Vervolg op
Isis (vrouwenrockpioniers) Bij de naam Isis zullen velen eerder aan de metalband of aan de DJ denken dan aan de vrouwelijke blazersrockformatie uit de jaren 70. Niet zo verwonderlijk, want Isis is zelfs in thuisland Amerika nooit doorgebroken; dit kwam door de openlijke homoseksualiteit van gitariste en voornaamste zangeres Carol MacDonald, slecht management en het simpele feit dat vrouwenbands sowieso niet serieus werden/worden genomen.
In 1973 tekende Isis bij Buddah Records en bracht er twee albums uit. Het titelloze debuut uit 1974 leverde vergelijkingen op met o.a. Chicago, Blood Sweat & Tears, Earth Wind & Fire en Santana (zeg maar gerust alle blazers- en percussierijke groepen van dat moment); vooral het hoesontwerp waarop de dames poedelnaakt in zilveren bodypaint poseren sprong daarbij in het oog.
De psychedelisch getinte opener
Waiting For The Sonrise (met een
o i.p.v. een
u) hakt er stevig in waarna er wat gas terug wordt genomen in
Everybody Needs A Forever, de eerste van vier ballads met een prominente rol voor de Janis Joplin-achtige stem van MacDonald. De solo van percussioniste Nydia 'Liberty' Mata op het eind loopt over in het opbouwende intro van
Servant Saviour;
"Come hurry save us, we're not that strong" smeekt MacDonald, maar het afbrekende uitro suggereert dat het al te laat is.
Rubber Boy, de tweede ballad, gaat over een drugsverslaafde die na een trip terugkeert naar de harde realiteit van het dagelijkse bestaan. Als een soort tegenhanger van
Servant Saviour wordt het tempo halverwege opgevoerd totaan de drumsolo van Ginger Bianco.
Bang it like Bonham. De overige ballads zijn het droefstemmige
Bitter Sweet (
"If I lived in a bubble right next to your shell/ we could both watch the world living hell") en het alleszeggende
She Loves Me. Daartussenin levert bassiste Stella Bass (!) twee funky bijdragen; het wederom van een opbouwend intro voorziene
April Fool en het meerstemmig gezongen
Do The Football. Dit meesterwerk wordt afgesloten met de New Orleans-achtige meezinger
Cocaine Elaine.
"She'll go insane, let's cry for cocaine Elaine". (10)
En het is in de Big Easy waar in 1975 het tweede album (
Ain't No Backin' Up Now) werd opgenomen met producer Allen Toussaint die ook vier nummers schreef; de Labelle-achtige titeltrack (waarop MacDonald en Bass samen zingen),
Icy Winds (Bass als kapitein op de aan reparatie onderhevige
ship of love), het meerstemmige
Old Stories en de (enige) ballad
Gold. "Gold was the colour of the sun going down (and cold was the night)/Bold was the colour of the fun going down" zingt MacDonald over een vertrokken liefde. In
Eat The Root is het MacDonald zelf die wil vertrekken, weg van het grotestadsleven. Ook Bass zegt
"goodbye to you" in
Lost Romeo, temidden van twee disco-achtige nummers;
Bobbi & Maria gaat over een lesbisch stel dat om erkenning strijdt en
Come One Come All is een oproep om op de
"train of thought and concentration" te stappen. Ook ditmaal wordt er afgesloten met een met een meezinger;
Sunshine Tree. (9)
Backin Up is gestoken in een hoes waarop de bandleden in vreemde gedaantes en vermommingen zijn getekend (Mata als het standbeeld dat haar bijnaam draagt) en had de doorbraak kunnen betekenen, maar deze bleef uit en dus werd het Buddah-contract ontbonden; vlak daarna gevolgd door de band zelf. MacDonald en toetseniste Margo Lewis richtten een nieuwe Isis op en tekenden bij United Artists. In 1977 verscheen het album
Breaking Through dat een commercieler geluid laat horen dan de twee voorgangers en waarop MacDonald de zang deelt met gitariste Faith Fusillo en saxofoniste Lynx Sheffield. De hoes met de kuiken die uit het ei breekt en de tekening achterop van een verlaten studio zegt genoeg. Een
Servant Saviour of een
April Fool is nergens te bekennen, en de tweede helft luistert als een verzameling B-kantjes; de afsluiter is ditmaal niet een meezinger (
Get Crazy) maar een afbouwer (
Looking For A Space). Dit vrij korte album is bij de CD-heruitgave in 2007 voorzien van twee bonustracks; het jazznummer
Wonderful en de Billy Joel-cover
New York State Of Mind. Het is niet bekend of deze in 2001 zijn opgenomen, toen Isis na 21 jaar afwezigheid een comeback maakte, alleen dat deze er met kop en schouders bovenuit steken. Overigens is de kans op een logische opvolger voor de eerste twee albums zo goed als uitgesloten; Carol MacDonald overleed in 2007 na een lang ziekbed. (6)
[ Bericht 2% gewijzigd door J_TM op 23-12-2009 16:32:10 ]