
Ik hoor hier gewoon mijn ouders, over mij in de puberteit.
Het gaat ècht weer over hoor, ik ruimde nooit wat op, liet alle lichten branden, vond het een wereld van oneerlijkheid als ik èn de vaatwasser moest inpakken èn de hond uit moest laten, vond mijn ouders de grootste zeurkousen die er bestonden, die helemaal niet begrepen waar het in het leven nou eigenlijk om draaide (mij) en wie het zo zwaar had (ik).
Nu zeur ik tegen mijn vriend dat hij het licht in huis eens uit moet doen als hij slapen gaat, kan ik niet meer werken in een onopgeruimde kamer en pak ik de vaatwasser in, ook weer uit, en maak zelfs de kattebak schoon.
Ik geef les aan pubers, en feit is dat in die koppies hun wereld om hun draait. Zij staan in het middelpunt. Als zij struikelen dan lacht de hele wereld ze uit, als hun haar niet goed zit dan vind werkelijk ie-de-reen ze lelijk en
kunnen ze zo echt niet naar school hoor. En dat is ook normaal op die leeftijd. Wat ik geleerd heb is dat je ze maar een beetje moet laten gaan. Je niet te druk maken, het wordt namelijk toch niet beter als je er bovenop zit, en uiteindelijk gaat het vanzelf weer over en worden het stuk voor stuk leuke, normale, lampen-uitdoende en kamers-opruimende mensen.