quote:
Klassieker als obsessie
Door SJOERD MOSSOU
ROTTERDAM - Op weg naar de aftrap keken Danny Blind en Frank de Boer elkaar een halve seconde in de ogen. Feyenoorder Henrik Larsson had zojuist 2-0 gemaakt in de Kuip, maar de twee Ajacieden wisselden een blik uit die alles zei.
,,Dit komt goed, dat voelden we allebei,’’ vertelt Blind, die de Klassieker van 22 oktober 1995 nog helder voor de geest heeft. ,,De Kuip ging de lucht in, op het veld voelde je de grond trillen.
,,Maar ons elftal van toen was zó sterk, dat we geen moment in paniek raakten. Dat oogcontact met Frank was er puur toevallig, maar ik herinner het me nog heel goed.’’ Nog voor rust boog Ajax de achterstand om in een 3-2 voorsprong, in een wedstrijd die in een 4-2 zege zou eindigen voor de Amsterdamse club.
Voor Feyenoord was de nederlaag exemplarisch voor de jaren die zouden volgen. Zelfs als de hele Kuip kansen rook en de Rotterdamse hoop massaal aanzwol, stapte Ajax vaak ongeschonden uit de strijd. En de laatste keer dat er wél werd gewonnen door Feyenoord, kwam de klap als een boemerang terug. In het seizoen 2005/06 won de Rotterdamse ploeg dik verdiend in de Kuip (3-2) én de Arena (1-2), om in de play-offs alsnog twee keer keihard onderuit te gaan.
Zo’n obsessie kan irritant lang duren. In zijn West-Brabantse burenruzie met Willem II moest NAC ooit dik 33 jaar wachten op een thuiszege in de eredivisie. Pas in 2000 werd de Bredase vloek doorbroken, nadat het in april 1967 aan de Beatrixstraat voor het laatst had gewonnen van de Tilburgers.
In Noord-Londen dreigt het dezelfde kant op te gaan. Tottenham Hotspur won in de laatste achttien confrontaties met de gehate rivaal Arsenal – uit en thuis - niet één keer. ,,Afgezien van Highbury, speel ik het liefst op White Hart Lane,’’ zei voormalig Arsenal-aanvoerder Patrick Vieira ooit. Een opmerking die diep door de ziel sneed van de Spurs-aanhang.
,,Dat Angstgegner-idee is iets ongrijpbaars,’’ vindt Blind, tegenwoordig technisch directeur van Sparta. ,,Omgekeerd heeft Ajax het vrijwel altijd moeilijk tegen PSV in Eindhoven, ook daar is heel lastig een vinger achter te krijgen. Zeker omdat je vrijwel altijd met heel verschillende elftallen te maken hebt. Misschien groeit er onbewust een soort vertrouwen. Zo van: Feyenoord-uit, daar spelen we altijd goed. En juist de vijandige sfeer in de Kuip kan een stimulans zijn, zeker voor een sterk team. Een heksenketel stil krijgen, dat geeft een kick.’’
Kees van Wonderen kan zich wel iets voorstellen bij dat gevoel. In acht seizoenen speelde de voormalige Feyenoord-middenvelder een berg Klassiekers.
,,In de Kuip heeft Ajax een soort gezamenlijke vijand,’’ aldus Van Wonderen. ,,De sfeer rondom die wedstrijd is altijd beladen en vijandig. Zoiets zet een team op scherp, omdat iedereen hetzelfde doel heeft. Er groeit een bepaald soort groepsgevoel, meer dan voor een wedstrijd tegen bijvoorbeeld RKC. Volgens mij verklaart dat waarom Ajax bijna altijd goed speelt in Rotterdam. Ik geloof niet zo in een soort angst of onzekerheid bij Feyenoord. Zelf heb ik dat althans nooit gevoeld, ook niet binnen het team. Wij hadden altijd wel het gevoel dat er wat te halen viel.’’
Juist dat laatste leidde ook vaak tot Rotterdamse frustratie. In mei 1995 was Ajax al kampioen en coach Van Gaal besloot een handvol reserves wat speeltijd te gunnen in de Kuip, onder wie Fred Grim, Martijn Reuser en Nordin Wooter.
Einduitslag: 0-5. En nog maar drie seizoenen geleden zette Dirk Kuyt Feyenoord in de 80ste minuut op een 2-1 voorsprong. Maar het verre van grootse Ajax van dat moment won toch: 2-3.
Feyenoord heeft zondag één statistiekje om zich aan vast te klampen. De laatste keer dat beide rivalen elkaar als nummer één en twee troffen – in het seizoen 1993/94 – wón Feyenoord met 2-1 in de Kuip. John de Wolf en Ruud Heus scoorden, in een wedstrijd waarin de IJslander Bjarki Gunnlaugsson voor de eerste en laatste keer in de basis stond. Anderhalve maand later werd Ajax landskampioen, dat dan weer wel.
,,Mijn mooiste Klassieker was die van 1999, het jaar dat we kampioen werden,’’ aldus Van Wonderen.
,,We knokten lange tijd tegen een 1-0 achterstand, het publiek ging erachter staan en ik maakte uiteindelijk de gelijkmaker. De Kuip ontplofte, prachtig was dat. En de 3-1 winst uit 2000-’01 was ook bijzonder. Nu ik er zo over nadenk, heb ik thuis eigenlijk niet eens zo heel vaak verloren van Ajax. Eén of twee keer volgens mij. Maar blijkbaar was het niet voldoende om het gevoel weg te nemen dat Ajax meestal wint.’’