Ik zat zo heel casual de economische bijlage van mijn krantje door te spitten, hopend op enkele enerverende berichten. Na enkele memorabele nieuwtjes te hebben doorgeneusd, drong een vaag silhouet mijn gezichtsveld binnen. "Wat de fuck krijgen we nou," dacht mijn grijze massa, terwijl het mijn ogen luttele milimeters bijstuurde om zodoende verder geen last te hebben van interrumperende invloeden van buitenaf.
Helaas. De tientonner c.q. mammoettanker leek zijn zinnen te hebben gezet op de plaats naast mij. En ja, net voor het neerkomen ontstond er een zogenaamd luchtvacuüm rond zijn zwaargebouwde, flubberende achterste. Hoewel ik een realistisch mens ben, hoopte ik op dat moment op een wonder in de vorm van een of andere nieuwe natuurkundige wet waardoor lucht zich niet meer verplaatst zodra er een zwaardere massa de plaats inneemt.
Het mocht helaas niet meer baten. Gelijk een kanonskogel stoof een duffe, muffige, stront-achtige putlucht mijn kant op. In een wanhoopspoging probeerde ik de krant te gebruiken als schild maar het was al te laat! De vergeelde, verzuurde, meurende oerstank drong mijn neusgaten binnen en op dat ogenblik, mensen, ja, op dat ogenblik stierf een stukje van mij een langzame dood. Ik ben niet meer dezelfde man. Ik ben gebroken. Kapot.
Met vriendelijke groet,
Een slachtoffer van de huidige Ik-Ben-Vet-Maar-Wel-Gezellig-Dus-Ik-Hoef-Niet-Af-Te-Slanken-Maatschappij.
[ Bericht 0% gewijzigd door Janetje op 19-09-2007 09:57:19 ]
Baat 't niet, schaadt 't niet. Dus slikken, kreng.