quote:
d.w.z. iemand in het ootje nemen (zie aldaar), in de pikpan nemen (Molema, 524), voor den gek houden, een loopje met hem nemen; zie Jong., 209; B.B. 74; Lev. B. 7; Henke, 43; Ndl. Wdb. IX, 150; enz. Misschien moet men eig. onder maling verstaan het ronddraaien bij het bochten of door middel van een touw, dat om iemand geslingerd is, en aan welks beide uiteinden heen en weer getrokken wordt, zoodat hij, die er in zit, ronddraait en zijne bezinning verliest. Ik meen dit te mogen opmaken uit eene plaats te vinden in den Vermakelijken Avont. I, 220: Op een avond dat ik hem van zyn minnares na huis geleide, wierd hy in de zelfde straat... in een strik gevangen, die men midden in dezelve voor hem gespannen had; en welke ongemerkt en zeer behendig aan weder-
[p. 5]zyden door een perzoon geregeerd wierd; die na hem verscheidene malen met dezelve om en weerom geslingerd te hebben, dat hem de hoed en paruik ontvloog, plotzelyk nedersmeeten en het hazenpad kozen. Zie ook Sewel, 472: Ik was daar lustig in de maaling, I was there in a mighty crowd (gedrang). Steun vindt deze verklaring in de Westvl. uitdr. iemand in de slingerkoorde houden, hem tot speelbal doen dienen, met hem gekken (De Bo, 1036 b) en in het Friesche de faem is yn 'e malmounle rekke, de meid is in den mallemolen geraakt, door knapen van verdacht allooi in de maling genomen (W. Dijkstra, 311 a); yn 'e maling reitsje, door een troep volk worden omsingeld; immen yn 'e maling nimme, iemand omsingelen, een loopje met hem nemen (no. 1461). Vgl. hiermede in de maling komen, door het gemeene volk op de straat omsingeld, en van den eenen naar den anderen kant getrokken, gestooten worden (Harreb. II, 52); iemand eene maling maken, fri. immen in maling skoppe, met onstuimigheid iemand grof toespreken, zoodat een samenscholing er het gevolg van is, dus een standje (hd.); zie Lev. B. 92; 198: Je zou zegge: iemand een maling make om 'n gebroke koppie! bl. 93: En as u me nog een onfersoendelijk woord durreft te zegge, zal ik een maling voor de deur maken, dat de bure d'r an te pas zelle komme; Falkl. VI, 4: De schoenmaker die al vier, vijf, zesmaal voor niks geweest was, elk oogenblik 'n maling an de deur kon scheppen; S.M. 42: Als die vent 't hart in zijn lijf had gehad om hier te komen, zouen we hem.... afijn, de heele buurt had hem een maling gemaakt van jewelste; blz. 112: Zeg we moeten hem een maling maken als hij weer boven water komt. - Misschien mag ook vergeleden worden het 17de-eeuwsche iemand slingeren, hem voor den gek houden (Huygens VII, 168).
Bron
Gr. Gr.