quote:
‘Nederland zal een forse prijs moeten betalen voor de slavernij’
depers.nl
Gepubliceerd: vandaag 01:00
Kritiek op zijn studie doet Zunder af als de traditionele blanke kijk op de geschiedenis. Die moet herschreven worden, door Surinaamse ogen.Surinaamse econoom Armand Zunderpromoveert op miljardenclaimvoor ‘wat onze voorouders is aangedaan’.
‘Tussen de Surinaamse bevolking en de Nederlandse heerst geen enkele animositeit hoor’, zegt Armand Zunder, minzaam lachend in zijn kantoortje in Paramaribo. ‘Je moet dit zien als wiedergutmachung voor wat onze voorouders is aangedaan.’
Op een anti-racisme congres van de Verenigde Naties werd de slavernij in 2001 tot misdaad tegen de menselijkheid verklaard. ‘De Afrikanen kwamen hier niet naartoe voor een picknick of een barbecue’, zegt Zunder. ’Wel om te worden misbruikt, niet betaald te krijgen en als een ding te worden afgeschreven. Bij de mensen in Nederland is dat altijd weggehouden. Het gaat consequenties hebben. Desnoods moet Nederland maar op de markt worden gebracht.’
Aanvankelijk zou Zunder promoveren aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij in 1977 ook afstudeerde. Maar een commissie die zijn onderzoek beoordeelde, vond dat het niet voldeed aan de wetenschappelijke eisen. Te weinig en onduidelijke bronnen. Belangrijke literatuur negerend. En te sterk uitgaand van het vooropgezette plan dat Nederland zou moeten gaan betalen.
Zunder doet die kritiek af als eurocentrisme, de blik van traditionele blanke wetenschappers die een andere, zwarte kijk op de geschiedenis weigeren te accepteren. Het is een klassieke tegenstelling in het debat over het slavernijverleden.
‘De politiek in Nederland is, gezien de excuses, verder dan de wetenschap’, zegt Zunder. Hij zal volgend jaar promoveren aan de Anton de Kom Universiteit in Paramaribo, met copromotoren aan universiteiten in Rio de Janeiro en Johannesburg.
Los van de vraag of de Nederlandse wetenschap het onderzoek van Zunder serieus neemt, staat het idee van herstelbetalingen. Nu leeft dat in Suriname op het eerste oog nauwelijks, maar een bovenlaag van Afro-Surinamers denkt daar wel over na, geïnspireerd door lopende claims in de VS. En Zunder heeft invloed. Hij is lid van het wetenschappelijk bureau van de Surinaamse regeringspartij NPS en voelt zich gesterkt door president Ronald Venetiaan die Balkenende onlangs publiekelijk terecht wees. Toen de Nederlandse premier in Suriname op een persconferentie de vraag werd gesteld of hij vreesde voor claims van herstelbetalingen, verwees Balkenende naar de 1,6 miljard euro die Suriname is toegezegd bij de onafhankelijkheid in 1975. President Venetiaan verbeterde hem direct: de ontwikkelingsgelden die Nederland in 1975 beschikbaar stelde, hadden helemaal niets met de geschiedenis van de slavernij te maken. Dat thema is destijds niet aan bod gekomen. Venetiaan was er begin jaren zeventig zelf bij.
‘Nederland heeft in eigen land inmiddels het een en ander gedaan’, zegt Zunder. ‘Er is een slavernijmonument gekomen en een nationaal onderzoeksinstituut. Maar in Suriname, waar de slavernij toch heeft plaats gevonden, heeft Nederland het thema altijd laten rusten.’
Het gaat niet om het geld, herhaalt hij steeds. Het gaat om het herschrijven van de geschiedenis, door andere, Surinaamse ogen. ‘Er moet onderzoek komen. Goed onderwijs. En een mausoleum op de plek waar veel zwarte mensen zijn opgehangen. Die moet 24 uur per dag bewaakt worden door een speciale garde.’ Om daarna toch weer op de herstelbetalingen terug te komen.
Er kleven levensgrote en misschien wel onneembare haken en ogen aan het idee van miljardenbetalingen. De voornaamste: kun je de huidige generatie aansprakelijk stellen voor iets wat een klein deel van hun verre voorouders heeft gedaan? ‘De Nederlanders leven nu in een welvaart die haast ongekend is’, antwoordt Zunder. ‘Die welvaart komt niet uit de lucht vallen.’
Suriname heeft daaraan volgens Zunder een grote bijdrage geleverd, iets wat de Nederlandse slavernijdeskundige Piet Emmer sterk betwist. Emmer kent het onderzoek van Zunder niet, maar vindt de genoemde bedragen ‘absurd’. ‘Als Suriname zo’n geweldige bijdrage zou hebben gehad aan de Nederlandse welvaart zou Nederland rijker moeten zijn dan omringende landen die geen koloniën en slavernij hebben gekend. Dat is niet het geval. Het ging indertijd vooral om koffie en suiker. De opbrengsten waren relatief gering.’
Een andere Nederlandse historicus, Alex van Stipriaan, noemt de discussie over herstelbetalingen heilloos. Het leed dat in het verleden is geleden is niet in geld uit te drukken, vindt hij. ‘Maar Nederland moet wel zijn best doen om in het reine te komen met de erfenis van de slavernij. Het gaat om erkenning en genoegdoening. Concreet: om educatie, om herdenken, het bestrijden van racisme en het erkennen dat grote groepen nog last hebben van de geschiedenis . Daar moeten we samen iets aan doen. En daar hangt wel een prijskaartje aan.’
Een ander probleem: aan wie moeten de herstelbetalingen eigenlijk ten goede komen? Ook aan de Surinamers in Nederland, die nu profiteren van de welvaart? En hoe zit het met het gros van de Surinamers dat gemengd bloed heeft, vaak voor een deel ook van de slavenhouders afstamt? Zunder: ‘Het is niet aan mij om te beslissen wie in aanmerking komt.’ Volgens hem moeten Surinaamse belangenorganisaties de handen ineen slaan en een claim voorbereiden. Zelf is hij al bezig met de verschillende Afro-groepen te bundelen. De ngo’s kunnen vervolgens de criteria vaststellen waaraan mensen moeten voldoen om een beroep te kunnen doen op het fonds waarin Nederland het geld moet storten. ‘Iedereen moet zelf bepalen of hij een beroep zál doen. Iemand die bij wijze van spreken voor de helft van slaven afstamt en voor de andere helft van slavenhouders, zou ik het zeker aanraden. Die ene helft heeft toch geleden. En wat betreft Surinamers in Nederland: die hebben het over het algemeen helemaal niet makkelijk daar.’
En waarom moet de Nederlandse staat betalen? Het zijn toch vooral particuliere handelaren en plantage-eigenaren die hebben geprofiteerd van de slavernij? ‘Die zullen ook aan bod komen’, zegt Zunder. ‘Maar veel bedrijven van toen bestaan niet meer. Daarom willen we de Nederlandse staat aansprakelijk stellen. Die heeft geprofiteerd via de WIC en de wetten gemaakt om Suriname leeg te halen en slavernij te rechtvaardigen.’
Tot slot, kunnen de Ashanti, de volksstam in Ghana die slaven als koopwaar hebben verkocht, ook een claim tegemoet zien? ‘Die zullen zeker ook spijt moeten betuigen. Maar als het gaat om herstelbetalingen begin je waar de speklagen zitten.’
De bedragen die uit zijn proefschrift rollen, kunnen het startpunt zijn voor onderhandelingen, erkent hij. ‘Via internationale fora moeten we druk uitoefenen. Nederland zal dan moeten praten.’ Eigenlijk is dat in 2001 in Durban al begonnen, toen Van Boxtel excuses aanbood. Een Surinaamse afgevaardigde eiste direct herstelbetalingen.
Juridisch gezien een lastige claim want de feitelijke situatie is zo dat niet-slachtoffers (de huidige Surinamers) compensatie willen van niet-daders (de huidige Nederlanders). Van eventuele herstelbetalingen kan daarom geen sprake zijn. Bovendien verdwijnt dat geld in de diepe zakken van de corrupte Surinaamse regering.
[ Bericht 0% gewijzigd door Ziggenmufter op 25-06-2008 07:28:47 ]