Een van de aardige verhalen rond meneer betreft zijn lange carrière. Hij is erg oud geworden, bijna 100 jaar, en bleef tot het einde goed van geest. Die combinatie bezorgde hem het record 'tegen kampioenen spelen': hij schaakte in zijn loopbaan tegen tien verschillende wereldkampioenen, van Lasker (wereldkampioen van 1894 tot 1921) tot Karpov (wereldkampioen van 1975 tot 1985), en van hen versloeg hij er ook nog eens zeven. Dat is zo bijzonder, daar kunnen geen 'vrouwenpraktijkjes' tegenop.
Eenen pyl vlieght snelder dan een clootken even swaer