FOK!forum / Filosofie & Levensbeschouwing / De persoonlijke renaissance
sneakypetewoensdag 30 september 2009 @ 02:47
Zoals je al snel ziet: dit is een vrij lang betoog. Het is vast niet helemaal consistent en bovendien met een persoonlijk tintje.

De persoonlijke wedergeboorte, waar ik hier naar verwijs, is een proces van 'buit-up, knocked-down, built-again'. Vergelijk het met de Twin Towers die ooit lang en trots stonden, tegen alle verwachting in instortten na een aanslag en nu (althans daar zijn plannen voor) herbouwd worden. Ik zie het als een soort eigen proces van volwassen worden.

Met de renaissance in historische zin bedoelen wij de periode waarin Europa na het 'dal' van de middeleeuwen, waarin het denken en doen van de mens relatief stilstond, omsloeg in een periode van economische en culturele bloei. Zeer relevant is het om hierbij twee zaken in elk geval te benoemen:
-zuiver economische bloei. Het moge duidelijk zijn dat het absurd is om te stellen dat er een makkelijk af te bakenen periode is geweest in heel Europa, waarin de welvaart voor iedereen snel toenam. Wel kunnen we, denk ik, constateren dat materiële omstandigheden samengingen met culturele en dat we in dit opzicht de renaissance kunnen aanmerken als een periode waarin Europa opeens wel erg snel veranderde en mogelijkerwijs verbeterde.
-Deze bloei ging dus gepaard met culturele bloei. Waarom? Vooropgesteld, ik ben geenszins een historicus, noch een ware filosoof, slechts een amateurfilosoofje met een pc . Ik weet niet zo veel van de reeële geschiedenis van de renaissance (niet veel meer dan anderen in ieder geval).
Maar het dient hier als symbool voor wat ik hierna ga beschrijven en dus niet als een poging tot een adequate, juiste beschrijving van de periode welke aangemerkt wordt als 'renaissance'.
De renaissance zie ik, als een periode waarin de Europeanen, mede dankzij economische voorspoed, maar ook (al is dat samenhangend) zo'n uitvinding als de drukpers, toegang kregen tot antieke ideeën, in het bijzonder die van de Grieken.

Persoonlijk:
Ik woon al zo'n 5 jaar samen en ga over enkele maanden trouwen. Daarnaast werk ik ook al wat jaartjes. Dat lijkt onbeduidend, maar ik wil het aangeven als een soort symbolisch iets; het symboliseert namelijk een periode van bloei in de zin van meetbare, definieerbare omstandigheden. Ook heb ik inmiddels, al wil ik nogmaals benadrukken geenszins in de buurt te komen van wat een 'ware filosoof is', een handvol boeken versleten van schrijvers die het predikaat 'filosoof' dragen, of toch in elk geval dat van 'denker'.
Ik heb me dus een beetje verdiept in de filosofie.

Wat ik zelf hierbij ervaren heb, is een gevoel waarin ik aanvankelijk juist steeds meer 'in het duister tastte', maar gaandeweg het gevoel heb gekregen dat ik weldegelijk juist een geslaagde poging heb gedaan helder te zien. Daarmee zou ik het kunnen uitleggen, als een situatie waarin ik eerst het licht uitdeed, waarna mijn ogen zichzelf scherper konden stellen, zodat ik langzaamaan steeds meer kon zin in de duisternis (expirimenteer thuis eens, doe het licht uit, kijk om je heen, na 1 minuut zie je beter dan er voor).


Daarbij zal ik even heel kort wat namen aanstippen, om dit nader te verklaren:
-Nadat ik 'de wereld van Sofie' uitlas, een jeugdroman waarin de filosofische kennis tot nu tot wordt samengevat, begon ik gelijk aan wat zwaarders, nl. de werken van Friedrich Nietzsche. Wat me toen (en nog) zo aantrok in zijn werk, is zijn anticipatie op het nihilisme; namelijk dat hij, althans voor zijn gevoel, afrekende met alles: het christendom, de ideeënleer van Plato, maar ook de wetenschap en al haar kunstmatige ordeningen. Wie Nietzsche gelezen heeft, moet ook wel zo’n fascinatie gevoeld hebben. Maar zoals Nietzsche al stelde: vanuit deze Dyonisische inzichten alleen, kan het Apollinische bloeien. Het goede, ordelijke, mooie en vormende komt juist voort uit het slechte, chaotische, lelijke en ontbindende. Het valt te vergelijken met een kamer vol rotzooi. Sommige dingen zijn nog enigszins opgeruimd (die ene kast bijv.), maar toch voel je dat het niet goed zit. Dan besluit je opeens (als een Nietzsche) alles op de grond te gooien. Wanneer je klaar bent, besef je ondanks dat je in feite nog dezelfde kamer hebt met dezelfde inhoud en je bovendien juist een heel werkelijk inzicht hebt gekregen in de inhoud van je kamer, dat het niet erg leefbaar is. Daaruit volgt dus het ordenende, het ‘Apollinische’. Je besluit je kamer te herordenen, maar nu grondig.
-Lang had ik dus het idee dat deze rommel, deze chaos (die er ook al was toen ik net de kamer in trok en dus ‘echt’, oorspronkelijk is, niet voldoet. Tijd voor opruiming!
Hoe kwam ik hier dan op? Nouja, het is hier opeens veel lastiger om één naam te noemen.
Maar ik kan beginnen met een soort ommekeer die ik voelde toen ik Theodore Dalrymples ‘leven aan de onderkant’ las: de gevolgen van de Dyonisische inzichten werden duidelijk; een onleefbare samenleving, een kamer vol rotzooi! Wat dan wel, was de vraag?
Vrij kort daarna, las ik ‘Geografie van goed en kwaad’ van Andreas Kinneging. Net als Dalrymple een typische conservatief. Nu heb ik wat beiden betreft nog steeds wel wat scepsis bij hun vergaande conservatisme, althans wel in de uitwerking er van. Maar beiden legden goed uit wat de basis is van goed en kwaad. Dalrymple legde uit hoe het niet moet (het leven aan de onderkant dus, een zeer herkenbaar verhaal voor mij), Kinneging legde uit hoe het wel moet met zijn ‘geografie’.
-Wat volgde was dus een opruiming. En daarbij hielp het vooral, dat Kinneging verwees naar oudere bronnen; namen als Thomas van Aquino, Aristoteles, Plato, Jezus Christus enz. Namen die je bijna zou afschrijven omdat ze zo oud zijn, maar die, als je door de (door hun tijd beïnvloedde) fouten heen leest, een bron van wijsheid blijken.
-Wat hieruit volgt (al is mijn wil tot kennis nog steeds verre van bevredigd), is dat ik het idee heb gekregen dat ik een wat stabielere basis heb gevonden. Namelijk een basis welke gegrondvest is in de traditie van een veelvoud aan grote denkers. Ik wil niet zeggen dat ik hetzelfde niveau als hen heb bereikt, maar wel dat ik er iets werkbaars uit over heb genomen.
Misschien is het niet eens echt ‘waar’, maar het werkt wel.

Oké, nu je deze lap met geklets hebt gelezen; wat jullie?
Onder een persoonlijke renaissance versta ik dus dat je (door in aanraking te komen met ‘andere ideeën’) wordt teruggeworpen op jezelf en de tijd neemt voor contemplatie. Daarna (her)vindt je een soort basis en lijkt het erop alsof je ontbijt even was uitgewerkt, je slap werd aan de eind van de ochtend van je bestaan, maar je nu geluncht hebt en klaar bent voor een arbeidsintensieve middag, hopende op een avond waarop je kunt rusten en samenzijn met degenen die je lief hebt.
Hebben jullie (jij) dat gevoel al ervaren? Dat de ideeën die je van jongs af aan meekreeg, op hun grondvesten schudden, maar dat je daarna het oude en nieuwe wist te verenigen en daarmee een fundament sloeg voor de toekomst?

Mijn excuses als het een vaag verhaal lijkt en je er niks mee kunt; dan hoef je niet te reageren. Maar indien je er iets in herkent en ook denkt een bijdrage te kunnen leveren, wees welkom
Drizzt_DoUrdenwoensdag 30 september 2009 @ 06:17
Uiterst interessant, maar wat doet dit in KLB? Hoort dit niet op zn minst in TRU thuis?

edit: ik zit te vaak in KLB merk ik

Richt u op de eerste twee woorden, aub
Lodwoensdag 30 september 2009 @ 07:54
quote:
Op woensdag 30 september 2009 02:47 schreef sneakypete het volgende:
Hebben jullie (jij) dat gevoel al ervaren? Dat de ideeën die je van jongs af aan meekreeg, op hun grondvesten schudden, maar dat je daarna het oude en nieuwe wist te verenigen en daarmee een fundament sloeg voor de toekomst?
Nee, en waarschijnlijk zal ik die schokervaring ook nooit krijgen. Mijn opvoeding richtte zich al op zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. De enige 'indoctrinatie' die ik gekend heb is dat alleen klassieke muziek mooi is, de rest is gewoon pokkenherrie. Dus van jongs af aan heb ik mijn eigen ideeën al zelf kunnen vormen.
Naarmate ik ouder en wijzer word en meer heb gelezen merk ik wel dat mijn wereldbeeld langzaam verandert. Ik word steeds liberaler en humanistischer. En krijg steeds meer afkeer van het conservatisme, of beter gezegd de overtuiging van de absoluutheid van de eigen overtuiging en het opdringen daarvan aan de rest van de samenleving.
Ik heb de wereld van Sofie ook gelezen en ben vervolgens doorgegaan met wat boeken van Alain de Botton. Ik wil nog wel eens proberen om Nietzsche te leren maar ik denk dat mijn interesse in de filosofie niet zover gaat.