Vanmorgen voor zessen wakker geworden. Tja, kan wel eens gebeuren. Maar het viel me op dat er wel heel ongewone geluiden mijn slaapkamer binnen drongen. Nadat andere delen van mijn hersencel dan het bewustzijn wakker zijn geworden (ja, dat schijnt tegenwoordig te kunnen) besef ik dat het een zware machine moet zijn. Een zware machine om zes uur midden in een Vinexwijk? dat kan niet waar zijn.
Nieuwsgierig geworden schuif ik het gordijn een heel klein stukje aan de kant zodat ik ongezien, denk ik, naar buiten kan gluren.
Staat daar een levensgrote hijskraan die een dertig meter recht de lucht in gaat en dan nog zo'n hengel heeft van een soortgelijke lengte.
Vreemd, maar goed, het zal wel. Totdat tot mijn oververmoeide en niet uitgeslapen hersencel, hij moet immers al het werk alleen doen, doordringt dat die kraan midden tussen de parkeerplaatsen van de straat staat. He, dat betekent dat ik er niet uit kan als ik om acht uur weer naar mijn werk mag. Veertig kilometer lopen klinkt niet aanlokkelijk omdat dat vermoeiend is.
Dus, bed maar uit om eens bij de machinist, nee niet van de trein die net langsraast, aan de mouw te trekken of ik om acht uur wel weg zal kunnen met mijn auto. "Ik dacht het niet" is het barse antwoord.
"Tja, ik zal toch naar m'n werk moeten".
"Dan ga je maar lopen"
"Kijk eens om je heen, zie jij hier een bedrijf?"
"Nee"
"Goed, ik ook niet, dus ik ga niet lopen. Er staat ook duidelijk NL op mijn kenteken"
"Dan had je de auto daar niet neer moeten zetten"
"Het is een parkeerplaats, dus
de plaats om autos neer te zetten. Sterker nog, in een woonerf de enige plaats waar je een auto
mag parkeren."
"Ja, maar vanochtend moet ik precies hier zijn"
"Dan had je gisteren de parkeerplaatsen moeten afzetten zodat niemand daar kon parkeren"
Na het nodige gezever gaat even na achten de kraan een metertje aan de kant, waardoor ik met mijn auto, die gelukkig niet helemaal geblokkeerd werd, eruit kan. Terwijl ik weg rijd, denk ik aan welke verhalen ik van de buren ga horen.
De rit naar het werk begint rustig, en ik heb uitzicht op tientallen, nee hoderden, wat? duizenden bomen. Leuk, maar het wordt wat interessanter als ik achter een auto terecht kom waar een vonkenregen onderuit komt waar de gemiddelde lasser erg jaloers op zou zijn.
Met licht signalen probeer ik tot vijf keer toe om hem duidelijk te maken dat er iets mis is. Daarna concludeer ik dat hij door het felle licht van de vonken niets meer in zijn spiegels ziet...
Genietend van de vuurwerkshow vervolg ik mijn weg totdat ik ongveer halverwege bij een rotonde kom die ik driekwart over moet. Altijd een leuk punt, omdat tegemoetkomend verkeer er een sport van maakt om nog net even voor je te komen. Zo ook vandaag. Een busje, te zien aan het kenteken een mof, je weet wel zo'n ding dat je diep in de grond stopt met in beide uiteinden een hoogspanningskabel, denkt ook nog snel voor me langs te kunnen.
Jawel, het lukt, mede omdat ik stiekem een beetje help door te remmen en de berm als rijbaan te gebruiken. Gelukkig kan dat, omdat het verkeersbord dat daar ooit stond zo vaak plat gereden is, dat de wegbeheerders het briljante idee kregen dat dat geen gezonde plek is voor een verkeersbord.
Bij gebrek aan de vuurwerkshow, welke mij op de eerder genoemde rotonde verliet, vervolg ik genietend van de bomen mijn weg. Op een gegeven moment zie ik een trac.. ehm... trekker naderen met daarachter een hele slier auto's. Wetende dat op deze weg in de spits de kans erg klein is dat je er langs komt denk ik "Sneu, maar vandaag is dat niet mijn lot". Maar dan vallen mij twee dimlichten op die zich op een wat vreemde positie bevinden. Achter die dimlichten doemt een zilvergrijze Mercedes op die, als 32e in de rij, blijkbaar niet van plan is om zich in zijn lot te schikken en uit alle macht probeert die trekker voorbij te komen... Maar ja, inmiddels bevind ik mij tussen hem en de trekker. Ik rem zo hard als mogelijk en stuur zo vermogelijk naar rechts zodat mijn rechterwielen op de rand van het asvalt balanceren. De Mercedes wijkt ook uit en ramt zich ergens tussen de rij achter de trekker.
BAM! net te laat. Ik schrik me rot, maar bespeur niet de draaimolen en pijn die ik van een eerder ongeluk ken. Ik zie de weg nog gewoon voor me en kijk in mijn spiegel om te zien waar de Mercedes is.. "Hé, waar is mijn spiegel?" Ik zet de auto in de berm. Wat mensen uit de rij stoppen en de auto achter mij stopt ook. We concluderen dat de Mercedes het verstandiger vindt om zijn weg te vervolgen, en ik belsuit hetzelfde te doen. Immers, het is niet stoer om midden op de weg, tussen al die bomen in huilen uit te barsten. Ik zoek liever een computer zodat ik rustig op de schouders van de Fokkers kan uithuilen, want ik weet zeker dat die me liefdevol zullen opvangen.
Samenvatting:
Wie alleen over de titel wil weten leest alleen de laatste alinea
Wie dat te lang vindt zoekt een ander topic
Wie zich verveelt of wel heel nieuwsgierig is wat voor huilebalk ik ben leest alles.
Klacht: mensen die levensmoe zijn en mijn auto uitkiezen om er een eind aan te maken. Kies liever een van die bomen, die werken gegarandeerd effectiever!