quote:
De Planning
Oudejaarsnacht 1981 - “Het Groene Paradijs” Staatsliedenbuurt Amsterdam
Vier bloedgabbers komen traditiegetrouw altijd met oud en nieuw bijeen op een geheime plek. Deze plek is evenals het jaar ervoor in de Van Hallstraat, een etage boven bloemenzaak “Het Groene Paradijs”. Oudejaarsavond is voor hen een avond van terugblikken en om plannen te maken voor het nieuwe jaar.
Ze blikken o.a. terug naar mei 1981, toen ze werden gearresteerd nadat ze hun eigen pand hadden ontruimd van krakers. Hierbij gebruikten ze veel geweld en er volgde een flinke vechtpartij, ook met de politie die de krakers te hulp schoot. De vier bloedgabbers werden voor een dag of vijf de cel ingegooid en zouden later nog veroordeeld worden tot het betalen van een paar duizend gulden boete p.p. Als dit de wet is, dan zitten wij ook nergens meer mee, zeiden ze tegen elkaar die bewuste oudejaarsavond 1981.
Geïnspireerd door Nederlands eerste echte ontvoering, die van Maurits Caransa in 1977, hadden ze eind jaren 70 al eens plannen gemaakt om een jeugddroom te verwezenlijken. In één klap rijk worden door het plegen van een ontvoering om losgeld. Ze hadden zelfs al een naam voor de ontvoering “Operatie Rolls Royce”, toch belandden deze plannen toen in de ijskast, waar ze er in de eerste uren van 1982 tegelijktijdig met de flessen Dom Perignon worden uitgehaald.
Ze stoppen ƒ 100.000,= in een ontvoeringskas waaruit ze spullen kopen, die nodig zijn bij het plegen van een ontvoering, zoals portofoons, pruiken, fototoestel, handboeien en wapens. Ze maakten een lijst met daarop de rijkste Nederlanders;
1. Dr. Wisse Dekker (Philips)
2. Alfred Heineken (Heineken)
3. Albert Heijn (Ahold)
4. Dr. Anton Dreesman (V&D)
5. Drs. Piet van Doorne (DAF)
quote:
De uitvoering.
9 november 1983 ± 19.00 pm - “Het Pentagon” centrum Amsterdam
Het is woensdagavond even na zevenen op die negende november 1983, wanneer Freddy Heineken in gezelschap van twee dames zijn kantoor “Het Pentagon” op het Tweede Weteringplantsoen verlaat. Zoekend om zijn auto met chauffeur wordt hij overmeesterd door vier gewapende mannen. De twee dames die hem te hulp schieten, wordt traangas in het gezicht gespoten. “Mitkommen! Schnell” commanderen de ontvoerders. Heineken’s chauffeur schiet zijn baas te hulp, ook hij wordt overmeesterd. Bij beide heren wordt een helm opgezet en vervolgens worden ze hardhandig in een gereedstaande oranje bestelbus gesleurd, welke met de achterdeuren nog open wegrijdt.
De bus rijdt via de Weteringschans over de Amstel, richting het Prof. Tulpplein, waar ze even voorbij het Amstelhotel een fietstunneltje inrijden, normaal gesproken belemmeren twee paaltjes (Amsterdammertjes) de toegang tot het tunneltje, deze zijn echter van tevoren door de ontvoerders verwijderd. Een taxichauffeur die de ontvoering heeft zien gebeuren en hun tot in het tunneltje is gevolgd, besluit nadat één van de ontvoerders dreigend met een pistool in zijn richting loopt, snel achteruit te rijden en te keren, wel ziet hij nog dat de ontvoerders met hun slachtoffers over stappen in een andere auto en waarschuwt de politie. De ontvoerders rijden via een zorgvuldig uitgestippelde vluchtroute naar de schuilplaats op industriegebied “De Heining” in het Westelijk Havengebied te Amsterdam.
De hele ontvoering en de rit naar de loods heeft al met al nog geen 35 minuten geduurd.
quote:
De gijzeling
09 nov-30 nov 1983 - “De Heining” Westelijk Havengebied te Amsterdam
De heren Heineken en Doderer worden vastgehouden op een industrieterrein in het Westelijk Havengebied in Amsterdam. In dit afgelegen gebied bezitten de ontvoerders een timmerfabriek. Naast de fabriek staat een 42 meter lange “Romney” loods. Achter in deze loods, hebben de ontvoerders twee cellen gebouwd. In deze optimaal geïsoleerde cellen houden zij hun slachtoffers afzonderlijk van elkaar gevangen. De cellen zijn vernuftig weggewerkt achter een blinde muur en is alleen toegankelijk via een geheime deur. Heineken en Doderer zitten op middeleeuwse wijze vastgeketend aan de muur. De heren, door de ontvoerders in pyjama gehesen, liggen op een matras en hebben een chemisch toilet tot hun beschikking. Van de ontvoerders krijgen ze twee maal daags te eten. Ze moeten constant naar hetzelfde cassettebandje met Duitse muziek luisteren, op verzoek van de heer Heineken wordt het bandje vervangen door een radiozender. Pas na vier dagen, wanneer de ontvoerders de deuren van de cellen open zetten, ontdekken de heren Heineken en Doderer dat zij beide ontvoerd zijn. Per dag mogen zij slechts enkele minuten met elkaar spreken. Deze eenzame en zware opsluiting zou drie weken duren.
quote:
De afloop.
“De Ark” Noordwijk/”De Heining” Amsterdam
Twee uur na de ontvoering werd een brief door de ontvoerders bij een Haags politiebureau bezorgd. In die brief stond o.a. Wil men Heineken en Doderer in levende lijve terugzien, dan moesten in Villa “De Ark”in Noordwijk binnen 72 uur vijf postzakken transport klaar staan, waarin 35 miljoen in Nederlandse, Amerikaanse, Duitse en Franse valuta.
De ontvoerders stellen zich voor als “de Adelaar” en noemen hun tegenstanders “de Haas”. Wanneer “de Haas” bereid is om aan de eisen van “de Adelaar” te voldoen, dient men een advertentie in “De Telegraaf” onder de rubriek “Felicitaties” met de volgende tekst “Het weiland is groen voor de Haas” te plaatsen.
Hierop zullen de ontvoerders telefonisch reageren. Het recordlosgeld moet door een ongewapende politieman worden overhandigd. Na een mislukte route gaat het een tweede keer wel goed (zondagavond 27 november). De politieman moest in een oranje Renaultbus richting Breda rijden.
Onderweg kreeg hij opdracht (de opdrachten zaten in plastic bekertjes, welke de ontvoerders op bepaalde plaatsen in de grond hadden verstopt) van auto te wisselen. Er stond een Ford combi, met daarin een portofoon gereed.
Het losgeld werd overgeladen, via de portofoon werd de rechercheur richting Maarsbergen gedirigeerd. Hier moest hij vaart verminderen en stoppen bij een gat dat was ontstaan doordat de ontvoerders een rooster hadden verwijderd.
De postzakken met het losgeld moest hij hier in laten zakken, deze rolden vervolgens handig via het talud aan de onderkant van het viaduct naar de auto van de kidnappers. Die het vervolgens in een van tevoren ingegraven vaten verstopten in een bosperceel bij Zeist.
Een helikopter die de hele route had gevolgd raakt in een luchtzak en mist zo de overdracht. Aangekomen in Amsterdam, ontdekken de ontvoerders dat ze worden geschaduwd door de politie, zij zien zo geen kans zich aan hun belofte te houden om Heineken en Doderer twee uur na de overdracht vrij te laten.
De politie bleek hun al een tijdje, dankzij een anonieme tip die een week na de ontvoering binnenkwam, op het spoor. De ontvoerders houden crisisberaad en drie van de vijf besluiten te vluchten en er wordt eerst nog 15 miljoen uit de grond gehaald bij Zeist en evenredig verdeeld.
Op woensdag 30 november 1983 (precies drie weken na de ontvoering) besluit de politie een inval te doen in de timmerfabriek op het industriegebied “de Heining” in het westelijk havengebied in Amsterdam. Hier wordt eerst niets aangetroffen, pas na enkele minuten ontdekt de politie een blinde deur in de loods, die leidt naar het cellenblok waar Heineken en Doderer gevangen zitten.
De komst van de politie maakt een eind aan deze vernederende en spannende periode. Diezelfde ochtend doet de politie invallen in verschillende plaatsen in het land waarbij in totaal 25 personen worden gearresteerd.
Uiteindelijk blijven er maar twee vast te zitten, Jan Boellaard en Martin Erkamps. Bij arrestatie zijn ze beide in het bezit van 3 miljoen losgeld. De overige drie daders zijn op de vlucht.
Op 5 december wordt het grootste gedeelte van het losgeld ontdekt in de bossen van Zeist. Eind december 1983 geeft één van de drie voortvluchtige daders, Frans Meijer zichzelf aan. De laatste twee, Cor van Hout en Willem Holleeder worden februari 1984 in Parijs gearresteerd.
Acht miljoen gulden is nog altijd zoek.