Mijn inzending is wat lang

Ik zou trouwens graag de dames versie willen, mocht ik winnen
Op 3:
Nederlanders in Frankrijk.We lopen de traf af, naar beneden, naar de metro. We gaan naar de Tour Montparnasse. Ik ben er zelf al eens geweest, maar ben even vergeten waar we over moeten stappen en dus loop ik naar de infobalie.
Ik kijk naar de grond terwijl ik in de rij wacht, dan hoor ik iemand opgewonden praten. Wanneer ik op kijk, zie ik een roodaangelopen man.
'Wat een trut zeg, 'you are so stupid!' schreeuwt hij tegen haar. Hij geeft z'n vrouw een duw en sleurt z'n dochter mee. 'Ze kennen echt geen Engels hé die kut Fransen, wat een mongolenland is het toch ook! Teringlijers!'. Ik kijk even geamuseerd naar deze, onbehoorlijk geklede, Nederlandse man.
Mijn jongste vraagt me benauwd: 'zeg, moest jij ook niet wat vragen? Is je Frans wel goed genoeg?'. Ik knik ferm en zeg; 'dat komt goed'. Ik loop met een grote glimlach naar de balie waar de man zojuist al foeterende wegliep.
'Do you speak English mademoiselle?', vraag ik haar vriendelijk. Ze glimlacht terug, zegt dan; 'mais oui Madame, how can i help you?'
Op 2:
Nederlanders in Luxemburg. We zijn even boodschappen doen, bij de supermarkt. De winkel is nagenoeg uitgestorven. Zo wil ik elke dag wel boodschappen doen, in alle rust en stilte.
Ik leg mijn boodschapjes op de band. Opeens voel ik iets. Als door een wesp gestoken kijk ik op. Ik voel het weer. Ik probeer een stap naar achteren te zetten, maar dat gaat niet.
'Dit meen je niet', zeg ik hardop. De jongens staan voor me, kijken me vragend aan. 'Het is een Nederlander hé? Dat kan niet anders', begin ik langzaam maar zeker boos te worden. In een uitgestorven supermarkt, met 1 klant voor hem, staat een Nederlander met zijn karretje tegen mijn kont te duwen.
Mijn oudste zoon kijkt langs me heen, zegt dan zachtjes; 'super de boer tas'. Ik draai me om, geef de kar een zet en kijk de man nijdig aan. Geschrokken deinst hij achteruit, met het karretje angstvallig tegen zijn eigen forse buik aan gedrukt. 'Geen fantsoen, die Nederlanders', zucht ik nog voor ik me weer om draai.
Op 1:
Beschuldgd worden van ontvoering van mijn eigen kinderen. 'Kunt u dat bewijzen?', zegt ze.
Ik leun op het randje van haar loket, kijk haar even geamuseerd aan.
De dame op een paar kilometer afstand van mijn huis. Inchecken in Hoek van Holland, voor de ferry. We gaan naar Engeland zoals elk jaar.
'Nou, je kunt het ze hooguit vragen', antwoord ik met een lach.
Of ik kan bewijzen dat mijn kinderen echt mijn kinderen zijn. Ik ben niet bang dat er problemen zijn, ik ga al jaren met de jongens naar Engeland. En terug.
Echter zijn er wel problemen. Ik moet kunnen aantonen dat ze van mij zijn..
Heel even denk ik aan de littekens die ik aan de geboortes heb overgehouden. Aan het moment dat ik er alleen voor stond.
'Het is al heel lang zo hoor, dat wanneer een ouder een andere achternaam heeft die toestemming moet vragen aan de ouder met dezelfde achternaam' vertelt ze me wijsneuzerig. Mijn nekharen springen overeind.
Ik heb nog nooit van deze regel gehoord, ik geloof haar niet.
'Ik ben behoorlijk pissig', zeg ik haar. Ze is niet onder de indruk. 'Ontvoeringen komen wel eens voor, mevrouw'.
Ongetwijfeld. Heel even wil ik in de lach schieten. Maar besluit dan dat deze situatie eerder om te huilen is.
Vaders ontvoeren hun kinderen nooit, dát komt nooit voor, sneer ik in haar richting, ik voel hoe giftig ik word en probeer kalm te blijven. Ze kijkt me even vertwijfeld aan, probeert aan te voeren dat het niet om ouders gaat, maar om anderen die kinderen ontvoeren. Twee kinderen, leeftijd 11 en bijna 8 jaar, zitten rustig af te wachten. Wanneer het niet mijn kinderen waren hadden ze inmiddels wel alarm geslagen denk ik zo hardop. Zij niet. Ik ben behalve een ontvoerder ook nog eens een brainwasher.
'Regels zijn regels', zegt de dame dan. Er knapt iets in me.
'Dat kan me niet verrotten', zeg ik met een snauw. En dan; 'waarom ben ik hier niet voor gewaarschuwd? Al jaren reizen we op deze manier, nu ineens is het niet goed genoeg. Bijzonder klantonvriendelijk', snauw ik verder. Ik besluit ter plekke een klacht in te dienen. Immers heb ik de tickets op naam moeten boeken, men wist dat ik met ze zou reizen.
'Er zou ook 'gescheiden' op moeten staan op die pas', probeert ze sympathie op te wekken. Ik kijk haar verbijsterd aan. 'Waarom? Wat nou als ik gewoon nooit getrouwd ben geweest, hertrouwd ben of weduwe ben? Moet dat er dan op staan om duidelijkheid te creeëren?', snauw ik haar toe.
Ze kijkt me even onzeker aan en geeft geen antwoord.
Ik informeer de jongens even over wat er aan de hand is. En zeg ze dat wanneer ze ontkennen dat ik hun moeder ben ik binnen een uur in de bak zit in plaats van op de ferry. Ik had dat beter niet kunnen zeggen, Mijn oudste zoon trekt lijkbleek weg.
'Deze keer komt u binnen. De volgende keer niet. De marechaussee gaat vragen stellen aan uw kinderen' zegt ze vastberaden. Ik trek m'n wenkbrauwen op en gedraag me als een havik die over haar eieren waakt. Ik wil eerst weten wat voor vragen dit zijn.
Ik rijd een stukje door naar de marechaussee. Als ik uit wil stappen gebaard de man dat ik door mag rijden en zegt; 'ik geloof u wel hoor, rijden maar'.
SPOILER
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn
ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis
Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.