Door JOYCE DE BRUIJN
ROTTERDAM - Ze ziet het hem nóg doen. En de rest van televisiekijkend Nederland waarschijnlijk ook. Dan blikte Jos Brink na afloop van een televisieshow de camera in en zwaaide hij, met van die guitige ogen en een glimlach van oor tot oor: Dáhag, tante Annie!
Tante Annie bestaat echt. Ze woont al meer dan een halve eeuw in Rotterdam Vreewijk en ze is in rouw gedompeld om haar toch nog plots overleden beroemde ’neefje’ Jos, die elk jaar wel een keer bij haar en echtgenoot Roel kwam aanwaaien om wat nostalgie op te snuiven. Want Jos Brink woonde de eerste dertien jaar van zijn leven in het popperige tuindorp op Zuid.
![]()
Verschrikkelijk vindt Tante zijn verscheiden. ,,Vooral voor zijn moeder. Hij was een lieve, sentimentele jongen. Ja toch, Roel?’’
Annie Timmer woont al 53 jaar met haar eega aan de Voorde, precies in het huis waar Jos Brink zijn kinderjaren doorbracht.
,,Jos’ vader en ik werkten allebei bij de Belastingdienst,’’ verhaalt Roel. ,,Op zeker moment werd ik overgeplaatst van Tiel naar Rotterdam en Jos’ vader ging naar Purmerend. De huizen aan dit deel van de Voorde zijn ambtenarenwoningen. Het ministerie van Financiën had een heel systeem van huizenruil en wees ons deze woning toe. Toen het gezin Brink verhuisde, moest Jos hier nog een week naar school. Hij logeerde toen een week bij ons.’’
Het contact ging nooit verloren. ,,Hij zwaaide altijd naar me op televisie. En als hij in Rotterdam was, kwam hij langs,’’ vertelt Annie fier. ,,Dan stond hij hier in de woonkamer,’’ wijst ze naar de eethoek naast haar stoel, ,,en dan zei hij: daar sliepen papa en mama. Hij sliep zelf met zijn vier broers in onze slaapkamer boven. Zo’n lieve jongen. Ja toch, Roel?’’
Roel: ,,Hij is ook een keer geweest, toen lag je in het ziekenhuis. Toen ze je na een onderzoek terugbrachten naar je kamer, stonden alle verpleegsters voor je deur. Had Jos bloemen gebracht.’’ Annie: ,,Geen gewone vaas,’’ gebaart ze weids met haar armen, ,,maar zó’n emmer! Veel liefs Jos, stond er op het kaartje.’’
De laatste drie jaar hebben de Timmers hem niet gezien. ,,Misschien had hij het wel een beetje gezien in Vreewijk,’’ oppert Roel. Annie, stellig: ,,Nee hoor. Dat hij niet kwam, betekent gewoon dat hij al die tijd niet in Rotterdam is geweest. Ik vind het zo erg dat hij er niet meer is. Zo’n zachte jongen. Ja toch, Roel?’’
http://www.ad.nl/rotterdam/article1600125.ece