Miss sly, ik lees het nu pas, mooi verhaal zeg!
Ik heb mijn verhaal ook opgeschreven, en hoe vaak ik 'm ook doorlees om hem in te korten, het lukt niet
Dus dan maar het hele lange verhaal.
Vrijdagochtend 07-08-09 gaan we naar het ziekenhuis: ik word ingeleid. Maar met één centimeter ontsluiting begin je niets en drie porties hormonengel later wordt duidelijk dat ik de nacht zal moeten blijven, hopend dat er iets gebeurt... En jawel, wat lage rugpijn zet zich 's nachts om in heuse krampen! Nog goed uit te houden, maar ik ga wel aan de CTG, en later een slaappilletje omdat het nog weinig effect heeft maar wel net te pijnlijk is om door te slapen. Omdat D. toch 's ochtends vroeg weer zal terugkomen, en ik ga slapen, bel ik hem nog maar niet wakker.
Echt heel erg goed slaap ik niet, ik word toch wel wakker van de (voor?)weeën, en om 6 uur ben ik alweer klaarwakker. De weeën komen wat minder snel na elkaar, maar voelen wel venijniger en houden ook langer aan. Ik merk aan de rugpijn dat ik waarschijnlijk rugweeën ga krijgen.. nou ja, so be it. Onder de douche staan helpt, heerlijk de warme straal op mijn onderrug richten. D. smst of ik lekker geslapen heb en ik sms überblij terug dat weeën best pijn doen, haha.
Na de zoveelste ctg komt er rond 9 uur, half 10, weer een verloskundige om te kijken of de weeën wat gedaan hebben. Ze neemt een verpleegkundige mee die mij nog lang zal heugen - stel je het prorotype verpleegkundige voor, en dan het tegenovergestelde, en dan heb je Fried: een gigantische, lange, brede, ronde man, met een kale kop en een giga snor, met een melig gevoel voor humor. Of ik even mijn been open wil laten vallen tegen zijn buik aan, daar heeft ie 'm tenslotte voor laten groeien, zegt ie... haha.
Ik hou m'n hart vast voor slecht nieuws, maar het komt niet: er is twee centimeter ontsluiting, ze gaat de vliezen breken! Echt? Huh? Ohjee! Een onzinnig gevoel van "geen weg meer terug" en "oh god hier gaan we dan" bekruipt mij en ik moet er zelf om lachen. De vliezen worden gebroken en de verloskundige zegt dat het groen is, dus dat ze een elektrode gaan aanbrengen op het hoofdje om goed in de gaten te houden of ze het niet te benauwd krijgt. Omdat de weeën vervolgens niet veel sneller of harder komen, krijg ik ook het weeënopwekkend infuus in mijn arm. Tot zover mijn douche-en-bad-plan: ik zit aan snoertjes vast en mag mijn bed niet eens uit, laat staan onder de douche.
De weeën gaan voorspoedig, het wordt al gauw pijnlijker. De meeste pijn zit inderdaad in m'n onderrug, maar óók onder in mijn buik. Dit zijn geen rugweeën, dit zijn rondomweeën... en dat is verrekte lastig op te vangen. Een warme kruik op mijn rug en flink wat tegendruk van D. helpt redelijk tegen de rugpijn, zodat ik me kan concentreren op het opvangen van de buikweeën - waar ik overigens ook D. voor gebruik, als echte steunpaal. Ik leun tegen hem, druk mijn hoofd in zijn borst, knijp en bijt soms zelfs, snauw bevelen van één woord - "Kruik!", "Rug!", "Au!" en "Wee" en hij weet precies wat hij moet doen.
Ik puf ondertussen verder, totaal niet op het ritme dat de pufclub me geleerd heeft - de ene keer dat ik meepufte op "Altijd is Kortjakje ziek" kreeg ik het er benauwd van. Liever doe ik een beetje ademhalen en dan een keer lang uitademen. D. waagt het één keer om het puffen-van-de-pufclub voor te doen en ik snauw hem toe "Doe het lekker zelf dan!" - en zeg daarna ook meteen sorry.
Naarmate de weeën in buik en rug heftiger worden, helpt een kruik en wat druk écht niet meer genoeg, en ik weet niet meer waar ik het moet zoeken. Ik kan nauwelijks bewegen want ik zit vast aan het bed, en kan geen houding vinden waarin de weeën draaglijk zijn. Ik weet dat het nog uren en uren gaat duren, en zeg tegen D. dat ik niet denk dat ik dit zo vol ga houden zonder pijnstilling. Een half uur later krijg ik het niet meer voor elkaar om mee te puffen op een wee; in plaats daarvan ben ik paniekerig aan het huilen. Zonder dat ik het merk drukt D. op het knopje om de verpleging te vragen naar pijnstilling. Een ruggeprik dan maar. Ik wilde zo graag thuis bevallen en ik ging het allemaal wel even zonder verdoving doen, en het voelt als een soort falen dat ik er toch naar vraag, maar het voelt wel als de goede beslissing.
Binnen een kwartiertje is de anesthesiste er al, wat haar meteen al geweldig maakt in mijn boekje. Ze legt uit en stelt vragen, maar ik ben nogal van de wereld, heb mijn hoofd in D. z'n borst gedrukt en kan alleen nog maar af en toe wat kreunen en jaknikken. D. antwoordt in plaats van mij. Op een gegeven moment vraagt de anesthesiste of we weten wat het wordt; D. zegt nee, waarop ze zegt: Ah, dus een babykamer met geel en groen? D. zegt ja, inderdaad, en ik reageer meteen door heel hard met m'n hoofd te schudden, da's helemaal niet waar! Voor hem een teken dat ik in elk geval nog iets weet van wat er om me heen gebeurt.
Ik word voor de zekerheid even getoucheerd - 3 à 4 centimeter zegt de verloskundige. Het maakt mij nog meer overtuigd dat ik de goede keuze heb gemaakt, want met 3 centimeter kom je nog nergens, dat gaat inderdaad nog heel lang duren.
Er wordt vanalles voorbereid, en ik word volgepropt met nog meer buisjes en slangetjes. Naast de slangetjes van de weeënopwekkers en de elektrode krijg ik nu drie hartslagmeters (?) en een ding op m'n middelvinger voor controle tijdens de verdoving, een bloeddrukmeter en een katheter. Wat een medisch circus zo...
Dan is het half 1 en wordt de prik gezet. Na nog één wee opgevangen te hebben ebt de pijn weg. Wat een opluchting! Iemand vertelt mij dat ik maar even lekker moet ontspannen en dat lukt zo goed, dat ik gewoon in slaap val.
Het is half drie als ik weer een klein beetje wakker word, heerlijk ontspannen en pijnvrij, en de verloskundige komt nog even toucheren. Ik reken nergens op, het is pas twee uurtjes sinds de 3 à 4 cm, maar ze zegt dat het "helemaal open staat". Echt? Allejezus wat is dat ineens snel gegaan dan! Hebben ze die weeënopwekkers op turbo gezet ofzo? "Ik zie zelfs al haartjes!" zegt de verloskundige, en ik ben helemaal verrukt. Haartjes! Ons kindje heeft haartjes! Het idee dat we vanaf de buitenwereld al wat échts kunnen zien van ons kindje vind ik helemaal geweldig, ik zeg volgens mij wel tien keer "Oh ons kindje heeft haartjes! Háártjes!
"
Er wordt uitgelegd dat ze de ruggeprik uit gaan zetten, en weer heb ik een momentje van besef dat we ineens een flinke stap vooruit gaan en dat het toch allemaal best spannend is. Ik ben bang dat de pijn in één klap terugkomt en zeg dat ook, maar de verloskundige stelt mij gerust; het kan nog uren duren voordat het gevoel helemaal terug is. Als ik voel dat ik moet poepen, moet ik de verpleging roepen. Voorlopig voel ik nog weinig, heel geleidelijk voel ik de weeën terugkomen, gelukkig eerst alleen in mijn buik en daarna pas in mijn rug - en vooral links, omdat ik op mijn linkerzij heb gelegen is de verdoving rechts eerder uitgewerkt, wat een heel raar scheef gevoel geeft. Wel kunnen we ondertussen meegenieten met de korte, hoge gilletjes van de mevrouw in de kamer naast mij, die aan het persen is. Dat zorgt er ook voor dat "mijn" verloskundige en verpleegkundigen daar druk bezig zijn, en er wordt gauw een nieuwe ploeg voor mij bij elkaar getrommeld. Jeetje, ga ik straks ook van dat soort geluiden uitkramen? De ontsluitingsweeën heb ik vooral puffend en zuchtend doorgebracht, maar persen is een ander verhaal. Ik ben benieuwd.
Ik voel al redelijk snel dat ik moet persen, maar ik voel ook dat ik nog niet kán persen. De drang is er wel maar de kracht nog niet. Uiteindelijk komt het gevoel overal terug, alleen mijn rechterbeen doet er wat langer over en voelt nog aan als blubber. Op naar het persen, ik kan het niet meer inhouden, wat een goed teken schijnt te zijn.
Waar de hele bevalling tot nu toe nogal moeizaam ging, en alles opgewekt en extra gestimuleerd moest worden, valt het persen me alles mee. Dit kan ik! Als ik goed pers, voel ik mijn kindje een beetje zakken, en dat in combinatie met de aanmoedigingen van de mensen om mijn bed is genoeg aanmoediging om alles te geven. Drie keer persen op één wee lukt niet altijd even goed, maar we gaan duidelijk vooruit. Nu houd ik ineens wel de tips van de pufclub in mijn hoofd - niet op je hoofd persen, je ogen openhouden! Bij een wee pers ik per ongeluk nogal op m'n hoofd in plaats van naar beneden, en ik stop pardoes met de woorden: "oh oeps, dat was op m'n hoofd geperst!", om meteen weer verder te gaan. D. staat te dicht bij mijn hoofd om hem aan te kunnen kijken, dus ik concentreer op het sierlijke patroon met een klavertje vier op de muur, en af en toe staar ik naar het standbyknopje op de wc. Je moet wat hè.
De verloskundige vraagt of het gaat met de pijn, en ik antwoord eerlijk, bijna m'n schouders ophalend, "Mja, gaat eigenlijk wel prima!" Ik snap op dat moment totaal niet waarom ze er allemaal zo om moeten lachen, het gáát ook gewoon prima, ik voel dat het goed gaat, het doet wel wat pijn maar het is draaglijk, veel beter uit te houden dan de ontsluitingsweeën, en omdat ik zo bezig ben met het meepersen boeit die hele pijn ook totaal niet. Ik heb wel wat belangrijkers te doen.
Het persen gaat hartstikke snel en goed, wordt mij verteld, en hoewel ik ergens het idee heb dat ze dat altijd zeggen om de bevallende vrouw een hart onder de riem te steken, besluit ik het maar te geloven. De hartslag van ons kindje gaat echter best flink omlaag tijdens de persweeën, en doet er steeds langer over om weer omhoog te klimmen. De baby heeft het benauwd en flink ook, dus om de boel nog sneller te laten gaan wordt er een knip gezet. Ik vind het allang prima, het gaat tenslotte om ons kindje. De verdoving geeft een prikje, van de knip voel ik niets. Dan nog een keer persen en ineens staat het hoofdje! Het brandt wel wat, maar ook dat had ik erger verwacht. Bovendien, het is tien over vier, ik ben pas twintig minuten aan het persen, dat valt ook alles mee.
Als het hoofdje geboren is blijkt dat de navelstreng twee keer strak om het nekje zit - zo strak, dat ze het niet los kunnen halen maar meteen af moeten knippen. Daarna wordt de rest van het lijfje geboren en wordt er een bloederig, slap hoopje mens op mijn borst gelegd. Ik ben sprakeloos en bewonder. Ik hoor een klein kreuntje, wat voor mij genoeg bevestiging is dat alles werkt, maar om mij heen schijnt paniek te zijn, waar ik weinig van merk. De baby - op dat moment voor mij nog steeds onzijdig - wordt snel weggehaald en meegenomen. De navelstreng bleek op de een of andere manier toch nog vast te zitten, en zo spettert het bloed alle omstaanders vies. De paniek is echter te groot om daar heel erg bij stil te staan.
Ik merk niets van de paniek, ik hijg, buiten adem, en vraag of het echt wel klopte wat ik dacht te horen: zei iemand nou meisje? Meisje? Echt? Doet ze het goed? Gaat alles wel goed? Er is niemand die tijd heeft om antwoord te geven, maar dan komt er gekrijs uit het hok waar D., de verpleegkundige en de baby heen zijn gegaan. Hoewel ik dus de paniek niet zo gemerkt heb, is dit voor mij ook een opluchting.
Ondertussen wordt de placenta geboren, na drie minuten al, en ik moet lachen om de ranzigheid van het ding en hoe blubberig het voelde toen het er uitkwam.
Dan komt D. met ons kindje in zijn armen, en tranen in zijn ogen, terug van weet ik veel waar en wat. Wat een enorme trots en verliefdheid straalt er van hem af! Het wordt bevestigd: we hebben echt een dochter, en ze doet het goed! Ze wordt op mijn borst gelegd, en ik voel zó veel dat ik er niet eens meer wijs uit kan maken, het is zo overweldigend.
Ik word gehecht terwijl ik probeer naar beneden te kijken, naar ons meisje, maar ze ligt zo hoog dat ik haar eigenlijk nauwelijks kan zien. Maar daar heeft ze zelf al een oplossing voor bedacht: ze heeft de boel helemaal ondergepoept. Ze wordt dus even eerst een beetje schoongemaakt en daarna naast mij neergelegd, waar ik haar eindelijk goed kan zien. Hallo Willow, denk ik, wat ben je mooi... we kijken elkaar aan, neus tegen neusje, en weer is het gevoel overweldigend.
Ik flap er uit: "Jeetje, jij bent het zachtste mensje dat ik ooit gekend heb." Want wat is ze heerlijk om te zien en te voelen, zoals ze in mijn armen ligt, al dapper de wereld aan het instaren, zo druk bewegend met handjes en voetjes dat ze me precies ligt te schoppen op de plek waar ze vanuit de buik ook al schopte. Maar nu in de buitenwereld, eindelijk. En jeetje, wat is ze mooi...! Er gaat zoveel door mij heen! Onzekerheden van voor de bevalling zijn weg, ik weet: voor jou ga ik zorgen. Zo goed als ik kan.