De
diplomaat-schrijver, in wiens
Tobias en de Dood ik van de week begonnen ben.
Mijnheer was het zonnetje in huis:
quote:
De romans en verhalen van Van Oudshoorn zijn doortrokken van een pathologische omgevingsangst, soms uitmondend in verdwijning of moord, wat als zelfmoord moet worden geïnterpreteerd, zoals in zijn debuut Willem Mertens' levensspiegel (1914) of in het in 1965 postuum verschenen Bezwaarlijk verblijf. Dezelfde sombere levensvisie ligt aan Louteringen (1916) ten grondslag, hoewel minder subjectief dan in het debuut. Seksuele frustraties spreken uit de roman Tobias en de dood (1925). Iets luchtiger van toon is Achter groene horren (1943), dat als satire op het ambtenarenbestaan moet worden begrepen.
Een niet helemaal loepzuivere encyclopedische schrijfstijl als je het mij vraagt, maar vooruit. Er is nu gelegenheid tot mopperen.