Deano’s £60.000.000 goalPubquizen, een typisch Engels fenomeen. In een rokerige pub beantwoorden zweterige mannen met een enorme bierpens allerlei vragen. Het populairste is de voetbalquiz, want elke man denkt het meeste over voetbal te weten. Nadeel is dat je vaak dezelfde vragen tegenkomt als je regelmatig meedoet. Clichévragen als “Welke Noord-Ierse club bood George Best geen contract aan omdat hij te iel was?”, “Wat is de enige club die als amateurs de FA Cup won?” en “Wat was de naam van de grensrechter in de WK finale van 1966?” zijn enorm uitgemolken, maar er is er eentje die meer cliché is dan alle andere bij elkaar en dat is “Wat is de grootste Engelse stad die nooit voetbal op het hoogste niveau zag?”. Als je deze vraag stelt in Engeland zal iedereen tot eergisteren in koor “Hull” roepen. Overal hoor je deze vraag in Engeland en de mensen in Hull gruwde ervan. Tot zaterdag 24 mei dus.
Als je Dean Windass ziet lopen denk je meteen dat het een zeer ervaren deelnemer is aan pubquizen. Windass ziet er pafferig uit, is grijzend en vol getekend met tattoo’s. Pijpfitter, vuilnisman of rauwe bouwvakker, dat zijn beroepen waarvan je denkt dat Windass ze uitvoert. En als je hem al met een sport associeert, dan is het hooguit met boksen. En dan alleen nog als een uitgerangeerde bokser zoals Robert De Niro in Ragging Bull. Wie aan een niet-voetbalkenner zou vertellen dat deze man profvoetballer is en zijn club met één enkel doelpuntje 40 miljoen heeft opgeleverd en dat deze man volgend jaar in de sterkste competitie ter wereld gaat spelen zou voor gek worden verklaard. Voor Windass zelf is dat allemaal maar bijzaak. Hij heeft ervoor gezorgd dat zijn club en zijn stad nooit meer worden genoemd in de stomme pubquizen. Dean Windass, voor altijd een held in Hull.
Hull is een stad waar je nog niet dood gevonden wilt worden. De veerboten vanuit Rotterdam komen er aan, maar bijna iedereen vlucht bij aankomst meteen de stad uit. Pittoreske steden als York of een shopstad als Leeds staan dan op het programma, maar Hull zelf is geen trekpleister. Ze hebben een groot aquarium en zijn uniek in Engeland doordat ze als enige geen rode telefooncellen hebben, maar crèmekleurige. Daarop zijn de inwoners van Hull trouwens erg trots, dus beledig die telefooncellen nooit als je met iemand uit Hull spreekt! Maar als je het daarvan moet hebben is het wel duidelijk: Hull heeft absoluut niets te bieden aan toeristen. Qua sport is rugby de nummer één in Hull. Daarin zijn de mensen uit Hull vrij goed, met twee topclubs. Voetbal is het ondergeschoven kindje; mede doordat de stad altijd belachelijk werd gemaakt door de voetbalclub die zich nooit eens positief profileerde. Mensen in Hull hadden daardoor zelfs een hekel aan de club en het was absoluut niet salonfähig om te zeggen dat je Hull City fan bent.
Hull is dus de grootste stad in Engeland waar nooit “topflight football” werd gespeeld. Is Hull dan zo’n gigantische stad? Niet echt, met iets meer dan 250.000 inwoners is het een middelgrote stad in Engeland. De stad is al jaren in verval en veel mensen trekken er weg. Zoveel zelfs dat volgens de laatste tellingen Plymouth en Milton Keynes wel eens groter kunnen worden over een aantal jaar. Hull had dus niet eens hoeven te promoveren om van die hatelijk titel “grootste stad zonder ooit een club op het hoogste niveau te hebben gehad” af te komen want via een natuurlijk proces waren ze ook al van die titel afgeraakt. Toch vinden de mensen uit Hull dit stiekem wel een mooiere manier. Nu zal ook niemand het in zijn hoofd halen om “Dat is natuurlijk Hull” te zeggen, omdat Hull City in de Premier League gaat spelen. Hull City op het allerhoogste niveau, dat had niemand een aantal jaar durven te voorspelen. Samen met Stoke zullen ze er ongetwijfeld keihard uitvliegen volgend jaar, maar dit avontuur en die gigantisch bom geld kan niemand ze meer afnemen. Er kwamen zelfs veel mensen af op de huldiging van Hull City. De club is niet langer besmet nu en Hull City en de stad lijken elkaar gevonden te hebben.
Ik dwaal zelf even af naar maart 2006. Destijds was ik op weg naar Grimsby om de wedstrijd Grimsby v Barnet bij te wonen (waar ik overigens de slechtste voetballer zag die ik ooit in Engeland heb gezien in de vorm van Anthony “ Nep-Gullit” Charles, maar dit terzijde). Grimsby ligt redelijk dicht bij Hull (aan de andere kant van de rivier de Humber), dus we konden wel even de brug oversteken. Ons doel in was Boothferry Park; het oude stadion van Hull. Dat stadion was nu zo’n drie jaar geleden verlaten door Hull om te gaan spelen in het hypermodern KC Stadium. Als ware nostalgist zegt dat nieuwe stadion me vrij weinig, maar Boothferry Park is echt een juweeltje als je van oude stadions houdt. In een verschrikkelijke pauperbuurt zagen we ineens de zes lichtmasten (ook al een pubquiz vraag; Welk Engels voetbalstadion had zes lichtmasten) van Boothferry Park opdoemen. Dit was echt genieten, want het stadion stond er nog (dat was vooraf wat twijfelachtig) en straalde een en al vergane glorie uit.
Met de broek op de enkels probeerden we binnen te raken, maar dat lukte niet. Ik maakte me al klaar om een deur in te trappen, maar dat was niet nodig. Gelukkig voor ons woonde de kitmanager van Hull City namelijk naast het stadion. Deze sympathieke zestiger was net op weg naar het KC Stadium om de spullen klaar te leggen voor de spelers, die op deze dag een belangrijk duel tegen degradatie moesten spelen. Maar toen hij ons hulpeloos zag staan en merkte dat we het stadion echt geweldig vonden mochten we even naar binnen. Daar zagen we vervallen tribunes en planten die uit betonnen terracing aan het groeien waren. Wat kunnen gesloten stadion toch mooi zijn, soms nog mooier dan stadions die nog in gebruik zijn. Onze fototoestellen maakten overuren. Bij het afscheid van de man kregen we alle vier het programmaboekje van de laatste wedstrijd op Boothferry Park, op 14 december 2002. Een zeer sympathieke geste van de man en ik heb het boekje ondertussen helemaal stuk gelezen. Voor de liefhebber, wat foto’s van Boothferry Park:
Boothferry ParkNu ik het boekje weer pak valt het me op dat het een wedstrijd was tussen Hull City en Darlington. Darlington is een vaste klant in de laagste divisie, dat betekende dus dat Hull in het seizoen 2002/2003 ook nog in de kelder speelde. Hull zou dat seizoen uiteindelijk als dertiende eindigen, ver achter kampioen Rushden & Diamonds, een club die komende seizoen (zes jaar later) vijf divisies onder Hull gaat uitkomen. Ook Wrexham, een andere club die volgend seizoen in de Conference uitkomt, promoveerde dat jaar, terwijl clubs als Kidderminister Harriers, Oxford United en York City (volgend seizoen allemaal uitkomende op het vijfde niveau) boven Hull City eindigde. In Nederland zal dat seizoen trouwens best bekend voorkomen, want Tom Egbers maakte over dit seizoen een documentaire met de naam “That Final Day”, waarin de degradatiestrijd tussen Exeter en Swansea centraal stond. Hull City was wel een van de belangrijke figuranten in de documentaire, want de Tigers moesten die laatste speelronde naar Wales om het op te nemen tegen Swansea City. De Zwaantjes waren die dag met 4-2 te sterk voor de Tijgers, waardoor Swansea in de League bleef. Hull City voldeed die dag dus weer uitstekend aan haar rolpatroon van de schlemielige bijfiguur. Overigens klaagde niemand daarover bij Hull, want dat was de rol die de club het beste paste. De fans hadden ook geen reden om te klagen, want enkele jaren eerder streed datzelfde Hull nog om die onderste plekken. De fans waren dus allang blij dat ze daarvan gevrijwaard waren gebleven dit jaar.
Het KC Stadium bracht Hull, ondanks zijn lelijke naam, veel voorspoed. Het eerste jaar promoveerde de club meteen. Een tweede plaats, achter het welbekende Doncaster, was voldoende. Opeens leek er een soort magie in Hull te zijn, want het seizoen erop werd de club weer tweede en zodoende mocht de club in 2005/2006 voor het eerst sinds vijftien jaar aantreden op het tweede niveau. Daar kregen de Tigers het erg lastig, want twee jaar geleden eindigde de mannen uit Hull als 18e en vorig jaar zelfs als 21e, de laatste veilige plek in de Championship. Die 21e plek was trouwens lange tijd onzeker en het degradatiespook stond wel heel opdringerig op de deur te bonzen bij het KC Stadium, maar door een rigoureuze ingreep werd dat spook met een rotgang weggejaagd. En de man die dat zowat eigenhandig deed was Dean Windass, cultheld met de hoofdletter C. Windass, kind van de stad en fan van Hull City, werd in januari 2007 gehuurd van Bradford City en met zijn 8 doelpunten en leiderschap zorgde hij ervoor dat de club dit jaar weer mocht uitkomen in de Championship met alle gevolgen van dien, maar daar straks meer over.
Windass, geboren en getogen in Hull, begon in 1986 bij zijn favoriete club. Hij bleef een paar jaar bij de club als leerlingprof, maar door zijn nogal opvliegende karakter mocht hij in 1988 de deur achter zich dichttrekken bij de club. De jaren erop bood Windass zich overal aan, maar geen club wilde de "moeilijke" speler hebben. Windass ging daarom maar weer de bouw in, terwijl hij ging voetballen voor North Ferriby United (een amateurclub). Daar bewees Windass wel een erg goede spits te zijn. Vanuit alle hoeken schoot en kopte Deano de ballen erin. Hij maakte zoveel indruk dat Hull hem vroeg terug te keren. Iets wat Windass natuurlijk graag deed. Bij Hull groeide hij uit tot een icoon en in 2000 werd Windass verkozen als nummer vier in de verkiezing van de beste speler van de eeuw en dat voor iemand die slechts vier jaar voor de club speelde in de twintigste eeuw. Windass vertrok in 1995 namelijk naar Aberdeen, erg tegen zijn zin overigens, maar de club had geld nodig. De zeven ton die Aberdeen betaalde was een gigantisch bedrag voor de Tigers. Windass verliet met pijn in zijn hart de club en stad en vertrok naar Schotland. De fans konden het ook niet geloven, want Deano was een van hen en de hoop op betere tijden. De bestuurders die achter deze verkoop zaten ontvingen regelmatig dreigementen en een bierdouche was geen uitzondering. Toch kon dit er niet voor zorgen dat Windass terugkwam.
Een keihard werkende spits kunnen ze in Aberdeen, de oliehoofdstad van Groot-Brittannië, natuurlijk wel waarderen. Windass sleurde als vanouds en scoorde ook regelmatig. Net zoals bij Hull City, werd Windass bij Aberdeen een echte “terrace hero”. Buiten het goede werk wat Windass verzette bij Aberdeen kwam ook zijn zwarte kant wel een boven. Deano was namelijk niet vies van een carrièrebedreigende tackle om zijn tegenstanders uit te schakelen. Het gekste maakte Windass het in de New Firm (Aberdeen v Dundee United) in 1997. Windass pakte in die wedstrijd maar liefst drie rode kaarten (over pubquizvragen gesproken). De eerste kreeg hij voor een smerige overtreding, daarna bedreigde hij de scheidsrechter (dat was kaart nummer twee) en ten slotte koelde Deano zijn woede op de cornervlag door deze te vernietigen (en dat was rode kaart nummer drie). Ik ben blij dat ik op dat moment geen kleedkamerdeur was op het moment dat Windass daar aankwam na zijn drie rode kaarten. Tot verdriet van de fans moest Windass, mede door deze actie, vertrekken aan het eind van het seizoen. Oxford United werd zijn nieuwe club en ook daar maakte Deano zich onsterfelijk door één op twee te lopen met zijn doelpunten. Oxford verzilverde dit meteen door Windass (die voor vier ton was gekocht) van de hand te doen voor meer dan één miljoen pond aan Bradford City.
Mede dankzij een geweldige Windass werd Bradford City tweede in de First Division (huidige Championship) en mocht de club voor het eerst in 77 jaar uitkomen op het hoogste niveau. Voor Windass was het ook voor het eerst dat hij op het hoogste niveau in Engeland uitkwam. De club maakte alleen de fout door veel te veel te investeren (noem de naam Benito Carboni nooit in Bradford, want de mensen lopen gillende weg) en ging daardoor bijna failliet. De club voelt nog steeds de naweeën hiervan en speelt momenteel in League Two. Windass vertrok ondertussen naar Middlesbrough, maar voor het eerst was Deano geen onbetwiste basisspeler bij de club waar hij speelde. Hij liet zich verhuren aan de beide clubs uit Sheffield, voordat hij in 2003 weer terugkeerde bij Bradford City. Daar werd, de ondertussen 34-jarige, Windass een echte clublegende. Hij scoorde regelmatig en was een echte aanjager voor de jonge ploeg, waar amper geld was om te investeren.
Op persoonlijk vlak was zijn periode bij Bradford een succes; Windass staat vandaag de dag op de eeuwige topscorerslijst van Bradford op plek drie. In 2005 werd Windass met zijn 36 jaar zelfs topscoorder van de Football League (dus van alle drie de divisies onder de Premier League). Toch kwam ook bij Bradford de kwade kant van Deano weer opzetten. Op de FIFA Fair Play Day greep hij een tegenstander keihard bij zijn ballen en vermorzelde ze. Het slachtoffer, die gek werd van de pijn, sloeg daarna Windass op zijn bek. Het gevolg was een flinke knokpartij op de dag waarop Fair Play aangemoedigd moest worden. Windass tekende ondertussen een contract tot 2009 bij Bradford met als doel topscoorder allertijden te worden van de club. Hij sloeg er zelfs een aanbieding van Premier League club Wigan Athletic voor af. Slechts voor één club wilde Windass zijn tweede liefde Bradford verlaten en dat was uiteraard Hull City. Toen die club radeloos aan kwam kloppen bij Bradford was de deal snel beklonken. Windass ging voor een half jaar “on loan” naar Hull City, om die club erin te houden. Bij Bradford baalden ze natuurlijk van het vertrek van de clubheld, maar de club had geld nodig en het zware salaris van Windass drukte nu niet meer op de begroting. Windass was dus voor het eerst sinds 1995 weer een echte "Tiger".
Zoals eerder geschreven had Hull veel sportieve problemen en met ervaren spelers als Ray Parlour (die erg tegen zou vallen) en Windass hoopte de club toch nog de degradatie te ontlopen. De strijd spitste zich op het laatst toe op twee clubs uit Yorkshire: Hull City en Leeds United. Mede dankzij de doelpunten van Windass was het kleine broertje het die erin bleef. De belangrijkste goal van Deano viel op de een-na-laatste speeldag in Cardiff. Windass maakte het enige doelpunt en de voorsprong op Leeds werd drie punten, met een veel beter doelsaldo van Hull. De club was gered door Windass, die daardoor zowat een heilige werd in Hull. Prompt werd Deano overgenomen en tekende een contract voor twee seizoenen tot en met 2009. Opvallend was dat hij het seizoen afsloot met zowel de topscoordertitel van Bradford (12 goals) en van Hull. Ook het huidige seizoen was hij, ondanks zijn overgewicht en gevorderde leeftijd, erg belangrijk voor de ploeg. Negentig minuten spelen zat er dan wel niet meer in, maar met zijn elf doelpunten was hij opnieuw erg belangrijk voor de club. Alleen zijn aanwezigheid al zorgde voor paniek bij de verdedigers van de tegenpartij.
Hull verbaasde dit seizoen echt iedereen. Bijna niemand had de Tigers in het linkerrijtje voorspeld, maar de club bleef goed meedoen bovenin. Uiteindelijk resulteerde dat in een derde plek. Het veel meer ervaren Watford was de tegenstander in de halve finale van de playoffs, maar moest het in de eerste wedstrijd op het eigen Vicarage Road al afleggen. Het werd 0-2 met doelpunten van Nicky Barmby (een speler die geboren is in Hull en langzaam ook een legende aan het worden is daar) en, uiteraard, Dean Windass. De return in Hull was een formaliteit en met een 4-1 overwinning werd het ticket naar Wembley geboekt. In de finale was de andere verrassing Bristol City de tegenstander. Beide clubs hadden een cultheld van formaat in de spits staan; waar Hull Windass heeft, staat bij Bristol City Lee Trundle in de punt van de aanval. Veel beter kun je het niet krijgen als je van typisch Britse spitsen houdt.
Maar liefst 87.000 mensen mochten live deze wedstrijd bijwonen en zagen misschien wel het meest legendarische moment tot nu toe op New Wembley. In de 38e minuut neemt staat Dean Windass vrij op de zestien en neemt een knappe voorzet vol op de slof en trapt in één keer alle frustratie van de inwoners van Hull van zich af. Adriano Basso is kansloos en Windass raakt in een delirium na zijn doelpunt. In de 71e minuut is de tank leeg van Windass en mag hij eraf. Voor de oude vos worden het dan nog enkele zenuwachtige minuten. Er wordt echter niet meer gescoord en het onmogelijk is gebeurd; Hull City mag volgend jaar in de Premier League uitkomen en de grootste cultheld die de club ooit gehad heeft is daar verantwoordelijk voor. Dit scenario had echt niemand voor mogelijk gehouden aan het begin van het seizoen en deze ontknoping op Wembley is bijna te mooi voor woorden. Deze goal zal Hull City £60.000.000 opleveren hebben experts uitgerekend. Windass heeft zichzelf dus allang terugverdiend. Zelf vond ik dat Windass meteen na de wedstrijd afscheid had moeten nemen van het voetbal, maar nu de emoties wat gezakt zijn is het wel een erg mooi vooruitzicht om Windass in de Premier League te zien. Voor de mensen in Hull is het dubbel feest, want nooit meer worden ze genoemd in de pubquizen als die ene vraag weer langskomt…
Goal van Deano op Wembley