De waslijn spant van de boom tot de parasol. Allerlei kledingstukken hangen te drogen, van vaders stropdassen tot zusjes pyjama. Wanneer het vocht verdampt is, haalt moeder de pyjama eraf, legt hem in zusjes kast, en zodra die 'm weer volgezweet heeft, stopt ze de pyjama in de wasmachine en hangt hem terug aan de lijn: een cyclus die slechts af en toe onderbroken wordt door een ongelukkig jaargetijde of versleten slaapgerei. Het is een kalm, rustiek leven aan de waslijn, de kledingstukken wanen zich aan onontdekte Kroatische costa's.
Toch is niet iedereen tevreden met zijn resort. Tommer, de blauwe broek van het zoontje, hangt helemaal aan het einde van de lijn, volledig in de schaduw van de boom. Te ver weg om met andere kledingstukken in contact te komen, te beschut zodat hij maar zelden opdroogt. Zijn leven is meer te vergelijken met een nachtelijk verblijf in de Sahara. Wanneer het stormt, en moeder hem niet binnen gehangen heeft, hoopt Tommer dat hij losraakt en wegvliegt de wijde wereld in. En inderdaad verliezen de wasknijpers vaak hun grip omdat hij zo licht is, maar eenmaal los raakt hij altijd verstrengeld in de kluwen van de boom. Moedeloos moet hij toezien hoe anderen de vrijheid vinden.
Op een zekere dag, de ochtend na zo'n vruchteloze storm, besluit Tommer zichzelf op te knopen. Zoals het nu gaat, belandt hij liever in de textielbak voor kinderen in Afrika dan dat hij op deze manier blijft lijden. Zijn leven hangt aan een zijden draadje wanneer plots iets aan komt zweven. Het is roze, fluweel en het mooiste wat Tommer ooit heeft gezien. Op de laatste winden van de storm landt de rok naast hem op de lijn. Hij weet niet hoe vlug hij zichzelf moet herstellen: de hormonen gieren door zijn stiksel. 'Ha-hallo,' probeert hij aarzelend. De rok slaat achterover en hangt zichzelf in positie. 'Hoi,' groet zij terug. Tommer staat met zijn mond vol tanden. Zachtjes vleidt ze zich tegen hem aan en kijkt hem in de knopen. 'Wil je mijn vriendje zijn?' Tommer schudt hevig van ja. Ze legt zijn broekspijp om haar middel en zo blijven ze hangen tot diep in de nacht.
De volgende middag ontwaakt de rok op zoek naar warmte en genegenheid. Ze speurt om zich heen, maar Tommer is in geen velden of wegen te bekennen. Op het plekje onder de boom hangt een andere broek. Blauw en net zo lang als Tommer, met het meegewassen prijsje er nog op.
[ Bericht 0% gewijzigd door Mainport op 01-12-2007 20:26:05 ]
Graag op anoniem