FOK!forum / Wetenschap, Filosofie, Levensbeschouwing / Noot uit het archief...
Ryan3maandag 11 maart 2002 @ 17:55
Ik kwam deze text tegen in het archief... Interessante "filosofische" text...?

19 Duitsland bestond toen nog niet. De Duitsers zouden geobsedeerd raken door het ontbreken op eigen bodem van een eenheidsstaat. Hoewel de 19de eeuw een periode was van betrekkelijke stabiliteit (d.w.z. na 1815 nauwelijks Europese oorlogen) zou, min of meer als reactie op roerige revolutionaire tijden, de romantiek opbloeien, waarin het gevoel boven het verstand werd geplaatst en men, vooral in Duitsland en Oostenrijk-Hongarije, nationalistisch ging navelstaren. Het nationalisme zou tot een geweldige etterbuil uitgroeien, die in 1914 en later nogmaals zou openbarsten. Duitsland was ook het land van filosofen als Kant, Hegel, Marx, Nietzsche, Schopenhauer. In Die Kritik der reine Vernuft stelt Kant het Cartiaans dualisme nogmaals aan de orde en diept dit uit. Er bestaat een wereld der verschijnselen en een wereld van het Ding an sich; dit laatste is een metafysische (d.i. een onstoffelijke, bovennatuurlijke) wereld; hierover is geen harde empirische kennis mogelijk. In de wereld van het Ding an sich bevindt zich het Ik, het bewustzijn; zonder dit scheppende, vrije Ik (slechts beperkt door bepaalde door Kant geformuleerde a-prioristische, categorale, morele gegevenheden) zou de wereld der verschijnselen geen betekenis hebben.(NB.: Wereld der verschijnselen is wereld van het objectieve, Dingen an sich zijn subjectief. Kant zegt dat het objectieve naar het subjectieve komt om gekend te worden m.a.w. niet de kennis richt zich naar de dingen, maar de dingen richten zich naar de kennis. Kant ontwerpt ten behoeve hiervan een zg. transcendentale filosofie waarin afstand wordt genomen van het empirisme en die berust op de zuivere rede, waarin a-prioristische synthetische kennis de kern vormt. Kant zelf valt derhalve eveneens onder het Idealisme). Na Kant ontstaan twee filosofische hoofdstromingen. Ten eerste het strikt wetenschappelijk beïnvloede (materialistische) kritisch rationalisme uitmondend in, naar mijn mening, de voornaamste synthese in het werk van Karl Popper. Ten tweede het (Duits) Idealisme: Hegel, Marx, Nietzsche, Schopenhauer zijn hiervan de sprekendste voorbeelden. Hooggestemde verwachtingen aangaande ons bewustzijn en maakbaarheid van de samenleving (of juist niet) waren hiervan het gevolg. In de jaren zestig van de 20ste eeuw beleefde dit Duitse Idealisme hoogtijdagen. Dr. Sigmund Freud c.s., zenuwarts te Wenen, bewees echter dat het bewustzijn onverdacht irrationele, onvrije & duistere uithoeken kende. Je zou kunnen zeggen dat kennistheoretische criteria nodig zijn om effectief met elkaar te kunnen communiceren: Popper (hoewel volgens hem de psychoanalyse van Freud geenszins wetenschappelijke kennis vertegenwoordigt) definieert deze criteria (de falsificatietest: waarbij om een stelling te aanvaarden je niet zoekt naar dingen en verschijnselen die de boel bevestigen, maar juist ontkennen; stellingen die niet te falsifiëren zijn (zoals o.m. bij het Marxisme en de psychoanalyse het geval is) zijn dus niet waar, vertegenwoordigen schijnkennis) en houdt op grond hiervan een pleidooi voor de open samenleving. In de open samenleving bestaan geen absolute aanspraken op waarheid. Waarheid is historisch bepaald d.w.z. tijd en geografie gebonden: relatief dus. Als mens kun je voor de keuze geplaatst worden tussen twee elkaar uitsluitende mogelijkheden die even aantrekkelijk zijn. Een machine houdt er dan mee op, zullen we maar zeggen. Hieruit volgt het gezaghebbende cultureel-relativisme dat vooral na WOII (tijdens de dekolonisatieperiode) in belangrijke mate aan invloed wint, maar waarop in de huidige context steeds vaker punten van kritiek worden geformuleerd. Belangrijkste kritiek: een liberale samenleving staat alle maatschappelijke stromingen en uitingen toe, ook stromingen en uitingen die zich tot doel hebben gesteld om de liberale samenleving de nek om te draaien, dit ter meerdere eer en glorie van een Ideaal of een bepaalde religieuze en/of staatkundige opvatting. Je zou kunnen zeggen dat bij mensen een hardnekkige, onuitroeibare, ongeneeslijke neiging bestaat om steeds weer in alomvattende, absolute, vaak metafysische, principes of maatschappelijke stelsels te geloven en hiernaar vaker wel dan niet hun wereld niets- en niemandsontziend in te richten. Dit hangt ongetwijfeld samen met het in de inleiding aangehaalde bewustzijn van de mens dat in het zijnde wordt geschopt (what ever the hell that means), hetgeen klaarblijkelijk een existentiële schok van immense magnitude teweegbrengt. De 18de eeuwse Franse filosoof & natuurkundige Blaise Pascal schreef: de mens is een trillend riet. Ook van hem zijn volgens mij de woorden: alle ellende in de wereld ontstaat, omdat de mens niet gewoon lekker thuis blijft zitten! Sir Karl Popper is niet de eindstreep in het westerse denken over wetenschap en kennis. Kritiek komt uit de hoek van de Amerikaanse wetenschapsfilosoof Thomas Kuhn. Volgens Popper ontwikkelt kennis zich langzaam, maar gestaag, laagje op laagje, tot het gigantische lichaam dat het thans is, weliswaar zwevend als een stukje zeep in een volle badkuip, omdat absolute zekerheden niet bestaan, maar toch in al haar beperktheid en tijdelijkheid ons voorziend van steeds adequater wordende proposities en gereedschappen om de werkelijkheid te verklaren, voorspellen en derhalve te manipuleren. Derhalve een cumulatief, progressief beeld van de wetenschap. Kuhn ziet die vooruitgang niet zozeer. De werkelijkheid blijft steeds dezelfde werkelijkheid, alleen kijken we daarnaar steeds met verschillende ogen; dit gebeurt tijdens perioden waarin wetenschap in een stroomversnelling komt door toedoen bijv. van een nieuw wetenschappelijk principe of een gedurfde these waarmee problemen die voordien op de plank bleven staan en tot een crisis aanleiding gaven nu plotseling kunnen worden opgeruimd. Nieuwe wetenschappenlijke principes worden dus niet eenvoudig op de oude gestapeld en vervolgens wordt overgegaan tot de orde van de dag. Neen, een wetenschappelijke revolutie vernieuwt het hele framework van alle tot dusverre verzamelde kennis (binnen en vaak ook buiten een bepaalde discipline). Indien geaccepteerd door de wetenschappelijke nomenclatuur in zijn geheel spreekt Kuhn over een verschuiving van paradigma (waarbij paradigma staat voor het algemeen aanvaarde wetenschappelijke denkraam). Voor 1860 was de schepping van god eigenlijk het algemeen aanvaarde denkraam. Toen On the origin of species van Charles Darwin verscheen werd een nieuwe these geïntroduceerd die gaandeweg in staat bleek problemen die het heersende paradigma veroorzaakte bij ieder weldenkend mens en vooral bij wetenschappers op te lossen. Het ridicule is dat de kerk niet zozeer in verzet kwam tegen het feit dat de mens van apen afstamde (wat sowieso te idioot voor woorden was voor de doorluchtige eminenties), maar tegen de propositie van survival of the fittest d.w.z. strijd, omdat dit indruiste tegen de door het christendom gepropageerde harmonie en de natuurlijke orde der dingen (waarin de kerk zelf uiteraard, al sinds Augustinus De Civitate Dei , het stralende middelpunt was). Na Darwin ontstaan onder invloed van het nieuwe paradigma allerlei vormen van zg. sociaaldarwinisme. Biologie toegepast op sociologie en politiek, wat nooit de bedoeling van Darwin was, en dat m.i. menigmaal leidde tot kwade uitwassen. Dat dit kan gebeuren hangt volgens Kuhn samen met het feit dat wetenschap zichzelf niet altijd houdt aan de strikte inductivistische methodologie die Popper ons voor houdt (wat overigens niet per se door Popper in zijn beschrijving van de wetenschap wordt tegengesproken). Volledig inductivisme is niet mogelijk en in veel gevallen niet wenselijk zelfs. Als een arts volgens inductieve methoden een diagnose moet stellen, is de patiënt reeds overleden voordat men goed en wel weet wat hij/zij heeft. De arts gaat dus te rade bij zijn referentiekader dat gevormd wordt door opleiding, ervaring, intuïtie, collegae & vakliteratuur (als je geluk hebt): de arts doet dus om snel resultaten te boeken aan intellectueel giswerk: aan deductie dus. Zo gaat het er in de wetenschap eveneens aan toe. Dat het bestaan van een bepaald paradigma het maken van weloverwogen keuzes in de weg staat en wetenschap in ongunstig geval duistere kanten kent, precies zoals dat daadwerkelijk ook in de allerdaagse praktijk aan de orde is, wordt nu duidelijk. Een voorbeeld: voor wat betreft het beïnvloeden van ongewenst (zg. pathologisch) gedrag van individuen vertrouwt men de laatste pakweg 30 jaar steeds meer op medicijnen (met als hedendaags toefje het probate, aloude, weer in ere herstelde middel van de elektroshock): m.a.w. het paradigma luidt: Freud is uit de mode, chemie en het stopcontact zijn in! Kinderen die erg druk zijn, zich moeilijk kunnen concentreren en erbarmelijke schoolprestaties neerzetten lijden tegenwoordig aan ADHD (voorheen MBD, weer eerder: gewoon een lastig kind dat vaker wel dan niet naar verloop van tijd op beide pootjes terecht komt), staccato schrijven artsen thans het middel Ritilin voor. Hoewel dit middel wat werkzaamheid betreft al lang gefalsifieerd is. Popper zegt: als dit vast staat, wordt het dus niet meer gebruikt. Kuhn voorspelt: het wordt nog wel gebruikt, want het huidige paradigma schrijft het gebruik (nog) voor. Toch wint het verzet tegen dit middel steeds meer aan kracht, getuige een recente onderzoek. Wat blijkt is nl. dat het middel een zwaar drogerende uitwerking heeft op kinderen en kinderen zijn zich daarvan welbewust aangezien er onder de jeugd gehandeld wordt in Ritilin. Andere kinderen worden depressief en soms suïcidaal van het middel. Wat ook blijkt is dat artsen het middel vaker voorschrijven bij kinderen van ouders die tot de hogere en middenklassen behoren (vooral bij kroost van randstedelijke yuppen) dan tot de lagere klassen. Immers schoolprestaties zijn in deze sociale strata van zeer groot psychologisch belang en deze ouders willen uiteraard niet erkennen dat hun kroost niet slim zou zijn (stel je voor zeg), hetgeen immers weer zou indruisen tegen het aan populariteit winnende idee dat een mens vooral bepaald wordt door zijn genenpool (en goede genen betekent veel geld verdienen, wat bijna al weer teruggrijpt op atavistische ideeën omtrent het door god uitverkoren zijn) en minder, zoals men in de jaren zeventig dacht (professor Buikhuizen, die iets dergelijks toen al beweerde, werd er publiekelijk voor aan het kruis genageld), door opvoeding. Slechte schoolprestaties worden dan over de boeg gegooid van een ziekte en die kun je dus bestrijden met een pilletje. Artsen, behorend tot dezelfde sociale stratus, zijn maar al te zeer bereid en genegen om deze ouders ter wille te zijn. Wat volgt hier dus uit? Het geeft diepte aan de stelling die ik in de inleiding naar voren breng: mensen zijn nauwelijks rationele wezens! Socrates blijft in de mode! Maar weinig wetenschappers zijn veroorzakers van een paradigmashift; de meesten houden zich tijdens hun werkzame leven bezig met het opruimen van de loose ends nadat het paradigma verschoven is, werkbijen zijn het: géén hogepriesters, totdat ook zij of hun navolgers weer op hardnekkige problemen stuiten die niet zijn op te lossen met eventueel door hen geïntroduceerde oplaptheorieën, waarna de volgende wetenschappelijke revolutie op de rol staat. Hiervoor benodigd zijn zeer slimme, non-conformistische individuen (die tegenwoordig in hun jeugd wellicht een pilletje voorgeschreven krijgen mits ze uiteraard behoren tot het lammenadige zelfgenoegzame yuppenvolk).

20 Dit is supplyside-economics van Reagan en Thatcher avant-la-lettre. Geeft aan dat nog immer actueel debat al vrij snel in de geïndustrialiseerde wereld gevoerd werd. Wat is de rol van overheden in de economie? En dan met name tijdens perioden van recessie. Simpel gezegd zijn twee antwoorden hierop mogelijk. Sociaal-democraten geloven (of geloofden) in navolging van econoom Keynes dat overheden de vraag moeten stimuleren. Een regering leent geld en investeert dit in bijv. infrastructurele projecten, waardoor het balletje in de economie gaat rollen. Eerder genoemde president FDR werd in 1932, tijdens de crisisjaren na de beurskrach van 1929, op een dergelijk programma verkozen, voorbeelden: de Tenessee Valley Authority, de Hooverdam en New Deal, waarmee ook de door Clinton onlangs afgeschafte (federale) bijstand werd geïntroduceerd. VS raakten echter pas uit het slop toen in 1939 WOII uitbrak en zij leverden (cash and carry) aan UK. Supplyside-economen geloven in navolging van econoom Friedman dat je de aanbodszijde van de economie moet stimuleren. Dit houdt in: lastenverlichting voor het bedrijfsleven, gunstig fiscaal klimaat creëren voor investeringen door particulieren, particulier bezit stimuleren, bezuinigingen in de collectieve sector, deregulatie en privatisering. Dit laatste medicijn is door bovengenoemde conservatieve politici gehanteerd tijdens de nasleep van de oliecrises in de jaren 70; toen de na WOII in het Westen opgebouwde welvaartsstaat aan het wankelen werd gebracht door de te hoge collectieve lasten. (Bezuinigen, bezuinigen, bezuinigen zo luidde het parool onder president Reagan. Vooral op voedselbonnen voor de poor and downtrodden blijkbaar, want Reagan liet een staatsschuld na van ca. 500 miljard dollar, voornamelijk gespendeerd op gebied van defensie. Sovjet Unie onder Gorbatsjow kon geen gelijke tred meer houden in wapenwedloop, zo zeggen apologeten van Reagan: betekende einde van Koude Oorlog en exit vermolmde Sovjet Unie.) Het platlandse Poldermodel is een speciale hybride Hollandse variant van supplyside-economics in het milde, de kool de geit besparende klimaat van consensus tussen overheid, werkgevers en werknemers; gericht op hervorming van de sociale zekerheid (zonder overigens heethangijzer WAO aan te pakken), loonmatiging, lastenverlichting voor burger en bedrijf en privatisering (over deregulatie zeg ik maar niets; dat schijnt nogal tegen te vallen). Vraag: waar komt nu huidige, langdurige hoogconjunctuur in het Westen vandaan? In VS bijv. al 7 jaar achtereen groeicijfers van om en nabij 4%. Hierover wordt door verschillende mensen verschillend gedacht. Sommigen menen dat je kunt spreken over een Nieuwe Economie (met hoofdletters). Hoe dan ook in de VS reageert de economie niet zoals gebruikelijk op langdurige groei d.w.z. ondanks (eigenlijk alleen nog maar frictie-) werkeloosheid van 4% geen opwaartse loon-prijsspiraal, geen oververhitting van de economie, derhalve geen substantiële renteverhoging, investeren blijft goedkoop en dus verdere groei. Dit kan alleen als de arbeidsproductiviteit gelijke tred houdt met de groei. Iets anders (en misschien is dit de kern van die Nieuwe Economie) is dat door betere afstemming van aanbod op vraag productievoorraden etc. kleiner worden en dus minder kapitaal vast zit c.q. niets doet in de economie. Hierbij komt wellicht de digitale technologie om de hoek kijken. Eén punt van kritiek: omdat de vraag flexibel en in zekere zin onvoorspelbaar is, moet in de Nieuwe Economie ook de aanbodszijde welhaast van elastiek zijn. Voorraden zijn echter niet alleen maar onrendabel en thats it: zij vangen tevens fluctuaties op in de vraag: fungeren als buffer. Geringe schommeling in de vraag kan in de Nieuwe Economie de up-timeverhoging van productiemiddelen + productiviteitsverhoging door bijv. technologische innovaties & organisatorische herstructurering berekend over een langere periode, in een oogwenk tenietdoen: reden waarom megaovernames tegenwoordig aan de orde van de dag zijn. Bovendien in tijden van recessie klapt het zaakje veel sneller in mekaar. (Het is m.a.w. niet verstandig om nu nog hypothecaire verplichtingen aan te gaan: gewoon huren is veel beter. Als de zeepbel van de onroerendgoedmarkt in ons tulpenbollenland klapt dan wil je er niet bij zijn; overheid gaat dan morrelen aan aftrekbaarheid van rente.)

Ryan3dinsdag 12 maart 2002 @ 11:42
24 En, zoals de in de inleiding aangehaalde Francis Fukuyama beweert, in steeds meer landen, inclusief de voormalige communistische landen m.u.v. China en Cuba. Omdat de liberale democratie in staat is gebleken c.q. een methode biedt, althans volgens hem, om alle maatschappelijke tegenstrijdigheden en problemen op te lossen, spreekt hij over het einde van de geschiedenis. Derhalve Hegeliaan pur sang. Je kunt hem rechts, d.w.z. pro-establishment, noemen, o.m. omdat hij blijkbaar geen oog heeft voor de miserabele maatschappelijke toestand waarin bijv. de meeste Afro-Amerikanen zich bevinden in eigen land. De liberale democratie in de VS heeft voor hen geen oplossingen in petto. Meer dan 1 op de 3 jonge Afro-Amerikanen zit momenteel vast in de gevangenis. Het gevangeniswezen in de VS is, bijgestaan door de voor ons curieuze machinaties van het recht (zoals pleabargening en recenter Clintons 3 keer wijd is uit), een industrieelcomplex geworden dat erop gericht lijkt te zijn om leden van bepaalde minderheden zo snel en doelmatig als mogelijk is uit de samenleving, gedomineerd door normen- en waardepatronen van WASPs (White, Anglo-Saxon, Protestants), te verwijderen. D.w.z. langdurig dan wel permanent (in fysieke betekenis). Zodoende is er uit het linkse kamp nogal wat kritiek gerezen op het triomfalisme van Fukuyama (ooit lid van de Reagan-denktank) toen in 1992 zijn boek The End of History and the Last Man verscheen.

13 De Fransen noemen dit het: l'ancienne regime, het oude regime. Debat over de Franse revolutie, hoewel na het vallen van de Berlijnse muur enigszins geluwd, duurt nog altijd voort. De diepe divisie tussen links en rechts in Frankrijk valt samen met de scheidingslijn tussen pro en contra de revolutie. Dit heeft voor een deel te maken met het feit dat Karl Marx de burgerlijke revolutie beziet in de context van een emancipatoir proces dat onafwendbaar leidt tot de proletarische revolutie. Dit weer, gekoppeld aan de opvattingen van Marx in zijn latere jaren; uitgewerkt door Lenin en Stalin c.s. (nl. min of meer: het doel heiligt de middelen, wat betreft het naderbij brengen van het arbeidersparadijs), heeft ertoe geleid dat allerlei bevlogen idealistisch ingestelde intellectuelen (van middenklasse huize) nooit hun hand hebben omgedraaid voor een bloedbad meer of minder. Dit ter meerdere eer en glorie van het maatschappelijke ideaal, dat spreekt Oog voor het immense leed dat door verschillende revoluties veroorzaakt is (denk hierbij bijv. maar eens aan revoluties in China en Cambodja, die beide afstammelingen zijn van de Franse revolutie), heeft men nimmer gehad. Overigens hebben wij hier in Nederland een politieke partij gehad, die haar specifieke bestaansrecht (afgezien van dat ze tevens wilden opkomen voor de belangen van de protestante Kleine Luyden) ontleende aan haar standpunt ten opzichte van de Franse revolutie: nl. de ARP: de antirevolutionaire partij. En, ofschoon ik geenszins rechts ben, moet ik vaststellen dat spraakmakend links-Nederland vanaf de jaren zeventig (tot aan ruwweg 1989) onevenredig veel lippendienst heeft bewezen aan wat gerust gezien mag worden als wrede, onmenselijke ideologieën en dito regimes. Dit ter meerdere eer en glorie van het Ideaal, dat weer wel uiteraard (In Cambodja werd tussen 1975 en 78 Rousseaus terug naar de natuur letterlijk uitgevoerd: d.w.z. iedereen met enige educatie werd uitgemoord en de overgebleven populatie moest leven in primitieve kampementen op het platteland. Leider van les Khmers rouges was Pol Pot, die tijdens zijn studie in Frankrijk diepgaand beïnvloed werd door de Franse revolutie. Pol Pot noemde transformatie van zijn land, eigenlijk heel toepasselijk: l'année zéro: het jaar nul. Bij ons beter bekend als the killing fields.)

Uncle_Samdinsdag 12 maart 2002 @ 13:33
Kan je geen alinea's gebruiken? Dit leest dus echt niet makkelijk weg.
GHavendinsdag 12 maart 2002 @ 13:36
quote:
Op dinsdag 12 maart 2002 13:33 schreef Uncle_Sam het volgende:
Kan je geen alinea's gebruiken?
Ja, als je het mij vraagt kan hij wel wat alinea's gebruiken.
janhudinsdag 12 maart 2002 @ 16:35
of een uittreksel ofzo?
janhudinsdag 12 maart 2002 @ 16:36
of een uittreksel ofzo?
Koekepandinsdag 12 maart 2002 @ 16:40
Dit brengt veel stromingen in een historisch perspectief... geweldig om te lezen! (Pascal was overigens een 17e-eeuwer, maar dat doet niets af aan de rest.)
Koekepandinsdag 12 maart 2002 @ 16:44
Mag ik trouwens weten in het kader waarvan deze tekst is? En wil je de rest ook plaatsen? Ik ben razend benieuwd.
Ryan3dinsdag 12 maart 2002 @ 19:01
Aanleiding om dit opstel te schrijven bestond eigenlijk niet. Ik heb af en toe de neiging iets groters te schrijven. Soort hobby. Dit is van ergens begin 2000. Overigens is de text van het opstel maar zo, zo: de noten vind ik aardiger (overigens ook de reden waarom er geen alinea's in zitten)... Ik kan dus eventueel wel nog een paar noten posten. Begin 1989 heb ik nog wat groters gemaakt trouwens, dat ligt te vergelen in een kast... En m'n gemankeerde roman zit nog in m'n "486"... M'n roeping als schrijver heb ik gemist, hoewel wat niet is kan nog komen, en wie schrijft die blijft en I don't like to blow my own trumpet...