Het ligt aan het type bewolking waar je het over hebt. In het zomerhalfjaar heeft bewolking boven land inderdaad een sterke dagelijkse gang. Dat zit zo: bij mooi weer begint de dag zonder wolken. Dan komt de zon op, en het aardoppervlak warmt op, en zo ook de lucht daarboven. Die warmere lucht zet uit, en begint door z'n lagere dichtheid t.o.v. plekken waar het net iets minder opwarmt, te stijgen. Zo krijg je bellen relatief warme lucht die gedurende de dag steeds hoger komen. Hoe verder die bellen stijgen, hoe lager de luchtdruk op die hoogte, waardoor de luchtbellen afkoelen. Door die afkoeling condenseert vocht in de lucht, en krijg je wolken. 's Avonds, als de opwarming door de zon ophoudt, lossen die wolken ook snel weer op. Dit type bewolking (cumulus) heeft dus een duidelijke dagelijkse gang. Dit principe geldt dus vooral op dagen die beginnen met helder weer, in andere weersituaties zit het weer anders. Veel andere wolkensoorten, vooral die op hogere niveaus, trekken zich van dagelijkse gang juist niks aan.
[edit]: het gaat dus om de de onderstaande wolken, cumulus:
![]()
Soms heb je ook een relatief warme luchtlaag een eindje boven het aardoppervlak hangen (een inversie). De opstijgende cumuluswolken kunnen door die laag niet verder stijgen, en spreiden zich dan uit, waardoor je dichte wolkenvelden kunt krijgen (zie onder). Dat wolkentype heet stratocumulus.