quote:
Lijdensweg van Leeds United duurt voort
Zes jaar geleden bereikte Leeds United nog de halve finale van de Champions League, vijftien jaar geleden werd de roemruchte club voor de derde keer kampioen van Engeland, in de vitrine prijken verder onder meer de FA Cup, de League Cup en de Jaarbeursstedenbeker. Dit seizoen komen The Whites uit in de League One, zeg maar de derde divisie. Althans, als de Engelse voetbalbond (FA) de club alsnog een proflicentie verschaft. Intussen wacht de spelersgroep van Leeds-trainer Dennis Wise op achterstallig salaris.
Op Elland Road, al sinds oktober 1904 de prachtige thuishaven van Leeds United, zijn de herinneringen aan het rijke verleden tastbaar. Hier speelden grootheden van het kaliber Billy Bremner, Jack Charlton, Lee Bowyer, Tomas Brolin, Eric Cantona, Rio Ferdinand, Robbie Fowler, Vinnie Jones, Joe Jordan, Robbie Keane, Harry Kewell, Gary McAllister, Ian Rush, Gordon Strachan, Mark Viduka en Jonathan Woodgate. Een bescheiden greep, maar veelzeggend als de status van deze club moet worden geduid. Nederlanders liepen hier trouwens evenzeer rond: Jerrel Hasselbaink, Willem Korsten en Robert Molenaar.
Ook onder de trainers die werkzaam waren op Elland Road zijn grote namen schering en inslag. Herbert Chapman, Don Revie, Brian Clough, Jock Stein, Howard Wilkinson, David O'Leary, Terry Venables, Peter Reid, om er een paar te noemen. Onder Revie beleefde de club gouden tijden, met onder meer twee landstitels. Revie, die later bondscoach van Engeland werd, diende de club van 1961 tot 1974.
Rond de eeuwwisseling beleefde Leeds United een nieuw hoogtepunt. In de voetbaljaargang 1999/2000 haalde de club de laatste vier in het UEFA Cup-toernooi. Dankzij de derde plaats in de competitie mocht de club in het daaropvolgende seizoen voor het eerst deelnemen aan de Champions League. Pas in de halve finale sneuvelde de ploeg, die op dat moment werd getraind door O'Leary, met Valencia als boosdoener.
De ambitieuze voorzitter in die dagen, Peter Ridsdale, bleef hartstochtelijk streven naar grote successen en sloot om die reden forse leningen af. Maar de club drong niet meer door tot de prestigieuze geldbron, de Champions League. O'Leary werd in de zomer van 2002 opgevolgd door Terry Venables, maar ook onder hem en onder zijn opvolgers Peter Reid en Eddie Gray werd het grote streven niet gerealiseerd. In 2004 daalde de club af naar de tweede divisie, inmiddels omgedoopt in Football League Championship. Om de financiële problemen te beperken werden tussentijds al sterspelers als Ferdinand, Keane, Kewell en Woodgate verkocht. In een later stadium verdwenen ook onder anderen Paul Robinson, Alan Smith, Viduka en James Milner uit Leeds. De club moest het voortaan stellen met spelers uit de eigen jeugdopleiding en niet al te dure aankopen.
In januari 2005 kwam Ken Bates, voormalig eigenaar van Chelsea, in het bezit van Leeds United. De prijs: vijftien miljoen euro. Maar Bates slaagde er niet in om de schulden die vooral waren veroorzaakt door het transferbeleid in de periode 2000-2002 weg te werken. Bates verdween van het toneel en de noodlijdende club werd overgenomen door het internationaal opererende accountanskantoor KPMG.
Op 4 mei van dit jaar volgde degradatie uit het Championship. De gevallen topclub kreeg in het seizoen 2006/07 tien punten aftrek vanwege financiële malversaties. Zonder die straf van de FA was de club waarschijnlijk óók gedegradeerd.
Twee maanden later kocht een consortium met Bates Leeds, op voorwaarde dat een groot deel van de schulden (schatting: honderd miljoen euro) zou worden overgenomen. Bates toonde zich eerder deze maand een tevreden man: 'De club is terug in de handen waar zij moet zijn. We kunnen nu een dikke streep zetten onder het verleden en verder gaan.'
Bates wil zo snel mogelijk promoveren naar het Championship, maar moet eerst afwachten of de FA de club een proflicentie verschaft. De bond is niet te spreken over de gang van zaken, onderzoekt of bepaalde reglementen zijn overtreden en aarzelt nog om het 'nieuwe' Leeds van Bates en de zijnen toe te laten tot de League One. Daarbij komt dat de Noorse oud-international Tore Andre Flo, voormalig Amerikaans international Eddie Lewis en de andere spelers sinds eind juni geen salaris meer hebben ontvangen. De zorgen daarover binnen de selectie nemen toe, zeker nadat een delegatie van de Engels spelersvakbond PFA een indringend gesprek voerde met de Leeds-top. 'Het is een grote chaos bij die club', zei een PFA-woordvoerder.
De lijdensweg van Leeds duurt dus voort. In totaal 40.242 liefhebbers kunnen op Elland Road comfortabel naar The Whites kijken. Vorig seizoen was gemiddeld nog niet de helft van dat aantal zitplaatsen bezet. Als de club wordt toegelaten tot de League One zal het straks niet drukker worden.