quote:
Op zondag 29 november 2009 15:35 schreef OeJ het volgende:[..]
just can't get enough van dit soort weetjes, Charly, meer, meer. Zo wordt deze zondag toch nog informatief.

Brabant was oorspronkelijk de naam van een Karolingisch gouwgraafschap (pagus Bracbatensis) dat zich uitstrekte tussen de Schelde en de Dijle. Vanaf de 13e eeuw is het de naam van een hertogdom in het westen van het Heilige Roomse Rijk.
Territoriale vorming van het hertogdomHet hertogdom Brabant ontstond uit de vereniging van verscheidene graafschappen en voogdijgebieden:
het graafschap Leuven, allodiaal stamgraafschap van de Reiniers (geen deel van de Brabantgouw).
het graafschap Brussel, deel van de Brabantgouw tussen Zenne en Dijle; verworven omstreeks 1000.
het landgraafschap Brabant, deel van de Brabantgouw tussen Dender en Zenne, verworven door Hendrik III van Leuven omstreeks 1085/1086; omstreeks 1183/1184 werd dit rijksleen verheven tot hertogdom Brabant ten gunste van hertog Hendrik I van Brabant.
markgraafschap Antwerpen en 's-Hertogenbosch, verworven als hertogelijke ambtslenen in 1106 door Godfried I van Leuven.
Maastricht, sinds 1204 gedeeltelijk Brabants. Maastricht was tot aan de Franse tijd twee-herig: de hertog van Brabant c.q. de Staten-Generaal en de prins-bisschop van Luik. Terwijl het hertogdom Limburg en de Landen van Overmaas in zekere zin autonome gebieden waren die in personele unie met de hertogen van Brabant en hun opvolgers verbonden waren, was Maastricht gedeeltelijk een "Brabantse stad".
het voogdijgebied van de abdij van Gembloers, wellicht al in de 10e eeuw onder voogdij van de graven van Leuven.
het voogdijgebied van de abdij van Nijvel, mogelijk enige tijd onder voogdij van de graven van Leuven tijdens de 11e eeuw; pas begin 13e eeuw werd de voogdij formeel bevestigd.
De Brabantse ontstaanslegendenDe Brabantse landsheerlijke kronieken (14e-15e eeuw) trachten de origines van de hertogen naar een voor hun politieke rivalen onovertrefbaar verleden te laten teruggrijpen. Op de (aanvaardbare) afstamming van Karel de Grote werd verder gebouwd om de hertogelijke genealogie in het Frankische Tijdvak te laten aanvangen:
Volgens een 14e-eeuwse genealogie stammen de hertogen van Brabant af van koning Priamus van Troje.
Als variant op die bron, ontstond een kroniek waarin een Romeins senator als de stamvader wordt beschouwd.
Een kroniek uit de 15e eeuw wil dan weer dat de naam "Brabant" afkomstig is van een Romeins soldaat Silvius Brabo.
Het wapenschild van de hertogen van Brabant.
Het hertogdom Brabant heeft institutioneel nochtans een volkomen legitieme oorsprong. De Brabantse natie was naar territoriale omvang vrijwel voltooid met het toekennen van de hertogtitel van Neder-Lotharingen aan Godfried I (ook bekend als Godfried met den baard) door de Duitse keizer in 1106 (zie ook: Hertogen van Brabant). Institutioneel volgt de bevestiging pas in 1183/1184, met de verheffing van het landgraafschap Brabant (tussen Dender en Zenne) tot hertogdom ten gunste van Hendrik I van Brabant. In 1190, enkele dagen na de dood van Godfried III van Leuven werd tijdens een landdag in de abdij Comburg (Schwäbisch Hall) het hertogschap van Neder-Lotharingen gezagsloos verklaard, maar behielden de graven van Leuven het recht om het hertogelijke gezag uit te oefenen binnen de door hun gecontroleerde graafschappen en voogdijgebieden.
13e tot 15e eeuwVerdere uitbreidingen gingen vooral naar het oosten. In 1204 verkreeg men met een gedeelte van Maastricht het noordelijkste (vaste) bruggehoofd over de Maas, een belangrijke schakel in de handelsroute tussen Vlaanderen en Keulen. Het andere gedeelte van Maastricht bleef in handen van de prins-bisschop van Luik. In 1288 werd de Limburgse successieoorlog beslist door de overwinning van Jan I van Brabant in de Slag bij Woeringen (ten noorden van Keulen) over de de coalitie van Luxemburg, Gelre en de Keulse aartsbisschop. Door zijn overwinning wint de Brabantse hertog het hertogdom Limburg (niet te verwarren met de huidige gelijknamige Belgische en Nederlandse provincies). Er ontstaat een band (personele unie) tussen de twee hertogdommen die 5 eeuwen zal duren. Terwijl het hertogdom Limburg en de Landen van Overmaas reeds enkele decennia onder Bourgondisch bestuur staan, komt Brabant in 1430 bij het huis van Bourgondië, waarvan hertog Filips de Goede op dat ogenblik bezig is een rijk uit te bouwen dat in de loop van de 15e eeuw de Nederlanden zal heten en uiteindelijk uit Zeventien Provinciën bestaat.
Het hertogdom Brabant in de Zuidelijke NederlandenHet zuiden bleef onder Spaanse heerschappij, maar verkreeg een grote mate van autonomie van de landvoogden Albrecht en Filips' dochter Isabella. Die bestuurden samen met de Staten-Generaal.
Nadat de Spaanse tak van de Habsburgers was uitgestorven, ging het gebied over naar de Oostenrijkse Habsburgers. In 1787 reeds ontwierpen de Staten van Brabant, voortgedreven door Hendrik van der Noot, de plattegrond voor een opstand. In 1789, met de Brabantse Omwenteling, begonnen met de Slag bij Turnhout, verklaarde Brabant zich niet meer onderworpen aan de soevereiniteit van keizer Jozef II na diens vernieuwingspolitiek. Andere landsheerlijkheden volgden het voorbeeld van Brabant en stichtten de Verenigde Nederlandse Staten. De Oostenrijkers herstelden echter in 1790 het gezag, nu onder keizer Leopold II.
Tijdens het Ancien Régime kende men in het westelijk deel van het hertogdom Brabant het zogenaamde meiseniersstatuut, waarmee de vrije boerenstand aangeduid werd. Het genoot zeer oude priviligies, die later ook door de hertog verleend werden aan de poorters van een stad. Een meissenier diende zich te laten registreren. De brieven werden uitsluitend uitgevaardigd door de Schepenbank van Grimbergen en op het Kasteel van Gaasbeek. De privileges van de meisseniers omvatten o.m. de vrijstelling van de "Dode Hand" ten aanzien van de hertog van Brabant (d.w.z. vrijstelling van erfenisrechten), vrijstelling van passagerechten binnen Brabant en het recht om binnen Brabant gevonnist te mogen worden, ongeacht waar het misdrijf moge plaatsgevonden hebben. Het recht was erfelijk in vaderlijke lijn en vond toepassing tot het einde van 18de eeuw, wanneer het meiseniersstatuut verviel bij de opheffing van het Ancien Régime.