Wat een problemen met vreemde talen. Ik heb daar wat ervaring mee. Laat ik zeggen hoe ik het heb opgelost. Dat kan helpen.
Ik was 21. Ik ging naar Winterhtur. Ik had een baan gevonden bij Sulzer. Nou. Er werd Duits gesproken in Winterhtur.
Mijn kennis van het Duits was school Duits. Dat stelde dus niks voor. Ik maakte een plan. Ik wilde snel Duits leren.
Ik las Duitse kranten, ik nam me voor om Duits te denken en ik sprak ontzettend veel Duits met mijn collega’s.
In het begin was dat moelijk. Mensen spraken Duits met mij. En dan verstond ik niet wat ze zeiden. Maar ik heb nooit gevraagd wat ze zeiden.
Dat heeft geholpen. Binnen drie maanden sprak ik vloeied Duits. Mijn Duits was zo goed. Ik had zelfs een Duitse tongval.
Toen ik later terug was in Holland sprak ik Hollands met een Duits accent. Ik sprak Hollands zoals prins Bernard dat deed.
Dat was mijn eerste ervaring met een vreemde taal. De tweede ervaring deed ik op in Maleisie. Ze spreken hier Bahasa.
Ik spreek geen Bahasa. En ik deed niet echt moeite om de taal te leren. Hoewel. Ik heb wel wat woorden geleerd. Zo’n twintig.
Maar Bahasa is nooit een probleem geweest. Ik zie heel veel Maleisiers, die geen woord Engels spreken. Ze praten Bahasa met mij.
Ik versta nooit wat ze zeggen. Maar dat laat ik niet merken. Ik wacht altijd tot ze uitgepraat zijn. En dan wacht ik drie seconden.
Je moet altijd drie seconden wachten. Want ze willen misschien nog iets zeggen. Val ze niet in de rede. Geef ze de ruimte.
Nou. De drie seconden zijn om. Ik kijk de persoon aan , die met mij aan het praten is. Ik lach naar hem. Ik knik mijn hoofd. En ik zeg "Bagus".
Dat is een woord, dat ik heb geleerd. Het betekent "goed". Het is een heel erg positief woord. Ik heb dus een nieuwe vriend gemaakt.
Kijk. Dat zeg ik even tussendoor. Maar dat moet je weten. Zeg nooit, dat je niet begrijpt wat ze zeggen. Dat is heel stom.
Als je dat doet. Dat is vragen om problemen. Als je dat doet, dan draait de man, die met je aan het praten was, zich om.
Hij begint te praten met iemand anders. Met een andere Maleisier. Over jou. Ze kunnen alles over jou zeggen. Want je verstaat het toch niet.
OK. Zo praat ik met iemand. Ik knik mijn hoofd, ik lach en ik zeg "Bagus". Wat heb ik nu? Iedereen vindt, dat ik perfect Bahasa spreek.
Nog even wat ander dingen. Dat zijn geen moelijke dingen. Je kunt die dingen snel oppakken. Je kunt die dingen snel leren.
Hier in Maleisie. Ik weet het niet. Leren ze dat op school? Maar als een Maleisier een buitenlander ziet. Dan vragen ze altijd "Dari mana?".
"Dari mana?" betekent "Waar kom je vandaan?". Ik vind dat een stomme vraag. Als ik zeg waar ik vandaan kom, dan gaan ze weg.
Tja. Dan kan ik natuurlijk "Belanda" zeggen. Dat is Nederland. Maar weten zij waar Belanda is? Nee dus. Ze hebben geen idee.
Dus als ze "Dari mana?" tegen mij zeggen, dan zeg ik "Malaysia". Dat geloven ze niet. Nou dan zeg ik wat ik heb geleerd.
Ik zeg: "Saya Bumi". Dat betekent "Ik ben een Bumi". En de Bumi’s. Dat is de grootste bevolkings group hier in Maleisie.
Meestal is dat genoeg. Als ik zeg dat ik een Bumi ben. Dat geloven ze meestal. Maar soms zie je de mensen blijven twijfelen.
No problem. Dan zeg ik gewoon "Ibu Bumi, ayah Bumi". Dat betkent "Mijn moeder is een Bumi, mijn vader is een Bumi".
Als ik dat heb gezegd. Dan is er verder geen twijfel meer. Dan is niemand meer, die vindt, dat ik geen Maleisier ben.
Er is nog iets, dat ik heb geleerd. Ik kan nu zeggen "Saya guru Bahasa Malayu". Dat betekent "Ik ben leraar Bahasa Malayu".
Je hebt weleens van die mensen, die gaan zeuren. Ze vinden, dat je niets van Bahasa weet. Dat is ook zo, maar ze hoeven niet te vinden.
Nou. Als ik dat merk. Dan steek ik mijn hand op. Om te zeggen, dat ze hun bek moeten houden. Dat ik iets ga zeggen.
En dan zeg ik: "Saya guru Bahasa Malaqyu". Nou. Dan heb ik ze meestal stil. Daar hebben ze niet van terug.
Laatst nog. Ik zat bij de bus stop. Daar zat een jongen van Afrika. De master wou weten of die jongen uit mijn land kwam.
"No", zei ik, "Dia dari Afrika. Saya dari Malaysia". Ik zei, dat die jongen uit Afrika komt en dat ik uit Maleisie kom.
Hoe doe ik het dus in Maleisie? Heel gemakkelijk. Ik heb een paar woorden geleerd en ik heb een paar zinnen geleerd.
Hier is een lijstje:
Bagus
Dari mana?
Malaysia
Saya Bumi
Ibu Bumi, Ayah Bumi
Saya guru Bahasa Malayu
Dia dari Afrika. Saya dari Malaysia
Hoeveel woorden zijn dat? Minder dan twintig.
Ja. Ik zit nu hier in Maleisie. Ik spreek vloeiend Bahasa. Dat vinden de mensen althans. Kan mij het schelen waar ik straks terecht kom.
Als ik in Japan terecht kom, dan spreek ik binnen een week vloeiend Japans. Korea? Binnen een week vloeiend Koreaans.
Ja. Je moet natuurlijk wel een beetje opletten wat je zegt. Kennen jullie dat verhaal van Wim Jansen. Hij voetbalde in het Nederland elftal.
Toen deed hij iets. Dat kon niet volgens de scheidsrechter. Een Engelsman. De scheidsrechter riep Wim naar zich toe.
Wim kwam. Nou en toen stak de scheidsrechter een heel verhaal af tegen Wim. In het Engels. Wim sprak geen Engels. Hij wist niet wat hij zei.
Wim was het een beetje zat. En toen zei hij wat hij in een cowboy film had gezien. Hij zei tegen de scheidsrechter "Shut up".
Eerst leek dat te werken. De scheidsrechter zei niets meer. Alleen. Hij keek hij een beetje erg vuil naar Wim. En hij wees naar de zijlijn.
Wim kon opsodemieteren.
Jos van Doorn. IntelliCAD specialist