Je wilt het aantal opspannende bomen berekenen. Als je dan stelt dat alleen punt a1 graad 1 mag hebben dan mis je alle situaties waarin punt a2 graad 1 heeft…quote:Op zaterdag 22 november 2008 12:11 schreef Borizzz het volgende:
Omdat ik de punten goed uit elkaar wil houden...
1 2 3 4 5 6 7 | __/ / --b2 | / || --b3 ||/ a2---b4 |
1 2 3 4 5 6 7 8 | ||\ || \-b2 | \ \ \-b3 \ \ a2---b4 |
Oké, dan was je onnauwkeuring in je probleemformulering. Want je zei eerst: Hoeveel opspannende bomen zijn er als de graad van 1 punt van a gelijk is aan 1. En 1 punt van a zou ik zeggen is óf a1 óf a2… Maar als het alleen a1 is, dan klopt het inderdaad wat je zegt.quote:Op zaterdag 22 november 2008 12:19 schreef Borizzz het volgende:
Maar in deze opdracht moet a1 graad 1 hebben. Dus dan is het toch altijdzo dat a2 graad 4 heeft...
a1 zit vast aan graad 1. Of is het dan zo dat meer punten b graad 2 kunnen hebben?
Ik heb nu dit als idee:
Dat is een tamelijk lastige onderneming als je een uitdrukking hebt die gegeven wordt door iets moeilijkers dan een lineaire relatie.quote:Op zaterdag 22 november 2008 13:12 schreef Borizzz het volgende:
Vreemd toch heb ik ooit geleerd om het op deze manier aan te pakken.
Voor wat precies? En staan je haakjes goed?quote:a1 heeft graad p. dat wordt dan x! /(x-p)!*p! ?
Niet het omgekeerde voor a2,van de (x - p) niet verbonden punten is duidelijk dat ze allemaal met a2 verbonden moeten worden. Daar is geen keus voor. Er blijft dan nog maar één lijnstuk over waarvoor wat te kiezen valt. Je keus voor a1 forceert dus op één lijn na een keus voor a2. (Zie m'n uitleg over K4,2)quote:Op zaterdag 22 november 2008 13:23 schreef Borizzz het volgende:
x! / ( (x-p)! * p! )
dit zou zijn het aantal manieren waarop a1 met x punten b kan worden verbonden.
als dit klopt is er het omgekeerde voor a2, want a2 wordt verbonden met punten b die niet aan a1 vast zitten?
Niet helemaal. a1 heeft graad p. Dus kun je a1 op (x boven p) = x!(p!(x-p)!) manieren verbinden met punten van b. Voor a2 ligt de keus op één lijn na dan vast. Maar die ene lijn moet verbonden worden met één van de punten die nu met a1 verbonden is (anders zou je een dubbele lijn krijgen en geen verbonden graaf): je hebt dus p mogelijkheden daarvoor. En dat geeft dat het aantal mogelijkheden waar bij punt a1 graad p heeft gelijk is aan:quote:Op zaterdag 22 november 2008 13:29 schreef Borizzz het volgende:
Ja, inderdaad; dat ene lijnstuk waar nog wat voor te kiezen valt maakt er juist een boom van. Daarvoor zijn x opties (er waren immers x punten b).
Dus dan kom ik op: x! / ( (x-p)! * p! ) * x als aantal opspannende bomen. Voor K2,x
Nee, dat klopt. Maar je hebt nu een uitdrukking voor het geval dat a1 graad p heeft. Gaan we nu terug naar K4,2 dan zien we dat a1 of graad 1 kan hebben, of graad 2, of graad 3 of graad 4, als we dat invullen vinden we dus dat we moeten krijgen:quote:Op zaterdag 22 november 2008 13:39 schreef Borizzz het volgende:
Dan krijg ik dus x! / ( (x-p)! * p! ) * p als aantal opspannende bomen.
Inderdaad p mogelijkheden... steeds blijven denken dat het een boom is.
Maar dit is nog geen sommatieformule toch?
Ja, typefoutje, maar het is natuurlijk volkomen identiek.quote:
Dan lijkt me dat correct.quote:Op maandag 24 november 2008 16:31 schreef Borizzz het volgende:
Het is een gelabelde graaf, ja. Labels liggen niet vast, het gaat puur om het aantal mogelijke bomen. A hoeft niet altijd het centrum te zijn. Bij k=4 zie je ook dat B,C,D, E als centrum kunnen fungeren.
Cayley zegt zelf ook dat het 53 =125 bomen moeten worden.
Nee, dit is een 'vaste' formule. Hij is wel af te leiden trouwens. Als je het binomium van Newton neemt:quote:Op maandag 24 november 2008 17:04 schreef Borizzz het volgende:
[ afbeelding ]
Hoe kwam je van de sommatie tot de formule? Is dit gewoon wat getallen invullen en het verband nu vinden?
Het lijkt mij, ook als je het uittekent, zo te kloppen, behalve dat je van T(0) en T(1) als basis overgaat naar T(1) en T(2).quote:Op maandag 24 november 2008 22:32 schreef Borizzz het volgende:
Deze vraag lijkt me simpel. Té simpel.
Het gaat om een fibonacci graaf.
T(0) heeft 1 punt
T(1) heeft 1 punt
als n groter gelijk aan 3 geldt voor T(n) dat T(n-1) is linker deelboom en T(n-2) is rechterdeelboom. Elk punt heeft dus maximaal 2 onderburen.
Gevraagd is een formule voor het aantal eindpunten.
Ik heb dat gedaan met recurrente betrekking:
Dus:
T1=1
T2=1
T3=1+1 = T2+T1 = 2
T4=2+1 = T3+T2 = 3
T5=3+2 = T4+T3 = 5
T6=5+3 = T5+T4 = 8
T7=8+5 = T6+T5 = 13
Geeft mij: Tn= Tn-1+Tn-2.
Maar is dit het nu? Volgens mij ben ik zo klaar...of vergeet ik wat..
Ik zou zeggen dat voor punt P = (xP, yP) geldt dat voor een zekere t geldt x(t) = xP en y(t) = yP en daarnaast dat de richting wordt gegeven door dy/dx van die kromme.quote:Op maandag 24 november 2008 22:37 schreef GlowMouse het volgende:
Als we kijken naar een parametervoorstelling van een punt P (bijv. x(t) = sin(t) en y(t) = cos(t), wat is dan de definitie van 'P raakt de lijn l'?
Ja, die is er, en er zijn verschillende technieken om van een recurrente betrekking naar een gesloten uitdrukking te komen (meestal breng je je betrekking in een vorm die je 'weet', maar de Fibonaccigetallen zijn zo'n vorm). Zie het Wikipedia-artikel over Fibonaccigetallen.quote:Op maandag 24 november 2008 22:58 schreef Borizzz het volgende:
ow ja... weer eens onnauwkeurig. Maar ik heb nu een recurrente betrekking afgeleid. Kan ik dit zien als formule? En is er anders een manier om van een recurrente betrekking over te stappen naar een formule?
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |