Een operatie van het KCT om landgenoten uit Ivoorkust te evacueren.
Hoorde er vandaag voor het eerst.
Zeer boeiend verhaal welke in het blad Post-Actief staat.
Voor de foto's, bekijk deze link maar even, eerste PDF link.
http://www.google.com/search?q=operatie+gouden+adelaar&rls=com.microsoft:*:IE-SearchBox&ie=UTF-8&oe=UTF-8&sourceid=ie7&rlz=1I7SUNA_en
Operatie Gouden Adelaar
Een Nederlandse evacuatiemissie in Ivoorkust
Door Ruud Grossfeldt
(Stagiaire bij het Nederlands Instituut voor Militaire Historie)
Op 11 november 2004 vloog een zestienkoppig detachement van het Korps Commandotroepen (KCT)
met een KDC-10 vliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht naar het door burgeroorlog geteisterde Ivoorkust
in West-Afrika. De situatie in het land was op dat moment zo gewelddadig, dat de Nederlandse regering
besloot haar ambassade te sluiten, en personeel en staatsburgers te evacueren. De taak van de commando’s bestond uit het in veiligheid brengen van drieënzestig Nederlanders. De Groene Baretten noemden de zogenoemde Non-combattant Evacuation Operation, die enkele dagen zou duren, operatie Golden Eagle.
Een burgeroorlog escaleert Ivoorkust werd in 1960 onafhankelijk van Frankrijk en kende tot het einde van de jaren zeventig door de hechte economische en politieke banden met de voormalige kolonisator, een sterke economische ontwikkeling. Het land was een belangrijke producent van koffie en cacao. De bevolking groeide in deze periode snel, vooral ook door de komst van veel islamitische arbeidsmigranten uit buurlanden als Mali.
Deze snelle veranderingen resulteerden in spanningen met de oorspronkelijke, christelijke bevolking.
In de jaren tachtig daalden de wereldexportprijzen van cacao en koffie sterk, met als gevolg een economische neergang in het land. Hierdoor liepen de spanningen tussen de verschillende bevolkingsgroepen verder op. De Ivoriaanse regering voerde in de jaren negentig bovendien landhervormingen door die de migranten benadeelden. De situatie verslechterde hierdoor snel en politiek werd Ivoorkust steeds instabieler. Sinds 1999 vonden diverse couppogingen en muiterijen binnen het leger plaats.
Een mislukte coup d’état in september 2002, uitgevoerd door een groep van meer dan achthonderd
onderofficieren en soldaten die ontevreden waren omdat de regering een gedeeltelijke demobilisatie
van het leger had aangekondigd, sloeg om in een burgeroorlog tussen noord en zuid. Eind oktober
2002 controleerden de rebellen het gehele noordelijke, overwegend islamitische deel van Ivoorkust.
De opstandelingen fuseerden eind 2002 onder de naam Forces Nouvelles met twee andere rebellengroeperingen. Diverse bemiddelingspogingen van de internationale gemeenschap in 2003 en 2004 tussen de Ivoriaanse regering en deze Forces Nouvelles liepen op niets uit. Zelfs toen de rebellen een vertegenwoordiging in de regering kregen, leidde dat niet tot vrede.
Een peacekeeping-missie van de Verenigde Naties (VN), die vanaf februari 2004 in het land werd
gestationeerd, bracht evenmin de beoogde oplossing. In november van datzelfde jaar escaleerde het
gewapende conflict opnieuw, en bereikte de strijd de grootste stad van Ivoorkust, Abidjan, de voormalige
hoofdstad waar de regering zetelde en waar zich ook de buitenlandse diplomatieke vertegenwoordigingen bevonden. Hierop deed het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken op 10 november een verzoek aan de krijgsmacht om steun te geven met militaire
middelen. Enkele uren na de aanvraag werd het KCTgealarmeerd.
De eerste evacuatie
Twee ploegen van het KCT (een ploeg telt acht man) begaven zich na het alarm met spoed naar Vliegbasis Eindhoven, waar zij een laatste briefing kregen. De opdracht luidde: “Na toestemming van de minister van Defensie, het in veiligheid brengen van alle door de ambassadeur aangewezen personen en het tot nader order beveiligen van het Nederlandse ambassade personeel en de ambassade zelf te Abidjan”.
Het KCT-detachement werd bewapend met onder meer scherpschuttergeweren (zowel het .50 Antimaterieelgeweer Barrett als de 7.62 Accuracy), handgranaten, explosieven, antitankwapens en lichte
mitrailleurs. Met deze middelen moesten de commando’s een eventuele gewelddadige obstructie
van een van de strijdende partijen het hoofd bieden. Ook satellietcommunicatie, cryptofaxen en mobiele
telefoons waren aan hun uitrusting toegevoegd om zeker te stellen dat zij te allen tijde een rechtstreekse
verbinding met het Defensie Operatie Centrum in Den Haag konden onderhouden. Om de risico’s
van de operatie zo klein mogelijk te houden, kregen de commando’s een precieze geweldsinstructie
mee. Geweld was alleen toegestaan in geval van zelfverdediging en ter verdediging van de personen
die onder hun bescherming stonden. Na een laatste briefing vloog het detachement op 11 november met een KDC-10 naar het vliegveld van Abidjan. Nadat bij aankomst contact was gelegd met daar gestationeerde Franse troepen, gingen de commando’s over tot de uitvoering van hun opdracht.
De 59 in Ivoorkust woonachtige Nederlanders hadden zich reeds bij de residentie van de ambassadeur,
drs J.W.G. Jansing, in de stad verzameld. Onder begeleiding van de Nederlandse KCT’ers en Franse
militairen werden zij met voertuigen van de VNvredesmacht naar het Franse legerkamp Bima, nabij
de luchthaven van Abidjan, gebracht. De Nederlandse staatsburgers vlogen diezelfde dag nog met 44 andere ingezetenen van de Europese Unie (EU) terug naar Nederland en kwamen op 12 november veilig in Eindhoven aan.
De ambassade sluit zijn deuren
De ambassadeur, zijn vrouw en zijn twee stafleden bleven voorlopig in de residentie achter. Nederland
was in 2004 voorzitter van de EU en de ambassadeur was, juist vanwege dit voorzitterschap, een vooraanstaand vertegenwoordiger in het Comité de Suivi, een belangrijk overlegorgaan ter ondersteuning van het vredesproces in Ivoorkust. De ambassadeur kon daarom niet gelijktijdig met de andere Nederlanders worden geëvacueerd. Door zijn positie en het daarmee gepaard gaande publiciteitsprofiel bestond er wel een reële dreiging tegen zijn persoon.
Het was daarom van belang dat de ambassade goed werd beveiligd. Om dit te bewerkstelligen trof het
KCT-detachement een serie maatregelen. De commando’s maakten om te beginnen een inventarisatie
van de beveiliging van de residentie zelf. Om de onderlinge communicatie vlot te laten verlopen, werd
een liaison bij de Franse bondgenoten geplaatst. Daarnaast voerde het detachement verkenningen uit
in de stad. De Groene Baretten positioneerden zich tevens op verschillende plekken rondom de residentie
en richtten een operations-room in. De beveiliging van de residentie bleek met enkele kleine aanpassingen
afdoende. Ter versterking plaatsten de commando’s enkele concertina’s (prikkeldraadversperringen) en
van de Fransen geleende struikeldraadlichtseinen. De beveiliging kreeg verder vorm door het inrichten
van diverse (alarm)opstellingen en het betrekken van scherpschutterposities op en rondom de residentie.
Een dag na de aankomst van het commandodetachement, op 12 november, verzocht de ambassadeur aan Buitenlandse Zaken om de ambassade te mogen sluiten. De veiligheidssituatie was inmiddels zodanig
verslechterd, dat blijven geen optie meer was. Zolang Franse militairen de belangrijke kruispunten
en bruggen in handen hadden, was een evacuatie over land de meest voor de hand liggende keus.
De ambassadeur, zijn vrouw en de twee stafleden zouden met bepantserde personenvoertuigen naar
het vliegveld worden vervoerd. Franse helikopters, met aan boord een Quick Reaction Force, zouden de
verplaatsing vanuit de lucht monitoren en indien nodig bijstand verlenen.
Een dag later, op 13 november, begon het detachement met de voorbereidingen van de evacuatie. De
commando’s kregen de laatste inlichtingen van het Franse leger en pleegden overleg met evacuatieeenheden van andere landen in de stad. Er was een zekere mate van internationale coördinatie nodig, aangezien meer landen hadden besloten tot evacuatie van hun diplomatiek personeel over te gaan.
Uit de verkregen inlichtingen bleek dat er voor de volgende dag demonstraties in de stad stonden
gepland. Eerdere ervaringen wezen uit dat deze vaak omsloegen in gewapende rellen. De opstandelingen
voorzagen de demonstranten namelijk geregeld van wapens. Een van de demonstraties zou bovendien in
de buurt van de Nederlandse residentie plaatsvinden. Hierop gaven de Fransen op 14 november het adviestot onmiddellijke evacuatie over te gaan.
Na een kort overleg werd besloten de evacuatie bij duisternis uit te voeren. Tijdens de laatste uren
wachten werd de situatie rondom de residentie dreigender. Een grote menigte had zich enkele straten
verderop verzameld en hun geschreeuw was duidelijk hoorbaar. Daarnaast namen de scherpschutters op het dak enkele technicals waar in de omgeving van het gebouw. Deze civiele terreinvoertuigen met daarop zware mitrailleurs gemonteerd, behoorden toe aan irreguliere strijdgroepen die bijzonder onvoorspelbaar konden reageren. Toen de duisternis was gevallen en de Nederlandse commando’s de situatie veilig genoeg achtten, werden de ambassadeur en zijn gevolg naar
de luchthaven vervoerd.
Vanuit Nederland was op 13 november een C-130 Hercules transportvliegtuig van 334 Squadron van de
Koninklijke Luchtmacht naar Ivoorkust gevlogen. Het toestel landde de dag van de evacuatie op het vliegveld bij Abidjan, alwaar het met draaiende motoren de groep Nederlanders opwachtte. Nadat iedereen veilig aan boord was, vloog het toestel via een tussenstop in Accra (Ghana) terug naar Vliegbasis Eindhoven, waar het op 17 november aankwam. Operatie Gouden Adelaar was daarmee tot een succesvol einde gebracht.
[img]
![]()
[/img]
[img]
![]()
[/img]
[ Bericht 0% gewijzigd door ErwinRommel op 18-05-2010 15:38:30 ]