Of toch op z'n minst bijna ...
Hij ziet er met de dag slechter uit in de Avondetappe. Breng hier je eerbetoon aan hét monument van de Nederlandse sportverslaggeving ...
quote:
Tour-icoon: Ik drink niet, ik zuip
MAASTRICHT - Jean Nelissen verwelkomt vandaag de Tour in zíjn Limburg. Verslaafd aan de wielersport en aan een goed glas.
: ,,Alcohol wordt pas een probleem als je er niet meer de baas over bent.''
,,Mijn leven is een grote chaos. Maar ik heb veel plezier.’’
Lunchen met Jean Nelissen is geen broodje kaas met een kop koffie of een glas jus d'orange in een modaal eetcafé. Jean Nelissen zet om te beginnen een groot glas bier, een grappa en een cognac voor zijn neus, in een chic chateau nabij Maastricht. Daarna mogen in een langzaam tempo voor-, hoofd- en nagerecht doorkomen. Zolang de glazen maar gevuld blijven. En zijn sigaar blijft branden.
,,Ik drink niet,’’ zegt de 70-jarige Nelissen bijna verontwaardigd als hem halverwege het middageten wordt gevraagd hoeveel hij dagelijks consumeert. ,,Ik zuip. Ik begin ’s ochtends wanneer ik wakker word met een jenever. U kunt zich niet voorstellen dat ik een halve liter jenever drink en niet omval? Ik ben ambassadeur van een jenevergenootschap en weet heus wat ik doe.
,,Ik ben geen alcoholist. Ik luister goed naar mijn lichaam. Voor mij is het geen probleem. Het belemmert mijn werkzaamheden ook niet. Ik ben zelfs actiever dan ooit. Alcohol wordt pas een probleem als je er niet meer de baas over bent. Ik weet wat ik doe. Genoeg is genoeg. En mijn lichaam zegt nooit: Genoeg!’’
Nelissen werkt sinds juni 1969 bij de NOS. Het moest de eerste maal worden dat hij het NK wielrennen zou verslaan. Hij had zich voorbereid op Peter Post als winnaar, in die tijd zo'n beetje Nederlands beste renner. Het werd ene Treijters.
,,Daar zat ik dan,’’ weet hij nog. Hij redde zich eruit en groeide vervolgens uit tot dé stem van het Nederlandse wielrennen. Aan de zijde van Mart Smeets versloeg hij jaar in jaar uit de Tour de France. In 1968 was hij er als krantenverslaggever al bij toen Jan Janssen won, in 1980 omlijstte hij de zege van Joop Zoetemelk met de mooiste woorden. Hij is inmiddels 36 keer in de Tour de France geweest.
Vandaag had hij een fortuin kunnen verdienen, vertelt hij. Nelissen had best tijd voor een goedbetaalde schnabbel om de vips van Valkenburg te vermaken met live commentaar bij de aankomst van de derde etappe.
Maar de NOS is tegenwoordig huiverig voor bijverdienende werknemers. Nelissen tekende vorig jaar een contract waarin een boeteclausule is opgenomen die hem ervan moet weerhouden werkzaamheden te verrichten die de integriteit van de omroep in twijfel trekken.
,,Dit kost me in feite een tweedehands auto,’’ zegt de Limburger beteuterd. ,,Het was een aanbieding waar iemand anders maanden voor moet werken. Maar ja, door dat contract wordt het me verboden nevenactiviteiten te verrichten. En ik ga Maarten Nooter (de baas van Studio Sport, red.) niet voor het blok zetten.
,,Met pijn in mijn hart zeg ik nu: het is niet anders. Toch moet ik er nog maar eens een keer met de NOS over praten. Ik wil geen breuk, tenzij mij het te veel geld gaat kosten. Ik blijf de NOS gewoon trouw, ik laat niemand in de steek.’’
Dergelijke bijbaantjes geven aan dat de wielerwereld Nelissen nog lang niet zat is. In deze krant werd de voorbije jaren door lezers volop gediscussieerd of Nelissen niet terug kon komen om de Tour weer te verslaan. ,,Daar zeg ik niets over,’’ zegt de Limburger in eerste instantie.
Om vervolgens in zijn algemeenheid te antwoorden: ,,Ik vind het verschrikkelijk dat iedereen tegenwoordig zomaar op tv kan. De tv heeft een stap teruggezet door oud-renners het commentaar te laten verzorgen. In België zit er iemand met een stem van een meisje van twaalf. Ik ga geen namen noemen, maar dacht je nou echt dat je met zo'n stem vroeger een kans zou maken? Sopraantjes van elf, twaalf jaar, ik vind het verschrikkelijk.’’
Nelissen weigert om op 70-jarige leeftijd zijn zo geliefde sport vanuit de luie stoel te gaan volgen. ,,Ik heb nog volop ambities. Er zullen nog vele verrassende optredens volgen. Ik ben nog lang niet klaar. Het commentaar geven bij de Tour de France mis ik niet eens. Wat ik nu doe, die filmpjes maken voor De Avondetappe van Mart Smeets, vind ik eigenlijk veel leuker.
,,Ik begrijp ook niet dat mensen in ons vak op hun zeventigste stoppen. Wij journalisten hebben een beroep dat ondefinieerbaar is. Als je dat niet beaamt, ben je een halve vakman. Leeftijd speelt geen rol, de geest is de hoofdfactor. Wie geen innerlijke drive heeft, heeft ook geen ambitie.
,,Ik heb nog steeds een drive. Ik heb in mijn leven 25 boeken geschreven en ben er met nog drie bezig, waaronder een encyclopedie over Limburg. Ik heb duizend uren live commentaar gegeven, ik heb kranten volgeschreven. Ik ben nooit moe!’’
,,Ik ben veel weg en dat vindt mijn vrouw niet zo leuk. Maar ik ben zo'n jongen die nog steeds overal bij wil zijn. Ik geef toe, daardoor heb ik elementaire zaken in het leven verwaarloosd. Daar heb ik geen wroeging over, maar ik heb bepaalde mensen tekortgedaan.
,,Ik heb geen kinderen, nee. Dat was een bewuste keus. Ik zou dat kind te kort hebben gedaan. Ik heb vooral gewerkt. In veertig jaar tijd ben ik op alle continenten geweest. En ik heb er geen moment spijt van.
,,Vrouwen? Haha... daar ga ik liever niet op in. Ik ben van oudsher een jager. En dan bedoel ik: niet alleen op primeurs. Mijn leven is een grote chaos. Er is geen orde. Maar ik heb wel veel plezier. En geld? Dat is een vervelende vraag. Naar verhouding heb ik goud verdiend. Maar nog meer uitgegeven.’’
Vandaag komt de Tour de France in zijn zo geliefde Limburg aan. Nelissen is er trots op. ,,Wij mogen dan geen coureurs meer hebben, we hebben wel parkoersen. En die moeten we benutten. Max van Heeswijk is zo'n beetje de laatste goeie Limburgse coureur. Dit is ook geen provincie om wielrenners groot te brengen, daarvoor is het leven hier te bourgondisch. Kroegtijgers, dat lukt wel.’’
Nelissen is zelf ook liefhebber. ,,Ik was in 1999 in Verona voor het WK. Komen we een café binnen waar de restaurateur uit Sardinië blijkt te komen. Die wilde met mij een competitie beginnen wie het meeste grappa kon drinken. Na een uur wordt hij weggedragen door twee koks. Campione! riep ik.
,,Ach, laten we het niet overdrijven, ik kan redelijk wat op. Mijn nieren zijn zo gespierd gebleven sinds de tijd dat ik fietste. Maar toen dronk ik al whisky. Dertig jaar zuipen en ik mankeer niets. Als ik wil, loop ik de marathon. Op het moment dat ik niet meer van een grappa of een cognac kan genieten, moet ik me afvragen: heeft het leven dan nog zin?’’