Zit ik net zo te zitten, belt schijt me op. Ik zeg: Wie is daar? Schijt zegt: Schijt.
Klacht: Schijt belt me op.
'houd je bek is joh, als je zulke grote kk praatjes heb moet je is naar Tiel komen.'
„Je bent ’n keronje! Je mag zelf ’n zoogdier wezen, jy en je zoon, dat zeg ik je!”