quote:
Led Zeppelin in Londen: een historische avond met een echt bandje
Door Menno Pot
gepubliceerd op 11 december 2007 18:15 , bijgewerkt op 11 december 2007 18:41
LONDEN - Tijdens een absurd verblijf in een bedompte persruimte vermoedde recensent Menno Pot het al, toen hij eenmaal de zaal in mocht wist hij het zeker. Het reünieoptreden van Led Zeppelin dinsdag in Londen was steengoed. En het mooiste was: het was geen spektakel van buitenaardse proporties, maar juist een gewoon rockconcert van een écht bandje.
Robert Plant, Jimmy Page en John Paul Jones speelden maandag met Jason Bonham, zoon van de overleden John, voor de eenmalige reünie van Led Zeppelin. (Getty Images) Niet echt een omgeving om lekker in de sfeer te komen, die O2 (voorheen Millennium Dome), een enorme omgekeerde wokpan op de zuidoever van de Theems, in het verre oosten van Londen. In de concerthal die zich in de buik van deze kolos bevindt, de O2 Arena, gaat straks Led Zeppelin optreden. Voor het eerst sinds 1987. Het optreden is een onderdeel van een eerbetoon voor Ahmet Ertegun (1923-2006), de oprichter van Atlantic Records van wie Led Zeppelin in 1968 een contract kreeg aangeboden.
Exclusief
Wanneer je de verhouding tussen de vraag naar kaarten en het aantal beschikbare plaatsen als criterium neemt, is dit verreweg het meest exclusieve rockconcert ooit. Maar de werkelijkheid van de O2 op deze koude decembermiddag is ontnuchterend: het grootste deel van het publiek dat door dit immense entertainmentcentrum kuiert, lijkt niet eens op de hoogte van wat hier straks gaat gebeuren.
Onder het dak van de O2 bevindt zich niet alleen een popzaal. Er zijn ook attracties als een kunstijsbaan en een bioscoopcomplex, plus het horeca-aanbod van een middelgrote stad. Die Led Zeppelin-reünie? Stond daar laatst niet iets over in de krant? Is dat vanavond al?
Ja, dat is vanavond, en het belooft een vreemde avond te worden. 20,2 miljoen mensen probeerden via internet een kaartje te reserveren; slechts 19 duizend van hen werden ingeloot. Ik hoorde níet tot die 19 duizend, en zelfs het aanbod van platenmaatschappij Warner Music (een toegangspasje voor de media room bij de O2 Arena) bleek niet te zijn wat je zou denken: ik mag de media room in, maar níet de zaal. Te veel persaanvragen, vandaar.
Grotesk
Het optreden zal in de persruimte op beeldschermen te zien zijn, al is de organisatie voornemens om groepjes van tien journalisten vanuit de media room even de zaal in te begeleiden, om kort de sfeer op te snuiven en een nummertje of twee live te horen.
Absurd. In tien jaar popjournalistiek nog nooit zoiets idioots meegemaakt, maar op de één of andere manier past het bij dit groteske evenement. Bovendien: het was dít of niets.
De media room blijkt een nog vreemdere plek dan gedacht. Het betreft drie bedompte, witte klaslokalen zonder ramen, diep in de ingewanden van de O2. Blinde, witte muren, tl-verlichting en niets te eten of drinken verkrijgbaar (alleen kraanwater in het toilet). De aangekondigde ‘beeldschermen’ blijken gewone televisietoestellen, zonder extra luidsprekers. Boven de tv’s hangt een vel papier: ‘Please do not film the TV screens. You will be asked to leave.’ Het moet niet maller worden. Voorlopig kunnen ze de krengen trouwens niet eens aan de praat krijgen, ook al is het inmiddels 19.15 uur en zijn ceremoniemeester Bill Wyman en zijn band The Rhythm Kings de zaal al aan het opwarmen.
19.31 uur. We hebben beeld! We zien leden van de band Yes op het podium staan, maar geluid is er nog niet.
19.35 uur. Een man met walkietalkie komt uitleggen waarom er geen geluid is: ‘De organisatie is bang dat jullie illegale geluidsopnamen zullen maken, dus jullie zullen het met alleen beeld moeten doen. Of is jullie beloofd dat jullie ook geluid zouden krijgen?’
Een Led Zeppelin-reünie zonder geluid? Wat doe ik hier?
19.45 uur. De dreigende muiterij in de media room heeft zijn effect niet gemist: er is geluid. Weliswaar wordt de muziek overstemd door een luide bromtoon (‘wordt aan gewerkt’), maar we horen de optredens van Maggie Bell en Foreigner vanuit de O2 Arena.
20.59 uur. Op het tv-scherm zien we de zaallichten doven. Gejuich. Tijd voor Led Zeppelin. De meeste journalisten in de media room hebben zich verzoend met hun lot en zitten in een halve kring op de grond rond het tv-toestel. Zo moet het in de jaren vijftig geweest zijn, tijdens de kinderserie Dappere Dodo.
Jimmy Page slaat de openingsakkoorden van Good Times, Bad Times (1968), en daar staan ze, in stemmig zwart, vol in het licht: heel dichtbij, maar toch ook heel ver weg. Frontman Robert Plant heeft nog steeds een woeste bos blonde krullen. Gitarist Jimmy Page heeft zilveren engelenhaar. Het geluid uit het lullige luidsprekertje van de tv is waardeloos. Wat een puinhoop. Wanneer mogen we even de zaal in, zoals beloofd?
21.06 uur. Led Zeppelin komt op stoom met Ramble On, en daarna Black Dog. Ik dénk dat hiernaast een steengoed optreden aan de gang is, maar zeker weet ik het niet: hier in deze peesbunker vol journalisten, die hameren op hun laptops, voel ik er in elk geval niets bij.
Er komt weer een mannetje met een walkietalkie binnen. ‘Er was een plekje in de zaal gereserveerd waar we jullie in groepjes even naar toe wilden brengen, maar dat plekje is weg, dus jullie kunnen de zaal niet in. Zie het maar zo: jullie zien tenminste nog íets, hier op tv. Denk eens aan die miljoenen fans die helemaal niets te zien krijgen.’
De pot op met deze flauwekul! Hemelsbreed nog geen honderd meter verderop staat Led Zeppelin te spelen, maar op deze manier hadden ze net zo goed in Mongolië kunnen staan.
21.22 uur. In My Time Of Dying. Daar is de wandelende walkietalkie weer. ‘Jullie mogen tóch naar binnen.’
We mogen wát? De meute veert op en de stemming slaat om: verontwaardiging maakt plaats voor opwinding. We rennen door de gangen van de O2, richting de orkaan van geluid die ons vanuit de openslaande zaaldeuren tegemoet komt.
* * *
In de media room twijfelde ik nog, maar hier weet ik het zeker: dit gaat werkelijk de historische avond worden waar we allemaal op hoopten. Het geluid is knoerthard, veel harder dan bij het gemiddelde concert in Ahoy’ of de Music Hall. De gitaarriffs van Jimmy Page grommen kraakhelder en wat zingt Robert Plant voortreffelijk! Zijn gekrijs heeft niets aan kracht ingeboet. Wanneer hij tijdens een overdonderend Dazed & Confused met de gitaarsolo van Page mee huilt, gaat een siddering door de zaal. Zó moet het gevoeld hebben, in de gloriejaren van Led Zeppelin.
Het allermooiste is echter dat hier geen spektakel van buitenaardse proporties plaatsvindt, maar juist een gewoon rockconcert van een écht bandje: Robert Plant, Jimmy Page en bassist John Paul Jones houden het podium klein. Ze staan vaak dicht bij elkaar, pal voor het drumstel van Jason Bonham. Ze hebben veel oogcontact, lachen veel, raken elkaar vluchtig aan tussen de nummers door. Pas na vier songs richt Robert Plant zich even tot het publiek. Hij houdt het bij ‘good evening’. Led Zeppelin wil verder.
Spelplezier
De trots op het bandje van vroeger, en vooral de liefde voor dat legendarische songmateriaal, straalt er twee volle uren van af. Zelfs Stairway To Heaven wordt zo liefdevol, warm en intens door Plant gezongen dat het stukgedraaide opus in één klap in zijn oude, majestueuze glorie is hersteld. Als het lied is afgelopen, kijken Page en Plant elkaar aan. Een stralende lach breekt door op de gezichten van beide mannen. Wat een spelplezier; het is gewoon aandoenlijk.
‘We hebben gehoord dat er vanavond mensen uit wel vijftig landen zijn,’ zegt Plant. Hij weet zelf eigenlijk niet wat hij voor conclusie moet verbinden aan één van zijn zeer weinige praatjes van de avond, en knikt dus maar naar zijn band: niet lullen, maar doorspelen.
Inderdaad: ik ben Amerikanen tegen gekomen. Canadezen, Brazilianen, Japanners en Australiërs. Ze betaalden vaak duizenden ponden om hier vanavond te zijn. Maar wat deze avond zo prachtig maakt, is het feit dat om me heen eigenlijk alleen maar echte fans staan, soms met hun vrouw of een zoontje in Zeppelin-shirt.
Glanzende ogen
Gewone Zep-fans: plastic bekers bier en glanzende ogen van euforie. Bandleden van Oasis, de Arctic Monkeys en Metallica? Sterren als Paris Hilton, Kate Moss en Pete Doherty? Ze zíjn er wel, in de vip-loges op de tweede ring, maar als een poenerig evenement voelt het hier beneden beslist niet.
Begeleid door fenomenaal mooie decorbeelden van de bandleden bereikt Led Zeppelin de climax: de oriëntaalse rockriffs van Kashmir daveren door de zaal, waarna de band zich nog twee keer laat terugroepen, één keer voor Whole Lotta Love en één keer voor een kolkende uitvoering van Rock And Roll: ‘It’s been a long time/ been a long time/ been a long lonely, lonely, lonely time.’
Toen Led Zeppelin in 1980 voor het laatst in Nederland speelde, was ik vijf jaar. Ik heb het allemaal gemist. Hun platen heb ik al vijftien jaar in huis, maar pas nu begrijp ik écht waarom Led Zeppelin gedurende een vol decennium de grootste band ter wereld was, en algemeen geldt als één van de meest genadeloze live-bands ooit. Gelukkig worden de geruchten over een op handen zijnde reünietournee steeds hardnekkiger. Stel je voor dat Led Zeppelin het bij dit ene optreden zou laten... Het zou haast een misdaad zijn.
DE SETLIJST
Good Times Bad Times
Ramble On
Black Dog
In My Time Of Dying
For Your Life
Trampled Under Foot
Nobody's Fault But Mine
No Quarter
Since I've Been Loving You
Dazed And Confused
Stairway To Heaven
The Song Remains The Same
Misty Mountain Hop
Kashmir
Toegift 1:
Whole Lotta Love
Toegift 2:
Rock And Roll