Het bijbehorende wetsartikel is art. 6:96 lid 2 sub c BW.
1. Vermogensschade omvat zowel geleden verlies als gederfde winst.
2. Als vermogensschade komen mede voor vergoeding in aanmerking:
a. redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade die als gevolg van de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust, mocht worden verwacht;
b. redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid;
c. redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte, wat de kosten onder b en c betreft, behoudens voor zover in het gegeven geval krachtens artikel 241 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de regels betreffende proceskosten van toepassing zijn.
Vervolgens is in de jurisprudentie verder uitgewerkt wat 'redelijke' kosten zijn. Zo is er de 'dubbele redelijkheidstoets'. Die houdt in dat zowel de gevorderde kostenposten an sich redelijk moeten zijn én dat de omvang van die kostenposten redelijk moet zijn. Ook gebruiken rechters bepaalde standaardregelingen, zoals uit het rapport Voor-Werk II, dat je kunt googelen. Maar in het geval dat jij noemt is de achterliggende redenering inderdaad zoals Consurechter stelt.