Nu Sinterklaas in het land is gekomen wordt er in huize LXIV voor het eerst schoentje gezet. Hoewel het Prul pas anderhalf is heb ik toch geprobeerd haar over de Sint te vertellen. Als ik haar vraag waar Sinterklaas is wijst ze naar boven en roept `paard´. De Sint rijdt dus op zijn paard over het dak en daarmee heeft ze de essentie wel begrepen, denk ik.
Nog veel mysterieuzer is het zetten van de schoen. Een schoorsteen is sowieso al een heel geheimzinnig iets, als papa de klep openzet hoor je de wind waaien. Natuurvolkeren hebben ook altijd hun vuurplaatsen vereerd en daar geofferd, dat is niet zomaar. De schoen wordt gezet met daarin een wortel voor het paard of een sigaar voor de sint, aan mensenoffers doet onze familie al sinds Abraham niet meer. Daarnaast ook nog het aanroepen van de goede Sint met het kleine ritueel van `Sinterklaas Kapoentje´. Hoewel Prulleke nog niet zingen kan begrijpt ze heel goed dat ook dit belangrijk is om de haardgeest tevreden te stellen en maakt daarom spontaan een klein dansje wanneer papa en mama zingen.
De volgende ochtend heeft de woedende God zich van zijn beste kant laten zien en op magische wijze suikergoed in de schoen gestopt. Prullekes reactie toen zij dit de eerste keer zag was het teruggooien van het chocolade Sinterklaasje in de haard. Dat hoeft nu ook weer niet.
Wat ik zo opmerkelijk vind is dat zo´n Prul dat feitelijk van toeten noch blazen weet, wel in de gaten heeft hoe ze een offer bij de vuurplaats moet brengen. Dat hebben wij haar niet geleerd. Net zomin als dat wij haar geleerd hebben te dansen. Hoewel geen (dierlijk) overlevingsinstinct zit dit klaarblijkelijk toch in ´s mensens gedrag geprogrammeerd en komt vanzelf naar boven wanneer de tijd rijp is. Ook primitieve volkeren aanbidden hun Goden wereldwijd op min of meer dezelfde manier, ongeacht de cultuur waaruit ze komen. Wij hebben het offeren van voedsel of dieren vervangen door het onstoffelijke bidden, maar daar zijn dan tientallen eeuwen van theologie aan vooraf gegaan. In wezen is het nog steeds hetzelfde.
Toen ik een jaar of zes oud was logeerde ik iedere zomervakantie bij mijn oom en tante op de boerderij. Met mijn drie jaar oudere neefje zwierven we overdags door de bossen. Op een dag gingen we op pad naar de Heilige Boom. Daar aangekomen was het me meteen duidelijk waarom dit een heilige boom was. Op een ruime, open plek vol varens midden in het dichte naaldbos stond een ontzagwekkende, dode en helemaal wit uitgeslagen boom. In de kale takken hing een soort rag. Onmiddelijk zonk ik op mijn knieen, dat dit gepast was hoefde niemand mij te vertellen. Hier op deze plek heerste deze boom, de macht die hij uitstraalde was onmiskenbaar. Wanneer wij hem misgenoegden zou hij ons zo kunnen doen verdwijnen. De volgende dag wou ik per se terug naar de heilige boom om daar wat koebrokjes bij te leggen. Een offer brengen dus, al had niemand mij ooit daarover verteld.
Rond dezelfde tijd heb ik een nog soortgelijke ervaring gehad. Vlakbij mijn woning stond een oud huis wat me altijd al fascineerde. Op een dag kroop ik onder de dikke heg van dat huis door en stond plots oog in oog met een enorm beeld van Jezus. Hier woonde God dus!! Ook hier voelde ik Zijn aanwezigheid zeer sterk, maar deze was minder beangstigend dan die van de heilige boom. Wekenlang heb ik mijn snoepjes op het sokkel van dit beeld gelegd, totdat de oudere vrouw die het huis bewoonde mijn ouders kwam vertellen dat dit niet nodig was.
Het gevoel wat het Prul ervaart herinner ik me dus nog steeds goed. Zolang ze nog gelooft dat de Sint zelf met zijn paard over het dak rijdt zal het ritueel zelf het meest belangrijk zijn. Daarna rest enkel nog de winst, maar ja.
[ Bericht 1% gewijzigd door LXIV op 21-11-2007 22:31:46 ]