Weerbeschrijving
September 2001
Tijdvak 1 – 5 september
De kern van een hogedrukgebied verplaatste zich in dit tijdvak van de Golf van Biscaje naar het midden van de Atlantische Oceaan. Een depressie trok van het zeegebied ten zuiden van IJsland naar Zuid-Scandinavië. Op 1 september trok een zwakke rug van hoge druk van west naar oost over ons land. Het was wisselend bewolkt en plaatselijk viel een bui. Het warmtefront van de depressie trok in de ochtend van de 2e vergezeld van lichte (mot)regen over het land. Door golfvorming stagneerde het koufront later die dag en bleef tot 3 september boven ons land aanwezig. Er waren perioden met buiige regen. Gemiddeld over het land viel op 3 september ruim 11 mm neerslag. Achter het koufront werd met een noordweststroming koele, onstabiele lucht aangevoerd. Op 4 september vielen talrijke buien, soms vergezeld van zware windstoten en onweer. Landelijk bezien viel ca.17 mm neerslag. Onder invloed van een zwakke rug van hoge druk die snel over onze omgeving oostwaarts trok werd op 5 september de buiigheid onderdrukt. De maxima in dit tijdvak lagen tussen 17 en 21 C.
Tijdvak 6 – 12 september
Tussen een hogedrukgebied ten noorden van de Azoren en een lagedrukgebied voor de Noorse kust stond een westnoordweststroming. Het frontale systeem van de depressie trok op 6 september vergezeld van regen over het land. In het zuiden viel plaatselijk 15 tot 20 mm neerslag. Op 7 september ontwikkelde zich ten zuiden van IJsland een depressie die, sterk uitdiepend, op 8 september boven de Oostzee aankwam alwaar het systeem opgenomen werd in eerder genoemde depressie, quasi-stationair werd en geleidelijk opvulde. 7 september verliep meest bewolkt. In de avond trok het frontale systeem van de depressie van west naar oost over vergezeld van regen. De koufrontpassage ging plaatselijk gepaard met windstoten en aan de kust met een stormachtige wind. Na de koufrontpassage draaide de stroming naar het noordwesten en werd koele onstabiele lucht aangevoerd. Op 8, 9 en 10 september vielen frequent buien, soms vergezeld van onweer, korrelhagel en zware windstoten. Aan de kust stond op 8 en 9 september af en toe een stormachtige wind, op zee een volle storm. De laatste twee dagen van dit tijdvak werd de buiigheid geleidelijk onderdrukt doordat het hogedrukgebied zich naar Frankrijk uitbreidde. De maximumtemperaturen in dit tijdvak lagen met uitzondering van 6 september 2 tot 6 C onder het langjarig gemiddelde.
Tijdvak 13 – 16 september
Aan de noordflank van een hogedrukgebied ten westen van Ierland stond boven onze omgeving een noordweststroming. Een opvullende depressie trok op 13 september van Schotland naar de Zuidelijke Noordzee. Fronten van de depressie trokken vergezeld van regen in de ochtend van west naar oost over het land. In de avond veroorzaakte een trog enkele actieve buien, in het zuidwesten plaatselijk vergezeld van onweer. Landelijk bezien viel ca. 12 mm neerslag. Op 14 september werd de depressie opgenomen in een complex en omvangrijk lagedrukgebied boven het zeegebied tussen IJsland en Noorwegen. Het was wisselend bewolkt met enkele buien. In de vroege ochtend van 15 september veroorzaakte een koufront buiige regen. Achter het koufront stroomde onstabiele lucht uit over het land. Op 15 en 16 september vielen talrijke buien die met name in de westelijke kustprovincies plaatselijk veel neerslag brachten en vergezeld gingen van onweer en zware windstoten. De maximumtemperaturen in dit tijdvak lagen enkele graden onder het langjarig gemiddelde.
Tijdvak 17 – 23 september
Door afsnoering van zeer koude lucht hoog in de atmosfeer ontstond een retrograde depressie boven Midden-Europa die het weer in dit tijdvak bepaalde. Een aparte kern van het laag trok op 17 september van Zuid-Zweden via ons land naar België. In de nacht en ochtend vielen aanvankelijk buien, in het zuiden plaatselijk met onweer. In de middag en avond trok het frontaal systeem van de depressie van noordoost naar zuid over het land vergezeld van matige, plaatselijk zware regen. Landelijk bezien viel ca. 17 mm. De hoofdkern van de depressie trok op 18 september van Polen naar ons land waarna de kern tot op de 20e quasistationair boven onze omgeving bleef liggen. Overdag was het op 18 september, op enkele buien in het westen na, droog. In de avond trok een neerslaggebied samenhangend met een zich in de depressie indraaiende occlusie vanuit het noorden het land binnen. Dit regengebied werd op 19 september vrijwel stationair boven ons land. Met name in delen van Zuid-Holland en Utrecht viel langdurig matige tot zware regen. In Hoek van Holland viel in 21 uur 107 mm neerslag. In een groot deel van de provincie viel de 19e meer dan 50 mm. In het Westland ontstond omvangrijke waterschade. In de avond werd het geleidelijk droog. Op 21 september trok de depressie, aan de grond opgevullend maar in de hogere luchtlagen nog steeds prominent aanwezig, traag naar Denemarken. Op 23 september trok het systeem opnieuw over ons land zuidwestwaarts. Op 20, 21 en 22 september was het wisselend bewolkt en vielen enkele buien, zeer plaatselijk vergezeld van onweer. Op 23 September vielen nog enkele lichte buien maar met name in het westen van het land waren ook flinke zonnige perioden. De maxima in dit tijdvak lagen enkele graden onder het langjarig gemiddelde, op 19 september werd het in een deel van het land slechts 12 à 13 C.
Tijdvak 24 – 26 september
Nederland bevond zich in een vrijwel gradiëntloos zadelgebied. De depressie uit het vorige tijdvak was in de hogere luchtlagen nog steeds aanwezig boven Engeland met op de 24e en 25e een scherpe vore over ons land. Op 24 september ontstond in de namiddag een vrijwel stationaire smalle buienlijn van Leiden naar Nijmegen. Tot laat in de avond kwamen voortdurend nieuwe onweersbuien tot ontwikkeling, zeer plaatselijk vergezeld van korrelhagel. In de daaropvolgende 2 nachten ontstond op uitgebreide schaal dichte tot zeer dichte mist. Overdag loste de mist op en waren er zonnige perioden. Op 25 september kwamen nog enkele buien tot ontwikkeling. De maxima lagen tussen ca. 15 en 18 C.
Tijdvak 27 – 30 september
Tussen een vrijwel stationaire en uitdiepende, omvangrijke depressie ten westen van Ierland en een hogedrukgebied boven Midden-Europa stond in onze omgeving een zuidwest- tot zuidstroming. Een warmtefront trok op 27 september vergezeld van regen in de vroege ochtend van zuid naar noord over het land waarna het stagneerde ten noorden van de Wadden. Door golfvorming viel in de avond in het noorden van het land in enkele uren tijd plaatselijk 30-40 mm. Op de 28e bevond ons land zich diep in de warme sector. De dag verliep met uitzondering van het noordoosten vrij zonnig. In een groot deel van het land werd het 20 à 21 C. Op 29 september trok een koufront vanuit zuidwesten in de namiddag en daarop volgende nacht traag over het land vergezeld van regen. In het oostelijke provincies liep de temperatuur voor het front bij flinke perioden met zon nog op tot ca. 20 C. Na een dag met zonnige perioden en maxima van 18 à 20 C nam de bewolking in de avond van de 30e toe op de nadering van een frontaal systeem. Vanuit het zuidwesten volgde regen.
Neil LOVES Carrots!