Had u in 2007 bezittingen, zoals spaargeld, aandelen of een tweede woning? Dan moet u inkomstenbelasting betalen over een vast rendement van deze bezittingen min uw schulden. Van de schulden mag u alleen het deel aftrekken dat uitkomt boven de drempel van ¤ 2.800. Alleen als u een fiscale partner had, zijn er aanvullende regels.
Schulden in box 3
Het gaat bijvoorbeeld om:
schulden voor consumptiedoeleinden, zoals voor een auto of een vakantie
schulden voor de financiering van aandelen (behalve aandelen die behoren tot een aanmerkelijk belang), obligaties of rechten op periodieke uitkeringen
schulden voor de financiering van de tweede woning of andere onroerende zaken
schulden volgens de Wet studiefinanciering
De schulden geeft u aan naar de waarde in het economische verkeer. Vermeld alleen de schulden die niet in box 1 of box 2 vallen. Vermeld de schulden op de peildatums 1 januari 2007 en 31 december 2007.
De volgende schulden vermeldt u niet in box 3:
(hypotheek)schuld voor uw eigen woning die uw hoofdverblijf was (eigenwoningschuld)
schulden die niet opeisbaar zijn, omdat u de langstlevende echtgenoot bent
lopende termijnen van schulden met een looptijd korter dan 1 jaar
(latente) belastingschulden en schulden premie volksverzekeringen (inclusief heffingsrente en invorderingsrente)
ondernemingsschulden