Door het omzetten van een integraal over x y en z naar poolcoordinaten met r, hoek en z. Ik zoek wel even in calculus het bewijs op hoe en watquote:Op zondag 19 oktober 2008 13:41 schreef GlowMouse het volgende:
Ik had mijn post nog aangepast.
(0,0,A) met variabele A inderdaad vanwege symmetrie. We weten dat het moment met de oorsprong als draaipunt gelijk is aan 144 pi * A.
Maar het moment is ook de som van de momenten van de individuele stukjes. Zo is dat hoe je het zwaartepunt al op het vwo vondEn door die twee aan elkaar gelijk te stellen, krijg je A.
Ik vraag me overigens nog steeds af hoe je aan die integraal komt. Voor een inhoud is een driedubbelintegraal zonder functie erin al voldoende, wat doet die r nog in het midden?
Je wilt er een uitkomst uit krijgen in termen van arctan(2) = x/y * Pi o.i.d., of wat is je bedoeling precies?quote:Op zondag 19 oktober 2008 20:44 schreef Agiath het volgende:
Hoe kan je arctan(2) uitdrukken in radialen? Zonder rekenmachine dus?
De vraag is e^-i*arctan(2) = ?quote:Op zondag 19 oktober 2008 21:21 schreef Iblis het volgende:
[..]
Je wilt er een uitkomst uit krijgen in termen van arctan(2) = x/y * Pi o.i.d., of wat is je bedoeling precies?
Niet superscript combineren met ^, dat is dubbelop.quote:
Ah, kijk, dat verandert de zaak ... Het is helemaal niet de bedoeling dat je arctan(2) rechtstreeks uitdrukt in radialen. Probeer cos en sin eens uit te drukken in tan ...quote:Dan dat is gelijk aan cos(arctan(2)) - i*sin(arctan(2))
Dus als ik mooie radialen krijg kan ik daar iets mee...
dus cos(x) = sinx/tanx en dan verder?quote:Op zondag 19 oktober 2008 21:37 schreef Riparius het volgende:
[..]
Niet superscript combineren met ^, dat is dubbelop.
[..]
Ah, kijk, dat verandert de zaak ... Het is helemaal niet de bedoeling dat je arctan(2) rechtstreeks uitdrukt in radialen. Probeer cos en sin eens uit te drukken in tan ...
Nee, dat bedoelde ik niet. Druk eerst cos α en sin α uit in tan α (voor 0 < α < ½π).quote:Op zondag 19 oktober 2008 21:55 schreef Agiath het volgende:
[..]
Dus cos(arctan(2)) = tan(pi/2 - arctan(2))
Dat kan. Je kunt ook iets sneller werken door b.v. de uitdrukkingen op te zoeken (alhoewel je die zelf kunt afleiden), of nog makkelijker op dezelfde pagina de standaarduitdrukkingen voor wat jij zoekt, of nog makkelijker (mijns inziens) even een driehoek schetsen:quote:Op zondag 19 oktober 2008 21:55 schreef Agiath het volgende:
[..]
dus cos(x) = sinx/tanx en dan verder?
1 2 3 4 5 | 2 | \ | \ ----\ <- Hoek is arctan(2) 1 |
Duidelijke uitleg, bedanktquote:Op zondag 19 oktober 2008 22:02 schreef Iblis het volgende:
[..]
Dat kan. Je kunt ook iets sneller werken door b.v. de uitdrukkingen op te zoeken (alhoewel je die zelf kunt afleiden), of nog makkelijker op dezelfde pagina de standaarduitdrukkingen voor wat jij zoekt, of nog makkelijker (mijns inziens) even een driehoek schetsen:
[ code verwijderd ]
Uit Pythagoras volgt dat de schuine zijde sqrt(5) is natuurlijk, en dan kun je zo uitreken wat sin(arctan(2)) en wat cos(arctan(2)) is.
Het zal vast een hele domme vraag zijn, maar wat wil je nou precies?quote:Op zondag 19 oktober 2008 22:27 schreef Agiath het volgende:
Ik zit nu weer vast bij de volgende, impliciet differentiëren.
[ afbeelding ]
Dus ik doe dit
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
Maar dan krijg ik ellenlange vergelijking, dat niet lekker werkt als je daarna ook nog impliciet gaat differentiëren.
Dus hoe kan dit beter?
Ik moet het richtingscoëfficiënt uitrekenen in het punt (1,2)quote:Op zondag 19 oktober 2008 23:33 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Het zal vast een hele domme vraag zijn, maar wat wil je nou precies?( impliciet differentieren? Is dat een gradient uitrekenen ofzo? )
Laat de vergelijking zoals ie is en beschouw y als functie van x. Dan gewoon differentiëren met de bekende rekenregels (kettingregel, productregel ...). Daarna x=1 en y=2 invullen in het resultaat en je kunt dy/dx bepalen.quote:Op zondag 19 oktober 2008 23:52 schreef Agiath het volgende:
[..]
Ik moet de richtingscoëfficiënt uitrekenen in het punt (1,2)
Even om te beginnen: de uitwerking van Iblis hierboven is uitstekend. Maar als er alleen gevraagd wordt naar de richtingscoëfficiënt van de raaklijn in het punt (1,2), dan is het niet nodig een uitdrukking voor dy/dx in x en y af te leiden. Het kan dus korter.quote:Op zondag 19 oktober 2008 22:27 schreef Agiath het volgende:
Ik zit nu weer vast bij de volgende, impliciet differentiëren.
[ afbeelding ]
Dus ik doe dit
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
Maar dan krijg ik ellenlange vergelijking, dat niet lekker werkt als je daarna ook nog impliciet gaat differentiëren.
Dus hoe kan dit beter?
Dit is vrij standaard vergelijkingen oplossen van de middelbare school. Als dat weggezakt is, dan moet je dat nodig ophalen.quote:Op dinsdag 21 oktober 2008 14:38 schreef denthemen het volgende:
Misschien een domme vraag:
ik heb hier een uitwerking van een oud tentamen, hierin staat:
3(5x - 9)-5(7-6x)=20x + 38
Als uitwerking staat er: 15x - 27 - 35 + 30x = 20x + 38 . Dat is allemaal wel duidelijk, maar opeens staat er: 25x = 100. Hoe kun je dat hier nou uit opmaken?
Bedankt! Ik snap hem weer helemaalquote:Op dinsdag 21 oktober 2008 15:01 schreef Iblis het volgende:
[..]
Dit is vrij standaard vergelijkingen oplossen van de middelbare school. Als dat weggezakt is, dan moet je dat nodig ophalen.Aangezien je het over een tentamen hebt neem ik aan dat je het over iets van hoger onderwijs hebt, die zullen dit wel bekend veronderstellen. Maar daarom een uitgebreide uitwerking. We beginnen zo:
15x - 27 - 35 + 30x = 20x + 38
Dan herschikken we eerst wat links en rechts:
15x + 30x - 27 - 35 = 20x + 38
De termen met x kun je samennemen links, en ook die zonder x:
45x - 62 = 20x + 38
Het is dus een vergelijking, en hier staat dat wat links van het = teken gelijk is aan wat er rechts van staat. Dat lijkt bijna een banale opmerking, maar eigenlijk zit hier de essentie in. Als ik nu links 62 optel, en ik doe dat rechts ook, dan is de vergelijking nog steeds in evenwicht, bovenstaande is dus gelijk aan (het onderstreepte is dus hetgene wat ingevoegd wordt):
45x - 62 + 62 = 20x + 38 + 62 (*)
Nu kan er weer vereenvoudigd worden:
45x = 20x + 100
Ofwel ‘we hebben de 62 naar de andere kant gebracht’, dan hetzelfde voor de 20x:
45x - 20x = 20x - 20x + 100 (*)
Vereenvoudigt tot:
25x = 100
Let wel dat je de stappen met (*) normaliter nooit opschrijft. Je gaat simpelweg van 45x = 20x + 100 naar 25x = 100.
Nu kun je links en rechts nog delen door 25 overigens, en dan krijg je:
x = 4
Dit vul je ter controle in: 3(5x - 9)-5(7-6x)=20x + 38 wordt dus:
3(5*4 - 9) - 5(7 - 6*4) = 20*4 + 38
3*11 - (5*-17) = 80 + 38
33 + 85 = 118
118 = 118
Dat klopt als een zwervende vinger, dus je oplossing is correct.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |