![]()
Deze keer staat Wilma in de schijnwerpers.
Heeft kattenminnend Nederland soms spontaan last gekregen van bijgeloof? Want anders kan ik geen enkele reden bedenken waarom ik nog altijd niet geplaatst ben. Vlak na mijn binnenkomst in het Dierenopvangcentrum werd ik al, per abuis, uitgemaakt voor bejaarde! Nu heb ik best een dikke huid, maar dat schoot me toch in het verkeerde keelgat. Kennelijk zien die dierenverzorgers iedere kat, die niet als een imbeciel met een voorgehouden bolletje wol speelt, maar direct voor bejaard aan. Tssk…
Gelukkig bracht de oplettende asieldierenarts deze vergissing aan het licht, en werd mijn kalender leeftijd vervolgens teruggebracht van 12 naar 5 jaar. ‘Nu zullen de mensen wel voor me in de rij staan!’, dacht ik opgetogen. Maar dat bleek helaas tegen te vallen! Hoe luid ik ook miauw en hoeveel kopjes ik ook geef, men vertrekt toch altijd weer met een andere kat richting huis. Dat doet me pijn, weet u dat? Want ik wil net zo graag een eigen mandje, een liefdevolle baas, een pek waar ik me thuis voel. Misschien schrikt het de mensen wel af dat ik ze, na enig gevlei, zachtjes in de hand bijt? Maar het is heus lief bedoelt. En u kunt het me ook gewoon zeggen als u dat niet prettig vindt… Hoe dan ook, ik wordt met de dag depressiever. Met loze woorden als: ‘Houd de moed erin, Wilma!’ óf ‘Jij vindt ook wel een plekje hoor’ proberen ze me op te vrolijken. Maar ik geloof er niet meer in. Ik vrees dat ik gedoemd ben om de rest van mijn leven in dit Dierenopvangcentrum te slijten. Maar ik nodig iedere kattenliefhebber uiteraard van harte uit, om het tegendeel te bewijzen!’ Met een pootje van Wilma.