hij moet dus nog iets gestyled worden he
(en nagekeken)
Psychiatrische aandoeningen klinken zwaar, stigmatiserend en worden vaak onder het kopje aanstellerij geplaatst. Helaas is de realiteit dat mensen naast psychotherapie medicijnen moeten slikken om de disbalans in de hersenen te doen herstellen. In het woud van medicijnen die voorgeschreven worden is het moeilijk vertoeven en er zijn veel vragen, onwaarheden en meningen over medicijngebruik die verwarrend en moeilijk klinken. Medicijnen slikken doe je niet zomaar, er is altijd contact met de huisarts, psycholoog of psychiater en er zijn meerdere instituten en instanties die hulp bieden en het is helemaal niet vreemd om in eerste instantie al je vragen bij hen neer te leggen.
Medicijnen geven bijwerkingen omdat deze niet alleen aangrijpen op de plek waar ze moeten werken maar ook inhaken op andere gebieden van het menselijk lichaam (bijvoorbeeld je spieren, maag en je metabolisme). Soms zijn bijwerkingen moeilijk te onderscheiden van symptomen die met de ziekte te maken hebben. Het kan zelfs zo zijn dat bepaalde aspecten van de stoornissen juist door medicijn gebruik aan het licht komen. Medicijnen zijn ook geen wondermiddelen en moeten ook niet zo gezien worden, het is geen ultieme uitweg en zal meestal samen moeten gaan met therapie. Het uiteindelijke doel van de medicijnen is het herstellen van de balans in de hersenen maar de dieper gelegen oorzaken zullen ook opgelost moeten worden om een totale therapie aan te laten slaan.
Er zijn natuurlijk veel vragen over medicijnen, zijn ze wel veilig, werken ze wel en waarom krijg ik nou juist dit medicijn. Lees altijd de bijsluiter maar staar je er niet blind op, er staat nuttige informatie in over hoe en wanneer het medicijn in te nemen, wat de bijwerkingen kunnen zijn en wat te doen bij verkeerd gebruik.
Zoveel medicijnen als er zijn, zoveel stoornissen zijn er bekend, zonder diagnose geen medicijnen en een diagnose kan en mag alleen door een huisarts of psychiater worden gemaakt en door niemand anders. Goedbedoelde psychologie van de koude grond kan averechts werken. Het internet staat vol met informatie maar om de juiste informatie te vinden is gedegen kennis nodig van het vakgebied.
Dit topic is bedoeld voor vragen over de medicijnen die je krijgt voorgeschreven, niets meer en niets minder. Vragen over hoe de medicijnen werken, bewijzen, bijwerkingen en verwachtingspatronen. Om een en ander duidelijk te maken hier wat achtergronden.
Er zijn ruwweg 4 hoofdgroepen binnen de psychiatrie
1. Angststoornissen
2. Persoonlijkheidsstoornissen
3. Stemmingsstoornissen
4. Psychotische stoornissen
1. Angststoornissen
Iemand heeft een angststoornis als de angst buitensporig en niet realistisch is en het dagelijkse leven ernstig belemmert. Mensen met een angststoornis hebben vaak last van een bang voorgevoel. Maar ook bezorgdheid, onbehagen, prikkelbaarheid, nervositeit, spanning en onrust zijn symptomen van een angststoornis. Dit leidt vaak tot hoofdpijn, buikpijn, slaapproblemen, gebrek aan eetlust en concentratieproblemen.
Tijdens een angst- of paniekaanval zijn de meest voorkomende lichamelijke verschijnselen: hartkloppingen, pijn of beklemd gevoel op de borst, zweten, gevoel te stikken, trillen, beven en een wezenloos gevoel. Mensen kunnen ook psychische paniekverschijnselen hebben zoals de angst om dood te gaan, gek te worden of geen controle meer over zichzelf te hebben.
Bij ernstige angstklachten, kan het wenselijk zijn dat medicijngebruik de psychotherapie ondersteunt. Er zijn 2 soorten medicijnen voor deze stoornissen.
a. Angstbestrijdende anti-depressiva kunnen heel goed helpen tegen de paniek en de angst. Een probleem daarbij is dat het 2 tot 4 weken duurt voor de hoofdwerking, bestrijden van angst en paniek, begint. Er kunnen wel direct bijwerkingen ontstaan, zoals duizeligheid en hartkloppingen die de angst weer doen toenemen. Andere bijwerkingen kunnen zijn: droge mond, wazig zien, sufheid, slaperigheid, moeite hebben met ontlasting of urineren, misselijkheid en vermindering van sexuele gevoelens. Deze bijwerkingen treden lang niet altijd op en verschillen per middel. Een nadeel is dat, hoe goed de medicijnen ook helpen, bij stoppen ervan de angst en de paniek meestal terugkomen. Bij stoppen met de medicatie is altijd overleg met de arts nodig. Stoppen kan namelijk alleen volgens een afbouwschema. Zomaar stoppen kan niet.
b. Kalmeringsmiddelen, anti-angstmiddelen en/of slaapmiddelen kunnen worden gebruikt ter kortdurende (enige weken) ondersteuning van de behandeling, omdat deze middelen wèl direct werkzaam zijn. Het nadeel van deze middelen is dat men er, bij langer gebruik, steeds meer van nodig heeft om eenzelfde effect te kunnen bereiken. Bij stoppen met de medicatie is altijd overleg met de arts nodig. Stoppen kan namelijk alleen volgens een afbouwschema. Zomaar stoppen kan niet.
2. Persoonlijkheidsstoornissen
Een persoonlijkheidsstoornis wordt gekenmerkt door emoties en gedragingen die duidelijk afwijken. Het betreft een combinatie van karaktereigenschappen die een bron van lijden vormen voor de betrokkene of voor zijn of haar omgeving. Het zijn langdurige patronen in gedachten, visie en gedrag die afwijken van wat in de betreffende cultuur als normaal wordt ervaren. Het afwijkend gedrag doet zich permanent en in veel verschillende situaties voor. Een persoonlijkheidsstoornis uit zich doorgaans in de jonge volwassenheid, puberteit of daarvoor. De diagnose wordt pas gesteld als er sprake is van een belemmering in het persoonlijke, beroepsmatige of sociale functioneren.
Medicamenteuze behandeling kan in sommige gevallen een nuttige aanvulling op de psychotherapie zijn, vooral wanneer er psychotische, impulsieve of affectieve (stemmingsklachten) symptomen zijn. Tranquillizers zijn vanwege hun verslavende karakter en de mogelijke verergering van impulsieve klachten niet aanbevolen.
De medicamenteuze behandeling richt zich op bepaalde symptomen en niet op de persoonlijkheid als geheel. Er worden drie symptoomclusters beschreven
1. Affectieve disregulatie: Symptomen die voortkomen uit de instabiliteit van emoties/gevoel. Voorbeelden zijn: stemmingswisselingen, gevoeligheid voor afwijzingen, somberheid, angst en paniekklachten.
2. Impulsiviteit/agressiviteit en gedragsontremming: Dit kan zich uiten in: woedeaanvallen, suïcidepogingen, automutilatie, vreetbuien, middelenmisbruik.
3. Cognitief-perceptuele symptomen (problemen in het denken en waarnemen): Dit kan zich uiten in voorbijgaande symptomen zoals: depersonalisatie en derealisatie gevoelens (vervreemd of onwerkelijk voelen), betrekkingsideeën, paranoïde gedachten, illusies, hallucinaties en milde denkstoornissen.
Als richtlijn wordt gegeven:
a. Een SSRI (serotonine heropname remmers) is eerste keus bij 1 en 2.
b. Een antipsychoticum (in lage dosis) bij 3
c. Een MAO remmer mocht a of b niet werken. Heeft goede resultaten maar heeft grote risico's (bloeddrukproblemen bij overdosering of het niet nakomen van dieetrestricties).
d. Lithium, Carbamazepine, Valproaat (deze middelen hebben met name een goed effect als er -ook- sprake is van rapid cycling bipolaire stoornis, waarvan de afgrenzing met BPS soms moeilijk te maken is)
3. Stemmingsstoornissen
a. Depressieve stoornissen
Mensen hebben een depressie wanneer ze zich minstens twee weken achtereen erg somber voelen of geen zin meer hebben om iets te ondernemen en daarnaast last hebben van meerdere van de volgende klachten:
- een gevoel van waardeloosheid of schuldgevoelens
- slaapstoornissen, verminderde of grotere eetlust met een duidelijke gewichtsverandering
- vermoeidheid of weinig energie
- concentratieproblemen
- besluiteloosheid
- traagheid of juist aanhoudende lichamelijke onrust
- terugkerende gedachten over de dood of zelfdoding
- lichamelijke klachten zoals verstopping, een droge mond, onverklaarbare pijn, duizeligheid, hartkloppingen, trillende handen, druk op de borst en hoofd- en rugpijn.
Vooral voor mensen met een ernstige depressie zal een behandeling met antidepressiva nodig kunnen zijn. Een bepaald antidepressivum dient gedurende minimaal 4 weken te worden gebruikt, alvorens bepaald kan worden of het middel wel of niet het gewenste resultaat heeft. Wanneer het medicijn onvoldoende resultaat heeft kan een volgend middel worden gegeven, waarbij een vooraf vastgesteld schema wordt gevolgd: veelal eerst een 'modern' antidepressivum, en daarna achtereenvolgens een 'klassiek' antidepressivum, toevoeging van lithium en een MAO-remmer.
b. Manisch Depressieve stoornissen
Een manisch-depressieve stoornis (bipolaire stoornis) geeft mensen twee zeer extreme ‘polen’, een zeer uitgelaten, euforische pool en een zeer sombere, negatieve pool. Zijn mensen zeer uitgelaten en euforisch dan zitten ze in een manische periode. Andere kenmerken van een manie zijn: veel praten, minder behoefte aan slaap, prikkelbaarheid, niet stil kunnen zitten, verhoogd gevoel van eigenwaarde, seksueel ongeremd zijn en impulsief dingen doen zonder rekening te houden met de mogelijk nadelige gevolgen.
Medicijnen vormen voor iedereen met een manisch-depressieve stoornis een noodzakelijk onderdeel van de behandeling. Hoewel ze soms vervelende bijwerkingen hebben is zonder medicijnen eigenlijk geen verdere behandeling mogelijk. De belangrijkste groep van medicijnen vormen de zogenaamde stemmingsstabilisatoren: lithium, carbamazepine en valproaat. Daarnaast kan het noodzakelijk zijn om ook antipsychotica tegen manieën en antidepressiva tegen depressies te gebruiken.
4. Psychotische stoornissen
Mensen met een psychotische stoornis maken periodes mee die we psychoses noemen. In een psychose heeft iemand last van hallucinaties of wanen. Hallucinaties zijn verwarde beelden. Tijdens een hallucinatie ziet, ruikt, proeft, voelt of hoort iemand dingen die er in werkelijkheid niet zijn. Het horen van stemmen die andere mensen niet horen, komt het meest voor. Dit is vaak onprettig. De stemmen geven bijvoorbeeld commentaar op het doen en laten van iemand of geven zeer tegenstrijdige informatie. Wanen zijn verwarde ideeën. Als mensen last hebben van wanen, kunnen ze er van overtuigd zijn dat iemand hen achtervolgt. Dit kunnen mensen zijn maar ook geheimzinnige machten die grote daden van iemand eisen. Iemand met wanen kan ook geloven een onmogelijke boodschap te hebben om de wereld te redden.
Antipsychotica zijn medicijnen om een psychose te doorbreken. Ze helpen helderder te denken en de wanen en hallucinaties naar de achtergrond te dringen. Het duurt meestal enkele weken voordat de medicijnen beginnen te werken. Het is van belang dat je de medicijnen volgens het voorschrift van de dokter inneemt.
Antipsychotica kunnen bijwerkingen hebben die per persoon verschillen. De meest voorkomende bijwerkingen zijn: bewegingsproblemen door stijve spieren en kaken, lichamelijke onrust, gewichtstoename door meer eetlust, gevoelsvervlakking en seksuele problemen
Bronnen o.a.
http://www.psychowijzer.nl/angststoornissen.p3.htmlhttp://www.moeilijkemensen.nl/index.htmlhttp://www.amcdemeren.nl/http://www.psychiatrienet.nl/links/13_psychotische_stoornissenLijst met veelgebruikte medicijnen
http://en.wikipedia.org/wiki/List_of_psychiatric_drugs