Zoals zovelen hier ben ik veroordeeld tot het haast dagelijks op en neer moeten reizen tussen werk en woonplaats. Nu is dit altijd al een hele onderneming en brengt dit wegens alle gebreken die het openbaar vervoer met zich meebrengt al genoeg ergernissen naar boven, maar de misere die mij de afgelopen weken ten deel is gevallen spant werkelijk de kroon.
De situatie wil namelijk dat het treinstel waarmee ik elke ochtend richting mijn werk reis om exact 08:38 aankomt op het lokale station, waarna ik exact vier minuten heb om mij van het perron naar de juiste bushalte te begeven. Nu zou dit normaliter geen probleem moeten zijn gezien het feit dat ik een zeer atletisch figuur heb, en dit, in combinatie met mijn zevenmijlslaarsen, de snelheid van Usain Bolt doet verbleken als een roestige stuiver in een badkuip vol met Cilit Bang, maar tot mijn verbijstering en onbegrip wordt mijn snelheid sinds enkele weken hevig ondermijnt door een groep a-muzikale Iraniėrs. Ik begrijp dat ik jullie aandachtige lezers met deze onsamenhangende zin die ook nog eens een vrij onlogische conclusie kent op een dwaalspoor breng, maar vrees niet; ik zal dit alles toelichten in de volgende alinea.
Het perron waar ik na de treinreis uitstap is vrij smal en duidelijk te klein voor het aantal mensen wat zich hier in de ochtendspits begeeft. Wanneer de treindeuren open gaan verandert het lege perron opeens in een mensenmassa die een goed gevulde vrachtwagen met import-Chinezen doet voorkomen als een ruime stationwagen. Gezien het gros van de wereldbevolking nogal traag van pas is, is het dan ook meer regel dan uitzondering dat de doorstroming van wandelaars op het perron stagneert en ik daarom gedwongen word om met de gang van een naaktslak in zijn achteruit over het perron te strompelen. Nu is dit alles al vervelend genoeg, maar omdat ik niet graag klaag en ik erg positief in het leven sta neem ik elke morgen zonder morren deel in deze wandeling. Echter, onlangs viel mij tijdens het nemen van de dagelijkse milimeterpassen op dat de snelheid van de menigte zowaar nog meer had afgenomen. Enigzins bedremmeld keek ik om mij heen, zoekend naar verklaringen voor dit fenomeen. Was het soms nog drukker geworden op het perron? Heerste er misschien een obesitas-epidemie waardoor er minder ruimte was voor elke wandelaar? Geen van de redenen die ik kon bedenken bleek echter dicht bij de afgrijselijke werkelijkheid te staan: het bleek om een groep ongenode straatmuzikanten te gaan!
In het te smalle halletje waar men na het verlaten van het perron doorheen moet hadden drie Iraniėrs (dit kan ook een andere etnische minderheid betreffen maar ik houd het op Iraniėrs omdat ik zo graag die puntjes op de 'i' zet) zich in de kleermakerzit op de grond genesteld, luid spelend op hun tweedehands instrumenten. Met een glimlach van oor tot oor straalden deze drie onruststokers een enthousiasme uit welke op een arbeidsmorgen ongeveer even ongepast is als Erica Terpstra als model in een reclamecampagne van Hunkemöller. Zoals jullie zullen begrijpen deed de aanblik hiervan, in combinatie met de wetenschap dat ik door de extra opgelopen vertraging tijdens de perronwandeling mijn bus waarschijnlijk zou missen, mij sidderen van woede. In een vlaag van verstandsverbijstering deed ik dan ook iets wat ik, ondanks het onfatsoen van deze mensen, nooit had mogen doen.
Ik graaide in mijn binnenzak, op zoek naar het gepaste gebruiksvoorwerp voor deze situatie, en maakte mij klaar om tot de aanval over te gaan. Zo snel als ik kon (lees: zo traag als de gemiddelde beslissing van de Belgische regering) baande ik mij een weg richting de Iraniėrs. Ik keek het alfa mannetje van de groep recht in de ogen aan en boog licht naar voren, klaar om toe slaan. Jullie raden het al: ik bewoog mijn knuist richting de pet met het door hen verzamelde geld en fopte de muzikanten door in plaats van een muntstuk, een knoop aan hen te doneren! De brede glimlach van de Iraniėrs verdween als sneeuw voor de zon en maakte plaats voor een blik van teleurstelling. Beduusd bleven de a-muzikale dwazen achter, terwijl ik luidkeels lachend doorliep richting de bushalte.
Nu, een kleine twee maanden verder, loop ik nog haast dagelijks langs de nog altijd aanwezige muzikanten. Elke dag staat het schaamrood mij op de kaken wanneer ik hen passeer, en vraag ik mijzelf af hoe ik ooit zoiets onfatsoenlijks heb kunnen doen. Mijn acties getuigen van een gebrek aan respect voor mijn medelanders, en het enige wat mijn schuldgevoel kan verlichten is de krat bier die ik elke avond na het werk consumeer.
Inmiddels ben ik een knoop armer en een wekelijks bezoek aan de Brijder stichting rijker. Niets kan ooit nog goed maken wat ik die bewuste ochtend heb gedaan. Mijn klacht is dan ook: a-muzikale Iraniėrs die je aan een drankprobleem helpen.
Samenvatting: zie klacht.
Bonusklacht: zeehondjes die na drie keer knuppelen nog niet dood zijn.
You want to talk about hazards? Let's talk about hazards. Let's talk about you. You're the biggest hazard we have.