuur blijft stijgen zoals het IPCC, het internationale klimaatpanel van de VN, voorspelt.

Eemien
In het Eemien was de concentratie van CO2 in de atmosfeer net zo hoog als vlak voor de industriële revolutie, die rond 1850 begon. Vanwege een andere stand van de aarde ten opzichte van de zon ontving de aarde toen meer zonnewarmte. Hierdoor was de temperatuur 2 °C hoger dan nu. Groenland was zelfs 3-5 °C warmer. In het Eemien smolten vooral grote delen van de ijskappen op Groenland en Antarctica.



IJsberg bij West Antarctica. Bron: Sara de la Rosa


Zeespiegelstijging
Als aan het eind van deze eeuw inderdaad net zo’n snelle zeespiegelstijging zal optreden als tijdens het Eemien, moeten de huidige schattingen worden bijgesteld. De zeespiegel zou dan namelijk tweemaal zo snel stijgen als in het meest alarmerende scenario van het nieuwe ICCP-rapport wordt aangenomen. In dit rapport wordt alleen rekening gehouden met de uitzetting van het zeewater (door de hogere temperatuur van het oppervlaktewater) en het afsmelten van de landijskappen.

Er is echter geen rekening gehouden met het ijs zelf. Dit zou bij temperatuurstijging sneller gaan 'stromen' vanaf het land naar de oceaan. Hierdoor zou meer ijs in de zeeën rondom Antarctica en Groenland smelten dan nu het geval is. De onderzoekers concluderen dat een zeespiegelstijging van 0,6-2,6 m per eeuw kan worden verwacht. Een gemiddelde van 1,6 m per eeuw is meest waarschijnlijk.


De Rode Zee, waar het onderzoek werd uitgevoerd. Bron: NASA

Rode Zee
De onderzoekers baseren zich op de analyse van zeespiegelfluctuaties in de Rode Zee. De gegevens over de zeespiegelstand daar maken reconstructie van een vrijwel ononderbroken ontwikkeling mogelijk. Ook voor het Eemien zijn die gegevens aanwezig. De zeespiegelfluctuaties zijn bepaald aan de hand van veranderingen in zuurstofmetingen aan de kalkschaaltjes van microfossielen (o.a. de foraminifeer Globigerinoides ruber).
De Rode Zee is geschikt voor dit onderzoek omdat er veel verdamping optreedt en aanvulling door rivierwater of neerslag nauwelijks plaatsvindt. Er is een nauwe, ondiepe verbinding met de open zee. Het gevolg is dat het water zeer zout is.

Vergelijkbaar onderzoek was eerder uitgevoerd in de Middellandse Zee. Omdat die veel dieper is dan de Rode Zee en er via de Straat van Gibraltar veel meer water in- en uitstroomt, waren de resultaten van dat onderzoek minder betrouwbaar.


Globigerinoides ruber, één van de gebruikte foraminiferen.

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657305
09-02-2008

Biobrandstof versterkt het broeikaseffect

De grootschalige inzet van biobrandstoffen als alcohol en biodiesel blijkt het broeikaseffect niet te onderdrukken maar dramatisch te versterken.


Een medewerker van een tankstation dat biobrandstof verkoopt.
(Foto Reuters)

Dat komt doordat de teelt van de benodigde gewassen als maïs, koolzaad, soja en suikerriet een ongekend zwaar beslag legt op traditionele landbouwgrond. Compensatie kan alleen komen van ontginning van natuurgebieden: regenwouden, savannen en natuurlijke graslanden. Als die in cultuur worden gebracht komt veel meer CO2 vrij dan toepassing van biobrandstof bespaart. Vaststaat dat biobrandstoffen de voedselprijzen zullen doen stijgen.

Twee Amerikaanse onderzoeksgroepen rapporteren hierover in Science Express, de onlineversie van het weekblad Science. Zij berekenden hoeveel CO2 vrijkomt als regenwouden, savannen of tropische veengebieden worden ontgonnen. Vervolgens zetten zij dat af tegen de geringe besparing aan CO2-uitstoot die de inzet van biodiesel of bioalcohol oplevert. In bepaalde gevallen duurt het eeuwen voor het schadelijk effect van het een is goedgemaakt door het nuttig effect van het ander.

Het is voor het eerst dat de relatie tussen het nuttig effect van het gebruik van biobrandstoffen en de gevolgen van het beslag op landbouwgrond is becijferd. De productie van biodiesel uit palmolie is uiterst milieuonvriendelijk. De studies besteden weinig aandacht aan de effecten van biobrandstoffen van de tweede generatie (stro en houtachtig afval).

De Europese Unie heeft vorig jaar besloten in 2020 10 procent van alle transportbrandstoffen te betrekken van landbouwgewassen. Als dat programma binnen Europese grenzen wordt uitgevoerd zal het 38 procent van het huidige areaal aan akkerland onttrekken aan de voedselproductie. Milieuorganisaties hebben aangedrongen op heroverweging van de plannen.

Europees commissaris Stavros Dimas (Milieu) liet weten dat de richtlijnen misschien moeten worden aangepast. De Verenigde Staten willen de komende tien jaar een gebied ter grootte van Griekenland inrichten voor productie van alcohol uit maïs.

(nrc)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657318
11-02-2008

Klimaateffect oceaanstroming nauwelijks meetbaar

Door de warme Golfstroom in de Atlantische oceaan heeft Europa een veel gematigder klimaat dan Canada. Wetenschappers zijn bang dat klimaatverandering de oceaanstromen kan veranderen. Grootschalige meetnetten moeten daar op tijd voor waarschuwen, maar volgens oceanograaf Carl Wunsch zijn eventuele klimaateffecten onzichtbaar door het natuurlijke klotsen van de oceaan.

In de Atlantische Oceaan drijven tientallen meetstations van het RAPID-project. Bij de Canarische Eilanden, de onderzeese Mid-Atlantische Rug en de Bahama's meten ze de waterdruk, temperatuur, het zoutgehalte en andere kenmerken van het oceaanwater. Dat alles om de oceaanstromingen in kaart te brengen. Want het risico bestaat dat klimaatverandering die stromingen kan versterken of verzwakken. Zulke stromen transporteren warmte over de planeet, zoals de Golfstroom die Europa een gematigd klimaat bezorgt. Maar een klimaateffect op de waterstromen is volgens oceanograaf Carl Wunsch pas over decennia zichtbaar. Dat rekent hij voor in het vakblad Nature Geoscience van 10 februari.


Watertemperatuur volgens het oceaanmodel OCCAM. Warm water uit de Golfstroom stroomt langs Europa en warmt daar de lucht op. Zonder de Golfstroom zou het klimaat in Europa een stuk kouder en vochtiger zijn.
bron: National Oceanography Centre, Southampton.

Natuurlijk geklots
Zelfs in een stille badkuip is nog een beetje stroming aanwezig en in een gigantisch bassin als een oceaanbekken klotst het water al helemaal van jewelste. Als twee stukken oceaan een verschillende hoogte, waterdruk of temperatuur hebben, stroomt er water van de ene naar de andere plek. Die bewegingen zet je niet zomaar stil en ze hebben maanden of jaren na de originele stroming nog invloed op de stromingen in het water. Volgens het rekenmodel van Wunsch hebben de natuurlijke wanordelijke waterbewegingen opgeteld een grotere invloed op grote oceaanstromingen als de Golfstroom dan klimaatverandering. Wordt de Golfstroom zwakker, dan kan dat volgens de onderzoeker net zo goed komen door toevallig samenkomende golven als door klimaatverandering.


Een CTD-boei meet geleiding (conductivity) om het zoutgehalte te bepalen en heeft sensoren om temperatuur en diepte te meten. Zo'n boei wordt tijdens een meetsessie van 4 tot 5 uur in de oceaan geplaatst. Metingen van verschillende locaties en tijdstippen geven een beeld van grootschalige stromingen in het water.
bron: National Oceanography Centre, Southampton.


Geen broeikaseffect?
Op korte termijn kunnen meetnetten als Rapid volgens Wunsch niet uitwijzen hoeveel invloed het broeikaseffect heeft op veranderingen in oceaanstromen. "Een meetinterval van een jaar of twee is te kort om algemene trends uit af te leiden", schrijft Wunsch in zijn Nature-publicatie: "sommige jaren is er weinig fluctuatie te zien, andere jaren weer veel".

Lang en nauwkeurig meten en dan zoeken naar structurele afwijkingen van het gemiddelde zijn volgens de oceanograaf de enige methode om klimaatverandering uit het achtergrondgeklots te filteren. "Je kunt het natuurlijke geklots waarschijnlijk het best in kaart brengen door continue hoogtemetingen met satellieten", denkt Wunsch. "Daarnaast heb je ook de informatie van drijvende meetstations nodig, en natuurlijk gedetailleerde 3D-stromingsmodellen." Hoe geavanceerd de meetapparatuur ook wordt, onderzoekers zullen altijd een tijd moeten meten voor ze zeker weten of een verandering in de oceaanstromen is opgewekt door geklots of door het klimaat.

Carl Wunsch, Mass and volume transport variability in an eddy-filled ocean, Nature Geoscience (2008)

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657328
18-02-2008

Zeven manieren om de aarde te redden

De oceanen kunnen veel meer CO2 opnemen dan ze nu doen – dus moeten we ze daarbij een handje helpen. De meest veelbelovende mogelijkheden zijn het toevoegen van extra ijzer en/of van ureum (een stikstofverbinding) aan het zeewater. In grote delen van de oceanen op onze planeet zijn dat nu juist de stoffen waar algen het meeste behoefte aan hebben. Gooi ze in het water, en de algengroei gaat in zijn hoogste versnelling.

Laat algen het werk doen!


Die algen zullen dan ook meer CO2 uit het water opnemen, waarna de oceanen weer meer atmosferische CO2 zullen absorberen. Als de algen (vol koolstof uit de atmosfeer) uiteindelijk doodgaan, zinken ze naar de diepzee en nemen dan die koolstof mee de diepte in.

In Californië zijn al twee bedrijven, Planktos en Climos, die zich hier op willen storten. Bedrijven die veel CO2 uitstoten en straks aan strenge CO2-normen moeten voldoen (en die geen zin hebben in ingrijpende aanpassingen van hun productiesysteem), kunnen hun uitstoot op deze manier compenseren. Deze ‘oceaanbemesting’ is al enkele keren experimenteel getest en daardoor de bekendste vorm van het zogenoemde geo-engineering, het langs technologische weg proberen te beheersen van het mondiale klimaat. Maar de bemestingvoorstellen en experimenten roepen ook steevast weerstand op. Een internationaal forum van wetenschappers waarschuwde onlangs nog in het wetenschappelijk tijdschrift Science voor een voortijdige grootschalige inzet van deze techniek. Hein de Baar van het NIOZ, het Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek op Texel, waarschuwde toen: ‘Er zijn nog vele grote gaten in het wetenschappelijke net die moeten worden gedicht voordat het licht voor deze toepassing op groen kan. Geknutsel van mensen aan het voedselweb is al veel vaker misgegaan.’ Maar wie weet, straks zit er wellicht weinig anders op dan deze mogelijkheid te benutten.

Kunstbomen


Inderdaad, zoiets als met Kerstmis, maar dan wel monsterlijk grote exemplaren die grote hoeveelheden CO2 opnemen. Een idee van Klaus Lackner van de Columbia Universiteit in New York. Lackner droomt van wouden bestaande uit enorme masten voorzien van een uitgebreid latwerk. Als de wind (vol CO2) door de nepbomen blaast, vangen speciale stoffen aangebracht op de latten de CO2 uit de lucht. Lackner heeft berekend dat een enkele synthetische boom per jaar 90.000 ton CO2 kan afvangen, meer dan duizend keer zoveel als een levende boom. De afgevangen CO2 wordt daarna op sluwe wijze naar de grond vervoerd en moet dan diep in de bodem worden weggewerkt, of (Lackners voorstel) omgezet in kalksteen. Dat wordt dan in diepzeetroggen gedumpt, waar dat gesteente door geologische processen in de bodem zinkt en voor miljoenen jaren in de aardkorst verdwijnt. Om een flink deel van de mondiale CO2-productie uit de lucht te halen, zullen Lackners synthetische bossen een oppervlakte zo groot als Nederland moeten beslaan. Om mega-horizonvervuiling te voorkomen, wil Lackner ze uiteraard verspreid opstellen. In april vorig jaar werd het eerste prototype van een nepboom in gebruik genomen, in Arizona.

Nee, een schuurspons!


Een andere manier om het zonlicht te dimmen komt van Lowell Wood van het Lawrence Livermore National Laboratory in Californië. Hij wil een soort ultrafijne, immens grote schuurspons de ruimte in slingeren, gemaakt van ragfijne aluminium draadjes van pakweg een honderdduizendste millimeter dik. Die schuurspons fungeert als een soort luxaflex die het gewone zonlicht zal doorlaten maar de infrarode straling (waar veel zonnewarmte in schuilt) juist tegenhoudt.

Spiegels in de ruimte


Last van te veel zonnestraling? Spiegels ophangen! Dat is het voorstel van astronoom Roger Angel van de universiteit van Arizona. Je hebt er wel heel veel nodig, heeft hij berekend, en het lanceren en vakkundig ophangen van die miljoenen spiegels is natuurlijk peperduur maar het plan is zeker uitvoerbaar – Angel heeft op papier alles keurig uitgewerkt. Voordeel: daarna heb je er geen omkijken meer naar. Tot ze naar beneden komen, want dat doet alles wat je naar boven gooit uiteindelijk toch een keer.




Maak een vulkaan!

Dit is een variant op ‘maak extra wolken’. Vulkaanstof is een uitstekend middel om zonlicht tegen te houden. Dat bleek wel in 1991, bij de uitbarsting van de vulkaan Pinatubo op de Filippijnen. Toen vloog er zo’n tien miljoen ton stof de lucht in, met een heerlijk verkoelend effect over onze hele planeet van meer dan een halve graad! Dat effect werd vooral veroorzaakt door de zwaveldeeltjes in het vulkaanstof. De Nederlandse klimaatexpert en Nobelprijswinnaar Paul Crutzen speculeert al geruime tijd dat we het broeikaseffect misschien zo de baas kunnen worden. Met behulp van raketten, vliegtuigen, kanonnen en wie weet expres opgewekte vulkanen zouden we zoveel zwavel in de lucht kunnen werpen dat het aan het oppervlak een stuk aangenamer wordt.

Probleem is wel dat we daar dan altijd mee door moeten gaan – en volgens klimatoloog Ken Caldeira van het Carnegie Institution zouden de temperaturen op aarde plots enorm oplopen als we ermee zouden stoppen. Anderen vrezen dat die zwavelwolk te veel UV-straling blokkeert en zo de ozonlaag aantast. Crutzen vindt dat we bereid moeten zijn die risico’s te nemen, mits het in de lucht gooien van zwavelstofdeeltjes een daling oplevert van twee à drie graden.




Strooi Olivin!

Dit is een idee van de Utrechtse emeritus-hoogleraar geochemie Olaf Schuiling. Hij ziet niets in afgezaagde voorstellen zoals extra bomen aanplanten (die gaan op een gegeven moment toch dood) of CO2 afvangen en in oude gasvelden persen (Schuiling: ‘Suf, verkwistend en fantasieloos’). Nee, Schuiling wil het klimaatprobleem te lijf gaan met behulp van een veel voorkomend mineraal: olivijn. Dat is een gesteente dat relatief snel CO2 uit de atmosfeer kan opnemen. Olivijn wordt gevormd in magma dat rijk is aan magnesium. Het komt op alle continenten in grote hoeveelheden voor.

Schuiling stelt voor dat we in tropische gebieden olivijnmijnen beginnen, en het gewonnen olivijn verpoederen en in de omgeving uitstrooien want ‘in de warme en vochtige tropen verloopt het verweringsproces van olivijn het snelst.’ De CO2 wordt bij de reactie met olivijn omgezet in bicarbonaat, dat gemakkelijk oplost in water. Dat bicarbonaat spoelt met de regen, via de rivieren, uiteindelijk in zee.

Schuiling: ‘Ik heb becijferd dat je jaarlijks mondiaal ongeveer zeven kubieke kilometer olivijn nodig hebt om de antropogene CO2-uitstoot te compenseren. Dat lijkt veel, maar als je het verdeelt over tientallen mijnen, moet dit haalbaar zijn.’

De oceanen omwoelen

Een idee afkomstig van twee wetenschappers met een vlekkeloze groene reputatie: Chris Rapley, directeur van het Science Museum in Londen, en James Lovelock, de wereldberoemde bedenker van de Gaia-hypothese (die stelt dat we de aarde moeten beschouwen als een samenhangend, ‘levend’ systeem). De heren willen door middel van verticale pijpen water uit de diepzee omhoog pompen. Diepzeewater bevat meer algen en voedingsstoffen, en eenmaal aangekomen aan het oppervlak zullen die algen meer CO2 consumeren dan de oorspronkelijke bewoners van het oppervlaktewater. Uiteindelijk zinken ze weer de diepte in, en daarbij nemen ze die lastige koolstof mee.

(depers.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657345
25-02-2008

'Kosmische parasol' wapen tegen opwarming aarde

Door miljarden kilo's aan sulfaatdeeltjes in de atmosfeer te sproeien denken wetenschappers de opwarming van de aarde een halt te kunnen toeroepen. Iets te ijverig sproeien kan echter tot een rampzalige kou leiden, waarschuwen critici.


Een 'kosmische parasol' van sulfaatdeeltjes zou de aarde moeten beschermen tegen opwarming

Dat meldt het wetenschapsblad Science. Deze parasol van sulfaat-deeltjes werkt in principe hetzelfde als bij een vulkaanuitbarsting. De deeltjes die daar vrijkomen hebben ook een verkoelend effect op de aarde.

Afkoelen
De deeltjes moeten in de onderste laag van de atmosfeer worden gespoten. De sulfaatdeeltjes houden vervolgens zonnestralen tegen, waardoor de aarde afkoelt. Bekijk twee filmpjes waaruit het voordeel van sulfaat in de lucht blijkt.

De methode wordt al enkele jaren bestudeerd, maar Amerikaanse wetenschappers denken nu de juiste verhoudingen te hebben gevonden om de jaarlijkse temperatuurstijging van de aarde (geschat op twee graden celsius) te compenseren.

Meer regen
In de theorie van Philip Rasch van het National Center for Atmospheric Research in Colorado wordt de aarde door de deeltjes 1 graad celsius koeler en valt er meer regen in de Stille Oceaan.

Er kleeft echter een groot gevaar aan deze theorie. Slechts een klein teveel aan sulfaat-deeltjes kan al leiden tot extra ijsvorming op Antarctica, wat dan weer wereldwijde gevolgen kan hebben voor het klimaat, aldus kritische collega's.

Kritiek
Ook lijkt de theorie iets mooier te zijn dan de praktijk. De wetenschappers hebben de gevolgen voor de aarde onderzocht als zij de gehele atmosfeer besproeien. Hoogstwaarschijnlijk zouden in de praktijk echter slechts gedeeltes van de atmosfeer worden gevuld met sulfaat-deeltjes.

De gevolgen die dat oplevert, zijn nog niet eerder onderzocht, luidt de kritiek van Michael MacCracken van het Climate Institute in Washington. Hij ziet de methode dan ook niet snel in praktijk gebracht worden.

Verder geven de onderzoekers in hun theorie niet aan hoe de deeltjes dan precies in de atmosfeer moeten worden geïnjecteerd.

(Elsevier)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657357
02-03-2008

Erg koude winter wereldwijd

De gemiddelde, wereldwijde wintertemperatuur was dit jaar erg laag. Vooral in Azië en Noord-Amerika was dit goed te merken aan de hoeveelheden sneeuw en de strenge vorst. West-Europa bleef grotendeels buiten schot. De vraag is of deze koude winter een aanzet is voor het afkoelen van de aarde in de komende jaren.

Wereldwijde metingen tonen aan dat de afgelopen winter een gemiddelde temperatuur op aarde kende die aanzienlijk lager lag dan het gemiddelde van de afgelopen honderd jaar. Daarmee wordt mogelijk een scenario herhaald dat eerder is voorgekomen: tot 1978 daalde de temperatuur wereldwijd en waren sommige wetenschappers bevreesd voor een nieuwe ijstijd. In de afgelopen 30 jaar steeg de temperatuur daarentegen. Mogelijk gaan we nu weer terug naar een geleidelijk kouder wordende aarde.
Veel astronomen gaan daarvan uit op basis van de cycli in zonneactiviteit. Ook paleoklimatologen gaan er grotendeels vanuit dat een temperatuurdaling waarschijnlijker is dan een temperatuurstijging. Zij werken met gegevens uit het verleden in plaats van met modellen. Het IPCC (klimaatpanel van de V.N.) gaat juist uit van een temperatuursstijging.

Wereldwijde kou
Satellietopnames uit januari geven aan dat er op het noordelijk halfrond in de afgelopen 42 jaar nog nooit zoveel gebieden met een sneeuwpakket waren bedekt. Ook het zuidelijk halfrond vertoont opmerkelijke tekenen van afkoeling: uit satellietopnames blijkt dat het pakijs rondom Antarctica in januari nog nooit zo’n groot gebied had bedekt sinds de opnames in 1979 begonnen. De omvang van het ijs was maar liefst 30% groter dan het gemiddelde over de afgelopen 30 jaar.



Een café in Griekenland na plotselinge daling van de temperatuur. Bron: Daily Mail


Veel landen raakten door de kou in grote moeilijkheden. In tal van landen, van Amerika tot China, is het een barre winter geweest. Dat het in landen als Estland koud was, is niet zo verwonderlijk. Maar dat dit ook in het westen en zuiden van Europa het geval was, is bepaald niet gewoon.



Wandelaars op een brug over een bevroren waterval in Estland. Bron: Daily Mail


Verenigde Staten
In het noorden van de Verenigde Staten vielen ongekende hoeveelheden sneeuw: in de staat Washington viel op veel plaatsen meer dan vijf meter sneeuw in slechts twee weken tijd. In Wisconsin ontstonden door de wind bergen van stuifsneeuw van meters hoog na de zwaarste sneeuwval sinds 30 jaar. De gouverneur was gedwongen de noodtoestand uit te roepen omdat scholen en luchthavens onbereikbaar waren geworden.

China
In China heeft de zwaarste sneeuwval van de afgelopen vijftig jaar maandenlang tot dramatische toestanden geleid. Vergeefs wachtten honderdduizenden Chinezen dagenlang op vervoer per trein om hun familie te bezoeken ter gelegenheid van het Chinese Nieuwjaar. Vaak is dit de enige reis per jaar die de Chinezen zich kunnen veroorloven. Meer dan 40.000 km aan hoogspanningsleidingen begaf het in China onder het gewicht van rijp of sneeuw. De sneeuwval verwoestte de oogst op tienduizenden vierkante kilometers, waardoor voor het komend jaar voedseltekorten in China dreigen. Ook op de Nederlandse televisie werd ruim aandacht besteed aan koude winter in China.



Bevroren waterval in centraal China. Bron: Daily Mail


Afghanistan, Tadjikistan en Japan
In Afghanistan kwamen meer dan 900 mensen door de barre omstandigheden om. De vorst was ongekend streng en er viel de meeste sneeuw van de afgelopen 30 jaar. Nog erger was het in Afghanistans buurland Tadjikistan, waar de winter het strengst was van de afgelopen 50 jaar. Er trad een enorme energiecrisis op. Volgens hulporganisaties dreigt er een menselijke ramp. In Japan raakten meer dan 50 mensen gewond door ongevallen ten gevolge van extreme sneeuwval.

Nabije en het Midden-Oosten
In het Nabije en het Midden-Oosten was de situatie al niet veel beter. In Saoedi-Arabië zagen de mensen voor het eerst in hun leven sneeuw vallen. In Iran vond in de oostelijke woestijngebieden zware sneeuwval plaats. Rond deze tijd van het jaar is het normaliter heet. In Turkije en Griekenland daalde de temperatuur tot ongekende laagte (plaatselijk was sprake van 31 graden vorst). Er traden ook sneeuwstormen op waardoor honderden dorpen van de buitenwereld geïsoleerd raakten.



Bankje voor toeristen die in Griekenland vorst van 15 graden durven te trotseren. Bron: Daily Mail


West-Europa
Opvallend genoeg was het in West-Europa in zijn totaliteit grotendeels een kwakkelwinter. Echter in Groot-Brittannië vond ongekende sneeuwval plaats en was op veel plaatsen aanleiding voor crisisachtige situaties.


Engelse golfspelers hebben het niet gemakkelijk. Bron: Daily Mail

Mogelijk dat de beelden van deze winter in de nabije toekomst vaker zullen optreden. Dan denken we wellicht met enige weemoed terug aan die zachte winters van het einde van de 20e eeuw.

Referentie:
Booker, Chr., 2008. Global cooling: amazing pictures of countries joining Britain in big freeze. Daily Mail 2008-02-21.

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657374
19-03-2008

Noord-Europa warmt sneller op

ROVANIEMI - Het noordelijkste puntje van Europa warmt twee keer sneller op dan de rest van de wereld. In Lapland is de temperatuur al 1 graad gestegen sinds 1900. Wereldwijd is dat gemiddeld 0,5 graad.

Dat zegt Paula Kankaanpää, directeur van het Arctisch centrum in de Finse stad Rovaniemi en vicerector van de Universiteit van Lapland.

"De opwarming gaat hier sneller door het verdwijnen van de sneeuw", verklaart ze. "De witte kleur van de sneeuw kaatste het zonlicht terug. Zonder sneeuw is de grond donker en houdt het meer warmte vast."

Sneeuw

Lapland, de koudste en noordelijkste provincie van de EU, ziet de hoeveelheid sneeuw gestaag verminderen. Dat bevestigt specialiste Anna Kontu van het Finse meteorologisch instituut in Sodankylä. Ze meet de sneeuwdikte met satellieten en honderden meetstations op de grond.

Natuur

De opwarming en verminderde sneeuwlaag verstoren de natuur in Lapland. Zo is er minder smeltwater in het voorjaar waardoor de grond eerder verdroogt. En zonder de isolerende sneeuwlaag kunnen pijpleidingen in de grond bevriezen.

In het Russisch deel van de poolcirkel is zelfs al een stijging van 3 graden in de laatste dertig jaar gemeten. "We zien dat meren verdrogen en insecten vroeger in de lente opduiken. Erg nadelig voor de nomaden die er met kuddes rendieren rondtrekken", zegt onderzoeker Bruce Forbes van de Universiteit van Lapland.

Kachel

Maar de klimaatopwarming heeft ook positieve gevolgen voor de Finnen, erkent minister Kimmo Tiilikainen (Milieu). Landbouwgewassen groeien beter, de kachel hoeft minder vaak aangezet.

"De gevolgen zien er op korte termijn goed uit", zegt Tiilikainen. "Maar we krijgen op de lange termijn ook last van meer stormen en meer insecten. Finland doet daarom enthousiast mee met de internationale beperking van broeikasgas CO2."

Olie

Dus wil Finland nog meer olie vervangen door groene energie dan al is gedaan. En de motorrijtuigenbelasting is verhoogd voor auto's die meer CO2 uitstoten.

En net als Cruijff ziet de Finse minister voordelen bij de nadelen, in dit geval van de klimaatverandering: "Wellicht dat wij onze kennis over bebossing kunnen uitvoeren naar landen die ontbossen door droogte."

(c) ANP

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657389
21-03-2008

'Terugdringen broeikaseffect zware klus'

Terugdringen van het broeikaseffect: het kan. En het hoeft niets eens zo veel te kosten. Dat was de conclusie van het onlangs verschenen derde IPCC-rapport. Tim van der Hagen, hoogleraar Reactorfysica aan de TU Delft, is het daar helemaal mee eens. Maar dan moet er, zeker op technologisch gebied, ´echt ontzettend veel gebeuren´.



Energiebesparing is hot. De spaarlamp is in opmars en de zuinige auto komt eraan. Maar deskundigen verwachten niet dat dit soort initiatieven mondiaal veel zoden aan de dijk zullen zetten. Vooral dankzij de opkomst van China, India en de ontwikkelingslanden, zal de vraag naar energie blijven stijgen; de komende vijftig jaar met minimaal vijftig procent. Als we niets doen, zal de uitstoot van CO2 in die periode verdrievoudigen. Willen we dat voorkomen, willen we de uitstoot bijvoorbeeld stabiliseren op het huidige niveau, dan zijn ingrijpende maatregelen onvermijdelijk. Tim van der Hagen kan ze zo opsommen:

´Als je in 2050 de uitstoot van CO2 gelijk wil hebben aan wat deze nu is – dan hebben we haar dus nog helemaal niet teruggedrongen, zoals we eigenlijk zouden willen – dan moeten we jaarlijks zeven gigaton koolstof minder in de atmosfeer dumpen. Om de uitstoot met een gigaton per jaar te verminderen, zouden we de efficiëntie van de auto wereldwijd moeten verdubbelen – of we rijden half zo veel, dat is hetzelfde. Verdrievoudigen van het aantal kerncentrales scheelt ook een gigaton koolstof in de atmosfeer. Of we moeten zevenhonderd keer zoveel zonne-energie maken dan nu, of vijftig keer zoveel windenergie. We staan, kortom, voor een enorme opgave.´



Moeten we niet gewoon voluit inzetten op de ontwikkeling van zonne-energie?

Zonne-energie is de ultiem energiebron van de toekomst. Maar op dit moment bedraagt de bijdrage van zonne-energie eenhonderdste procent. Zelfs als we uitgaan van een spectaculaire groei van deze technologie, zoals die van de chipsindustrie de afgelopen jaren, dan bedraagt die bijdrage in 2030 twee procent en pas rond 2050 dertig procent. In de komende decennia speelt zonne-energie geen rol van betekenis. Maar we moeten er wel hard op inzetten.´

´Wat ook heel belangrijk wordt, en waar veel onderzoek aan moet worden verricht, is de opslag van energie. Zonne- en windenergie zijn variabele energiebronnen; de energie die daarmee wordt opgewekt, moet worden opgeslagen. In batterijen, of in de vorm van waterstof. De ontwikkeling van batterijen gaat momenteel bliksemsnel; denk maar aan mobiele telefoons. Het mooiste is natuurlijk als we productie en opslag van energie kunnen integreren. Hier in Delft werken we aan flexibele zonnecellen, die je dus overal op kunt plakken, die tegelijkertijd dienst doen als batterij. Straks hebben we apparaten waarvan de buitenkant tegelijkertijd zonnecel en batterij is. Daar gaat het naartoe.´


Hoe overleven we dan de komende decennia?


Uitgangspunt moet zijn het op peil houden van de energievoorziening. Je kunt niet zeggen: we schakelen over op duurzaam en daar laten we het bij; dan valt de maatschappij stil. We zullen dan gebruik moeten maken van fossiele brandstoffen, waarbij je CO2 afvangt, van kernenergie, van tweede generatie biofuels (niet gebaseerd op maïs of suikerriet, maar op de verwerking van houtachtige afvalproducten tot brandstof) en ook, een beetje, zeg 15%, van windenergie.


Ik hoor niets over kernfusie.

Dat is een fantastisch interessante technologie die ongetwijfeld veel spin off zal leveren, maar de commerciële toepassing ligt echt heel ver weg. Daarvan verwacht ik de komende decennia geen substantiële bijdrage.
<!--[if !supportLineBreakNewLine]-->
<!--[endif]-->

En we ontkomen niet aan kernenergie.

´Nee. In de World Energy Technology Outlook 2050 van de Europese Commissie, die in januari verscheen, wordt voorspeld dat de mondiale bijdrage van kernenergie de komende decennia vierenhalf keer groter zal worden. En als de politieke druk op CO2-reductie erg groot wordt, zelfs zes keer zo veel. Bedrijven zullen steeds meer kerncentrales bestellen. De voordelen van kernenergie zijn bekend: grootschalig inzetbaar, betaalbaar en nagenoeg CO2 vrij. Een ander groot voordeel van kernenergie is dat de energieprijs zo voorspelbaar is.


Bij gas- of kolengestookte centrales wordt de prijs per kilowattuur voor een groot deel bepaald door de grondstofprijs. Wordt het gas duurder wordt de stroom duurder. Bij kernenergie bestaat de prijs grotendeels uit de kosten van de bouw van de kerncentrale - inderdaad een hele investering. De uraniumprijs bepaalt maar vijf procent van de stroomprijs. Stel dat uranium twee keer zo duur wordt, dan heeft dat nauwelijks invloed op de prijs.´



Wat gaan we doen met die berg radioactief afval?


Ik vind dat we moeten inzetten op duurzame, inherent veilige kerncentrales. Centrales die zuinig met hun grondstoffen omgaan en waarmee onder geen enkele voorwaarde ooit iets catastrofaal mis kan gaan. Dat betekent: inherent veilige snelle kweekreactoren. De huidige ´thermische´ reactoren gebruiken minder dan een procent van het uranium.. In snelle kweekreactoren gaan de kernreacties verder: het grootste deel van het uranium wordt verspleten of in de reactor omgezet in plutonium en dan alsnog gespleten.'

'Zestig procent van de grondstof wordt op die manier gebruikt. Daar moet je dus voor kiezen. En daar komt bij dat het afval uit kweekreactoren veel korter gevaarlijk is. In de gebruikte splijtstof uit thermische centrales zit plutonium. Het is maar eén procent, maar dat plutonium blijft 200.000 jaar radioactief. Dat is waar Greenpeace het altijd over heeft. Het afval uit snelle kweekreactoren bestaat uitsluitend uit splijtingsproducten en is maar een paar honderd jaar gevaarlijk. Maar een inherent veilige snelle kweekreactor bestaat nog niet. En dat is toch waar we naar toe moeten: de vierde-generatie kernreactoren: een snelle kweekreactor, inherent veilig, met afval dat maar een paar honderd jaar gevaarlijk is en dat gegarandeerd veilig wordt opgeslagen Als ik Greenpeace was, zou ik daar op inzetten. Maar ja, zolang dat niet gebeurt, en zolang uranium spotgoedkoop is, zal de kernenergielobby geen behoefte hebben om daar hard aan te trekken.´


Er is meer dan genoeg uranium, dus die prijs zal nooit stijgen. Die centrales komen er nooit.


Jawel. Door een consortium van landen, waaronder de EU Japan, Zuid-Afrika, Canada, Zuid Korea en de VS wordt er hard aan gewerkt. Ik denk dat de vierde generatie reactoren zo rond 2030 commercieel beschikbaar komen.


Hoe maak je een centrale inherent veilig?

Daarvoor moet je eerst begrijpen wat de risico’s zijn. Het probleem is niet de kettingreactie. Iedereen denkt dat als de koelvloeistof in een centrale wegvalt, de centrale op hol slaat. Dat is flauwekul. Als de koelvloeistof wegvalt, stopt de kettingreactie,. Een nucleaire explosie is fysisch onmogelijk. Het probleem zijn de radioactieve splijtingsproducten. Die leveren warmte, ook nadat de kettingreactie stilvalt. Die warmte moet je wegvoeren om te voorkomen dat de temperaturen te hoog oplopen. Dat is wat er in Harrisburg is gebeurd. Als de koelvloeistof wegvalt, moet je er dus voor zorgen dat er voldoende water aanwezig is om de kern af te koelen. Vandaar dat kerncentrales zijn uitgerust met een scala aan noodkoelsystemen die dat voor hun rekening nemen. In een inherent veilige centrale zijn zelfs die noodkoelsystemen overbodig. Kijk! (Hij legt een zwarte ronde kogel op tafel.) In een zogenoemde hoge temperatuur reactor, HTR zit het uranium opgesloten in dergelijke grafietballen. Daaromheen stroomt het koelmiddel, het gasvormige helium. Als die wegvalt stopt de kettingreactie. Door de vervalwarmte die daarna wordt geproduceerd worden deze ballen gloeiend heet. Maar ze blijven heel; alle radioactiviteit blijft in de ballen. Gewone splijtstofstaven zouden zonder noodkoelsystemen barsten; dan heb je een probleem. '


'De nu in aanbouw zijn kerncentrale in Finland heeft onder het reactorvat een gekoelde betonnen opvangbak, om zlefs voor het geval alle noodkoelsystemen het laten afweten de gesmolten kern te kunnen koelen, zodat geen radioactiviteit naar buiten komt. Deze HTR ballen blijven echter intact en geven hun hitte af aan het reactorvat. Die warmte vindt zijn weg naar buiten. De HTR is daarom inherent veilig. Dat idee werd veertig jaar geleden bedacht in Duitsland, waar zo’n reactor meer dan 20 jaar in bedrijf is geweest. Toen de Duitse overheid de stekker uit het kernenergieprogramma trok, werd het idee bijna voor nop verkocht aan de Chinezen. Daar draait nu een HTR-prototype. Ik heb er een demonstratie meegemaakt. Vol vermogen, dan ineens de koelmiddelstroom stoppen en verder niks. Het werkt. Ze zijn apetrots.


Asjeblieft geen kerncentrales, roepen veel mensen, want daarmee kun je kernwapens maken.

Het ligt wat genuanceerder. Proliferatie is een politiek en sociaal probleem. Om kernwapens te maken heb je geen kerncentrale nodig. Voor een bom heb of je zeer hoog verrijkt uranium-235 of plutonium-239 nodig. In de splijtstof voor kerncentrales zit vijf procent U-235; voor een bom heb je 95 procent nodig. Je kunt uranium verrijken, dat is een lastige en tijdrovende klus, maar je hebt er geen kerncentrale voor nodig. De basistechnologie voor het verrijken van uranium is algemeen bekend. Voor de andere route, via Pu-239 heb je wel een kerncentrale nodig. In een kerncentrale kan uranium worden omgezet in Pu-239, maar dan moet je de reactor om de zes weken stilleggen om dat plutonium eruit te halen voordat het zichzelf vervuilt en onbruikbaar wordt. Dat kon bij de Russische ´hybride´ reactoren, die een civiele en militaire functie hadden. Chernobyl was er zo een. Bij de in het Westen gangbare reactortypen is dat ondoenlijk.´


Denk je dat de angst voor kernenergie zal verdwijnen?


Ik denk van wel. Je ziet de meningen hierover kantelen. Men beseft steeds meer dat energie niet vanzelfsprekend is, dat we toe moeten naar een mix van energiebronnen en dat kernenergie misschien toch niet zo´n slechte optie is. Het is een generatiekwestie. De vorige was er heilig van overtuigd dat kernenergie schadelijk is. Ik zit er qua leeftijd een beetje tussenin. Tijdens colleges leg ik de nadruk op het zorgvuldig afwegen van voor- en nadelen van de diverse energieopties. Maar de studenten vragen zich hardop af wat nou eigenlijk het probleem is. Sommigen zeggen: waarom voor elektriciteit niet gewoon volledig overschakelen op kernenergie? Dan wijs ik ze erop dat dat onwenselijk is..´


En als de samenleving straks gewend is geraakt aan kernenergie?


´Nee. Kernenergie blijft voor mij een transitietechnologie, een tussenoplossing, maar wel van lange duur. Wat de verre toekomst betreft zou het toch heel jammer zijn als we de zonne-energie niet zouden benutten. Daar moeten we ons op richten. Dat is de ultieme uitdaging.´


KADER:

Hoe ziet onze energievoorziening er uit in 2040? Samen PvdA-kamerlid Diederik Samsom en VVD-kamerlid Paul de Krom heeft Tim van der Hagen drie futuristische filmpjes gemaakt waarin ze gedrieën als hoogbejaarde experts-van-weleer terugkijken op de omslag in de energiediscussie in het jaar 2007, en wat er van alle dromen en angsten is geworden. De filmpjes zijn te zien op http://www.new-energy.tv


Tim van der Hagen is wetenschappelijk directeur van het 3TU Centrum voor Sustainable Energy Technologies (http://www.3tu.nl) en initiatiefnemer van NODE, het Nederlands Onderzoeksplatform Duurzame Energievoorziening. Een samenwerkingsverband van de drie technische universiteiten, ECN, TNO en enkele universitaire instituten. NODE wil de Nederlandse onderzoeksinspanningen coördineren en daarbij een aanspreekpunt zijn voor de overheid. Meer over NODE op http://www.energieplatform.nl.

(depers.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657411
25-03-2008

Satelliet ziet menselijk CO2

Wetenschappers hebben voor het eerst lokaal verhoogde koolstofdioxideniveaus door menselijke uitstoot weten te detecteren. Ze deden dat met gegevens van het deels in Nederlands gebouwde instrument SCIAMACHY aan boord van ESA's klimaatsatelliet Envisat.

Dr Michael Buchwitz van de Universiteit van Bremen ontdekte samen met zijn collega’s verhoogde, door mensen veroorzaakte CO2 concentraties boven Europa. De concentraties waren het grootst boven de dichtstbevolkte regio van Europa, grofweg tussen Amsterdam in Nederland en Frankfurt in Duitsland.



Kaart van menselijke CO2-uitstoot in West-Europa, gemaakt met het Sciamachy-instrument van de Envisat-satelliet. De hoogste concentraties vallen samen met het dichtst bevolkte gebied in Europa: de Randstad en het Duitse Ruhrgebied.
bron: ESA / DLR / IUP, Universiteit van Bremen.
Klik op de afbeelding voor een grotere versie.


Schommelingen
De CO2 kaart is gebaseerd op de SCIAMACHY metingen van 2003 tot en met 2005. Door zo'n lange periode te bestuderen, worden de grotendeels natuurlijke schommelingen uitgemiddeld. CO2 concentraties in de dampkring zijn in de eerste helft van het jaar lager, omdat groeiende planten veel CO2 opnemen. Na een minimum in augustus nemen de CO2 concentraties weer toe in de rest van het jaar. De langere observatieperiode maakt het mogelijk de door mensen veroorzaakte CO2 uitstoot te detecteren, en weer te geven in een kaart.

"Dit is voor het eerst dat CO2 concentraties met zo'n grote precisie zijn gemeten vanuit de ruimte", zegt Roeland van Oss, Adviseur Aardobservatie bij het KNMI. "SCIAMACHY heeft ingezoomd op een heel interessant gebied. Elke klimaatonderzoeker in de wereld gaat iets met deze gegevens doen."



Door menselijke activiteit komt jaarlijks meer dan 30 miljard ton extra kooldioxide (CO2) in de atmosfeer. De belangrijkste bronnen zijn de energieproductie uit fossiele brandstoffen als olie, kolen en aardgas. Ook industrie en transport dragen bij aan de uitstoot.
Klik op de afbeelding voor een grotere versie.


De gegevens van SCIAMACHY helpen wetenschappers om het huidige klimaat beter te leren begrijpen. Zulke waarnemingen zijn nodig, zegt Van Oss, om het klimaat in de toekomst te kunnen voorspellen: "We moeten ervoor zorgen dat we ook ná SCIAMACHY instrumenten in de ruimte hebben om de metingen voort te kunnen zetten."



Metingen van de CO2-concentratie in de atmosfeer boven het Noordelijk Halfrond. Amerikaanse metingen (rood en grijs) worden vanaf 2002/3 aangevuld met de metingen van het Sciamachy-instrument aan boord van de satelliet Envisat. De jaarlijkse schommeling heeft een natuurlijke oorzaak: groeiende planten nemen in de lente en zomer CO2 op, waardoor het gehalte CO2 in de atmosfeer daalt. In de herfst sterven planten af en komt opgenomen CO2 vrij. Door jaren achtereen te meten, wordt een stijgende lijn in het CO2-niveau zichtbaar: de menselijke uitstoot van het broeikasgas.
bron: ESA / DLR / IUP, Universiteit van Bremen.
Klik op de afbeelding voor een grotere versie.


Met meer gegevens over de CO2 variaties in de dampkring kunnen behalve voorspellingen over de toekomst, ook controles worden gedaan, bijvoorbeeld naar de naleving van het Kyoto protocol dat de reductie van broeikasgassen tot doel heeft.

(Kennislink
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657425
03-04-2008

'Zon heeft geen invloed op klimaatverandering'

Uit wetenschappelijk onderzoek is nieuw bewijs gekomen dat de klimaatverandering van de afgelopen jaren niet wordt veroorzaakt door zonneactiviteit.


Wetenschappers blijven het oneens als het gaat om de rol van de zon in het proces van klimaatsverandering

Wetenschappers verbonden aan Lancaster University zeggen dat er de laatste twintig jaar geen significante link is gevonden tussen de zon en klimaatsverandering, meldt de BBC.

De onderzoekers zouden op drie verschillende wijzen hebben geprobeerd een correlatie te vinden, maar hebben er niet één gevonden.

Klimaatsceptici
De uitkomst van het onderzoek gaat lijnrecht in tegen de theorie van klimaatsceptici, die van mening zijn dat veranderingen in kosmische stralen die de Aarde bereiken verantwoordelijk zijn voor bewolking en temperatuur.

Deze theorie is afkomstig van de Deense wetenschapper Henrik Svensmark. Zijn idee vormde het uitgangspunt van de documentaire ‘The Great Global Warming Swindle’.

'Niet begrepen'
Svensmark blijft achter zijn eigen theorie staan en is niet onder de indruk van het onderzoek van Lancaster University, dat werd geleid door Terry Sloan. ‘Sloan heeft simpelweg niet begrepen op welke manier kosmische stralen invloed uitoefenen op wolken,’ aldus Svensmark.

Ook is het zo dat de zon momenteel een heel inactieve periode doormaakt en dat mogelijk daardoor het effect van de zon op het klimaat niet duidelijk kon worden gemeten.

Door Claudia van Zanten

(Elsevier)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657443
14-04-2008

La Niña inmiddels minder koud

De zeewatertemperatuur in het midden van de Stille Oceaan was de laatste tijd lager dan ooit. Deze periode van afkoeling wordt La Niña genoemd, de tegenhanger van de warme El Niño. Volgens de laatste gegevens is La Niña weer in sterkte afgenomen.

Het water langs de evenaar op de Stille Oceaan is nog maar anderhalve graad koeler dan normaal voor de tijd van het jaar, in februari lagen deze temperaturen 2 tot 3 graden onder normaal. Aan de kust van Zuid-Amerika is de zeewatertemperatuur zelfs weer boven normaal, maar dit heeft alleen in vloed op het weer daar. Voor de wereldwijde effecten is het koudere water langs de evenaar belangrijker.


Afwijking van de zeewatertemperatuur in februari en maart 2008.
bron: KNMI.

De sterkere passaatwind is er de oorzaak van dat meer koud water uit de diepe oceaan aan de oppervlakte komt en meer warm water naar beneden stroomt. Dit jaar duurde La Niña langer dan anders. Meestal wordt het dieptepunt rond Kerstmis bereikt, maar nu zijn in februari de laagste temperaturen gemeten. Naar verwachting is La Niña rond de zomer weer geheel verdwenen.
Koel water in de Stille Oceaan heeft in een groot deel van de wereld invloed op het weer en drukt ook de wereldgemiddelde temperatuur iets omlaag. Een La Niña (en dat geldt ook voor een El Niño) biedt de mogelijkheid voor seizoensvoorspellingen zoals voor de komende lente. La Niña leidt in het voorjaar vaak tot koeler weer in het noorden van Zuid-Amerika en West-Canada, en warmer en droger weer in het zuidoosten van de Verenigde Staten en Texas. Op de Filippijnen zorgt La Niña voor meer regen dan normaal, het noordoosten van Brazilië heeft inmiddels te maken gekregen met overvloedige regen en overstromingen. Zelfs in Nederland is het na een La Niña gemiddeld over veel jaren net iets droger in het voorjaar. Dit effect is echter maar gering, zeker in verhouding tot de natuurlijke grilligheid van het weer. Het gaat dan ook te ver om op basis hiervan een voorspelling te doen voor het voorjaar in ons land.

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657462
02-04-2008

Noordpool wordt warmer, Zuidpool kouder

WASHINGTON - Op de Noordpool smelt het ijs terwijl het op Antarctica steeds kouder wordt. Dat hebben wetenschappers vrijdag bekendgemaakt.

Beide polen hebben te maken met een steeds snellere klimaatverandering, die met name door broeikasgassen als CO2 wordt veroorzaakt.

Op de Noordpool heeft de klimaatverandering voor een opvallend grote afname van het ijs gezorgd, aldus de wetenschappers wiens bevindingen dinsdag worden gepubliceerd in het Nederlandstalige maandblad Eos.

Ozongat

Het enorme ozongat boven Antarctica zorgt er echter tijdens de zomer op het zuidelijk halfrond voor, dat de westenwind harder waait en het zuidelijke continent gedeeltelijk beschermt voor de effecten van klimaatverandering.

Alleen het schiereiland van Antarctica wordt niet beschermd en daar "zijn de effecten van klimaatverandering dramatisch", aldus een van de wetenschappers.

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657478
02-05-2008

‘Geen opwarming tot 2018’

Klimaatmodel voorspelt dat oceaan broeikaseffect tijdelijk compenseert

De wereldwijde opwarming zal de komende tien jaar pas op de plaats maken, voorspelt een vijftal meteorologen en oceanografen uit Duitsland. Europa en Noord-Amerika zullen zelfs iets koeler worden. Het is uitstel van klimaatverandering, geen afstel.

De concentratie broeikasgassen zal de komende tien jaar zeker stijgen. Toch wordt de wereld in die tijd misschien niet warmer, betoogt een groep onderzoekers uit Duitsland deze week in Nature. De oceanen steken er een stokje voor, menen ze. Helaas is dat maar tijdelijk.

Oceanen spelen een cruciale rol in het klimaatsysteem, maar de huidige klimaatmodellen weten daar nog niet goed raad mee, stellen Noel Keenlyside en vier collega’s van het Leibniz instituut voor zeeonderzoek (Kiel) en het Max Planck instituut voor meteorologie (Hamburg).

Water heeft veel meer energie nodig om een graad op te warmen dan lucht, en de oceaan is diep. Alleen aan het oppervlak kunnen de wereldzeeën hun warmte afgeven aan de atmosfeer, of nemen ze er juist warmte uit op. Logisch dus dat het veel uitmaakt hoe de warmte over de oceaan verdeeld is.

Bovendien staat het water niet stil. Zo dankt West-Europa zijn relatief milde winters aan de warme Golfstroom, die warmte uit de tropen noordwaarts voert. Diep onder water stroomt het koud geworden zeewater terug naar de evenaar, waar het weer omhoogkomt.

Dat allemaal goed in klimaatsimulaties stoppen lukt nog niet, want de temperatuur van oceaanwater wordt pas sinds kort goed in de gaten gehouden. Met een te korte historische meetreeks is niet te testen of een computermodel de ontwikkelingen in de oceaan uit het verleden goed kan nabootsen, en dan weet je ook minder goed hoeveel je er voor de toekomst aan hebt.

Het gemis aan oceaangegevens maakt de modellen met name onbetrouwbaar als het gaat om regionale voorspellingen en klimaatverwachtingen voor de korte termijn, tot een jaar of tien vooruit, schrijven de Duitse onderzoekers. Maar volgens hen is er wel een mouw aan te passen.

Zij laten zien dat je niet alles van de oceanen hoeft te weten. Als je alleen de oppervlaktetemperatuur in de berekeningen meeneemt, kom je al een heel eind. En die gegevens zijn er wél voor de laatste halve eeuw. De onderzoekers hebben ze in een bestaand klimaatmodel gestopt en laten zien dat het daardoor betere voorspellingen geeft dan zonder die informatie.

Of misschien is ‘achterspellingen’ een beter woord. De voorspellende kracht hebben de onderzoekers getest door steeds te gaan rekenen vanaf de toestand in 1955, 1965, 1975 en zo door tot 2005. De uitkomsten vergeleken ze met de werkelijk gemeten temperaturen, en met het klimaatmodel zonder kennis van het oceaanwater.

Hun aangepaste model bleek de werkelijkheid voor veel regio’s beter te benaderen dan het oude, en dat ligt voornamelijk aan een betere weergave van de Golfstroom. Die warme waterweg en zijn koude onderzeese tegenhanger vertonen waarschijnlijk een natuurlijke, langjarige schommeling in kracht, en die slingerbeweging duurt zeventig à tachtig jaar, schrijven Keenlyside en zijn collega’s.

De kracht van het Golfstroomsysteem is sinds het einde van de vorige eeuw aan het afzwakken. Aangezien deze onderzoekers verwachten dat die verzwakking de komende tien jaar zal doorzetten, zal er volgens hen minder hitte uit de tropen naar Europa en Noord-Amerika stromen en minder koud water teruggevoerd worden.

Zoveel minder zelfs, dat Europa en Noord-Amerika de komende tien jaar iets koeler zullen zijn dan het afgelopen decennium, ondanks de steeds verder toenemende CO2-concentratie in de lucht. Wereldwijd zal de temperatuur ongeveer gelijk blijven, voorziet het Duitse model. Na 2018 loopt hij echter snel op.

Dat klinkt geruststellend, maar wacht even. Nog geen jaar geleden kwam een ander team onderzoekers, van het Britse Met Office, met een voorspelling voor de komende zeven jaar. Ook zij schreven in Science dat het eerst nog een paar jaar niet warmer zou worden op aarde, maar tussen 2009 en 2014 voorzagen ze juist wél veel warmterecords. Tenminste de helft van de jaren zal warmer worden dan huidige recordhouder 1998, schreven ze.

Heel anders dus dan het verhaal dat nu in Nature staat. Hoe zit dat? “Onze voorspelling staat nog steeds overeind”, zegt onderzoeksleider Doug Smith aan de telefoon. “We hebben ons model sinds augustus vorig jaar nog wat aangepast, maar er blijven warmterecords uitkomen. In welke jaren ze precies zullen vallen is niet duidelijk.”

Hoe kan het dat Keenlyside’s model zo’n andere uitkomst geeft dan dat van de Britse meteorologen? Smith: “Zij gebruiken alleen de oppervlaktetemperatuur van de oceanen om hun model bij de start gelijk te zetten met de werkelijkheid, wij stoppen er ook andere oceaangegevens in, voor zover we die hebben. Onder meer de temperatuur dieper in zee en informatie over het zoutgehalte van het water. Ook dat is namelijk belangrijk voor de stromingen.”

De uitkomsten voor de komende tien jaar verschillen flink, maar toch zijn de overeenkomsten tussen de twee modellen ook groot, meent Smith. “Ze kunnen allebei goed verklaren waarom het de afgelopen tien jaar niet veel warmer is geworden, namelijk door de afzwakking van de golfstroom. En ze voorspellen ook allebei dat het de komende eeuw aanzienlijk warmer gaat worden. Alleen over de korte termijn zijn we het niet eens.”

Noel Keenlyside neemt helaas de telefoon niet op, dus vraag ik het maar aan Smith: waar blijft de extra warmte die de stijgende concentratie broeikasgas in de atmosfeer vasthoudt als het een paar jaar niet warmer wordt? Ergens in de oceaan? “Dat hoeft niet. Het kan ook minder warm worden doordat er meer wolken gevormd worden, die het zonlicht weerkaatsen. Maar dat is dus wel tijdelijk.”

Elmar Veerman

(Noorderlicht)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657495
19-05-2008

'Opwarming aarde zorgt voor minder orkanen'

Het aantal orkanen in de Noord-Atlantische oceaan zal in de loop van deze eeuw afnemen, maar de stormen die plaatshebben zijn waarschijnlijk iets krachtiger dan voorheen.


Volgens Tom Knutson zullen orkanen in het Atlantisch gebied afnemen

Tot deze opmerkelijke conclusie komen wetenschappers van het toonaangevende Amerikaanse meteorologisch instituut National Oceanic and Atmospheric Association (NOOA).

Zeetemperatuur
Voor het ontstaan van een orkaan is een zeewatertemperatuur van boven de 26 graden Celsius nodig. De gemiddelde zeetemperatuur is de afgelopen decennia met 0,5 graden gestegen.

Tot nu toe dachten wetenschappers daarom ook dat door deze stijging het aantal orkanen en tropische stormen zou toenemen.

Simulatie
NOOA-onderzoeksleider Tom Knutson maakte een klimaatmodel van het Noord-Atlantische gebied en simuleerde daarmee de orkaanseizoenen van 1980 tot en met 2006.

Daarna voegde hij de verwachte veranderingen door het opwarmen van de aarde toe. De zeetemperatuur werd verhoogd en ook de veranderende samenstelling van de dampkring werd meegenomen, waarna Knutson de computer opnieuw een simulatie liet maken.

De nieuwe simulatie toonde aan dat het aantal orkanen in het Atlantische gebied met 18 procent zal afnemen in de tweede helft van deze eeuw.

‘De studie ondersteunt niet het denkbeeld dat door de stijging van broeikasgassen het aantal tropische stormen ook toeneemt,’ zegt Knutson op de website van Nature.

Toename
Het onderzoeksteam denkt dat de recente toename van het aantal orkanen in de Atlantische oceaan niet wordt veroorzaakt door de hoge temperatuur van de oceaan zelf, maar door het temperatuurverschil tussen de verschillende oceanen.

De studie is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Geoscience

(Elsevier)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657509
30-05-2008

Afkijken bij de natuur:

CO2 vastleggen door mineraliseren.

Wie energie-opwekking uit fossiele brandstoffen klimaatneutraal wil maken, moet de CO2 afvangen en opslaan. Een veelgenoemde methode is de ondergrondse opslag van het broeikasgas in lege gasvelden of zoutlagen. Maar dat kost energie, zodat de efficiëntie van de energie-opwekking flink daalt. Hoogleraar Hans Geerlings van de Technische Universiteit Delft stelt een alternatieve manier voor: CO2-mineralisering. De natuur doet het zelf al en Geerlings wil nu een versnelde variant ontwikkelen om op grote schaal CO2 op te kunnen slaan. Geerlings houdt vandaag (30 mei) zijn intreerede.

Wereldwijd gaan westerse landen de strijd aan met het broeikasgas CO2. Via het verbranden van fossiele brandstoffen pompen we immers grote hoeveelheden kooldioxide in de atmosfeer. Die houdt daardoor veel meer warmte vast dan wenselijk is en voilá: we hebben klimaatproblemen. Als we nou dat CO2 zouden afvangen en buiten de atmosfeer opslaan, zo is de gedachte, dan kunnen we uit olie, gas en kolen vrijwel klimaatneutraal energie opwekken.


Kolencentrale van 750 MW. Beeld: energieportal.nl

Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Je haalt die kooldioxide niet zomaar even uit de rookgassen van een elektriciteitscentrale. Wereldwijd is men daarom koortsachtig op zoek naar methoden voor CO2-afvang. Ook in Nederland. Anderhalve maand geleden opende minister Cramer van Milieu bijvoorbeeld een proefinstallatie bij de kolencentrale van Eon op de Maasvlakte, waar verschillende technieken worden uitgetest.

De techniek die de Delftse hoogleraar Hans Geerlings nu voorstelt, is daar nog niet bij. Terwijl het volgens hem toch zeker een techniek met perspectief is. Geerlings stelt dat in zijn intreerede die hij vandaag uitspreekt voor een publiek van studenten, collega-onderzoekers, familieleden en vrienden. Hij wil CO2 binden aan gesteenten zoals olivijn. Mineralisering heet dat proces en de natuur doet het al vele jaren. Eigenlijk al hele tijdperken.

Anorganische cyclus
De Delftse hoogleraar legt uit dat de minderalisering onderdeel is van de 'anorganische CO2 cyclus'. Deze is complementair aan de organische cyclus die bekend is van levende materie: planten nemen CO2 op uit de atmosfeer en splitsen het molecuul in zuurstof die wij inademen en in koolstof die ze tijdens hun groei opslaan. Mensen en dieren halen hun energie uit die planten, waarbij ze de koolstof als CO2 weer uitademen.

Bij de anorganische cyclus is dode materie betrokken: gesteenten en mineralen. Water speelt er ook een belangrijke rol in. In de cyclus lost CO2 uit de atmosfeer op in water, onder de vorming van koolzuur. Dit koolzuur reageert met basische gesteenten zoals bijvoorbeeld olivijn, een magnesiumsilicaat. Dit is een klassieke zuur-base reactie waarbij waterstofionen worden uitgewisseld.



Bij de reactie wordt de koolstof uit het CO2 vastgelegd in het opgeloste magnesiumbicarbonaat. In de natuurlijke, anorganische cyclus is het dan voor minstens enkele tienduizenden jaren uit de atmosfeer verwijderd. Die 'truc' wil Geerlings nu proberen geschikt te maken voor industriële toepassing.

Versnellen
De Delftse hoogleraar betoogt in zijn rede dat via mineralisering veel méér CO2 is op te slaan dan er door menselijk toedoen in de atmosfeer terechtkomt. Dit komt doordat er genoeg olivijn en andere geschikte basische gesteenten te vinden zijn; het komt op vele plaatsen aan het aardoppervlak voor. Het probleem is natuurlijk dat de mineraliseringsreactie in de natuur uiterst langzaam verloopt. Geerlings: "Als wij van deze vinding van de natuur gebruik willen maken om CO2 op te slaan, dan zullen we de reactie drastisch moeten versnellen."

Eén van de manieren is om het benodigde gesteente tot een poeder te malen, zodat het reactieoppervlak vergroot wordt. Daar wordt in de wetenschappelijke literatuur al het één en ander over vermeld; oliegigant Shell heeft er ook al proeven mee gedaan. Volgens Geerlings werkt de gerapporteerde mineralisering het best als er sprake is van een stroom zuivere CO2. "Dat laatste is nogal spijtig, omdat dit een separate energievragende CO2 afvangstap impliceert, en daar wilden we nu juist vanaf."

Geerlings wil in zijn onderzoek bij de TU Delft daarom vooral aandacht besteden aan de mineralisering van verdunde CO2 stromen zoals die in industriële rookgassen voorkomen. Hij gaat onderzoeken hoe de geschikte mineralen bewerkt of gemodificeerd moeten worden, of welke aanpassingen er in het proces nodig zijn, om ervoor te zorgen dat de verdunde CO2 stromen met een acceptabele snelheid zijn vast te leggen.

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657521
01-01-2008

Plotselinge afkoeling klimaat in 1945 gevolg van meetfout

Niet alle temperatuurverandering die klimatologen de afgelopen 140 jaar waarnamen was klimaatverandering. Amerikaanse en Britse onderzoekers laten zien dat de plotselinge mondiale afkoeling die aan het eind van de Tweede Wereldoorlog optrad een artefact is (Nature,29 mei). Een systematische meetfout.Toen de oorlog in 1945 afliep nam het aandeel Amerikaanse schepen dat in vaste routine warmtemetingen deed aan zeewater snel af. Tegelijk vermeerderde het aandeel Britse schepen. Dat had zijn weerslag op de berekening van de gemiddelde mondiale zeewatertemperatuur omdat Britse zeelieden de zeewatertemperatuur meten aan water dat ze in een emmer omhoog halen. Amerikanen meten aan het koelwater dat de machinekamer in gaat. De Amerikanen komen te hoog uit, de Britten te laag.

In het klimaatdebat speelt het verloop van de gemiddelde mondiale temperatuur zoals die voor de afgelopen 140 jaar valt te berekenen uit directe metingen (met thermometers) een grote rol. In 1986 publiceerden Britse onderzoekers van de University of East Anglia geleid door Phil Jones een reconstructie vanaf 1861 gebaseerd op historische metingen.

In ruwe lijn blijkt de mondiale temperatuur na 1900 gestaag te stijgen tot in 1945 een abrupte afkoeling inzet. Die houdt aan tot ongeveer 1970, dan begint de huidige sterke opwarming. De vreemde daling na 1945, toen het broeikaseffect zich al manifesteerde, is toegeschreven aan het koelend effect van zwaveldioxide uit zwavelhoudende brandstof.


De abrupte temperatuursdaling in 1945 is goed te zien in een grafiek die is 'opgeschoond' voor het El Niño-verschijnsel in de Grote Oceaan en de invloed van sterke westelijke winden.

Voor het recente Nature-artikel, waaraan Phil Jones meewerkte, is de grillige reeks ‘opgeschoond’. De opgeschoonde grafiek toont de abrupte daling rond 1945 extra duidelijk (zie hierboven) De plotselinge daling blijkt dus niet, zoals andere dalingen, toe te schrijven aan een vulkaanuitbarsting en ook niet aan de atoomaanval op Japan, maar aan een artefact. Omdat het aardoppervlak voor tweederde uit water bestaat is de invloed van de Britse emmermetingen op de berekende mondiale luchttemperatuur erg groot.

(nrc)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657532
13-06-2008

Woestijnen slurpen CO2

Onderzoek aan het broeikasgas CO2 beleeft hoogtijdagen. Toch is niet bekend waar alle CO2 wordt opgeslagen. Er bestaat een zogenaamde ‘missing sink’. Onderzoek wijst uit dat woestijnbodems veel CO2 op zouden kunnen slaan. Het in Science gepubliceerde nieuws is echter niet vrij van kritiek.

Koolstofdioxide (CO2) concentraties stijgen sinds het begin van de industriële revolutie rond 1850. Daarnaast komen er jaarlijks grote, natuurlijke hoeveelheden CO2 vrij, die weer worden opgenomen door bijvoorbeeld de vegetatie. Voor een groot deel zijn wetenschappers er zeker van waar al deze CO2 wordt opgeslagen. De massabalans is echter niet sluitend. Ze spreken dan ook van een ‘missing sink’, oftewel een 'vermiste opslagbron'. Richard Stone schrijft in het Science nummer van vandaag dat woestijnachtige gebieden de spectaculaire oplossing kunnen zijn. Woestijnbodems nemen ’s nachts namelijk verrassend veel CO2 op.

Woestijnachtige gebieden beslaan 35% van het aardoppervlak, gelijk aan 5,2 miljard hectare. De opslag per jaar zou dan 5,2 miljard ton CO2 per jaar kunnen bedragen. Dit is maar liefst de helft van de totale hoeveelheid CO2 die per jaar wordt uitgestoten door het verbruik van fossiele brandstoffen. Zou dit de ‘missing sink’ zijn, daar de oceanen en bossen al zijn afgevallen?



De Sahara is de grootste woestijn op aarde. Wat zou de bodem hier opslurpen? Bron: NASA


Voorzichtigheid
Voorlopig is grote opname van CO2 in de nacht slechts voor twee woestijnen aangetoond: de Chinese Gubantonggut woestijn en de Amerikaanse Mojave woestijn. Voor bovenstaande getallen is dus de aanname gemaakt dat ook andere woestijnen vergelijkbare hoeveelheden CO2 opnemen. Ook in onbekend waar alle koolstof dan wel blijft, want koolstof bouwt zich normaal gesproken traag op in bodem. Mogelijk wordt bij dag de opgeslagen CO2 weer vrijgegeven en is de ‘missing sink’ slechts een spook. Ook zou verhoogde neerslag in de twee woestijnen een rol kunnen spelen en dus is de extra opslag slechts tijdelijk.



De bodem van de Mojava woestijn in Californië, Utah, Arizona en Nevada neemt veel CO2 op. Bron: Creative Commons


Veel is nog onduidelijk en meer woestijnachtige gebieden zullen onderzocht moeten worden. Gebieden die al anderhalve eeuw een stabiel klimaat hebben, verdienen extra aandacht om deze kwestie uit te zoeken. Als de invloed van deze gebieden echt groot blijkt te zijn, zullen klimaatmodellen aangepast moeten worden.


Referentie:
Stone, R., 2008. Have Desert Researchers Discovered A Hidden Loop in the Carbon Cycle? Science 320 1409-1410.

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657539
18-06-2008

IJsplaat zuidpool breekt verder af

Eind mei brak nog eens een gebied van ongeveer 160 vierkante kilometer af van de Wilkins-ijsplaat in het zuidpoolgebied. ESA's aardobservatiesatelliet Envisat nam het verschijnsel voor het eerst in de antarctische winter waar.

Het afbreken gebeurde op 30 en 31 mei laatstleden. De Wilkins-ijsplaat is een brede plaat van drijvend ijs op het antarctische schiereiland, ten zuiden van Zuid-Amerika. De plaat is verbonden met de twee eilanden Charcot en Latady. In februari was al een gebied van ongeveer 400 vierkante kilometer van de plaat afgebroken, waardoor de verbinding tot een strook van 6 kilometer verkleind werd. Met het verder afkalven van de plaat in mei is dat nog amper 2,7 kilometer.



Animatie opgebouwd uit beelden van de Advanced Synthetic Aperture Radar (ASAR) aan boord van de kunstmaan Envisat, die tussen 30 mei en 9 juni werden gemaakt. Ze tonen de snel afnemende ijsstrook, die verhindert dat duizenden kilometers van de antarctische Wilkins-ijsplaat verder afkalven.
bron: ESA.


Volgens Dr Matthias Braun van het Zentrum für Fernerkundung der Landoberfläch (Centrum voor waarneming van het landoppervlak) van de Universität Bonn en Dr Angelika Humbert van het Institut für Geophysik (Instituut voor geofysica) van de Universität Münster zal het afbreken van de plaat niet ophouden. Ze onderzoeken al maandenlang de dynamica van de Wilkins-ijsplaat.
"Waar ze het smalst is heeft de overblijvende plaat een gebogen breuk, waardoor het heel waarschijnlijk is dat de verbinding zeer snel helemaal zal breken", aldus Braun en Humbert.

Braun en Humbert houden het ijs dagelijks in de gaten via gegevens van Envisat. Het is hun bijdrage aan het International Polar Year (IPY) 2007-2008, een groot wereldwijd wetenschappelijk programma, gericht op onderzoek van de poolgebieden.



De Europese satelliet voor aardobservatie Envisat.
bron: ESA.


De ASAR-beelden van de animatie werden gemaakt als deel van de ondersteuning die ESA aan het IPY geeft. Tijdens het IPY helpt ESA onderzoekers alsmaar meer satellietinformatie te verzamelen, in het bijzonder om de verdeling en de evolutie van sneeuw- en ijslagen op globale schaal beter te begrijpen.
Samen met het Byrd Polar Research Centre leidt ESA ook het belangrijke project Global Interagency IPY Polar Snapshot Year (GIIPSY). Het doel van dit project is satellieten voor aardobservatie zo efficiënt mogelijk te gebruiken voor het maken van essentiële momentopnamen, die als maatstaf moeten dienen voor het inschatten van vroegere en toekomstige veranderingen in de poolgebieden.

ASAR is buitengewoon nuttig om veranderingen in de ijslagen waar te nemen. Het instrument kan immers waarnemen door wolken heen en bij nacht, wat veel voorkomt poolgebieden.



Eerder afbrokkelen van de Wilkins-ijsplaat in het voorjaar van 2008.
bron: ESA.


De langdurige waarneming van Antarctica door satellieten is heel belangrijk, omdat de satellietgegevens belangrijk bewijsmateriaal opleveren van bepaalde evoluties, waardoor onderzoekers voorspellingen kunnen doen. IJsplaten op het antarctisch schiereiland zijn belangrijke indicatoren voor de huidige klimaatsveranderingen. Ze worden immers 'gesandwicht' tussen de stijgende temperatuur van de lucht aan het aardoppervlak en een warmer wordende oceaan.



Antarctica op basis van Envisat-opnamen uit 2004.
bron: ESA.


Het antarctisch schiereiland is volgens Braun en Humbert de afgelopen 50 jaar met 2,5 °C opgewarmd. De afgelopen 20 jaar zijn zeven ijsplaten langs het schiereiland in stukken gebroken of kleiner geworden. Het heel spectaculaire afbreken van de Larsen B-ijsplaat werd in 2002 door Envisat waargenomen, amper enkele dagen na de lancering van de satelliet.

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657555
04-07-2008

'Zeespiegel stijgt niet door smelten gletsjers'

De smeltende gletsjers aan de rand van de Groenlandse ijskap zorgen op lange termijn niet voor meer stijging van de zeespiegel.

Dat stellen onderzoekers van de Universiteit Utrecht. De resultaten van het onderzoek zijn opmerkelijk, omdat in veel populaire publicaties, waaronder de film 'An Inconvenient Truth' van Al Gore, wordt beweerd dat de zeespiegel meters zal stijgen.


De gletsjers in Groenland smelten weliswaar, maar daardoor stijgt de zeespiegel niet


Smeltende ijskappen in Groenland

De snelheid waarmee het gletsjerijs smelt neemt sterk toe, maar het versnellingsproces wordt doorbroken doordat het smeltwater via steeds bredere kanalen wordt afgevoerd. Hierdoor neemt de beweging van het ijs weer af.

Beweging
De Utrechtse wetenschappers hebben hun onderzoeksresultaten gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Science.

De onderzoekers hebben sinds begin jaren negentig met GPS-metingen de beweging van de ijskap in West-Groenland gevolgd. Het smeltwater werkt als een smeerlaagje tussen het ijs en de ondergrond. Daardoor blijkt bij warmer weer het ijs in een paar dagen tot wel vier keer zo snel te bewegen.

Kanalen
Het ijs glijdt hierdoor met toenemende snelheid naar de lagere en warmere delen van de ijskap. Na verloop van tijd worden in het ijs grotere kanalen gevormd die het toegenomen smeltwater afvoeren.

Daardoor neemt de waterdruk aan de bodem weer af en ook de snelheid waarmee het ijs glijdt.

(Elsevier)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657574
17-07-2008

Klimaat verandert in Nederland sneller

HILVERSUM - De klimaatverandering in Nederland gaat twee keer zo snel als gemiddeld wereldwijd. Dat meldde het RTL Nieuws woensdag op basis van twee nog niet gepubliceerde onderzoeken.

Cees Molenaars van het KNMI bevestigt het nieuws. Volgens hem is het afkomstig uit het rapport 'De toestand van het klimaat', een onderzoek dat het KNMI eens in de vijf jaar uitvoert.

De resultaten van de meest recente versie worden op 31 juli gepresenteerd. "Een van de onderdelen van het rapport betreft inderdaad de opwarming in heel West-Europa, die twee keer zo snel gaat dan elders", aldus Molenaars.

Winter

Volgens hem is er echter voor de korte termijn geen reden voor paniek. Wel worden volgens RTL Nieuws winters milder en valt er meer neerslag.

Door de klimaatverandering in Nederland neemt de kans op een warm voorjaar toe van een keer in de zevenhonderd jaar tot eens in de 250 jaar.

(c) ANP/Novum

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657604
31-07-2008

Nederland wordt zonniger met tropische buien

DE BILT - Soms lijkt het er niet op, maar Nederland heeft steeds vaker blauwe luchten met minder wolken en meer zon. De lucht boven Nederland is schoner. Daardoor wordt Nederland zonniger en hebben we warmer weer.

Dat blijkt uit 'De toestand van het klimaat in Nederland 2008', het klimaatrapport van het KNMI over de afgelopen vijf jaar dat donderdag werd aangeboden aan staatsecretaris Tineke Huizinga (Verkeer).

Uit het verslag blijkt dat Noordwest-Europa, waaronder Nederland, de afgelopen vijftig jaar 2,2 keer sneller opwarmde dan het mondiale gemiddelde.

Huizinga

Volgens Huizinga leidt het rapport tot de nodige commotie en bevestigt het dat de klimaatverandering Nederland voor een grote uitdaging stelt.

Tot 1985 nam de hoeveelheid zonnestraling in Nederland nog licht af, maar daarna nam die juist sterk toe. "Mede hierdoor zijn de lente- en zomertemperaturen tot midden jaren tachtig nauwelijks toegenomen en daarna dubbel zo snel gestegen", aldus het KNMI.

Broeikaseffect

De extra zonneschijn zou goed zijn voor een halve graad van de totale opwarming van ongeveer anderhalve graad. Het veronderstelde broeikaseffect doet de rest.

In de jaren zeventig en begin jaren tachtig weerhielden meer stofdeeltjes in de lucht de zonnestraling ervan de grond te bereiken. Dankzij de schonere lucht lukt dat steeds beter.

Bewolking

Ook de afname van de bewolking speelt waarschijnlijk een rol. De metingen van het KNMI geven die afname nog niet weer, die in de ons omringende landen wel. Dat de bewolking afneemt, is vooral te danken aan meer zuidelijke wind.

Meer zonnestraling speelt een grote rol in de opwarming van Nederland. Een andere reden is dat Nederland meer westenwind kent, vooral in de late winter en het vroege voorjaar.

Effecten

Dat Nederland opwarmt, staat inmiddels buiten kijf. De opwarming, onder andere van de Noordzee, brengt behalve hogere temperaturen ook andere effecten met zich mee.

Zo regent het in de kustgebieden tegenwoordig meer dan in het binnenland. En als het regent, dan regent het ook goed. "De laatste jaren is er sprake van een groot aantal dagen met zware neerslag."

Goed nieuws voor mensen die slecht tegen de regen kunnen: de regenperiodes in Nederland worden korter van duur en in de zomer zullen er minder regendagen zijn. De buien die we in de zomer krijgen, zullen net zoals het weer zelf, tropisch aandoen.

(c) ANP

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657624
31-07-2008

"Nederland warmer dan ooit"

De afgelopen vijf jaar waren gemiddeld de warmste in honderd jaar. Dat staat in het KNMI-rapport "De toestand van het klimaat in Nederland 2008", dat donderdag in De Bilt is aangeboden aan staatssecretaris Tineke Huizinga (Verkeer en Waterstaat). De oorzaak van de sterke stijging is volgens het KNMI afname van fijnstof en een toename van wind uit het zuiden en het westen.

De gemiddelde temperatuur in Nederland steeg de afgelopen vijf jaar met anderhalve graad. Dat blijkt uit metingen die zijn gedaan in De Bilt. Met deze temperatuurstijgingen ligt ons land ver voor op het wereldgemiddelde van slechts een halve graad. 2006 en 2007 zijn met een gemiddelde temperatuur van 11,2 graden zelfs de warmste jaren in Nederland sinds onderzoekers zijn begonnen met meten in 1706. Hiermee beleeft Nederland temperaturen die vergelijkbaar zijn met die in Lyon, midden-Frankrijk.



Deze grafiek toont de gemiddelde jaartemperatuur van Nederland (rood) en de wereld (blauw en paars) van 1950 tot 2007. Met name de laatste jaren stijgt de Nederlandse temperatuur harder dan in de rest van de wereld.


Alpen
Volgens het KNMI is het geen toeval meer dat Nederland zoveel warme jaren achter elkaar beleefde, terwijl de temperatuurstijging in de rest van de wereld meeviel. Opvallend is dat het instituut de stijging niet toeschrijft aan een toename van broeikasgassen. Volgens klimaatonderzoeker Rob van Dorland steeg de concentratie CO2 de afgelopen jaren precies volgens schema. Het KNMI zoekt de verklaring daarom bij de afname van stofdeeltjes in de lucht en veranderende windrichtingen.

"We krijgen in de late winter en het vroege voorjaar meer westenwind, en meer zuidenwind in het late voorjaar en de zomer", vertelt klimaatonderzoeker Geert Jan van Oldenburg. "Dat is wel even een verschil met de koude wind die we anders uit het oosten krijgen. Deze trend zien we al sinds 1950, maar we hebben nog geen idee wat de oorzaak is. We denken aan een warmere Middellandse Zee, of wind die over de Alpen komt. We zijn nu druk bezig om dit uit te zoeken."

Ook de afname van stofdeeltjes wordt genoemd als oorzaak voor de hoge temperaturen. Arie Kattenberg, redacteur van het rapport: "We zijn sinds de jaren tachtig bezig om de uitstoot van fijnstof te verminderen. Minder stofdeeltjes in de lucht betekent minder wolken, en dus meer zonnestralen." Moeten we daarom terug naar meer uitstoot als oplossing voor de opwarming? "Nee, want fijnstof en CO2 hangen direct met elkaar samen. Een tanker die meer roet uitstoot is niet beter tegen opwarming omdat die ook meer CO2 produceert. Zo'n oplossing staat gelijk aan dweilen met de kraan open. En dan hebben we het nog niet eens over de gevolgen van fijnstof voor de gezondheid."



Als de temperatuur blijft stijgen moeten we wennen aan overvolle stranden.


Elfstedentocht
Het KNMI maakt zich uiteindelijk geen grote zorgen naar aanleiding van deze metingen. Van Dorland: "Ondanks deze metingen sluit ik een Elfstedentocht de komende vijf jaar niet uit. Klimaat is een kansverhaal: met onze modellen voorspellen wij alleen de kans dat de gemiddelde temperatuur stijgt. Dat kan altijd veranderen doordat er een koud jaar tussenzit."

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657645
21-08-2008

Broeikaseffect wordt een grote zegen voor het Midden-Oosten



Hel en verdoemenis, dat is wat de klimaatmodellen ons voorspiegelen. Zodra de aarde een paar graadjes warmer is geworden, krijgt de mensheid te maken met extreme hitte, extreme droogte (of juist extreme regenval) en meer orkanen. Tot voor kort gold dit doemscenario ook voor het Midden-Oosten.

De berekeningen van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) gaven aan dat het minder zou gaan stormen op de Middellandse Zee, waardoor de neerslag in het Midden-Oosten zou gaan dalen, naar verwachting met 15 tot 25 procent. De Arabische woestijn zou met andere woorden droger worden en oprukken in de richting van de ‘vruchtbare halve maan’, de boog van rivierbeddingen ten oosten, noorden en westen van de woestijn, wat weer ernstige consequenties zou hebben voor de economische stabiliteit.

Grofmazig

Maar neerslag voorspellen is een heikele zaak en de IPCC-modellen zijn grofmazig: ze hebben geen oog voor details die lokaal van groot belang kunnen zijn. Jason Evans van de Universiteit van New South Wales wilde meer zekerheid over de toekomst van deze explosieve regio, en besloot een gedetailleerd model te maken voor het klimaat aldaar.

Het resultaat was exact het tegengestelde van wat het IPCC voorziet. Het aantal stormen op de Middellandse Zee zal inderdaad dalen, maar dat betekent dat vochtige lucht uit het westen dieper zal kunnen doordringen. Dankzij het Zagrosgebergte zullen hierin wolkenformaties ontstaan die voor meer neerslag zullen zorgen – Evans verwacht ruim 50 procent meer dan nu het geval is. De Eufraat, de Tigris, de Asi en de Jordaan zullen niet droog komen te liggen maar veel breder worden.

(depers.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657663
02-09-2008

'Extreme klimaatplannen noodzakelijk'

AMSTERDAM - Om de opwarming van de aarde tegen te gaan, moet de mensheid mogelijk extreme maatregelen nemen, zoals het blokkeren van de zon.

Dat stellen wetenschappers van de Britse Royal Society in een nieuw rapport.

De deskundigen van het invloedrijke wetenschappelijke genootschap vrezen dat het te laat is om klimaatsverandering tegen te gaan door de uitstoot van CO2 te verminderen.

Ze pleiten in hun rapport voor meer onderzoek te naar 'geo-engineering'. Dat is een verzamelnaam voor extreme technieken die de aarde op een kunstmatige manier zouden kunnen afkoelen.

Spiegels

Zo kwamen wetenschappers van de universiteit in Arizona in 2006 met een plan om reusachtige spiegels in een baan om de aarde te lanceren en zo zonlicht terug te kaatsen. Ook bestaan er wetenschappelijke voorstellen om zonlicht te blokkeren met kunstmatige wolken.

En er zijn zelfs onderzoekers die opperen om grote hoeveelheden ijzerstof in zee te dumpen. Dat zou namelijk de groei van plankton stimuleren. En plankton absorbeert weer CO2 uit de lucht.

Onhaalbaar

Volgens de Royal Society moeten die extreme plannen serieus worden onderzocht, omdat alle andere maatregelen tegen de opwarming van de aarde onhaalbaar lijken.

De G8 streeft er sinds dit jaar bijvoorbeeld officieel naar om de emissie van CO2 te halveren en de voorspelde wereldwijde temperatuurstijging van 4 naar 2 graden Celsius terug te dringen. De auteurs van het Britse rapport noemen dat echter een 'misleidende vorm van politiek zonder wetenschappelijke basis.'

Gevolgen

De vraag is natuurlijk of geo-engineering wel haalbaar is. "Ik ben op zich geen fan van het rommelen met de atmosfeer omdat het onvoorspelbare gevolgen kan hebben", verklaart Royal Society-lid Alice Bows in het Britse dagblad The Guardian.

"Maar de opwarming van de aarde heeft ook onvoorspelbare consequenties. Het lijkt er op dat we niets aan de uitstoot kunnen doen. En dan moeten we andere opties overwegen."

Riskant

Het rapport van de Royal Society stelt zelfs: "Plannen voor geo-engineering lijken misschien riskant, maar er komt mogelijk een tijd waarin het riskanter is om niets te doen."

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657709
28-09-2008

Temperatuur stijgt in Europa sneller dan elders

KOPENHAGEN - De temperatuur stijgt in Europa sneller dan in de rest van de wereld. De alpengletsjers smelten in een rap tempo en in de landen rond de Middellandse Zee valt nu 20 procent minder regen dan ongeveer een eeuw geleden.

Dat heeft het in Kopenhagen gevestigde Europese milieuagentschap EEA zondag gemeld. Het agentschap stelt dat de temperatuur in Europa sinds de industrialisering met 1 graad Celsius is gestegen.

Voor de rest van de wereld was de stijging 0,8 graad. Ook voor de toekomst voorspelt EEA een voor Europa snellere stijging van de temperatuur dan voor de rest van de wereld.

Gletsjers

Over de Europese gletsjers schrijft het agentschap dat die sinds 1850 gemiddeld twee derde van hun omvang hebben verloren. Vooral na 1980 zijn de gletsjers snel kleiner geworden.

(c) ANP

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657723
30-09-2008

Mensen moeten eetgewoonten aanpassen voor beter klimaat



Hooguit een liter melk per week, maximaal vier avonden per week vlees en veel minder alcohol, snoep en chocolade. Dat is nodig om een dramatische klimaatverandering tegen te gaan, blijkt uit een rapport van de Britse organisatie Food Climate Research Network (FCRN), meldt The Daily Mail dinsdag.
Een halve kilo vlees en een liter melk per persoon per week is volgens de organisatie het gemiddelde menu voor mensen in ontwikkelingslanden. Inwoners van rijke landen zouden zich daar naar moeten richten, willen ze de opwarming van de aarde tegengaan, concluderen de wetenschappers.

Door te bezuinigen op vlees kan in Groot-Brittannië 8 procent minder broeikasgas uitgestoten worden, stelt het netwerk. Koeien, schapen en varkens stoten onder meer methaan uit door te boeren en te poepen.

De onderzoekers geven aan dat technologie in de komende jaren zou kunnen helpen bij het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. Maar als de vraag naar voedsel in de rijke landen zo blijft toenemen, kan de technologie daar niet tegenop, denken de wetenschappers.

,,De manier waarop het probleem zich nu ontwikkeld, leidt ertoe dat we maatregelen moeten nemen waarvan we dachten dat we ze nooit zouden hoeven nemen'', aldus onderzoekster Tara Garnett. Britten eten gemiddeld 1,6 kilo vlees per week en drinken 4,2 liter melk per week.

Eerder riepen de Verenigde Naties al op de vleesconsumptie te verminderen om klimaatverandering tegen te gaan. Wereldwijd is de veestapel verantwoordelijk voor 18 procent van de uitstoot van broeikasgassen. Ter illustratie: transport neemt 'slechts' 13 procent voor de rekening.

(depers.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657742
20-10-2008

'Klimaat verandert sneller'

BRUSSEL - Volgens een nieuw rapport van het Wereld Natuur Fonds (WWF) verandert het klimaat sneller dan tot dusver werd aangenomen. Volgens nieuwe berekeningen van de natuurorganisatie is het mogelijk dat de Noordpool tussen 2013 en 2040 in de zomer volledig ijsvrij wordt.

De zeespiegel zou tegen het eind van deze eeuw meer dan 120 centimeter kunnen stijgen.

De berekeningen van het WWF zijn daarmee veel pessimistischer dan die van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties dat vorig jaar nog de Nobelprijs van de Vrede won samen met Al Gore. Het IPCC voorspelt bijvoorbeeld een zeespiegelstijging van 59 centimeter.

Nederland

De gevolgen van de klimaatverandering zullen in Nederland merkbaar zijn door onder meer een toename van het aantal en de intensiteit van stormen boven de Britse eilanden en de Noordzee. Dit zal leiden tot grotere schade in West- en Centraal-Europa, aldus het WWF.

In Luxemburg komen maandag de ministers van Milieu van de Europese Unie bijeen. Zij bespreken het Europese klimaatplan. In december moet daarover een compromis zijn bereikt tussen de ministers en het Europees Parlement.

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657754
24-10-2008

Klimaatgeschiedenis wijst op belangrijke rol van de zon

De focus op koolstofdioxide (CO2) als veroorzaker van de huidige klimaatverandering is enorm. Echter, veranderende zonneactiviteit blijkt het klimaat sterk te beïnvloeden, bijvoorbeeld rond 800 v. Chr. En dat terwijl de CO2-concentratie stabiel bleef! De huidige nadruk op de rol van CO2 is waarschijnlijk niet terecht.

Uit de natuurlijke klimaatarchieven in de bodem blijkt dat het klimaat hypergevoelig is voor kleine veranderingen in zonneactiviteit. De invloed van de zon op de temperatuurtoename van de afgelopen eeuw zou zelfs wel eens sterker kunnen zijn geweest dan de invloed van het versterkte broeikaseffect. Veel politici, onderzoekers en milieuorganisaties hameren erop dat vooral menselijke invloed via CO2-uitstoot de huidige klimaatverandering heeft veroorzaakt. Als blijkt dat dit niet klopt, zal het maatschappelijk draagvlak om de CO2-uitstoot te verminderen sterk afnemen. Dat is een groot probleem, want beperken van het gebruik van fossiele brandstoffen en investeren in duurzame energiebronnen is ook om andere redenen hard nodig.

Veen als klimaatarchief
Veenafzettingen groeien als gevolg van de onvolledige afbraak van planten en ze vormen daarmee een natuurlijk archief van de vegetatiegeschiedenis. Stuifmeelkorrels uit de wijde omgeving raken ingebed in het veen. Ze blijven duizenden jaren bewaard en kunnen in onze tijd herkend en herleid worden tot de betreffende plantensoort of groep van soorten. Op die manier kunnen paleo-ecologen de geschiedenis van de vegetatie reconstrueren en daarmee de factoren die tot verandering in de vegetatie geleid hebben, zoals klimaatveranderingen en menselijke invloed.



Afbeelding 1: De zon speelt een belangrijke rol in het klimaatsysteem.


De hoogvenen in Noordwest-Europa zijn bijzonder omdat ze voor de watervoorziening van de veenvormende planten geheel op regenwater zijn aangewezen. Daardoor zijn hoogvenen erg gevoelig voor klimaatveranderingen. Ruim honderd jaar geleden hebben de Scandinaviërs Blytt en Sernander daar gebruik van gemaakt en een indeling voorgesteld voor het Holoceen, de geologische periode vanaf de laatste IJstijd tot nu (de laatste 11.500 jaar). Op basis van veenprofielen onderscheidden zij achtereenvolgens het Boreaal, het Atlanticum, het Subboreaal en het Subatlanticum.

Veenafzettingen uit het Boreaal en het Subboreaal zijn meestal sterker vergaan (donkerder, meer geoxideerd) en bevatten vaak stronken van dennen en resten van struikheide. Zulke donkere lagen waren volgens Blytt en Sernander gevormd tijdens warme en droge perioden. De veenlagen uit het Atlanticum en het Subatlanticum daarentegen zijn meestal licht gekleurd, dus weinig vergaan. Ze werden volgens Blytt en Sernander gevormd tijdens koelere perioden met meer neerslag.

Uit later onderzoek weten we dat de indeling van het Holoceen van Blytt en Sernander wat al te simpel was, want er zijn veel meer klimaatveranderingen geweest (het klimaat is in feite nog nooit stabiel geweest). Overeind blijft echter dat de overgang van Subboreaal naar Subatlanticum een van de meest ingrijpende klimaatveranderingen van de afgelopen duizenden jaren is geweest. Wat dit voor Nederland betekende blijkt uit het volgende voorbeeld.

Een ramp in West-Friesland rond 850 v. Chr.
De afgelopen veertig jaar zijn verschillende afzettingen waarin de overgang van Subboreaal naar Subatlanticum aanwezig was zeer nauwkeurig onderzocht. Bij de aanleg van de dijk tussen Enkhuizen en Lelystad bijvoorbeeld kwam in 1976 onder de deels weggegraven West-Friese Omringdijk bij Enkhuizen een veenlaag aan het licht. De veenlaag bleek te zijn ontstaan door een plotselinge verhoging van de waterspiegel rond 850 v. Chr. Niet omdat de zeespiegel gestegen was, maar omdat er plotseling veel meer neerslag viel. Als gevolg daarvan ontstond er in korte tijd een groot zoetwatermoeras in een gebied dat ongeveer 600 jaar bewoond was geweest. Ook uit archeologisch onderzoek is duidelijk gebleken dat de boeren in West-Friesland vanaf 850 v. Chr. in de problemen kwamen door die plotseling stijgende grondwaterspiegel. Eerst probeerden ze zich nog te redden door op terpjes te gaan wonen en hun akkers aan te leggen op hogere delen, maar na een paar decennia moesten ze toch het veld ruimen omdat het gebied één groot moeras was geworden. In afbeelding 2 wordt in een cartoon een beeld gegeven van de ontwikkeling in de tijd.

De klimaatverandering van 850 v. Chr. had uiteraard niet alleen in Nederland gevolgen. De invloed reikte tot in Zuid-Siberië en was trouwens niet voor iedereen negatief. Zo bloeide de cultuur van het nomadische ruitervolk de Scythen in Zuid-Siberië enorm op nadat een groot gebied van een halfwoestijn in een vruchtbare steppe was veranderd.



Afbeelding 2: Cartoon waarin de effecten van klimaatverandering in de periode van 950 v. Chr. tot 750 v. Chr. in Noord-Nederland in beeld worden gebracht. Tussen fase A en fase B nam de zonne-activiteit plotseling sterk af (overgang van Subboreaal naar Subatlanticum). Als gevolg daarvan trad er een grootschalige verandering in de atmosferische circulatie op. De regen brengende westenwinden namen sterk in intensiteit toe. Dit leidde in Noordwest-Europa tot een toename van de neerslag en een afname van de temperatuur. Daardoor vond er een abrupte stijging van de grondwaterspiegel plaats. Moerassen breidden zich snel uit, onder meer ten koste van landbouwgrond. In de hoogvenen veranderde de soortensamenstelling van de veenmossen onder invloed van de gewijzigde klimatologische omstandigheden. Boeren in laaggelegen gebieden moesten verhuizen als gevolg van wateroverlast. Thermische contractie van oceaanwater leidde tot een tijdelijke stagnatie in de zeespiegelstijging. Voor het eerst ontstonden op grote schaal kwelders langs de Fries-Groningse kust. Deze gebieden vormden een ideale vestigingsplaats (vruchtbare bodem en goede drainage) voor boeren die elders hun land hadden moeten verlaten. In verband met de veiligheid werden terpen aangelegd. Klik op de afbeelding voor een vergrote versie.


Overgang van Subboreaal naar Subatlanticum: invloed van de zon
De klimaatverandering rond 850 v. Chr. is ook duidelijk te herkennen in hoogveenafzettingen in NW-Europa. Afbeelding 3 toont een hoogveenprofiel in Drente waarin een abrupte overgang in de veenvormende mossoorten te zien is van het donkere, zogenaamde 'Oude Veenmosveen' naar het 'Jonge Veenmosveen'. Uit nader onderzoek naar fossiele plantenresten (zie afbeelding 3) bleek dat niet alleen de kleur maar ook de soortsamenstelling van het veen veranderde: de veenmossoort Sphagnum imbricatum die van een koel en vochtig klimaat houdt, werd dominant. Een combinatie van veel dateringen en een zeer gedetailleerde studie van de veenvormende planten leverde een sterke aanwijzing voor de oorzaak van de klimaatverandering rond 850 v.Chr: afnemende zonneactiviteit. De sleutel voor die aanwijzingen is koolstof-14, ook wel aangeduid als 14C. Dit is een radioactieve isotoop van koolstof die ontstaat in de atmosfeer onder invloed van kosmische straling. Via 14CO2 dat in de fotosynthese wordt gebruikt, wordt 14C in planten en dieren vastgelegd.



Afbeelding 3: Monstername door D. van Smeerdijk (links) en W.A. Casparie van een hoogveenprofiel in het Bargerveen (Drente). De overgang van Subboreaal naar Subatlanticum is aangegeven met een pijl.


Er blijken in het verleden behoorlijke natuurlijke variaties te zijn geweest in het atmosferische 14C -gehalte. Variaties die vooral worden veroorzaakt door fluctuaties in straling die afkomstig is van de zon, meer in het bijzonder de ‘zonnewind’, een door de zon geproduceerd gas van een lage dichtheid dat bestaat uit protonen en elektronen. De zonnewind is van invloed op de hoeveelheid kosmische straling die uiteindelijk in de omgeving van de aarde doordringt. Op zijn beurt is de kosmische straling bepalend voor de hoeveelheid 14C die wordt aangemaakt in de atmosfeer. Bij een minder actieve zon is er een zwakke zonnewind en dringt er veel kosmische straling door tot de aarde, en wordt er dus veel 14C gevormd. Bij een actieve zon wordt er juist weinig 14C aangemaakt.



Afbeelding 4: Veranderingen in de samenstelling van hoogveen-vormende mossen tijdens de overgang van Subboreaal naar Subatlanticum in het Engbertsdijksveen (naar Van Geel et al., 1996). Sphagnum-soorten uit de sectie Acutifolia groeien vooral onder relatief droge, warme klimatologische omstandigheden. Sphagnum cuspidatum en S. papillosum geven een relatief hoge lokale waterspiegel aan. Sphagnum imbricatum is een soort die een hoge luchtvochtigheid en koele omstandigheden prefereert. De grote verandering vond plaats rond 850 v. Chr. toen de zonne-activiteit tijdelijk sterk afnam (snelle toename van 14C).


De klimaatomslag in 850 v. Chr. met zijn afkoeling en hogere effectieve neerslag blijkt te zijn samengevallen met een sterke stijging van het 14C-gehalte in de atmosfeer, wat duidt op een duidelijk verminderde zonne-activiteit. In deze periode had de mens nog geen noemenswaardige invloed op CO2 gehaltes in de lucht, en er zijn ook geen aanwijzingen dat er rond die tijd een plotselinge daling in CO2 gehaltes door natuurlijke processen plaatsvond (zie ook Afbeelding 5). Het ligt daarom voor de hand verminderde zonne-activiteit als oorzaak te zien van de klimaatverandering rond 850 v.Chr.

Om de invloed van de zon op klimaatveranderingen tijdens het Holoceen te verklaren zijn er twee mechanismen die de op zichzelf vrij kleine fluctuaties in zonne-activiteit versterkt kunnen hebben. Op de eerste plaats zouden veranderingen in de intensiteit van de kosmische straling via ionisatie en de vorming van condensatiekernen voor waterdruppeltjes effect kunnen hebben op de vorming van wolken. Bij verminderde zonne-activiteit (meer kosmische straling) zou dat geleid kunnen hebben tot meer neerslag en lagere temperaturen door weerkaatsing van zonlicht. De tweede mogelijkheid (die trouwens de eerste mogelijkheid niet uitsluit) betreft het effect van de veranderende intensiteit van de ultraviolette (zonne)straling op de vorming van ozon in de stratosfeer en daarmee op de absorptie van zonnewarmte. Als gevolg daarvan kunnen luchtstromingen veranderen, en daarmee de temperatuur en de neerslag.



Afbeelding 5: Veranderingen in de atmosferische CO2 concentraties in de periode tussen ongeveer 500 en 4000 jaar geleden. De gegevens zijn gebaseerd op metingen aan luchtbelletjes die in de Taylor Dome gletsjer op Antarctica zijn bewaard gebleven. De foutenbalken geven de onzekerheid in de data weer (2 standaarddeviaties). De data is afkomstig van de “National Oceanic and Atmospheric Admistration” (NOAA) van de Amerikaanse overheid (http://www.ncdc.noaa.gov/paleo/metadata/noaa-icecore-2419.html) en is in 1999 gepubliceerd in het blad Nature. De periode van 950-750 v. Chr. valt ongeveer tussen 2700 en 3000 BP. (bron: Taylor Dome - Carbon Dioxide Data, 0-11 KYrBP)


De samenhang tussen een toegenomen atmosferisch 14C gehalte ten gevolge van verminderde zonne-activiteit en de klimaatverandering rond 850 v.Chr. staat niet op zichzelf. De laatste jaren zijn er vele wetenschappelijke artikelen gepubliceerd waaruit blijkt dat verandering in zonne-activiteit ook tijdens andere perioden ingrijpende effecten heeft gehad op het klimaat. De Franse onderzoeker Michel Magny heeft aangetoond dat de hoogte van de waterspiegels in meren in Zuidoost-Frankrijk gedurende het Holoceen voortdurend veranderde in samenhang met de fluctuerende zonne-activiteit. Ook onderzoek aan afzettingen die afkomstig zijn uit grotten in Oman, en boringen in de afzettingen in het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan wijzen er op dat het klimaat buitengewoon gevoelig is voor kleine veranderingen in zonne-activiteit. En dit betreft perioden van ver voor de industriële revolutie, toen er nog geen sprake kon zijn van een versterkt broeikaseffect veroorzaakt door de mens.

De huidig klimaatverandering: de rol van de zon versus de rol van CO2
Er zijn sterke wetenschappelijke aanwijzingen dat stijgingen van atmosferische CO2 concentraties in het verleden het gevolg waren van klimaatverandering (opwarming). Bij afkoeling daalde het CO2-gehalte weer. In de media wordt bijzonder veel aandacht gegeven aan CO2 als veroorzaker van de klimaatverandering van de afgelopen eeuw. Door de eenzijdige focus op CO2 gaan we voorbij aan de bron van bijna alle warmte op aarde en de reden dat we op onze planeet überhaupt een leefbaar klimaat hebben: de zon.

Er zijn zeer sterke aanwijzingen dat fluctuaties in zonne-activiteit een belangrijke sturende factor zijn geweest bij klimaatveranderingen in het verleden. Het klimaat is een buitengewoon ingewikkeld systeem en het is op dit moment nog onduidelijk welk aandeel de mens heeft gehad in de temperatuurstijging van de vorige eeuw (toen de activiteit van de zon uitzonderlijk hoog werd). Het is dan ook de vraag of de eenzijdige nadruk die de laatste jaren wordt gelegd op een versterkt broeikaseffect vanwege extra CO2, wel terecht is. Wetenschappers die de processen op de zon bestuderen verwachten in de komende jaren een aanzienlijke teruggang in de activiteit van de zon. Dan zal er meer duidelijkheid kunnen komen over de afzonderlijke bijdragen van CO2 en van de zon bij klimaatverandering.



Afbeelding 6: Subtiele variaties in de zonne-instraling hebben grote gevolgen voor het klimaat.


Implicaties voor ‘klimaatbeleid’
Op dit moment wordt vaak ten onrechte de indruk gewekt dat alleen CO2 de oorzaak van klimaatverandering is. Een treffend voorbeeld is het rapport “Arctic Climate Impact Science - An update since ACIA” van het Wereld Natuurfonds (WNF) dat in april 2008 verscheen. Uit het rapport blijkt dat de gevolgen van klimaatverandering op de Noordpool zich veel sneller voltrekken en veel groter zijn dan door de wetenschap is voorspeld. Het snelle afsmelten van het poolijs is uitgebreid in het nieuws geweest [zie ander kennislink artikel van Boris Jansen]. Naar aanleiding van het zeer snel smelten van het poolijs trekt de algemeen directeur van het WNF, Johan van de Gronden, de volgende conclusie: “Een van de belangrijkste taken ligt hier bij ons. Met het drastisch terugdringen van onze CO2-uitstoot kunnen we verdere opwarming van de aarde tegengaan". Maar die bewering klopt niet. Als duidelijk is dat de gevolgen van klimaatverandering op de Noordpool vele malen groter zijn dan de wetenschap heeft voorspeld, dan is de enige conclusie die je kunt trekken dat wetenschappers nog niet voldoende begrijpen hoe klimaatverandering werkt. En dat we dus ook niet weten wat precies de rol van CO2 is. Zolang dat het geval is, weten we ook niet zeker hoe we klimaatverandering kunnen tegengaan en of we die wel kunnen tegengaan!

Nu kan men natuurlijk stellen dat, zolang we het niet zeker weten, we beter maar het zekere voor het onzekere kunnen nemen en onze CO2 uitstoot dus moeten verminderen. Er zijn in elk geval ook heel goede andere redenen om minder CO2 te produceren. Zo zorgt de verhoogde CO2 concentratie in de lucht voor verzuring van de oceanen [zie ander kennislink artikel van Boris Jansen]. Daarnaast is onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen een belangrijke oorzaak voor politieke spanningen in de wereld. Fossiele brandstoffen worden schaars en zijn op een gegeven moment gewoon op, waardoor we hoe dan ook op andere energiebronnen zullen moeten overgaan. Vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen zal ook leiden tot minder luchtvervuiling. Bovendien kunnen we olie beter gebruiken als grondstof dan als brandstof.

Kortom: minderen wat betreft het gebruik van fossiele brandstoffen is hard nodig, maar we moeten om dat te bereiken wel de juiste argumenten gebruiken. De wal zou het schip kunnen keren als blijkt dat vooral de zon de opwarming van het klimaat heeft veroorzaakt. Als dat het geval blijkt te zijn dan zullen mensen zich bedrogen voelen en zal daardoor de motivatie om de CO2 productie te verminderen kunnen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Met andere woorden: energiebeleid is een noodzaak, maar het etiket ‘klimaatbeleid’ is mogelijk onzinnig en kan in de nabije toekomst contraproductief werken.


Bronnen:
Van Geel et al., 1996. Archaeological and palaeoecological indications for an abrupt climate change in The Netherlands and evidence for climatological teleconnections around 2650 BP. Journal of Quaternary Science 11: 451-460.

Van Geel et al., 2004. Climate change and the expansion of the Scythian culture after 850 BC, a hypothesis. Journal of Archaeological Science 31: 1735-1742.

Doney & Schimel, 2007. Carbon and Climate System Coupling on Timescales from the Precambrian to the Anthropocene. Annual Reviews in Environmental Resources 32: 31–66.

Indermühle et al., 1999. Holocene carbon-cycle dynamics based on CO2 trapped in ice at Taylor Dome, Antarctica. Nature 398: 121-126.

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657775
07-11-2008

Hocus pocus weg broeikasgas



Een gesteente dat voornamelijk in Oman wordt aangetroffen kan het broeikasgas kooldioxide laten verdwijnen. Wetenschappers van de Colombia Universiteit in New York zien in dit gesteente een prachtig instrument om van de broeikasgassen af te komen.
Wanneer het broeikasgas kooldioxide in contact komt met deze steen, peridotiet, wordt het gas omgezet in mineralen zoals calciet.

De geoloog Peter Keleman en de chemicus Jürg Matter brengen dit in hun studie naar voeren. De resultaten ervan verschijnen op 11 november in het vaktijdschrift Proceedings of the Natural Academy of Sciences.

(Depers.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')