Het was zeker een interessante uitzending. En ik moet zeggen dat Ik Luyendijk zag groeien naarmate de avond vorderde. Op de vraag hoveel moslims hij kende bleef Rinnooy Kan het antwoord schuldig. Hij ontweek de kwestie met de opmerking dat hij dat minder relevant achtte, maar Luyendijk had wel degelijk een punt. Net als met de opmerking dat bestuurlijk Nederland een zeker autisme aan de dag legt als het gaat om de problemen die in de samenleving wel degelijk worden gevoeld, maar waarvoor oplossingen uitblijven.
In dat kader is de wiskundige achtergrond van Rinnooy Kan juist zo interessant, en dat is nou net een punt waar Luyendijk dieper op in had kunnen (moeten) gaan. Rinnooy Kan haalde het voorbeeld aan van het probleem van de handelsreiziger, voor wie de snelste route langs - zeg - honderd steden moet worden berekend. Om tot een oplossing te komen ga je dan met dusdanig grote getallen werken dat je er niet uit komt. Het was een typische exponent van het achterhaalde 'one-best-way' denken, dat Taylor ooit introduceerde met zijn scientific management. Een doctrine die, hoewel officieel achterhaad, nog altijd leidend is in het denken van bestuurders in zowel de publieke als private sector. Er wordt gestuurd op basis van getallen (targets) en niet op basis van visie.
Simpel toegelicht: in het wiskundige probleem van Rinnooy Kan dient de optimale route van de handelsreiziger te worden bepaald aan de hand van objectief meetbare gegevens. De gedachte om de handelsreiziger eens te vragen wat hij zelf de ideale route vindt komt niet in het woordenboek van dit soort bestuurders voor, maar brengt een oplossing voor het probleem aanzienlijk dichterbij dan miljoenen supercomputers aan het werk zetten met onzinnige berekeningen.
Waar het immers om gaat, is het doel van de exercitie: waarom zou je willen berekenen wat de ideale route van de handelsreiziger is? Een handelsreiziger gaat op pad om spullen te verkopen. Dan is aan het eind van de rit relevant dat hij een goede marge heeft behaald: verkopen minus kosten. De lengte van zijn route is wellicht van invloed op zijn kosten, maar de volgorde van zijn route waarschijnlijk op zijn verkopen. Het inzicht in die verhouding ligt bij de handelsreiziger zelf, op zijn minst de verantwoordelijkheid. Maar bestuurders als Rinnooy Kan vertrouwen handelsreizigers niet en bepalen het liever allemaal zelf. De demotivatie die daarvan uitgaat op de handelsreiziger laat zich wiskundig vermoedelijk ook maar lastig achterhalen.