Een aantal antwoorden van europa.nl:
Nederland kan beter zelf opkomen voor zijn handelsbelangen
De Europese Unie is het grootste handelsblok ter wereld. Als het gaat om economische belangen en afspraken, nemen de VS en Japan de EU dan ook heel serieus. Het is een illusie te denken dat Nederland meer zou kunnen bereiken in afzonderlijke onderhandelingen met dergelijke economische supermachten. [Eurofabels, 2004]
Als de landen zelf regels hebben, zijn Europese regels overbodig
Daar wordt de ondernemer pas echt gek van! Vijfentwintig verschillende regels voor één en hetzelfde product. Daarom is het vaak het bedrijfsleven dat de Europese Commissie vraagt om een Europese norm. Want alleen als alle landen dezelfde eisen stellen, kan een ondernemer onbelemmerd handel drijven met de andere lidstaten. [Eurofabels, 2004]
Dat logge, bureaucratische apparaat is veel te groot en duur
Nou, dat valt wel mee. De Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EU, heeft bijvoorbeeld maar 24.000 ambtenaren in dienst, inclusief de tolken en vertalers die het mogelijk maken dat er in de twintig talen van de Unie gewerkt wordt. Bij de Nederlandse ministeries werken in totaal 115.000 ambtenaren. Slechts vijf procent van de Europese begroting gaat naar het bestuur van de Unie en nog maar een klein deel daarvan gaat op aan ambtenarensalarissen. [Eurofabels, 2004]
Europa is veel te duur
De Europeaan betaalt gemiddeld ongeveer 220 euro per jaar aan Europa. Omdat Nederland een rijk land is, betaalt elke inwoner bruto 325 euro per jaar. Als je daar vanaf trekt wat we terugkrijgen, bijvoorbeeld in de vorm van subsidies, dan betaalt een Nederlander ongeveer 110 euro. Is dat veel? Ter vergelijking: per persoon dragen Nederlanders ruim 7.000 euro aan hun eigen rijksbegroting bij.
[Eurofabels, 2004]
In de EU hebben kleine landen niets te zeggen
De lidstaten nemen steeds meer besluiten bij meerderheid van stemmen. Dat moet ook wel in een Unie van 25 landen. Als iedereen het altijd overal mee eens moet zijn, gebeurt er zelden of nooit iets! Toch kunnen kleine landen niet zomaar overstemd worden. In de Raad van Ministers - waar stemmenweging plaatsvindt - hebben de kleine landen weliswaar minder invloed dan de grote, maar in verhouding tot de bevolkingsaantallen valt dat best mee. Een Nederlandse stem bijvoorbeeld telt mee voor 13 punten, een Duitse voor 29. En dat terwijl Duitsland vijf keer zoveel inwoners telt. De Nederlandse delegatie in het Europees Parlement telt 27 leden en dit aantal steekt niet ongunstig af bij de grote landen zoals Duitsland (99 leden), Frankrijk (78 leden) en Polen (53 leden). [Eurofabels, 2004]
Komt keesje bij de leraar: "Meester, ik word gepest, iedereen noemt me schele keesje"
Waarop de leraar antwoordt: "Wat kan jou dat nou schelen keesje ?"
_o_